Kamerstuk 34000-VI-21

Amendement van het lid Van Nispen dat regelt dat € 470.000 wordt vrijgemaakt voor de financiering van de vervolgopleiding forensische geneeskunde

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 25 november 2014
Indiener(s): Michiel van Nispen
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-VI-21.html
ID: 34000-VI-21

34,7 %
65,3 %

D66

Van Vliet

PvdA

SP

CDA

PvdD

Klein

CU

50PLUS

GrKÖ

GL

SGP

VVD

GrBvK

PVV


Nr. 21 AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN

Ontvangen 25 november 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 470 (x € 1.000).

II

In artikel 35 Jeugd worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 470 (x € 1.000).

Toelichting

De kwaliteit van de lijkschouwing is al geruime tijd een punt van zorg. Door het verbeteren en financieren van de opleiding wordt de kans kleiner dat misdrijven over het hoofd worden gezien.

Na de basisopleiding tot forensisch geneeskundige, die 1 jaar (of dertig opleidingsdagen) duurt, kan een forensisch arts opgenomen worden in het register van het Forensisch Medisch Genootschap en werkzaamheden verrichten als lijkschouwer. Ook volgens de beroepsgroep zelf waarborgt dit register de kwaliteit onvoldoende. De vervolgopleiding forensische geneeskunde wordt door weinig mensen gevolgd. Dat komt door de hoge kosten die de arts, in tegenstelling tot andere artsenopleidingen, zelf moet betalen. Overigens heeft ook de lijkschouwing een wettelijke grondslag, te weten de Wet op de lijkbezorging.

Indiener is van mening dat (een deel van) de vervolgopleiding van overheidswege gefinancierd zou moeten worden. Het vaststellen van de doodsoorzaak en daarmee ook het aan het licht brengen van misdrijven is een publieke taak.

Ook de Gezondheidsraad heeft aanbevolen om de vervolgopleiding forensische geneeskunde te financieren en vindt het voor de hand liggen als de kosten van financiering voor rekening komt van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, omdat forensisch artsen werken ten behoeve van de veiligheid en de rechtspraak.

Bij de beroepsgroep bestaan ideeën over de noodzakelijke invulling van het vast te stellen opleidingsprogramma om de kwaliteit van de lijkschouwing te verbeteren. Uit schattingen komt naar voren dat een bedrag van € 470.000 volstaat om voldoende lijkschouwers op te leiden. Daarom regelt dit amendement dat € 470.000 wordt vrijgemaakt voor de financiering van de vervolgopleiding forensische geneeskunde.

Dekking kan worden gevonden door de subsidie die in het kader van de NODO-procedure (Nader Onderzoek Doodsoorzaak minderjarigen) aan GGD, UMC, AMC etc. is verstrekt, hiervoor te gebruiken (pagina 237 van de begroting). Volgens de toelichting bij deze subsidie (pagina 242 van de begroting) is reeds besloten de NODO-procedure te stoppen. De subsidie staat echter voor een bedrag van € 940.000 op de begroting voor de jaren 2015 en verder. De helft van dit bedrag zal per 1 januari 2015 worden overgeheveld aan het Ministerie van VWS. Over de resterende middelen voor 2015 moet besluitvorming nog plaatsvinden, aldus de begroting.

Indiener is van mening dat het doel van het verrichten van nader onderzoek naar de doodsoorzaak bij minderjarigen, namelijk het vaststellen van mogelijk niet-natuurlijk overlijden, overeenkomt met het doel van dit amendement. Door het verbeteren van de kwaliteit van de lijkschouwing door de vervolgopleiding forensische geneeskunde te verbeteren zal ook eerder niet-natuurlijk overlijden kunnen worden vastgesteld.

Van Nispen