Kamerstuk 34000-IV-22

Reactie op de huidige politieke situatie op Sint Maarten

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 10 november 2014
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-IV-22.html
ID: 34000-IV-22

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2014

Naar aanleiding van uw brief waarin u informeert naar de huidige politieke situatie op Sint maarten, bericht ik u het volgende.

Achtergrond

Zoals bekend heeft de Raad van Ministers van het Koninkrijk sinds het begin van 2013 regelmatig bij de regering van Sint Maarten zijn zorgen naar voren gebracht over het feit dat de deugdelijkheid en het behoorlijk functioneren van het bestuur in ruime zin op Sint Maarten ter discussie stond. Zowel binnen als buiten het Koninkrijk is een overwegend negatief beeld over het land ontstaan, dat ook het Koninkrijk als geheel raakt.

Hoewel de Rijksministerraad heeft aangedrongen op het doen van onderzoek en het nemen van maatregelen heeft dit niet geleid tot afdoende maatregelen door de regering van Sint Maarten. De Koninkrijksregering heeft derhalve in september 2013 aan de Gouverneur van Sint Maarten een aanwijzing gegeven om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de integriteit van het openbaar bestuur op het eiland. Het rapport van dit onderzoek, dat door PricewaterhouseCoopers International is uitgevoerd en werd begeleid door de commissie Oosting werd op 26 augustus 2014 door de Gouverneur aangeboden aan de RMR. Uit het rapport blijkt dat de zorgen die de Koninkrijksregering heeft, gegrond zijn. Het rapport is over de hele linie zeer kritisch en bevestigen vermoedens die binnen de RMR reeds bestonden. Op vrijwel alle terreinen waarmee de overheid bemoeienis heeft, hebben de onderzoekers bewijzen of aanwijzingen gekregen dat het integriteitbewustzijn op grote schaal en op het hoogste niveau veronachtzaamd wordt.

De regering van Sint Maarten heeft op 29 oktober 2013 – als tegenhanger van het onderzoek van de Gouverneur – de commissie Integer openbaar bestuur (commissie Wit) ingesteld die op 14 juli 2014 haar eindrapport heeft uitgebracht aan de regering. De bevindingen in de rapporten van beide commissie ondersteunen elkaar in essentie.

De RMR heeft naar aanleiding van de uitgebrachte rapporten bij de Sint Maartense regering aangedrongen om op basis van de talrijke aanbevelingen in de rapporten zo snel mogelijk een plan van aanpak te maken dat na implementatie bijdraagt aan een spoedig herstel van de ontstane situatie. Omdat de kleinschaligheid van Sint Maarten, de ernst en omvang van de problematiek de RMR doet twijfelen of Sint Maarten een dergelijk groot project alleen zal kunnen uitvoeren heeft de Nederlandse regering aangeboden Sint Maarten bij te staan om het nodige te verrichten. Helaas is van de zijde van de regering van Sint Maarten nog niet vernomen welke actie zij naar aanleiding van de rapportages feitelijk onderneemt, wanneer daarvan de eerste resultaten zijn te melden en welk tijdpad men voor ogen heeft. De Koninkrijksregering betreurt dit en meent dat de regering van Sint Maarten zich gelet op de ernst en omvang van de problematiek geen afwachtende houding kan veroorloven maar integendeel bewust moet zijn van de urgentie.

De verkiezingen van 2014

Op 29 augustus zijn de Statenverkiezingen gehouden in Sint Maarten. Hoewel de United People’s Party (UP) van de heer Heyliger de meeste zetels (zeven) behaalde, sloten de National Alliance (NA), Democratic Party (DP), United Sint Maarten Party (US) een akkoord waardoor deze coalitie de meerderheid (8 zetels) in de Staten verkreeg. De Gouverneur heeft vervolgens William Marlin van de National Alliance met de formatieopdracht belast.

Kort voordat het regeringsprogramma zou worden afgerond, maakte de huidige Minister van Volksgezondheid en partijgenoot van premier Wescot-Williams, Cornelius de Weever echter bekend, dat hij zich daarin niet kon vinden. De Weever tekende een intentieverklaring dat hij een nieuwe regering van de UP zou steunen. De Gouverneur heeft daarop een tweetal informateurs benoemd, de heren Richardson en Gumbs. Na hun rapportage heeft de Gouverneur de heer Heyliger alsnog benoemd tot formateur. Uit de persberichten is gebleken dat de basis voor diens beoogde kabinet was verbreed door ook de steun van mevrouw Sarah Wescot Williams (DP) en mevrouw Leona Marlin (NA) te verwerven. Op 5 november j.l. werd door de heer Heyliger verklaard dat de formatie van het kabinet nog niet rond was. Inmiddels heeft de Gouverneurs verklaard dat de formateur tot 30 november a.s. de tijd heeft zijn formatierapport af te ronden.

Stemfraude

De vaste commissie heeft mij gevraagd om in te gaan op de verdenkingen die er zijn dat bepaalde politici in de aanloop op de verkiezingen in augustus van dit jaar stemfraude zouden hebben gepleegd. Ik kan meedelen dat er van de zijde van justitie inderdaad een onderzoek loopt naar stemfraude bij de laatste verkiezingen. De landsrecherche bevestigt dat onderzoek gaande is. Over de inhoud daarvan doet het Openbaar Ministerie echter geen mededelingen.

Een nieuw kabinet

Sint Maarten staat voor een zware taak om op tal van terreinen van het openbaar bestuur en in de overheidsbedrijven de integriteit te versterken en te waarborgen.

Omdat uit de integriteitsrapporten blijkt dat ook op het hoogste niveau sprake is van belangenverstrengeling en willekeur en slechts in beperkte mate sprake is van het afleggen van verantwoording door bestuurders en politici, moet worden voorkomen dat op voorhand twijfels bestaan aan de geloofwaardigheid van de integriteit van de Ministers van het nieuwe kabinet. Daarom is het van groot belang te onderzoeken of de bewindspersonen van het nieuwe kabinet, die orde op zaken moeten stellen en uitvoering moeten geven aan de aanbevelingen uit de rapporten, over voldoende integriteit en integriteitbewustzijn beschikken. De Koninkrijksregering acht het ook van belang dat de leden van een nieuw kabinet zich gecommitteerd voelen aan het herstel van de integriteit van het bestuur en de handhaving daarvan en dat zij daarin een leidinggevende voorbeeldrol kunnen vervullen. Dit impliceert ook dat moet worden onderzocht in hoeverre een kandi-daat-bewindspersoon oog heeft voor de wijze waarop de integriteit in het bestuur gehandhaafd dient te worden.

De Ministers, de Minister-President en de gevolmachtigde Minister worden bij landsbesluit benoemd door de Gouverneur. Sint Maarten beschikt over eigen regels met betrekking tot de benoeming en de daartoe te volgen procedure van Ministers, Minister-President en Gevolmachtigde Minister.

Om te verzekeren dat de Gouverneur over adequate informatie beschikt om te kunnen beoordelen of voldoende waarborgen voor de integriteit aanwezig zijn en er voor benoeming geen beletsel bestaat, heeft de Koninkrijksregering op 17 oktober 2014 de Gouverneur een aanwijzing gegeven die hem ten behoeve van dit onderzoek instrumenten en ondersteuning verschaft. De Gouverneur houdt het besluit over de benoeming aan totdat het onderzoek is afgerond.

De aanwijzing zet de regeling van het land Sint Maarten niet opzij, schort het niet op en stelt het ook niet buiten werking. Integendeel, het koninklijk besluit maakt verdiepend onderzoek mogelijk, door het verlenen van technische assistentie aan de Gouverneur. Medewerking aan het onderzoek is van cruciaal belang. Het weigeren van medewerking door een kandidaat kan tot geen ander oordeel leiden dan dat de persoon in kwestie niet benoembaar is. Zoals in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit staat informeert de Gouverneur de Rijksministerraad wanneer een kandidaat niet heeft ingestemd met een onderzoek.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk