Kamerstuk 34198-12

Reactie op moties en een amendement inzake Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2016)

Dossier: Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2016)

Gepubliceerd: 21 september 2015
Indiener(s): Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA)
Onderwerpen: financieel toezicht financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34198-12.html
ID: 34198-12

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2015

Tijdens het wetgevingsoverleg van 7 september jl. is een amendement op de Wijzigingswet financiële markten 2016 ingediend. Ook is een aantal moties ingediend. Ik ga hierna kort in op deze moties en het amendement.1

Amendement De Vries (Kamerstuk 34 198, nr. 11)

Onderhavig amendement van het Kamerlid Aukje De Vries strekt ertoe een uitzondering in de Wet financieel toezicht (Wft) op te nemen voor kredieten zonder rente en kosten van ten hoogste € 750,–.

Zoals ik de Kamer in mijn brief van 1 juli jl.2 meldde, zal het voor commerciële partijen – economisch gezien – niet goed mogelijk zijn om kredieten zonder rente en kosten aan te bieden. Er zijn risico’s en kosten verbonden aan de verstrekking van krediet die niet volledig kunnen worden uitgesloten. Hierbij kan worden gedacht aan het kredietrisico. Deze kosten zullen, direct of indirect, via de maandelijkse betaling van abonnementsgelden, op (alle) klanten verhaald worden. Zelfs wanneer de kredieten geen rente en kosten kennen, dragen deze toch bij aan stapeling van kredieten en daarmee aan (mogelijke) overkreditering. Bovendien kan een uitzondering zoals hier voorgesteld zorgen voor precedentwerking voor andere aanbieders van consumptief (goederen)krediet.

Afsluitend ben ik, zoals hiervoor reeds is toegelicht, van oordeel dat de eisen die de Wft stelt aan kredietverschaffing proportioneel zijn en ruimte bieden voor een pragmatische invulling. Gelet hierop ontraad ik dit amendement.

Motie Omtzigt/Nijboer (Kamerstuk 32 545, nr. 36)

Ik heb kennisgenomen van het gewijzigde dictum van de motie Omtzigt/Nijboer over standaardisatie van derivatentransacties. Ik beschouw dit dictum als ondersteuning van het huidige beleid en derhalve laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer. Hierbij plaats ik de expliciete kanttekening dat er ook voldoende ruimte moet zijn voor maatwerk, zodat ook partijen die derivaten willen kopen waar weinig markt voor is en die derhalve niet gestandaardiseerd kunnen worden, hun risico’s precies kunnen afdekken. Tevens maak ik u erop attent dat het aan de European Securities and Markets Authority (ESMA) is om vast te stellen welke derivatentransacties in aanmerking komen voor centrale clearing en beursverhandeling. Hierbij houdt ESMA o.a. rekening met de liquiditeit van het type derivaat.

Motie Omtzigt (Kamerstuk 32 545, nr. 37)

Ik heb kennis genomen van het gewijzigd dictum van de motie Omtzigt. Ik ben bereid in overleg met de telecomsector de mogelijkheden te onderzoeken om tot een convenant in de vorm van een gedragscode te komen dat zich primair richt op het voorkomen van overkreditering. Eveneens ben ik bereid om een vrijstellingsregeling op grond van de Wft vast te stellen indien een dergelijk convenant voldoende waarborgen biedt voor de belangen die de Wft beoogt te beschermen. De Wft hoeft daarvoor niet te worden aangepast. Graag laat ik het oordeel over de motie aan uw Kamer.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem