Gepubliceerd: 28 november 2014
Indiener(s): Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34085-XVII-2.html
ID: 34085-XVII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Voorstel van wet

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2014 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 50,3 miljoen te verhogen.

2. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2014 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is aanzienlijk. Om de leesbaarheid te waarborgen worden daarom alleen de financiële instrumenten die meer dan 3 procent van het artikelonderdeel uitmaken opgenomen in de financiële tabel. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Op uitgavenniveau is voor deze toelichting een norm gehanteerd waarbij voor de beleidsartikelen afwijkingen van 10% of meer, met een minimum van EUR 2 miljoen, ten opzichte van de stand van de Eerste Suppletoire Begroting 2014 op sub-artikel niveau zijn opgenomen. Voor verplichtingen wordt de norm van 10% op artikel niveau aangehouden.

3. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2014

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):

Het voorstel is om de uitgaven voor 2014 te verhogen met EUR 50,3 miljoen. De belangrijkste reden voor deze verhoging zijn de extra middelen die het kabinet heeft vrijgemaakt voor noodhulp (EUR 100 mln in 2014). Tegenover deze verhoging staan diverse verlagingen, met name op de sub-artikelen voor het Budget Internationale Veiligheid (BIV) en het Dutch Good Growth Fund (DGGF).

Onder invloed van de sterk gestegen instroom van asielzoekers heeft het kabinet in 2014 eenmalig EUR 375 mln beschikbaar gesteld ter dekking van de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen die aan het ODA-budget worden toegerekend. Deze ODA-middelen staan op de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en leiden derhalve niet tot een mutatie op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Een eventueel surplus als gevolg van onderuitputting wordt naar 2015 meegenomen via de asielreserve op de begroting van Veiligheid & Justitie.

De verwachte ODA-prestatie komt in 2014 uit op 0,63% (exclusief het Dutch Good Growth Fund).

Hieronder volgt een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2014 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):

Artikel 1

Het budget voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) wordt met EUR 20 mln verlaagd wegens een lagere liquiditeitsbehoefte. Dit bedrag zal in latere jaren weer worden toegevoegd aan het fonds (via de eindejaarsmarge voor het DGGF). Daarnaast is sprake van een onderuitputting op de ODA- en non-ODA programma’s voor internationaal ondernemen.

Artikel 2

De uitgaven voor milieu en klimaat worden met EUR 10 mln verlaagd, met name vanwege vertragingen in een project in de Grote Meren-regio.

Artikel 4

Het reguliere budget voor noodhulp (sub-artikel 4.1) wordt verhoogd met EUR 13,3 mln. Voor de missie van het Nederlandse Joint Support Ship Karel Doorman bij de bestrijding van ebola in West-Afrika is in 2014 EUR 6,8 mln vrijgemaakt. Daarnaast wordt EUR 1,5 mln beschikbaar gesteld voor anti-ebola initiatieven door ambassades in de regio en door de recent benoemde speciale gezant ebola. Tenslotte wordt vanuit sub-artikel 4.3 EUR 5 mln overgeheveld ten behoeve van noodhulp in Zuid-Soedan.

Vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) wordt EUR 22,8 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Defensie ter dekking van de kosten van de missie in Irak (sub-artikel 4.2).

Met het oog op de vele internationale crises besloot het kabinet afgelopen zomer EUR 570 mln extra beschikbaar te stellen voor een noodhulpfonds. Dit fonds is flexibel inzetbaar gedurende de kabinetsperiode (t/m 2017). In 2014 zal EUR 100 mln worden uitgegeven op het nieuwe sub-artikel 4.4.

Artikel 5

De verhoging van dit artikel betreft grotendeels een technische bijstelling. De mutatie wordt verklaard doordat de BNP-korting (die een gevolg is van de koppeling van het ODA-budget aan de geraamde ontwikkeling van het BNP) bij Najaarsnota voor EUR 60 miljoen is ingevuld. De nog te verdelen BNP-korting, die in de BHOS-begroting als een negatief bedrag wordt opgenomen op artikel 5.2, daalt daardoor van EUR 169 miljoen (Voorjaarsnota) naar EUR 109 miljoen (Najaarsnota), hetgeen leidt tot een verhoging van artikel 5.2.

4. Toelichting per beleidsartikel

Beleidsartikel 1

Beleidsartikel 1 Duurzame handel en investeringen

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Stand 2e suppletoire begroting 2014

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

947.055

995.053

819.374

1.814.427

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

418.256

462.883

– 63.192

399.691

             
             

1.1

Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

 

13.436

13.646

– 2.029

11.617

             
 

Bijdrage (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan WTO en OESO

4.870

5.670

0

5.670

   

waarvan maatschappelijk verantwoord ondernemen

5.970

4.870

– 2.276

2.594

             
 

Opdrachten

         
   

waarvan beleidsondersteuning, evaluaties en onderzoek

2.590

3.100

253

3.353

             

1.2

Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid

 

81.725

81.142

– 18.501

62.641

             
 

Subsidies

         
   

waarvan Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen

4.940

4.940

0

4.940

   

waarvan Partners for International Business (PIB)

6.300

6.300

0

6.300

   

waarvan Transitiefaciliteit (TF)/ Demonstratiepojecten, Haalbaarheidsstudies en Kennisverwerving (DHK)

15.000

15.000

– 4.000

11.000

   

waarvan Package4growth non-ODA

3.000

3.000

0

3.000

   

waarvan Package4growth ODA

5.140

5.140

– 3.140

2.000

   

waarvan Overig Programmatische Aanpak

3.340

3.340

0

3.340

   

waarvan oude programma's (PSO/2g@there)

2.710

1.500

0

1.500

             
 

Leningen

         
   

waarvan Finance for International Business (FIB)

5.870

5.870

– 5.870

0

             
 

Bijdragen aan baten-lastendiensten

         
   

waarvan Agenstchap NL

27.560

27.560

0

27.560

   

waarvan NBSO's (via Agentschap NL)

6.580

6.580

– 5.491

1.089

             

1.3

Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

 

273.095

268.095

– 22.662

245.433

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan landenprogramma's ondernemingsklimaat

22.500

22.500

– 10.941

11.559

             
 

Subsidies

         
   

waarvan transitiefaciliteit

9.000

9.000

– 6.450

2.550

   

waarvan ORIO

59.380

59.380

– 10.737

48.643

   

waarvan bedrijfsleveninstrumentarium

71.540

71.540

– 12.972

58.568

   

waarvan PUM

11.820

11.820

– 8.000

3.820

   

waarvan FMO

       
   

waarvan Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid

9.500

500

0

9.500

   

waarvan Initiatief Duurzame Handel en Solidaridad

0

0

25.000

25.000

   

waarvan technische assistentie t.b.v. DGGF

0

0

10.000

10.000

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan Wereldbank/WTO/Asian Development Bank

23.500

23.500

– 4.846

18.654

   

waarvan International Finance Corporation

6.630

6.630

– 3.539

3.091

   

waarvan Infrastructuur/PIDG

11.600

11.600

0

11.600

   

waarvan International Labour Organization/partnerprogramma

10.040

10.040

0

10.040

             
 

Bijdragen aan baten-lastendiensten

         
   

waarvan CBI

25.000

25.000

0

25.000

   

waarvan Agentschap NL

7.400

7.400

0

7.400

             

1.4

Dutch good growth fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met de focus op het MKB

 

50.000

100.000

– 20.000

80.000

             
   

programma's Dutch Good Growth Fund

100.000

100.000

– 20.000

80.000

             
 

Ontvangsten

 

9.315

9.315

– 5.870

3.445

             

1.10

Versterkt internationaal handelssysteem met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

 

9.315

9.315

– 5.870

3.445

Verplichtingen

De stijging is grotendeels toe te rekenen aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) waarvoor de verplichting grotendeels in 2014 wordt aangegaan. Hetzelfde geldt voor de technische assistentie ten behoeve van het DGGF. Verder worden de programma’s van IDG en Solidaridad overgeheveld vanuit artikel 2 (voedselzekerheid) omdat zij inhoudelijk (verduurzaming handelsketens) beter onder private sector ontwikkeling passen.

Uitgaven

Artikel 1.1

De verlaging op dit sub-artikel betreft het budget voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Allereerst is sprake van een lagere behoefte bij de posten aan technische ondersteuning op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarnaast wordt de technische assistentie op het terrein van Fair Trade in het vervolg gefinancierd vanuit het budget voor het CBI.

Artikel 1.2

De verlaging bestaat uit meerdere mutaties. Het budget voor de Netherlands Business Support Offices wordt neerwaarts bijgesteld met EUR 5,6 mln. Dit programma is reeds in 2013 bevoorschot. Tevens is sprake van een lagere liquiditeitsbehoefte (EUR 3,1 mln) voor ODA-programma’s voor internationaal ondernemen via onder meer de IBD en de OESO. De uitgaven voor het (non-ODA) instrument Finance for International Business zijn EUR 5,8 mln lager dan geraamd. Tenslotte wordt EUR 4 mln overgeheveld naar sub-artikel 1.3 voor technische assistentie ten behoeve van het DGGF.

Artikel 1.4

Het budget voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) wordt met EUR 20 mln verlaagd wegens een lagere liquiditeitsbehoefte. Het bedrag zal in latere jaren weer worden toegevoegd door middel van de eindejaarsmarge van het fonds; de totale omvang van het DGGF (EUR 700 mln) verandert dus niet.

Ontvangsten

Het betreft hier een begrotingsreserve die is gekoppeld aan het bedrijfsleveninstrument Finance for International Business (FIB). In 2014 zijn de uitgaven lager dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor wordt een lager bedrag aan de reserve onttrokken.

Beleidsartikel 2

Beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Stand 2e suppletoire begroting 2014

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

709.650

586.199

– 7.711

578.488

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

586.953

576.280

– 29.942

546.338

             
             

2.1

Toename van voedselzekerheid

 

311.612

314.112

– 15.000

299.112

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan landenprogramma's voedselzekerheid

162.000

162.000

– 13.651

148.349

             
 

Subsidies

         
   

waarvan internationaal onderwijsprogramma

35.000

35.000

– 2.300

32.700

   

waarvan Agriterra

12.000

12.000

0

12.000

   

waarvan Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid

18.600

18.600

– 5.000

13.600

   

waarvan Producentenorganisaties

0

0

12.900

12.900

   

waarvan International Fertilizer Development Center

0

0

7.000

7.000

   

waarvan Global Agricultural Food Security Programme

0

0

3.400

3.400

   

waarvan Global Land Tool Network

0

0

2.700

2.700

             
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

waarvan financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden

       
   

waarvan Consultative Group on International Agricultural Research

23.000

23.000

2.000

25.000

   

waarvan Initiatief Duurzame Handel en Solidaridad

25.000

25.000

– 25.000

0

   

waarvan International Fund for Agricultural Development

20.000

20.000

0

20.000

   

waarvan Partnerschapsprogramma FAO

0

0

2.500

2.500

             

2.2

Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

 

167.161

167.161

– 5.003

162.158

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

Landenprogramma's waterbeheer

65.000

55.150

– 18.151

36.999

   

Landenprogramma's drinkwater en sanitatie

45.300

55.150

4.546

59.696

             
 

Subsidies

         
   

waarvan Fonds Duurzaam Water

11.700

11.700

0

11.700

             
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

waarvan stroomgebiedbeheer via Wereldbank

6.000

6.000

0

6.000

   

waarvan UNICEF WASH

13.510

13.510

0

13.510

   

waarvan Water Supply and Sanitation Collaborative Council/UNOPS

0

0

7.125

7.125

             

2.3

Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

 

108.180

95.007

– 9.939

85.068

             
             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan Landenprogramma's klimaat- en milieubeleid

30.720

25.720

– 10.428

15.292

             
 

Subsidies

         
   

waarvan financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden

14.400

14.400

– 10.400

4.000

   

waarvan HIVOS

0

4.600

– 1.000

3.600

             
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

waarvan Wereldbank

20.000

23.000

0

23.000

   

waarvan DFID/Climate Development and Knowledge Network

4.500

4.500

0

4.500

   

waarvan UNEP

7.100

7.100

0

7.100

   

waarvan Least Developed Country Fund

20.000

0

0

0

   

waarvan Global Environment Fund

0

0

10.000

10.000

   

waarvan GIZ en DGOS

0

4.227

1.800

6.027

Uitgaven

Artikel 2.3

De uitgaven voor milieu en klimaat worden met EUR 10 mln verlaagd, met name vanwege vertragingen in een project in de Grote Meren-regio. Voorts heeft het Acces to Energy Fund (AEF) van de FMO in 2014 een lagere liquiditeitsbehoefte van EUR 10 mln. Als gevolg van deze teruggave kan de bijdrage aan de zesde middelenaanvulling van het Global Environment Fund (GEF) deels reeds in 2014 worden voldaan.

Beleidsartikel 3

Beleidsartikel 3 Sociale vooruitgang

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Stand 2e suppletoire begroting 2014

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

486.048

649.161

– 16.835

632.326

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

1.018.987

1.018.608

– 2.607

1.016.001

             

3.1

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids

 

415.756

415.756

118

415.874

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan landenprogramma's SRGR

82.540

82.540

– 127

82.413

             
 

Subsidies

         
   

waarvan SRGR-fonds

42.000

42.000

0

42.000

   

waarvan Product Development Partnerships

12.000

12.000

2.800

14.800

   

waarvan KPF Aids Fonds

0

0

7.800

7.800

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan Unicef (SRGR)

15.000

15.000

0

15.000

   

waarvan UNAIDS

20.000

20.000

0

20.000

   

waarvan Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis

75.000

75.000

0

75.000

   

waarvan UNFPA

35.000

35.000

0

35.000

   

waarvan Global Programme to Enhance Reproductive Health Commodity Security via UNFPA

48.000

48.000

– 15.000

33.000

   

waarvan Global Alliance for Vaccines and Immunisations

43.000

43.000

0

43.000

   

waarvan WHO Partnership programma/WHO-PAHO

16.220

16.220

0

16.220

   

waarvan Health Insurance Fund

15.500

11.300

4.200

15.500

             

3.2

Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

 

44.985

44.832

– 252

44.580

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan landenprogramma's gelijke rechten en kansen voor vrouwen

6.000

6.000

– 596

5.404

             
 

Subsidies

         
   

waarvan Funding Leadership and Opportunities for Women

28.900

28.900

0

28.900

   

waarvan Nationaal Actie Plan 1325

4.000

4.000

0

4.000

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan UNWOMEN

6.000

6.000

0

6.000

             

3.3

Versterkt maatschappelijk middenveld

 

451.250

451.024

– 100

450.924

             
 

Subsidies

         
   

waarvan Vakbondsmedefinancierings programma

12.000

12.000

1.000

13.000

   

waarvan SNV programma

55.000

55.000

– 2.000

53.000

   

waarvan Medefinancieringsstelsel

382.000

382.000

1.000

383.000

             

3.4

Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek

 

106.996

106.996

– 2.373

104.623

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan landenprogramma's hoger onderwijs

4.000

4.000

1.000

5.000

   

waarvan landenprogramma's onderwijs algemeen

22.300

22.300

– 5.879

16.421

             
 

Subsidies

         
   

waarvan internationale onderzoekprogramma's

9.000

9.000

2.216

11.216

   

waarvan internationale hoger onderwijsprogramma's Niche en NFP

36.500

36.500

0

36.500

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan Global Partnership for Education

30.000

30.000

0

30.000

Beleidsartikel 4

Beleidsartikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Stand 2e suppletoire begroting 2014

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

799.569

632.200

45.459

677.659

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

692.469

494.667

80.502

575.169

             

4.1

Humanitaire hulp

 

212.767

212.767

13.300

226.067

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan UNHCR

33.000

40.000

0

40.000

   

waarvan UN-OCHA/CERF

45.000

45.000

0

45.000

   

waarvan International Committee of the Red Cross

25.000

33.000

0

33.000

   

waarvan Wereldvoedselprogramma

36.000

36.000

0

36.000

   

waarvan UNRWA

13.000

13.000

0

13.000

   

waarvan voor chronische en acute crises

50.000

35.000

13.300

48.300

             

4.2

Budget Internationale Veiligheid; voorkomen en terugdringen van conflictsituaties

 

250.000

22.798

– 22.798

0

             
   

waarvan crisisbeheersingsoperaties, incl. BSB, internationale criminaliteitsbestrijding, enablers, overigen

171.000

21.198

– 21.198

0

   

waarvan opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

36.000

0

0

0

   

waarvan veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw

43.000

1.600

– 1.600

0

             

4.3

Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

 

229.702

259.102

– 10.000

249.102

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan landenprogramma's wederopbouw

136.070

136.070

– 10.000

126.070

   

waarvan centraal wederopbouw

0

29.400

0

29.400

   

waarvan Midden-Amerika programma

14.570

14.570

0

14.570

   

waarvan onderwijs in fragiele staten

35.000

35.000

0

35.000

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan UNDP (BCPR)

8.000

8.000

0

8.000

 

Subsidies

         
   

waarvan politieke partijen-programma/gemeenteinitiatieven

12.400

12.400

0

12.400

             

4.4

Noodhulpfonds

 

0

0

100.000

100.000

             
 

Ontvangsten

 

0

0

0

0

             

4.20

Ontvangsten Budget Internationale Veiligheid

   

0

 

0

Uitgaven

Artikel 4.2

Ter dekking van de kosten van de missie in Irak wordt EUR 22,8 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Defensie.

Artikel 4.4

Met het oog op de vele internationale crises besloot het kabinet afgelopen zomer EUR 570 mln extra beschikbaar te stellen voor een noodhulpfonds. Dit fonds is flexibel inzetbaar gedurende de kabinetsperiode (t/m 2017). Voor 2014 leidt dit tot een verhoging van EUR 100 mln op dit nieuwe sub-artikel.

Beleidsartikel 5

Beleidsartikel 5 Versterkte kaders voor ontwikkeling

Bedragen in EUR 1.000

 

Stand ontwerpbegroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Stand 2e suppletoire begroting 2014

   

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

425.637

217.552

200.633

418.185

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

79.011

120.507

65.550

186.057

             

5.1

Versterkte multilaterale betrokkenheid

 

189.317

191.117

5.459

196.576

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan UNDP

27.500

27.500

0

27.500

   

waarvan UNICEF

19.000

19.000

0

19.000

   

waarvan multilaterale banken en fondsen

124.500

124.500

2.472

126.972

   

waarvan assistent-deskundigen programma

9.000

9.000

0

9.000

             

5.2

Overig armoedebeleid

 

– 119.306

– 79.610

60.091

– 19.519

             
 

Bijdragenovereenkomst

         
   

waarvan kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling

7.000

7.000

0

7.000

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan schuldverlichting

46.200

48.200

0

48.200

             
 

nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNP en/of toerekeningen

 

– 206.400

– 168.704

60.000

– 108.704

             

5.3

Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

 

9.000

9.000

0

9.000

             
 

Subsidies

         
   

diversen

3.100

3.100

0

3.100

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

waarvan UNHCR en IOM

2.800

2.800

0

2.800

             
 

Bijdragen ZBO

         
   

waarvan Dienst terugkeer en vertrek

2.500

2.500

0

2.500

             
 

Ontvangsten

 

86.715

86.715

20.000

106.715

             

5.20

Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

 

55.539

55.539

0

55.539

             

5.21

Ontvangsten OS

 

31.176

31.176

20.000

51.176

             

5.22

Koersverschillen OS

 

pm

pm

 

pm

Verplichtingen

De mutatie betreft de Nederlandse bijdrage aan de 13e middelenaanvulling van het African Development Fund van de AfDB.

Uitgaven

Artikel 5.2

De mutatie betreft een technische bijstelling en wordt verklaard doordat de BNP-korting bij Najaarsnota voor EUR 60 miljoen is ingevuld. De nog te verdelen BNP-korting, die in de BHOS-begroting als een negatief bedrag wordt opgenomen op artikel 5.2, daalt daardoor van EUR 169 miljoen (Voorjaarsnota) naar EUR 109 miljoen (Najaarsnota), waardoor het saldo op het artikel stijgt.

Ontvangsten

De mutatie betreft ontvangsten uit restfondsen vanuit trustfunds van de Wereldbank.