Kamerstuk 33750-X-70

Verslag van een algemeen overleg

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2014

Gepubliceerd: 11 augustus 2014
Indiener(s): Han ten Broeke (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-X-70.html
ID: 33750-X-70

Nr. 70 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 11 augustus 2014

De vaste commissie voor Defensie heeft op 26 juni 2014 overleg gevoerd met Minister Hennis-Plasschaert van Defensie over:

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 12 februari 2014 inzake het Jaarplan 2014 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 33 750 X, nr. 41);

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 4 april 2014 inzake de beantwoording van de vragen van de commissie over het Jaarplan 2014 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied (Kamerstuk 33 750 X, nr. 49);

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 21 mei 2014 inzake het Jaarverslag 2013 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 33 750 X, nr. 60).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie,Ten Broeke

De griffier van de vaste commissie voor Defensie,Van Leiden

Voorzitter: De Caluwé

Griffier: Van Leiden

Aanwezig zijn vier leden der Kamer, te weten: De Caluwé, Günal-Gezer, De Roon en Vuijk,

en Minister Hennis-Plasschaert van Defensie, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.

Aanvang 19.00 uur.

De voorzitter: Ik open dit algemeen overleg van de vaste commissie voor Defensie over de kustwacht in het Caribisch gebied. Ik heet de Minister en haar staf van harte welkom. Ik zie dat er op dit moment drie collega's aanwezig zijn. Ik heet ook hen en de mensen op de publieke tribune welkom. Ik stel voor om in eerste termijn een spreektijd van vijf minuten te hanteren.

Het woord is allereerst aan de heer Vuijk.

De heer Vuijk (VVD): Voorzitter. We spreken vandaag over het jaarverslag over 2013 en het jaarplan voor 2014 van de kustwacht in het Caribisch gebied. Er zijn zorgen over de veiligheid in die regio. Die staat onder druk door het optreden van drugshandelaren. Wij zien de kustwacht als een ruggengraat van de veiligheid in het Caribisch gebied. De kustwacht staat voor zo'n 37 miljoen op de begroting, terwijl de omvang van de drugseconomie wordt uitgedrukt in tientallen miljarden. De drugscriminelen beschikken over meer middelen dan de meeste staten in dat gebied. Corruptie is een grote dreiging in dat deel van het Koninkrijk en de VVD heeft grote zorgen over de ontwikkelingen in die regio. Ik zie dan ook een belangrijke rol voor Defensie en voor de kustwacht als noodzakelijke handhavers van de rechtsorde in dit gebied. Het handhaven van de veiligheid en de integriteit van het Koninkrijk is één. Daarnaast heeft de Minister nog een opgave om te bezuinigen. Wat mij betreft is dat twee, en ook in die volgorde. Het een mag niet ten koste gaan van het ander.

Ik zie ook wel dat het geen eenvoudige opgave is voor het kabinet. Is de Minister nu tevreden over het niveau van de rechtshandhaving in het gebied? Hoe beoordelen onze partners en bondgenoten onze inzet? Doen we daar genoeg? Ik zie in het jaarverslag dat er behoorlijk wat resultaten worden bereikt. Er wordt behoorlijk wat in beslag genomen, er is sprake van een aanzienlijke pakkans, maar de vraag is even hoe de Minister dat beoordeelt.

Ik heb gelezen dat er een antwoord zal komen op vragen van de Kamer over het informatiegestuurd optreden. De kustwacht faciliteert en ondersteunt het Maritiem Informatie Knooppunt bij de kustwachtstaf. Dat ondersteunt het proces van informatieverwerking en analyse. Dit centrale informatieknooppunt verwerkt en verrijkt decentraal vergaarde informatie, waarna die ter beschikking komt van de kustwacht ten behoeve van het informatiegestuurd optreden. Ik lees ook dat het doel van het informatiegestuurd optreden is om de operaties van de kustwacht als handhavingsdienst te ondersteunen en daarmee gericht op te kunnen treden. Daarmee vormt het een essentieel onderdeel van het primair proces. Ik ben buitengewoon enthousiast over het begrip «informatiegestuurd optreden», omdat ik het ook bij andere diensten zie terugkeren en in werking zie treden. Ik hoor daar ook goede geluiden over.

Ik heb er nog wel een vraag over. Er is een vraag over samenwerking gesteld. De vraag was: kan de Minister aangeven waarom samenhang binnen de justitiële keten in de landen niet op orde is? Waar zitten de knelpunten? De Minister gaf als antwoord dat dit primair een zaak is van de Ministers van Justitie en de Openbare Ministeries van de landen. In 2012 is uit onderzoek gebleken dat met name de onderlinge informatie-uitwisseling binnen de justitiële keten onder aansturing van de Openbare Ministeries kan worden verbeterd. Knelpunten bevinden zich onder meer in de ontsluiting van digitale datasystemen, de wetgevingstrajecten en het ontbreken van samenwerkingsovereenkomsten tussen ketenpartners van diverse landen. Dat is een hele waslijst. Als dat niet op orde is, is ook dat informatiegestuurd optreden niet vanzelfsprekend. In hoeverre is hier sprake van politieke onwil of politiek onvermogen? Of is het bureaucratie en komt het eraan? In hoeverre wordt het informatiegestuurd optreden hierdoor beïnvloed? Wordt het nadelig beïnvloed? Laten we kansen liggen, laten we criminelen lopen?

Een andere zaak betreft het materieel. We hebben in het Caribisch gebied de SuperRhibs tot onze beschikking. Dat zijn mooie, snelle schepen. Er wordt echter gesproken over een onvoorzien verlies van twee van die twaalf SuperRhibs. Op een aantal plekken in de stukken wordt gesproken over een onvoorzien verlies terwijl in een voetnoot staat dat er sprake is van onherstelbare schade. Volgens mij zijn het heel solide schepen. Hoe komt zo'n onvoorzien verlies tot stand? Wat gebeurt er dan? Hoe lost de Minister die verminderde beschikbaarheid van de capaciteit op? De cutters en de Ocean Patrol Vessels (OPV) zijn niet de snelste schepen op zee. Voor de interceptie van speedboten van smokkelaars is de Rhib een essentiële capaciteit.

Een ander interceptiemiddel is de helikopter. Door de problemen met de NH90 zie ik een capaciteitsprobleem ontstaan. Hoe zorgt de Minister voor voldoende helikopters in het gebied? Lukt dat? En wat gebeurt er als het niet lukt?

Ik wil ten slotte nog iets zeggen over het personeel. Dat vind ik een lastige kwestie. Hoe bewaakt en borgt de Minister de integriteit van de kustwacht? We lezen in de krant berichten over militairen die op grond van het zerotolerancebeleid teruggehaald worden. Ik lees in het antwoord op de vraag of het met het oog op het toezichthouden op een correcte uitvoering verstandig is om het defensiepersoneel te vervangen door lokaal personeel, dat meer invulling van functies bij de kustwacht door lokaal personeel bij de ontwikkelingsfase past waarin de organisatie zich thans bevindt. Bij het vervangen van defensiepersoneel door lokaal personeel is de kwalitatieve beschikbaarheid van het lokale personeel randvoorwaardelijk. Het betrokken lokaal personeel komt dus enkel voor deze functie in aanmerking als het voldoet aan de opleidings-, kennis- en ervaringseisen die aan de betreffende functie zijn gesteld.

Ik constateer dat de druk kennelijk aan twee kanten groot is. Betekent dit nu ook nog iets in de zin van extra maatregelen of het extra rouleren van personeel op de schepen, zodat men niet te lang een bepaalde functie bekleedt? Het is slechts een veronderstelling.

Mevrouw Günal-Gezer (PvdA): Voorzitter. Graag begin ik mijn inbreng met het uitspreken van mijn dank aan en waardering voor alle mannen en vrouwen van de kustwacht in het Caribisch gebied, die op grote afstand van Nederland bezig zijn met het bewaken en beschermen van de buitengrenzen van het Koninkrijk. Wat mijn fractie betreft, verdient hun belangrijke werk de aandacht van de Kamer. Daarom hechten wij er ook zeer aan om het jaarplan en het jaarverslag hier ieder jaar te bespreken.

De PvdA-fractie is zeer content met de door de kustwacht in 2013 bereikte resultaten. Het jaarverslag laat zien dat de kustwacht bij de bestrijding van drugssmokkel, vuurwapensmokkel en mensenhandel en op het gebied van Search and Rescue heel goede resultaten heeft bereikt. Wij willen onze complimenten daarvoor geven. We vinden het heel goed en belangrijk dat de Minister een actief voorlichtingsbeleid voert om die successen ook echt uit te venten.

Er is echter tegelijkertijd ook een aantal zorgpunten waarover in dit algemeen overleg met de Minister moet worden gesproken. Ik begin met het personeel. In februari 2013 is er een staking geweest onder het lokale kustwachtpersoneel dat werkzaam was op de steunpunten Curaçao en Hato. De reden voor de staking was ontevredenheid over een aantal rechtspositionele zaken waarover de Minister van Justitie van Curaçao met de vakbonden overleg voert. Mijn fractie vindt het van belang om te weten welke verantwoordelijkheid Nederland heeft ten opzichte van deze stakers. Zij wil ook weten welke gevolgen deze staking eventueel heeft gehad voor de inzetbaarheid van de kustwacht en voor de werklast van het overige personeel. Bij het steunpunt Sint-Maarten zijn de personele tekorten nog steeds het grootst. Er werd door de steunpunten op Aruba en Curaçao personele versterking geboden. Welke gevolgen hebben deze tekorten voor de uitvoering van de taken? Welke werkdruk brengen die tekorten met zich mee voor het overige personeel dat deze tekorten moet opvangen?

In 2013 zijn er vijf gevallen geweest waarbij sprake was van onverantwoordelijk gedrag of schending van de integriteit. Dat is het grootste aantal van de afgelopen vijf jaar. Heeft de Minister daar een verklaring voor? Gaat het in dit geval om defensiepersoneel of om lokaal personeel? Is er een opleidings- en ontwikkelingsplan voor lokaal personeel vastgesteld, waarvan integriteit een onderdeel vormt?

De Nederlandse taalvaardigheid van het personeel op Sint-Maarten blijft een aandachtspunt. Welke consequenties heeft dat voor het functioneren van deze medewerkers? In hoeverre is het niveau van het Nederlands na afronding van de zomercursus Nederlands toereikend om adequaat te kunnen functioneren?

Een volgend punt is het materieel. Wij maken ons evenals de collega van de VVD zorgen over de inzetbaarheid van helikopters en over de helikoptercapaciteit. Vanwege allerlei redenen is de jaarnorm voor het aantal vlieguren niet gehaald. De NH90 is ingevlogen, maar de achterstanden zijn niet meer ingehaald. We weten met z'n allen ook welke problemen er op het moment met de NH90 zijn. Wat betekent dit voor de verdere capaciteit en voor het aantal vlieguren dat jaarlijks moet worden gemaakt? Is er inmiddels duidelijkheid over de stationering van een Spaanse helikopter aan boord van Zr. Ms. Van Speijk?

Defensie heeft bij de levering van de bijboten van de cutters vanwege een faillissement van de leverancier te maken met een additionele kostenpost van € 36.000. Komt dat volledig voor rekening van Defensie of wordt het anders opgelost? Zijn de resterende bijboten inmiddels al geleverd?

Ik sluit me graag aan bij de vragen van collega Vuijk over de SuperRhibs.

Er zijn nog twee punten die ik graag met de Minister wil bespreken. Dat zijn allereerst de investeringen. In 2013 is er ten opzichte van het investeringsbudget sprake van een grote onderrealisatie. Bijna de helft van het budget is niet gebruikt. Ondanks de gegeven verklaring geeft dat bij ons reden tot zorg. Kan de Minister daarop ingaan?

Ik wil ten slotte nog iets zeggen over de bezuinigingsopgave van 1 miljoen. Die zal gerealiseerd moeten worden door maatregelen in de bedrijfsvoering, onder meer door het vervangen van defensiepersoneel door lokaal personeel. Ik wijs op het nog beperkte aantal te vervangen defensiepersoneel en op de omvang van het budget. In hoeverre is het dan een realistische verwachting? Zal de bezuiniging toch niet koste gaan van de kwaliteit van de operationele inzetbaarheid van de kustwacht?

De heer De Roon (PVV): Voorzitter. De PVV-fractie is van mening dat Nederland beter af zal zijn zonder de Antilliaanse eilanden. Als gevolg daarvan wil mijn partij, als het zover is, ook van de kustwachttaken aldaar af, zodat de daarmee gemoeide materiële en financiële middelen beter en dichter bij huis ingezet kunnen worden. Omdat het nu nog niet zover is, zal ik vandaag een aantal punten behandelen.

De PVV is er nog steeds verbaasd over dat Nederland voor een buitensporig groot deel bijdraagt aan de financiële dekking van de kustwacht voor de Antillen. In het jaarverslag staat dat de instandhouding van de kustwacht een gezamenlijke verantwoordelijkheid zou zijn van de landen. Maar die gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgt toch een wonderlijke uitwerking op het moment dat de portemonnee getrokken moet worden. Waarom komt meer dan de helft van de begroting, ruim 19 miljoen euro, de komende jaren dan bij voorbaat volledig op het conto van Nederland terecht? Uit antwoord op vragen wijst de Minister naar een toezegging uit 2005 en naar internationale verplichtingen. Kan zij wat dieper ingaan op die toezegging uit 2005? Waar bestaat die eigenlijk uit en hoe lang blijft die toezegging nog gelden? Ziet de Minister op dit punt mogelijkheden om de kosten meer op andere bordjes neer te leggen, zodat hier op z'n minst de schijn ontstaat van gezamenlijke verantwoordelijkheid?

Ik wijs voorts op de slinkse verdeelsleutel die ervoor zorgt dat Nederland voor 69% moet opdraaien voor een groot deel van de exploitatiekosten. Ziet de Minister mogelijkheden om Aruba, Curaçao en Sint-Maarten te bewegen, wat meer de eigen broek ook op dit punt op te houden? De PVV ziet in de verdeelsleutel eens te meer het bewijs dat Nederland de facto ontwikkelingshulp verleent aan de eilanden. Dat loopt op dit onderwerp dan via de defensiebegroting. De PVV wil dan ook zo snel mogelijk af van de verdeelsleutel die de Nederlandse belastingbetaler miljoenen uit de zakken klopt om een paar Antilliaanse eilanden te ondersteunen bij kustwachttaken. Deze eilanden moesten samen over 2013 nog geen 6 miljoen euro betalen. Nederland betaalt de rekening en de Antillen betalen de fooi. In het verleden werd zelfs deze minieme bijdrage niet voldaan door sommige eilanden. Betalen die eilanden nu wel volledig en op tijd? Ik hoor dat graag van de Minister.

De PVV waardeert op zich de inzet van de kustwacht en van de mensen die daarbij betrokken zijn. Zij is blij dat de kustwacht ook resultaten heeft geboekt in de strijd tegen drugssmokkel. Zolang de kustwacht aanwezig is, moeten de werkzaamheden natuurlijk wel goed uitgevoerd kunnen worden. De PVV is wel van mening dat de drugsvangsten slechts een druppel op een gloeiende plaat zijn. Wij hebben begrepen dat Venezuela op geen enkele wijze samenwerkt in het kader van drugsbestrijding. Deelt de Minister de mening van de PVV dat de kustwacht als er niet kan worden samengewerkt op het gebied van de bestrijding van drugssmokkel met Venezuela, op deze manier per definitie aan symptoombestrijding doet?

Als we de drugsvangsten die worden genoemd in het jaarverslag over 2013 in perspectief plaatsen, kunnen we ook wel vraagtekens zetten bij de resultaten. Dat moet dan toch ook wel gezegd worden. Zo blijkt uit de gepubliceerde cijfers dat het percentage cocaïne dat gesmokkeld wordt via het Caribisch gebied naar de VS is verdrievoudigd in de periode 2011 tot 2014. De kustwacht doet dus weliswaar grotere drugsvangsten, dat wordt duidelijk uit de stukken die we van de regering hebben gekregen, maar er vinden ook gewoon grotere drugstransporten plaats. Hoe beoordeelt de Minister deze gegevens? Leidt deze forse toename van de drugssmokkel aldaar tot een wijziging van het beleid ten aanzien van de opsporing van de steeds grootschaliger drugstransporten?

Heeft al die politieke onrust in Venezuela nog invloed op de hoeveelheid wapens en drugs die gesmokkeld worden vanaf het vaste land van Venezuela naar en door het Caribisch gebied?

De PVV hoort ook graag van de Minister waarom de kustwacht geen gebruik maakt van drones bij luchtverkenningen aldaar. Drones kunnen een welkome aanvulling zijn bij het bestrijden van drugs- en wapenssmokkel. Met het oog op kostenbesparingen en gezien de haperende materiële gereedheid van de helikopters liggen hier dus kansen. De PVV zou graag zien dat de Minister de mogelijkheden tot het gebruik van drones onderzoekt en de uitkomsten daarvan al in het volgende jaarplan presenteert. In antwoord op vragen geeft de Minister aan dat de mogelijkheden voor het gebruik van drones worden onderzocht bij het opstellen van het nieuwe langetermijnplan. Dat langetermijnplan wordt opgesteld voor de periode vanaf 2019. Dat is nog heel wat jaartjes wachten. Waarom zouden we zo lang wachten als de ontwikkelingen zo snel gaan? Ik hoor graag een reactie van de Minister.

Nog steeds stelt de kustwacht zich bij de Antillen in op toezichthoudende taken met betrekking tot visserij en milieu. Wat de PVV betreft, kan daar direct mee worden gestopt en bespaart men zich het geld en de moeite. Dat er de laatste vijf jaar slechts twintig keer een proces-verbaal is opgemaakt, zegt veel over het geringe nut van deze kustwachttaken. Laat de kustwacht wapensmokkelaars en illegalen oppakken. Toezicht- en opsporingstaken met betrekking tot visserij en milieu moeten de lokale autoriteiten op zich nemen, en ook financieren. Hoe beoordeelt de Minister overigens de schaarse resultaten van die vijf jaren milieutoezicht?

Ik zal mijn overige punten in tweede termijn aan de orde stellen.

De voorzitter: De Minister heeft om een schorsing van vijf minuten gevraagd.

De vergadering wordt van 19.18 uur tot 19.23 uur geschorst.

Minister Hennis-Plasschaert: Voorzitter. Het verrast mij toch altijd weer dat in een overleg met een beperkt aantal Kamerleden toch een heleboel vragen kunnen worden gesteld. Die zijn ook vrij divers. Ik ga mijn best doen om ze allemaal te beantwoorden.

Ook ik constateer dat er in het afgelopen jaar aansprekende resultaten zijn geboekt. Of we het nu eens zijn of niet over de eilanden in het Koninkrijk, ik herhaal de waardering en dank die de heer De Roon en mevrouw Günal-Gezer hebben uitgesproken aan het adres van de mensen die zich dagelijks inzetten ten behoeve van de veiligheid aldaar.

Ik zal geen eindeloos betoog houden, maar meteen doorgaan met de beantwoording van de vragen. De heer Vuijk heeft gevraagd of ik tevreden ben met de rechtshandhaving in het gebied. De kustwacht is natuurlijk gewoon een schakel in de rechtshandhavingsketen van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het niveau van de rechtshandhaving in de landen is primair een zaak van de Ministers van Justitie en de Openbare Ministeries van de landen. Ik heb al eerder aangegeven dat we de neiging hebben om Defensie een hoeveelheid petten op te zetten. Dat mag, daar loop ik ook niet voor weg, maar het is wel zaak om de rollen goed te onderscheiden. Ik ben er zeer op gebrand dat de kustwachtschakel goed functioneert. Ik kan zeggen dat de onderlinge verhouding tussen de kustwacht en de ketenpartners van de landen goed is. Ik kan ook zeggen dat vanuit een breder perspectief en bezien vanuit de regio de internationale samenwerking goed verloopt. De kustwacht werkt samen met onder anderen de Amerikanen, de Fransen, Colombia en de Dominicaanse Republiek. De heer De Roon heeft in het kader van de drugssmokkel verwezen naar Venezuela. Er wordt niet structureel samengewerkt met Venezuela op het gebied van drugsbestrijding of het tegengaan van wapensmokkel. Er wordt wel op operationeel gebied samengewerkt, maar die samenwerking richt zich met name op het gebied van de SAR-taken. We zijn natuurlijk ook niet afhankelijk van Venezuela. Er zijn nog veel meer partners in dat gebied met wie we tot heel goede resultaten komen.

De heer De Roon heeft gevraagd of de onrustige politieke situatie in Venezuela nog van invloed is. Ik heb nu geen aanleiding om te zeggen dat die situatie heeft geleid tot een toename van drugs of wapens. Dat is echter wel iets wat we in de gaten moeten houden.

De situatie kan immers wel aanleiding geven tot niet alleen wapen- en drugssmokkel, maar ook tot mensensmokkel en dat soort zaken.

De samenhang binnen de justitiële keten moet goed in de gaten worden gehouden, omdat de gehele keten uiteindelijk zo sterk is als de zwakste schakel. Ik heb al gezegd dat dit primair een zaak is van de Ministers van Justitie en de Openbare Ministeries van de landen. Er heeft in 2012 een onderzoek plaatsgevonden naar de behoeften van de landen. Hieruit is gebleken dat de samenhang en samenwerking tussen de rechtshandhavingsorganisaties, waaronder de kustwacht, echt kan worden verbeterd. De officier van justitie van Aruba heeft het project opgepakt en een verbeterplan opgesteld. Dat plan is gericht op de verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de ketenpartners met een versterkte aansturing door het OM. Ik vind dat goed nieuws. Deze versterkte aansturing van het OM ten aanzien van de kustwacht bestaat uit een meer actieve en sturende rol van de officier van justitie, een informatiegestuurde inzet in plaats van een quotumgestuurde inzet en het beter betrekken van de maritieme expertise van de kustwacht binnen de justitiële keten. Met andere woorden, er dient meer samenhang te komen tussen de verschillende processen waarbij onder meer de informatievergaring meer gericht moet zijn op vastgestelde thema's.

Het verbeterplan voor de samenwerking op Aruba is gereed. Ik heb er ook echt vertrouwen in. Zo wordt het ook beoordeeld. Als dit inderdaad tot successen leidt, zal het een voorbeeld zijn voor de andere landen. Let wel, deze processen kosten tijd. We hebben de neiging, waarbij ik misschien wel voorop sta, om te zeggen dat we dan morgen resultaat willen zien. Soms zijn de processen echter taai en kost het tijd. Ik denk niet dat er sprake is van onwil. Er is in het verleden al genoeg gezegd en geschreven over onwil en narrigheid. Ik heb het gevoel, ook na mijn laatste bezoek aan de eilanden, dat iedereen met zijn neus dezelfde kant op staat en ook het gedeelde belang ziet. Ik zal begin volgend jaar weer naar de eilanden gaan. Dan zal ik die temperatuur weer meten.

We hebben twaalf SuperRhibs, maar daarvan zijn er twee zwaar beschadigd. De heer Vuijk heeft gevraagd wat er gebeurd is. Een van de SuperRhibs is zwaar beschadigd geraakt na een aanvaring met een andere SuperRhib tijdens een demonstratie. Dat is natuurlijk buitengewoon ongelukkig, maar de boot is wel onherstelbaar beschadigd. De andere SuperRhib is tijdens een operatie beschadigd. Dat vind ik dan meer gerechtvaardigd, zo u wilt. Dat is gebeurd tijdens een nachtelijke achtervolging. Bij inzet van materieel kan nu eenmaal schade worden geleden. Soms is die schade fors en soms zelf onherstelbaar. We hebben nog genoeg capaciteit om dat op te vangen. Als er echt sprake is van een verminderde inzetbaarheid bij de Rhibs, kun je ook weer kijken naar andere middelen. Zo ben je aan het roeien met de riemen die beschikbaar zijn. Helaas, net zo goed als er bij andere wapensystemen of andere capaciteiten soms iets kan gebeuren, is dat bij de Rhibs ook het geval.

De heer Vuijk en mevrouw Günal-Gezer hebben terecht verwezen naar de problemen met de helikoptercapaciteit en de NH90. Ik vrees dat ik die vragen nu nog nu niet helemaal kan beantwoorden, maar ik hoop dat ik de Kamer zo spoedig mogelijk nader kan informeren over de stand van zaken met betrekking tot de NH90 en de gevolgen daarvan voor de inzet in het Caribisch gebied. Dan kan ik vertellen hoe het er nu voorstaat. Ik kan wel zeggen dat we dit jaar en ook voor 2015 de twee AW-139 helikopters hebben. Ook de Cougar wordt het hele jaar beschikbaar gesteld. Voorts maken we in het kader van de maritieme drugsbestrijding gebruik van een US Coast Guard helikopter. Daarmee is de behoeftestelling in feite afgedekt.

Mevrouw Günal-Gezer vroeg naar de Spaanse helikopter. Ik moet helaas melden dat die onderhandelingen niet succesvol zijn afgerond. Dat is gisteren gebeurd. Ik informeer de Kamer dus ook direct. Dat heeft er alles mee te maken dat ook Spanje zijn bijdrage wil leveren in het kader van de reassurance maatregelen in een heel ander gebied van de wereld en daarvoor helikoptercapaciteit zal inbrengen. Ook hier geldt dat we moeten roeien met de riemen die we hebben. We moeten alle mogelijkheden benutten Dat doen we door het inzetten van de Cougar, het gebruikmaken van een US Coast Guard helikopter en de 1000 vlieguren die we hebben via de andere twee helikopters. Nogmaals, ik hoop zo spoedig mogelijk naar de Kamer te komen met nadere informatie over de NH90. Daarin zal worden aangegeven wat er nu gaande is en wat we voorstellen.

Mevrouw Günal-Gezer (PvdA): Ik heb nog een aanvullende vraag. Betekent dit dat er voor het derde trimester van dit jaar voor Zr. Ms. Van Speijk geen boordhelikopter beschikbaar is? Neemt de Minister dit punt mee in haar brief over de NH90 en de problemen met de helikoptercapaciteit?

Minister Hennis-Plasschaert: Ik verwees net naar twee helikopters: de Cougar en de US Coast Guard helikopter. Deze helikopters worden ingezet voor drie periodes. Dat is niet een heel trimester. Ze worden ingezet voor heel specifieke operaties in het kader van drugsbestrijding. Een daarvan speelt zich af in het derde trimester. Dan hebben we dus een US Coast Guard helikopter tot onze beschikking. Die wordt echter niet permanent aan boord gestationeerd voor het gehele trimester. Het is niet anders. Ik kan het ook niet mooier maken dan het is. Ik kom daar inderdaad nog op terug in de brief over de NH90.

Ik kom te spreken over de integriteit van de kustwacht. We hebben vorig jaar ook over het integriteitsbeleid gesproken. Er mag geen misverstand over bestaan dat dit beleid ten aanzien van de kustwacht in het Caribisch gebied strikt en eenduidig is. Op het moment dat er aanwijzingen zijn dat er sprake is van niet-integer handelen zal het desbetreffende land worden verzocht om de beschikkingstelling te beëindigen of zullen, als het marinepersoneel betreft, adequate rechtspositionele maatregelen worden genomen. Tijdens de initiële opleiding wordt hier al ruimschoots aandacht aan gegeven. Dat lijkt me ook terecht. Het integriteitsbeleid van de kustwacht is samengevat in een beroepscode bestaande uit vijf kernprincipes. Deze zijn gedrukt op een handzame kaart die de kustwachter bij zich kan dragen als een soort reminder. Dat is ook gewenst. Daarnaast is integriteit een terugkerend agendapunt bij de diverse centrale en decentrale overlegvormen. Op dit moment worden de mogelijkheden bezien om de functie van vertrouwenspersoon in stellen, om het daarmee nog meer een boost te geven. Ik denk dat dit goed zou zijn. We moeten even kijken wat daar de mogelijkheden voor zijn of dat ook tot de gewenste resultaten leidt. De integriteit heeft dus grote aandacht.

Naast repressieve maatregelen worden op het gebied van de integriteit ook preventieve maatregelen genomen. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Die moeten, wat mij betreft, nog meer aandacht krijgen. Als uitgangspunt geldt bijvoorbeeld dat operationeel personeel op sleutelfuncties, onder wie de commandanten van de cutters, maximaal vier jaar in de functie kunnen blijven. Daarnaast geldt een beroepscode, die in de initiële opleiding wordt behandeld. Personeel van de kustwacht bestaat uit lokaal personeel en marinepersoneel. Ik denk niet dat we onderscheid moeten maken tussen integriteitsschendingen door lokaal personeel en integriteitsschendingen door marinepersoneel. Elke schending van de integriteit is er één te veel. Welke afkomst die persoon ook heeft, hij of zij moet worden aangepakt. Niet alleen het marinepersoneel maar ook het lokaal personeel dient regelmatig van functie te wisselen. Op die wijze proberen we dat controlemechanisme erin te bouwen.

Mevrouw Günal-Gezer vroeg specifiek naar de staking op Curaçao in samenhang met de ontevredenheid over de rechtspositie. Ik heb dat aan den lijve mogen ervaren, want ik was rond die tijd op het eiland. Voor alle duidelijkheid, het is wel een probleem van Curaçao. Ik heb daar dus niet the silver bullet voor. Het land Curaçao heeft aangegeven dat er een werkgroep zal worden ingesteld om erover te praten en tot een oplossing te komen. Dat is ook de enige weg voorwaarts. Ik kan bij de Minister van Justitie navragen wat de stand van zaken is, maar ik hecht er ook aan om de problemen te laten oplossen waar de verantwoordelijkheid ligt, om het even heel duidelijk te zeggen. Nogmaals, het gaat dus om de rechtspositionele punten waar Curaçao verantwoordelijk voor is.

Wat heeft die staking voor gevolgen gehad voor de inzetbaarheid van de kustwacht? De kustwacht kon zijn taken gewoon blijven uitvoeren, onder meer met ondersteuning van de kustwachters van Aruba. Dat heeft goed gewerkt. De werklast voor het overige personeel is onmiskenbaar hoger geweest. Als een deel gaat staken, hebben de anderen daar last van. In dat kader zou het gesprek over de solidariteit tussen de mensen ook nog wel eens gevoerd mogen worden. De werkdruk was destijds dus absoluut toegenomen, maar die is inmiddels weer genormaliseerd. Er is nu ook sprake van een betere bezettingsgraad. Dat is dan weer het goede nieuws.

Mevrouw Günal-Gezer merkte op dat er in 2013 vijf gevallen zijn geweest waarbij sprake was van onverantwoordelijk gedrag of schending van de integriteit. Dat is het grootste aantal sinds de afgelopen vijf jaar. Ik zie dit niet als een structurele stijging. Ik hoop althans dat dit niet het geval is, ook omdat we erbovenop zitten. De betrokken functionarissen zijn geschorst. Tevens is voor hen ook de beëindiging van de terbeschikkingstelling aan de kustwacht gevraagd. Het klopt dat er in de jaren 2009, 2010 en 2012 geen gevallen bekend zijn. In 2011 waren er twee gevallen en in 2014 zijn er nog geen gevallen bekend. Laten we hopen dat dat zo blijft! Het kan zijn dat je in één keer in een jaar een opleving hebt. Dat betekent ook dat je daar onmiddellijk weer bovenop moet gaan zitten.

Er zijn opleidings- en ontwikkelingsplannen voor lokaal personeel. De directeur kustwacht is bezig om de doorstroom te bevorderen en toekomstplannen te maken voor lokaal personeel met potentie. Er zijn zeven hogere functies geïdentificeerd die op dit moment nog worden vervuld door militair personeel. Dat kan door lokaal personeel worden vervangen. Dat betreft onder meer twee van de drie functies van gezagvoerder van een cutter. Lokale medewerkers worden door middel van opleiding, training en coaching gereed gemaakt om op een termijn van maximaal twee jaar deze functies te kunnen gaan bezetten.

Mevrouw Günal-Gezer vroeg ook nog naar de consequenties van het misschien niet helemaal hebben van Nederlandse taalvaardigheid voor het kustwachtpersoneel van Sint-Maarten. Ik ben het met haar eens dat dit een heel belangrijk aandachtspunt is. We moeten daar ook op blijven sturen. Er zijn niet zozeer directe consequenties. De afhandeling van bepaalde zaken gaat wat trager, maar we blijven gewoon sturen op bijscholing en we zorgen ervoor dat zij zo spoedig mogelijk beschikken over voldoende taalvaardigheid. Dat stelt iedereen beter in staat om te functioneren. Daar is de kustwacht bij gebaat.

Mevrouw Günal-Gezer heeft voorts gevraagd of de bijboten inmiddels zijn geleverd. Die zijn inderdaad inmiddels geleverd. Dat is dus goed nieuws. Komt de additionele kostenpost van € 36.000 voor rekening van Defensie? Nee, die komt ten laste van het kustwachtbudget en wordt door de landen op basis van de gezamenlijke verdeelsleutel gedragen.

Mevrouw Günal-Gezer heeft gesproken over de onderrealisatie. Die baart mij ook zorgen. We hebben dat overigens niet alleen in 2013 maar ook al eerder zien gebeuren. Dan gaat er natuurlijk gedrukt, geduwd en gemonitord worden om een inhaalslag te bewerkstelligen, maar dan zie je ook dat er in die keten, ook zeker in de verwervingsketen, wordt geworsteld met capaciteitsproblemen. Ik ga er dus van uit dat het probleem niet volgend jaar is opgelost. Het is wel iets waar we bovenop zitten. Wij hebben eerder deze week tijdens het WGO gesproken over de verwervingscapaciteit bij de DMO. Dat zie je dus ook hier eigenlijk weer terugkomen.

Mevrouw Günal-Gezer heeft opgemerkt dat de opgelegde bezuinigingstaakstelling van 1 miljoen natuurlijk niet ten koste mag gaan van de operationele inzetbaarheid van de kustwacht. Ik ben het daar van harte mee eens. Daar wordt ook op gestuurd. De vervanging door lokaal personeel is een maatregel, maar met die maatregel zal die bezuiniging van 1 miljoen niet gedekt worden. Er wordt derhalve echt gezocht in de bedrijfsvoering. Er wordt gekeken hoe er doelmatiger kan worden geopereerd. Het uitgangspunt voor de Kamer en zeer zeker ook voor mij is dat het niet ten koste mag gaan van de operationele inzetbaarheid.

De heer De Roon heeft vragen gesteld over de in zijn ogen buitensporig grote financiële bijdrage van Nederland, ook als het gaat om de luchtverkenningscapaciteit. De financiering daarvan is een toezegging van de Nederlandse regering na het afstoten van de Orion P-3 vliegtuigen in 2005. Deze vloeit voort uit het belang van de uitvoering van de luchtverkenningstaken door de kustwacht in het kader van internationale verplichtingen van het Koninkrijk. Ik realiseer me goed dat de heer De Roon het Koninkrijk misschien anders ingericht zou hebben, maar het is ingericht zoals het is ingericht. Wij worden in die regio ook als Koninkrijk aangesproken op het al dan niet goed functioneren en het nemen van onze verantwoordelijkheden. Ik hecht zeer aan het goed uitvoeren van de luchtverkenningstaken met het oog op de landen van ons Koninkrijk aldaar, maar zeer zeker ook in het kader van het nemen van onze internationale verantwoordelijkheid in de regio.

De heer De Roon (PVV): Is die toezegging uit 2005 van onbeperkte duur of is er sprake van een soort eindconstructie?

Minister Hennis-Plasschaert: Er is toen niet over een eindconstructie gesproken.

De heer De Roon heeft voorts een vraag gesteld over de verdeelsleutel bij de exploitatie. Ik wil wijzen op alle petten die Defensie soms op krijgt. De begroting van de kustwacht is belegd bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De huidige percentages zijn na 10-10-10, de beroemde datum die bij de heer De Roon vast ook op zijn netvlies staat, vastgelegd door de rijksministerraad. Op dit moment is er geen aanleiding om deze verdeling te wijzigen.

De heer De Roon heeft gevraagd of de eilanden nu wel volledig en op tijd betalen. Zeker, die betalen. Ze zijn niet altijd op tijd, maar er wordt betaald. Dat mag ook wel eens gezegd worden. We spreken elkaar ook gewoon aan op de snelheid waarmee de betalingen worden gedaan.

De heer De Roon heeft voorts over de drones gesproken. Ik ben het eigenlijk van harte met hem eens. De huidige middelen zijn tot stand gekomen op basis van de langetermijnplanning 2009–2017. Ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat de ontwikkelingen in een razend tempo gaan. Daar hebben we het in andere debatten ook wel eens over. Toen dit plan werd opgesteld, was de drone als zijnde een strategisch en tactisch middel veel minder gebruikelijk dan nu het geval is. Het inzetten van de drone was onvoldoende gebruikelijk. De vraag is, hoe snel we die drone er nu dan in kunnen fietsen. Ik moet dan ook naar het budget kijken. Ik kan daar geen budget voor vrijmaken. Dat heb ik op dit moment niet. Dat is er gewoon niet. Het wordt onderzocht. Ik zal kijken of het mogelijk is om op een bepaalde manier iets naar voren te halen. De heer De Roon geeft mij een interessante opdracht. Er hangt echter een prijskaartje aan en wij moeten daar iets mee. Maar ik ben het simpelweg met de heer De Roon eens als het gaat om de inzet van drones en de voordelen die deze inzet ons kan bieden.

Hij heeft voorts gevraagd hoe ik de gegevens van de drugsvangsten beoordeel. Ik heb volgens mij in een eerder debat maar in ieder geval in antwoord op schriftelijke vragen gesteld dat de effectiviteit en doelmatigheid van de kustwacht niet uitsluitend zijn te meten op basis van het aantal in beslag genomen kilo's drugs of het aantal arrestaties of uitgeschreven processen-verbaal. Voor een zo optimaal mogelijke inzet van de middelen meten we aan de hand van normen voor de operationele, materiële en personele prestaties van de kustwacht. Dat zijn de zogenoemde prestatie-indicatoren. Dat geldt eigenlijk voor alle taken van de kustwacht. Dus alleen maar het proces-verbaal zegt mij niet zo heel veel. Het gaat ook veel meer om wat die kustwacht betekent, ook in preventieve sfeer.

De voorzitter: Hiermee is een einde gekomen aan de beantwoording van de Minister in eerste termijn. Ik stel voor om in tweede termijn een spreektijd van twee minuten aan te houden.

De heer Vuijk (VVD): Voorzitter. Ik heb geen vragen meer, maar ik wil de Minister nog wel een paar losse opmerkingen meegeven.

Ik heb haar duidelijk horen zeggen: handhaving van de rechtsorde is één, het voldoen aam de bezuinigingen is twee. Dat is een opgave waarmee nog wel wat puzzelwerk gemoeid is. We zien dat ook.

Het onderwerp van de helikopters aan boord is nog wel een dingetje. Ik heb daar op dit moment geen verdere vragen over. De Minister heeft aangegeven dat zij er nog op terug zal komen. Wij wachten dat af. Ik heb wel nadrukkelijk gehoord dat er niet constant een helikopter op zo'n schip aanwezig is. Ik wil even aangeven hoe wij het inzetconcept zien. Wij hebben schepen die op zich niet zo snel kunnen varen, maar die wel echt goed inzetbaar zijn omdat ze een SuperRhib en een helikopter aan boord hebben. Wij hechten er wel aan dat er linksom, rechtsom, bovenlangs of onderlangs een helikopter op die schepen komt. We komen daar nog over te spreken. Ik hoef vandaag geen antwoord meer op deze vraag te hebben.

De Minister heeft gesproken over het rouleren van personeel. Bij ons in de fractie leven daar zorgen over. Er is in het gebied immers wel het een en ander aan de hand. De Minister heeft gezegd dat er aandacht voor is. Ik ben op zich tevreden met dat antwoord, maar ik voorzie wel dat we, elke keer als we over die kustwacht praten, daar vragen over zullen stellen.

Ik heb de Minister horen zeggen dat het informatiegestuurd optreden een zaak van lange adem is. Dat zie ik ook. Ik zou het interessant vinden om in een volgend jaarverslag daar wat opmerkingen over te zien. Ik krijg dan graag concrete informatie over de vorderingen op dat gebied. Het is een ingewikkeld proces van technische systemen waar vordering op gemaakt moet worden. Daarnaast spelen er ook nog politieke overleggen, verdragen en dat soort zaken.

Ik ben wel enthousiast over die manier van werken, omdat het toch duidelijk een ander concept is dan eindeloos rondjes varen en kijken of je iets tegenkomt. Ik chargeer het nu even. Dit is heel gericht werken op basis van verrijkte en geanalyseerde informatie. Ik ben daar erg enthousiast over.

Kan er in een volgend verslag iets meer aandacht zijn voor het dreigingsbeeld in de regio, met name vanuit de criminaliteit? Wat zijn de cijfers die daarbij horen? Wat is nu precies de dreiging in relatie tot het beeld dat wij hier hebben? Ik kan me voorstellen dat we hier een ander beeld hebben dan wat daar daadwerkelijk aan de hand is. Ik hoef daar vandaag geen hele uiteenzetting over te horen; ik zou het mooi vinden als het in een volgend jaarverslag aan de orde kan komen.

Ik wil ten slotte nog iets zeggen over de SuperRhibs. De Kamer stelt mooie spullen ter beschikking aan de heren. Als zij die stuk maken, is dat natuurlijk jammer. Misschien is het een gepaste straf voor de heren om de rest van het jaar al die boten schoon te maken met een doekje of met een tandenborstel? Volgens mij is dat laatste gebruikelijk in militaire kringen. Ik heb daar echter geen moeite mee. Waar gewerkt wordt, gaan soms dingen stuk. De vraag was ingegeven door mijn nieuwsgierigheid.

De voorzitter: Ik krijg het idee dat de heer Vuijk nog een of ander trauma heeft overgehouden aan een schoonmaakoperatie met een tandenborstel.

Het woord is aan mevrouw Günal-Gezer. Ook zij mag in tweede termijn drie minuten spreken.

Mevrouw Günal-Gezer (PvdA): Voorzitter. Dank u wel voor uw coulante houding van vanavond. Ik dank de Minister voor haar uitgebreide antwoorden. Op een aantal punten zijn de zorgen zeker weggenomen, maar op een aantal andere punten blijven de zorgen bestaan. De heer Vuijk heeft zojuist ook weer gesproken over de helikoptercapaciteit in haar volle breedte. Die blijft ons allemaal zorgen baren. Wij komen daar echter nog uitgebreid op terug. Het is in ieder geval een heel belangrijk punt waar we goed naar moeten kijken.

Ik ben het volledig met de Minister eens dat de verantwoordelijkheid voor de staking op Curaçao vooral bij de lokale overheid moet liggen, maar waar die staking ook de inzet van onze kustwacht raakt, hebben wij er natuurlijk alle belang bij om een beetje druk uit te oefenen zodat dingen wel opgelost worden. Daar ging het mij met name om.

Ook de investeringen vormen een punt van zorg. Ook dat probleem speelt veel breder. Als je tot een structurele oplossing wilt komen, is het van belang om daar vanuit de breedte heel goed naar te kijken.

Ik wil ten slotte nog iets zeggen over de bezuinigingsopgave. De Minister heeft aangegeven dat het uitgangspunt blijft dat die bezuinigingen geen invloed hebben op de operationele inzetbaarheid. Om die belofte gestand te doen, moet er wel nog flink wat gebeuren.

Ik heb nog een vraag waar ik in de eerste termijn niet aan toegekomen ben. Die vraag gaat over de vaststelling van landsbesluiten voor de benoemingen van lokaal kustwachtpersoneel. Er is daarbij steeds sprake van achterstanden. Dat komt toch ieder jaar weer als aandachtspunt terug. Kan de Minister aangeven hoe de stand van zaken op dit moment is?

De heer De Roon (PVV): Voorzitter. De Minister heeft aangegeven dat zij op dit moment geen reden ziet om te komen tot een herziening van de verdeelsleutel met betrekking tot de kosten van de kustwacht bij de Antillen. De PVV ziet die noodzaak wel. Ik denk dat we daar vandaag niet uit zullen komen, maar ik volsta met de constatering dat we hierover van mening verschillen en dat we daarop terug zullen blijven komen, ook bij andere gelegenheden als het over de Antillen gaat.

Ik ben blij met de toezegging van de Minister dat zij toch op zoek gaat naar mogelijkheden om bij de kustwachttaak op de Antillen al eerder een drone in te zetten. Volgens mij is het vliegen met een drone vele malen goedkoper dan het vliegen met een helikopter. Ik snap ook dat een drone niet alle taken van een helikopter kan vervullen, maar er zouden hier toch besparingsmogelijkheden moeten liggen. Ik ben benieuwd naar het onderzoek. Ik kan natuurlijk ook niet goed doorgronden wanneer dat nu een break-evenpoint bereikt, waardoor we geld gaan geld verdienen door de inzet van drones in plaats van helikopters. Ook gelet op de schaarste aan helikopters die we sowieso hebben, zou het beter zijn als een helikopter – al is het er maar één – van de Antillen kan worden teruggehaald.

Ik kon in eerste termijn niet meer het volgende punt maken. In de media verscheen onlangs een bericht over misstanden bij de marine op Curaçao. Instructeurs en cursisten van de Curaçaose militie zouden zich schuldig hebben gemaakt aan mishandeling, bedreiging en aanranding van kansarme jongeren die daar een soort van dienstplicht ondergaan. Wij vragen ons echt af hoe het mogelijk is dat kansarme jongeren die een dienstplicht aangaan, op zo'n schandalige manier verpest worden. Als zij op die manier worden behandeld, dan worden ze daarmee echt niet verder geholpen. Kan de Minister hier iets over zeggen? Moet dit als een incident worden gezien of is er sprake geweest van een structurele misstand? Ik denk dat dit laatste wel eens het geval zou kunnen zijn, omdat er nogal veel aanhoudingen zijn verricht. Als er inderdaad sprake is van een structureel probleem bij die militie, dan betwijfelen wij toch wel de meerwaarde van deze «opleiding». Dan rijst voor ons in ieder geval de vraag of Defensie of onze krijgsmacht dan nog wel verder moet gaan met ondersteuning van de opleiding en training van de Curaçaose en Arubaanse militie. Ik hoor hierop graag een reactie van de Minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Hennis-Plasschaert: Voorzitter. Excuses voor het korte oponthoud, maar ik moest even schakelen naar aanleiding van de laatste vraag van de heer De Roon. Die vraag is overigens zeer terecht, maar die staat los van de kustwacht. De vraag gaat over het sociale vormingstraject. Ook ik heb daar met afschuw kennis van genomen. Er is onmiddellijk aangifte gedaan. We nemen het bloedserieus. Het is niet direct een structureel probleem, maar het is voor ons in ieder geval wel de directe aanleiding geweest om nog eens goed te kijken naar wat er binnenkomt en wat we willen bereiken. We zien het als een afgrijselijk incident. Overigens staat nog niet alles op dit moment vast, maar het heeft ons ook wel weer op scherp gezet. Ik mag ook echt hopen dat we niet nog een keer verrast worden door dergelijke berichtgeving.

Voor alle Kamerleden die hier aanwezig zijn vormt de helikoptercapaciteit een enorm punt van zorg. Dat geldt voor mij eveneens. Nogmaals, we komen nog een keer te spreken over de helikoptercapaciteit als ik het complete plaatje op papier heb gezet en bij de Kamer heb ingediend. Ik heb net ook al aangegeven hoe we de gaten enigszins hebben gedicht. Is dat perfect? Nee, maar het is wel zo goed mogelijk gebeurd.

De heer De Roon heeft echt een goede aan mij als het gaat om drones en de inzet daarvan. Ik kan hem helemaal niets beloven als het gaat om het eerder naar voren te halen, maar ik denk wel dat het goed is als ik daarop terugkom in het eerstvolgende jaarverslag, zodat de Kamer ook weet welke inspanningen we op dat vlak hebben verricht.

Mevrouw Günal-Gezer heeft nog gesproken over de vaststelling van de landsbesluiten en gevraagd of er positieve resultaten worden geboekt bij het terugdringen van de achterstanden. De voortgang bij het afwikkelen daarvan is in ieder geval verbeterd op Aruba en Sint-Maarten. Curaçao blijft achter. Ik heb heel toevallig, even los van dit algemeen overleg, vorige week een brief gestuurd naar Navarro om de autoriteiten aldaar te manen om het leven nu echt te gaan beteren. Het is immers buitengewoon vervelend. Dus ook daar zitten we bovenop. Eerlijk gezegd, is mijn geduld op dit punt ook wel op. Je kunt het één keer aan de orde stellen, je kunt het twee keer, drie keer of vier keer aan de orde stellen, maar er moet nu ook gewoon geleverd worden.

De voorzitter: Ik bedank de Minister voor de beantwoording in tweede termijn. Er is een toezegging gedaan: in het volgende jaarverslag en jaarplan zal worden ingegaan op de opties voor de inzet van drones.

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van dit algemeen overleg. Ik bedank de Minister, haar staf en de collega's voor hun inbreng. Ik bedank de griffier en de bode voor de ondersteuning. Ik bedank ten slotte het aanwezige publiek voor het geduld.

Sluiting 19.57 uur.