Kamerstuk 34000-XVI-38

Amendement van de leden Dik-Faber en Van der Staaij dat beoogt een impuls voor landelijk werkende vrijwilligersorganisaties te realiseren.

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 19 november 2014
Indiener(s): Kees van der Staaij (SGP), Carla Dik-Faber (CU)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-XVI-38.html
ID: 34000-XVI-38

90,7 %
9,3 %

GrKÖ

Klein

PvdA

GL

VVD

PVV

50PLUS

CU

PvdD

CDA

Van Vliet

SGP

D66

GrBvK

SP


Nr. 38 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIK-FABER EN VAN DER STAAIJ

Ontvangen 19 november 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.400 (x € 1.000).

II

In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.400 (x € 1.000).

Toelichting

De indieners van dit amendement beogen een impuls voor landelijk werkende vrijwilligersorganisaties te realiseren. Met dit amendement wordt het budget voor vrijwilligerswerkondersteuning voor het komende begrotingsjaar verhoogd met 1,4 miljoen.

Met de drie decentralisaties op het gebied van zorg en welzijn en de vraag

aan mensen om meer terug te vallen op hun zelfredzaamheid en eigen netwerk, neemt de vraag naar ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers toe. Niet alleen het aantal mensen wat een beroep doet op informele zorg neemt 3.400 toe, maar ook de complexiteit van de problematiek van de hulpvragers. Dit is niet alleen een transitie voor de formele zorg maar ook voor de informele zorg.

Het verkennen, stimuleren, vormgeven en organiseren van de samenwerking tussen de formele en informele zorg op landelijk en lokaal niveau, leidt voor vrijwilligersorganisaties in de zorg en welzijnssector nu en in de komende jaren tot extra werkzaamheden. Naar verwachting zal dit in sommige gevallen extra menskracht en extra competenties op lokaal niveau vergen, onder meer om in complexe situaties ondersteuning te kunnen bieden. Om bij deze transities de ondersteuning van de informele zorg te waarborgen is er een investering nodig in zowel de deskundigheidsbevordering en begeleiding van vrijwilligers die te maken krijgen met complexe problematiek, als de transformatie van landelijke organisaties naar organisaties die op lokaal niveau voldoende capaciteit en competenties hebben, als in een efficiënte samenwerking tussen lokale vrijwilligersorganisaties in zorg en welzijn om de samenwerking tussen formele en informele zorg goed vorm te geven. Hiervoor is van belang dat de ondersteuning vanuit de landelijke organisaties resulteert in voldoende capaciteit en deskundigheid bij lokale onderdelen van de landelijke organisaties.

De indieners achten deze verhoging in de periode 2015–2017 jaarlijks wenselijk. Landelijk werkende vrijwilligers organisaties krijgen door dit amendement meer slagkracht om te hervormen, hun rol op te pakken bij de decentralisaties. De indieners zijn ervan overtuigd dat vrijwilligers baat hebben bij professionele ondersteuning en begeleiding. Deze organisaties kunnen met hun kennis en expertise een grote rol vervullen in het lokaal stimuleren van vrijwilligerswerk en het vormen van netwerken rondom mensen.

De indieners van dit amendement wijzen ook op de aangenomen motie 33 841-163. De dekking van dit amendement wordt gevonden in het niet-juridisch verplichte deel van artikel 3.

Dik-Faber Van der Staaij