Gepubliceerd: 29 juni 2015
Indiener(s): Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen: ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34008-33.html
ID: 34008-33

Nr. 33 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

Met deze brief informeer ik Uw Kamer over de inwerkingtreding van de Wet pensioencommunicatie (Staatsblad 2015, nr. 193). De Wet pensioencommunicatie kent een gefaseerde inwerkingtreding. Bij de invulling van deze fases is zowel rekening gehouden met het belang van goede pensioencommunicatie voor deelnemers als met de uitvoerbaarheid voor pensioenuitvoerders. De inwerkingtreding van de amvb pensioencommunicatie sluit bij deze gefaseerde aanpak aan. De verschillende fases zijn afgestemd met de pensioensector en de toezichthouders. De belangrijkste onderdelen van deze fases zijn:

Fase 1: 1 juli 2015

  • a) de algemene eisen aan pensioencommunicatie;

  • b) de ruimere mogelijkheden voor digitale communicatie;

  • c) de bevoegdheid voor DNB om statistische informatie over individuele fondsen te publiceren;

  • d) de start van de uitbreiding van het pensioenregister.

Fase 2: 2016

  • a) op 1 januari 2016: het nieuwe kortere UPO voor deelnemers;

  • b) op 1 juli 2016: de Pensioen 1-2-3 (de nieuwe startbrief);

  • c) op 1 juli 2016: de verplichting om bepaalde informatie beschikbaar te stellen op de website van de pensioenuitvoerder.

Fase 3: in de loop van 2017

  • a) de weergave van het te bereiken pensioen in een optimistisch, een pessimistisch en een verwacht pensioenbedrag in het pensioenregister;

  • b) de start ingroei van pensioengerechtigden in het pensioenregister.

In het inwerkingtredingsbesluit van de wet en de amvb worden de eerste twee fases geregeld. In verband met de benodigde flexibiliteit wordt de inwerkingtreding van fase 3 later in een apart besluit neergelegd.

Bij deze brief is een schematisch overzicht gevoegd, waarin de inwerkingtreding in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, artikelsgewijs wordt weergegeven1.

Verder wil ik Uw Kamer met deze brief informeren over het feit dat ik pensioenuitvoerders op één onderdeel de mogelijkheid wil bieden te anticiperen op de nieuwe wetgeving.

Dit anticiperen betreft het gebruik van de Pensioen 1-2-3 (de nieuwe startbrief).

Pensioenuitvoerders die daartoe in staat zijn, mogen al eerder dan 1 juli 2016, namelijk vanaf 1 juli 2015, gebruik maken van de Pensioen 1-2-3 om nieuwe deelnemers te informeren over de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling. Daarbij geldt als voorwaarde dat de desbetreffende pensioenuitvoerder:

  • zowel laag 1 van de Pensioen 1-2-3 actief verstrekt aan de nieuwe deelnemer;

  • als ook laag 2 en 3 van de Pensioen 1-2-3 beschikbaar stelt aan de deelnemer op zijn website.

Pensioenuitvoerders krijgen dus de mogelijkheid te anticiperen op de nieuwe regelgeving zoals opgenomen in de nieuwe artikelen 21, eerste lid en 46a, eerste en tweede lid, van de Pensioenwet en de nieuwe artikelen 48, eerste lid, en 57a, eerste en tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de bij deze artikelen horende lagere regelgeving. In de periode van 1 juli 2015 tot 1 juli 2016 zal door de Autoriteit Financiële Markten worden toegestaan dat daartoe afgeweken wordt van het geldende artikel 21, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 48, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de bij deze artikelen horende lagere regelgeving.

Achtergrond van deze keuze is het volgende. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven (Kamerstuk 34 008, nr. 3) is de huidige startbrief te lang en te weinig aansprekend. Deelnemers lezen de startbrief daarom vaak niet. De startbrief is een omvangrijk document geworden, waar de deelnemer niet snel de meest relevante informatie uit kan halen. De Pensioenfederatie en het Verbond van verzekeraars hebben daarom een communicatie-instrument ontwikkeld, de zogenaamde Pensioen 1-2-3. Dit instrument dat uit drie lagen bestaat, geeft op hoofdlijnen inzicht in de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling en leent zich goed voor digitale communicatie. De resultaten van onderzoek onder deelnemers met de Pensioen 1-2-3 zijn positief. Dit instrument heeft daarom een wettelijke basis gekregen. Vanuit de pensioensector is het verzoek aan mij gedaan om pensioenuitvoerders die daartoe in staat zijn, al eerder dan 1 juli 2016 de mogelijkheid te geven gebruik te maken van de Pensioen 1-2-3. Een volledige vervroeging van de inwerkintreding van dit onderdeel is niet mogelijk, omdat dit niet voor alle pensioenuitvoerders uitvoerbaar is. Ik heb besloten dit verzoek te steunen omdat dit leidt tot een verbetering van de pensioencommunicatie bij indiensttreding en dus in het belang is van de deelnemer. Daarbij staat de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten, positief tegenover de mogelijkheid voor pensioenuitvoerders tot anticiperen op de nieuwe regelgeving voor wat betreft de Pensioen 1-2-3 en zal daarom in het toezicht toestaan dat op dat punt wordt afgeweken van de huidige regelgeving.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma