Gepubliceerd: 5 februari 2014
Indiener(s): Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-XIII-114.html
ID: 33750-XIII-114

Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2014

In deze brief ga ik in op de kadavertarieven 2014, het onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) naar de totstandkoming van de tarieven, de markt voor slachtafval en kadavers, en tot slot de borging van de publieke taken na de overname van Rendac. Het onderzoek van het LEI vindt u bij deze brief1.

Tarieven 2014

Als toezichthouder ben ik verantwoordelijk voor de goedkeuring van de tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers. Voor 2014 heb ik de tarieven nog niet vastgesteld. In het eerste voorstel van Rendac voor het tarief van 2014 was een voorgenomen tariefstijging van 60% voorzien. Deze verhoging is in overleg met Rendac teruggebracht naar ruim 40% doordat ik de financiering van extra kosten voor de calamiteitenreserve (extra destructiecapaciteit in geval van crisis), die in 2012 en 2013 meeliepen in de destructietarieven, in 2014 volledig via het Diergezondheidsfonds laat lopen. Ik neem hierdoor de helft van deze kosten voor mijn rekening. Desondanks resteert een aanzienlijke tariefsverhoging ten opzichte van het tarief voor 2013. Dit is de reden dat de tarieven nog niet door mij zijn goedgekeurd.

Ik zal in overleg met Rendac bezien welke mogelijkheden er zijn om de verhoging van de tarieven verder te beperken, onder andere door een meer evenwichtige benadering van de schommelingen in de tarieven. Ik zal u hierover op korte termijn nader informeren.

Onderzoek LEI naar totstandkoming tarieven

Het LEI heeft onderzoek uitgevoerd naar de totstandkoming van de tarieven. Het LEI concludeert dat het huidige systeem in Nederland efficiënt is, ook als dit wordt vergeleken met omringende landen. Voor een aantal lidstaten geldt dat de markt is gereguleerd en de overheid een flinke bijdrage levert aan het ophalen en verwerken van kadavers. Deze overheidsbijdrage is in Nederland vanaf 2010 komen te vervallen. In het Verenigd Koninkrijk is bijvoorbeeld sprake van meerdere verwerkers, maar liggen de kosten hoger.

Het moet helder zijn hoe tarieven tot stand komen. Rendac Son B.V. is in de Regeling dierlijke producten aangewezen voor het ophalen en verwerken van kadavers. Het LEI heeft onderzocht of de huidige systematiek van berekening van de tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers, de zogenoemde rendementsregulering, nog past bij de ontstane situatie na 1 januari 2013.

Het LEI geeft aan dat de huidige systematiek goed is en beveelt aan deze te behouden. Het LEI heeft ook alternatieven onderzocht voor de totstandkoming van de tarieven, zoals het instellen van prijsplafonds. Het LEI raadt dit echter af. Het Besluit dierlijke producten bepaalt dat tarieven maximaal bestaan uit de kosten die worden gemaakt bij de uitvoering van de werkzaamheden, verminderd met de opbrengsten van de producten. Deze opbrengsten zijn onderhevig aan sterke schommelingen in de markt. Daarbij mag Rendac een percentage ondernemingsvergoeding rekenen dat is vastgelegd in de overeenkomst tussen Rendac Son B.V. en de Staat. Het gevolg van deze systematiek is dat de tarieven sterk fluctueren.

Het LEI adviseert meer transparantie te betrachten. Ik heb met de sectoren, de hobbyhouders en Rendac afgesproken in 2014 indicatoren op te stellen om deze transparantie te bereiken. Over de uitwerking van deze en andere aanbevelingen van het LEI informeer ik u nader.

Liberalisering slachtafval en monopolie op kadavermarkt

Per 1 januari 2013 heeft een aantal wijzigingen plaatsgevonden op de destructiemarkt. De markt voor het ophalen en verwerken van slachtbijproducten van de zogenoemde risicocategorieën 1 en 2 is vrijgegeven. Dit is de grootste stroom producten die door Rendac wordt verwerkt. Sinds 1 januari 2013 kunnen andere partijen zonder belemmeringen toetreden tot deze markt. Vooruitlopend op de wijziging in 2013 heeft uitgebreid marktonderzoek plaatsgevonden. Daaruit bleek dat op dat moment geen andere marktpartijen geïnteresseerd zouden zijn in de verwerking van kadavers. De markt voor kadavers is daarom niet vrijgegeven. In een vrije markt waarop slechts één partij actief zou zijn, ontbreekt concurrentie en is het de vraag of er voldoende dekkingsgraad en continuïteit in de verwerking van kadavers zou bestaan.

De basisvoorwaarde voor een goed functionerende kadavermarkt blijft dat kadavers dagelijks, overal in Nederland, tegen een betaalbaar tarief worden opgehaald en zorgvuldig worden verwerkt. Het is belangrijk dat kadavers zo snel en zorgvuldig mogelijk worden verwijderd, om het risico op het ontstaan van ziekten of de verdere verspreiding zoveel mogelijk te beperken. Dit moet overal in Nederland plaatsvinden tegen een betaalbaar tarief omdat anders de perverse prikkel kan ontstaan dat in bepaalde delen van het land kadaverafvoer onbetaalbaar wordt. Binnen het huidige gereguleerde systeem betalen veehouders en hobbydierhouders overal in Nederland hetzelfde tarief. Ook moet zo veel als mogelijk worden voorkomen dat door hoge tarieven veehouders geneigd zouden kunnen zijn om kadavers illegaal te begraven.

Tegelijkertijd ben ik nadrukkelijk voorstander van het opereren van meerdere marktpartijen en ben ook bereid die per regeling aan te wijzen. Het bedrijf dient voor deze activiteiten te worden erkend door de NVWA.

Borging publieke taak na overname

Tot slot informeer ik u over de borging van de publieke taken nu Vion Ingredients is overgenomen door Darling International Inc. Rendac Son B.V. is in de Regeling dierlijke producten aangewezen voor de verwerking van kadavers. De Staat heeft twee overeenkomsten met Rendac Son B.V. De rechten en plichten van de wettelijke taak met betrekking tot het ophalen en verwerken van kadavers zijn in een overeenkomst vastgelegd. Daarin zijn ook de verplichtingen met betrekking tot het toezicht op de totstandkoming van de tarieven uitgewerkt. De andere overeenkomst betreft afspraken tussen Rendac Son B.V. en de Staat omtrent het beschikbaar hebben van extra destructiecapaciteit voor het geval er onverhoopt een dierziektecrisis uitbreekt en dieren gedood en gedestrueerd moeten worden. Vanuit het Diergezondheidsfonds wordt een bijdrage betaald voor de beschikbaarheid van extra destructiecapaciteit, de zogenoemde calamiteitenreserve. Bij de verwerking van kadavers is Rendac overigens verplicht zich aan de Europese eisen te houden die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1069/2009. Daarop wordt door de NVWA toegezien.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma