Gepubliceerd: 2 april 2015
Indiener(s): Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: financieel toezicht financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33996-7.html
ID: 33996-7
Origineel: 33996-70

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 april 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, onder 2, wordt «worden» vervangen door: wordt.

B

In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 31f als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «periodiek een bedrag bijdraagt aan de kosten van een of meer algemeen nut beogende instellingen, werkzaam op het gebied van sport, cultuur, maatschappelijk welzijn of volksgezondheid» wordt vervangen door: periodiek een bedrag afdraagt aan een of meer instellingen die een algemeen belang dienen, werkzaam op het gebied van sport en lichamelijke vorming, cultuur, maatschappelijk welzijn of volksgezondheid.

2. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar de aard van de door die vergunninghouder georganiseerde kansspelen.

C

In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 31h als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b van het tweede lid komt te luiden:

b. zijn gekeurd door een door Onze Minister aangewezen instelling die door de Raad voor Accreditatie of door een andere nationale accreditatie-instantie als bedoeld in Verordening 765/2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU L 21) is geaccrediteerd.

2. In het vijfde lid wordt, onder verlettering van de onderdelen a tot en met g tot b tot en met h, een onderdeel ingevoegd, luidende:

a. de aanwijzing van instellingen als bedoeld in het tweede lid, onder b, de intrekking en schorsing van die aanwijzing en de verplichtingen van de aangewezen instelling;.

D

In artikel I, onderdeel S, wordt «Onze Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport» vervangen door: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

E

In artikel I, onderdeel EE, wordt «artikel 30u lid» vervangen door: artikel 30u, eerste lid.

F

In artikel II, onderdeel A, wordt artikel 1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt onder verlettering van de onderdelen c tot en met h tot onderdelen b tot en met g.

2. In onderdeel c (nieuw) wordt «onderdeel c» vervangen door: onderdeel b.

3. Onderdeel e (nieuw), onder 2o, vervalt onder vernummering van de onderdelen 3o en 4o tot onderdelen 2o en 3o.

4. In onderdeel f (nieuw), onder 1o, wordt «casinospelen, pokertoernooien en kansspelautomatenspelen» vervangen door: casinospelen en kansspelautomatenspelen.

5. In onderdeel g (nieuw) wordt «onderdeel e» vervangen door: onderdeel d.

G

Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 wordt «piramidespelen en poker» vervangen door: piramidespelen.

2. In onderdeel 2, aanhef, wordt «vijfde en zesde lid, drie leden» vervangen door «zesde en zevende lid, vier leden». Voorts wordt aan het slot een lid toegevoegd, luidende:

5. Onder casinospelen worden verstaan casinospelen als bedoeld in artikel 27i van de Wet op de kansspelen, met inbegrip van spelen die naar hun aard en opzet vergelijkbaar zijn met dergelijke casinospelen, maar met uitzondering van bingo.

3. In onderdeel 3 wordt «vijfde lid» vervangen door: zesde lid.

4. Onderdeel 4 komt te luiden:

4. In het zevende lid (nieuw) wordt «het tweede lid» vervangen door: het zesde lid.

H

Artikel II, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het in onderdeel 1 opgenomen artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt «onderdeel a, b, c, d of e» vervangen door: onderdeel a, b, c of d.

2. In onderdeel 2 wordt «artikel 1, onderdeel f of g» vervangen door: artikel 1, onderdeel e of f.

3. In onderdeel 3 wordt «artikel 1, onderdeel h» vervangen door: artikel 1, onderdeel g.

I

In artikel II, onderdeel D, wordt «artikel 1, onderdeel f of g« vervangen door: artikel 1, onderdeel e of f.

J

In artikel II, onderdeel E, wordt «artikel 1, onderdeel f« vervangen door: artikel 1, onderdeel e.

K

In artikel II, onderdeel F, wordt artikel 5 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 1, onderdeel e» vervangen door: artikel 1, onderdeel d.

2. In het derde lid wordt «artikel 1, onderdeel f» vervangen door: artikel 1, onderdeel e.

L

In artikel II, onderdeel G, onder 1, wordt «artikel 1, onderdeel a, b, c, d of e» vervangen door: artikel 1, onderdeel a, b, c of d.

M

In artikel II, onderdeel I, wordt «artikel 1 onderdeel f« vervangen door: artikel 1, onderdeel e.

N

In artikel II, onderdeel K, wordt «artikel 1, onderdeel g» vervangen door: artikel 1, onderdeel f.

O

In artikel II, onderdeel L, wordt «artikel 1, onderdeel h» vervangen door: artikel 1, onderdeel g.

P

Artikel VII komt te luiden:

ARTIKEL VII

Na onderdeel h van artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

i. de kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Wet op de kansspelen, voor de uitvoering van haar taken.

Toelichting

A, D en E

Dit betreft redactionele verbeteringen.

B

Deze wijziging strekt tot verbetering van artikel 31f. Op grond van dit artikel kan de houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand worden verplicht tot een periodieke afdracht aan één of meer instellingen, werkzaam op het gebied van de sport, cultuur, maatschappelijk welzijn of volksgezondheid, bijvoorbeeld aan sportverenigingen. Omdat sportverenigingen veelal geen algemeen nut beogende instellingen (anbi’s) zijn, is het niet wenselijk dat die eventuele afdracht te beperken tot alleen anbi’s. De formulering van artikel 31f is hierop aangepast. Voorts is ook tot uitdrukking gebracht dat, indien na inwerkingtreding van de voorgestelde regulering van kansspelen op afstand zou mogen blijken dat die ten koste gaat van de afdracht aan sport en goede doelen en een afdrachtregeling wenselijk is, in die regeling kan worden gedifferentieerd naar de aard van de online aangeboden kansspelen, dus bijvoorbeeld tussen online casinospelen en online sportweddenschappen.

C

Het spelsysteem van de houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand moet zijn gekeurd door een keuringsinstelling. De kansspelautoriteit moet in het algemeen kunnen vertrouwen op de resultaten van de keuring van het spelsysteem. Aangezien met accreditatie geborgd kan worden dat keuringsinstellingen de keuringen onafhankelijk, onpartijdig en deskundig uit zullen voeren moeten keuringsinstellingen geaccrediteerd zijn. Hoewel accreditatie in principe zorgt dat een keuringsinstelling onafhankelijk, onpartijdig of deskundig opereert, kan niet uitgesloten worden dat een keuringsinstellingen in een voorkomen geval onvoldoende functioneert. Accreditatie is bijvoorbeeld geen geschikt instrument om fraude tegen te gaan. Daarom wordt, in lijn met het kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie en accreditatie in het kader van overheidsbeleid vastgesteld (Kamerstukken II 2003/04, 29 304, nr. 1), voorgesteld keuringsinstellingen die de spelsystemen van de toekomstige vergunninghouders mogen keuren, door de Minister van Veiligheid en Justitie te laten aanwijzen. Die aanwijzing kan worden ingetrokken indien in de keuringen van de desbetreffende keuringsinstelling niet langer voldoende vertrouwen kan worden gesteld. De aanwijzing vormt daarmee, aanvullend op de accreditatie, een extra waarborg voor de stelselverantwoordelijkheid van de Minister.

F tot en met O

In het onderhavige wetsvoorstel zijn pokertoernooien als een afzonderlijke categorie kansspelen benoemd, naast onder meer casinospelen. In de uitvoeringspraktijk van de Wet op de kansspelbelasting (Wet KSB) was namelijk discussie ontstaan over de vraag of een pokertoernooi voor de Wet KSB een casinospel is. In een rond de datum van de indiening van het wetsvoorstel gewezen arrest heeft de Hoge Raad echter geoordeeld dat een pokertoernooi voor de Wet KSB toch als een casinospel moet worden aangemerkt. Tegelijkertijd zou een strikte uitleg van dit arrest kunnen leiden tot de conclusie dat verschillende kansspelen niet langer voor de Wet KSB als casinospel worden aangemerkt en bingo voor de Wet KSB juist wel als casinospel zou worden aangemerkt. Aangezien dit niet de bedoeling is, wordt de tekst van de Wet KSB hierop aangepast.

Met deze nota van wijziging worden in het in artikel II, onderdeel A, opgenomen artikel 1 van de Wet KSB alle bepalingen inzake pokertoernooien en in artikel 2 inzake poker geschrapt. Deze bepalingen zijn namelijk overbodig omdat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat poker een kansspel in de zin van de Wet KSB is en dat pokertoernooien voor de Wet KSB casinospelen zijn. De Hoge Raad concludeert dat de Wet KSB geen uitsluitsel biedt met betrekking tot de vraag wat in dit verband moet worden verstaan onder «casinospel» en dat het bij gebreke van enig ander aanknopingspunt voor de hand ligt om voor de uitleg van het begrip «casinospel» in de regeling voor binnenlandse casinospelen in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet KSB aansluiting te zoeken bij de kwalificatie van kansspelen ingevolge de Wet op de kansspelen. Daarmee vervalt de noodzaak van het hiervoor bedoelde onderscheid. In verband met het vervallen van die bepalingen dienen tevens enkele verwijzingen in artikel II, onderdelen A, C, D, E, F, G, I, K en L, te worden gewijzigd. Met deze aanpassingen is geen inhoudelijke wijziging beoogd. Hetzelfde arrest van de Hoge Raad zou bij strikte uitleg tot de conclusie leiden dat bingo voor de Wet KSB als casinospel dient te worden aangemerkt. Ook zou een strikte uitleg van dat arrest tot de conclusie leiden dat kansspelen die niet ingevolge de Wet op de kansspelen als casinospelen worden gekwalificeerd, niet als casinospelen voor de Wet KSB kunnen worden aangemerkt. Aangezien dit niet de bedoeling is, wordt artikel 2 van de Wet KSB aangepast door invoeging van een nieuw vijfde lid. Met dit vijfde lid wordt buiten twijfel gesteld dat ook spelen die naar hun aard en opzet (snelle opeenvolging van achtereenvolgende spelen, het heen en weer gaan van inzetten en uitkeringen tussen spelers en bank en de meer actieve rol van de spelers bij het spel onder meer tot uiting komend in de wijze waarop zij hun inzetten doen) vergelijkbaar zijn met casinospelen als bedoeld in artikel 27i van de Wet op de kansspelen als casinospelen worden aangemerkt. Hierbij kan worden gedacht aan kansspelen die in illegale casino’s worden gespeeld. Tevens wordt in het vijfde lid bepaald dat bingo voor de toepassing van de Wet KSB niet als casinospel wordt aangemerkt met als gevolg dat voor bingo de gerechtigde tot de prijs belastingplichtig blijft.

P

Artikel VII van het wetsvoorstel kansspelen op afstand strekte tot aanvulling van artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 met een nieuw onderdeel k, opdat de kansspelautoriteit naar natuurlijke personen gerangschikte gegevens uit het handelsregister kan ontvangen. Bij Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wijzigingswet kinderopvang 2013) (Stb. 2013, 253) was echter al een onderdeel k aan dat artikel toegevoegd. Artikel VII van het voorliggend wetsvoorstel wordt hierop aangepast door de kansspelautoriteit te noemen in (het met de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt vrijgevallen) onderdeel i van artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff