Kamerstuk 33605-H-1

Jaarverslag BES-fonds 2012

Dossier: Jaarverslag en slotwet BES-fonds 2012

Gepubliceerd: 15 mei 2013
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33605-H-1.html
ID: 33605-H-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET BES-FONDS (H)

Aangeboden 15 mei 2013

INHOUDSOPGAVE

   

blz.

     

A.

Algemeen

4

 

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot déchargeverlening

4

 

Leeswijzer

6

     

B.

Beleidsverslag

7

 

Beleidsprioriteiten

7

 

Beleidsartikel: 1. BES-fonds

8

 

Bedrijfsvoeringsparagraaf

11

     

C.

Jaarrekening

12

 

De verantwoordingsstaat 2012 van het BES-fonds

12

 

De saldibalans

13

     

D.

Bijlagen

15

 

Afkortingenlijst

15

 

Trefwoordenregister

16

A. ALGEMEEN

A.1 AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2012 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2012 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot déchargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de betrokken saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

Bij het besluit tot déchargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2012;

  • b. het voorstel van de slotwet over het jaar 2012 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2012 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van 's Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2012 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2012, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2012 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

Het besluit tot déchargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

A.2 LEESWIJZER

Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk maar heeft daarbinnen een eigen bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.

Dit jaarverslag zal de eerdere, op 2012 betrekking hebbende, begrotingen van het BES-fonds (de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 en de 1ste en 2e suppletoire begrotingen 2012) als uitgangspunt nemen. Terugkijkend op de beleidsprioriteiten zal hierbij de ontwerpbegroting 2012 van het BES-fonds van belang zijn.

Het jaarverslag is verdeeld in twee onderdelen: het beleidsverslag en de jaarrekening.

Beleidsverslag

Het beleidsverslag is een terugblik op het gevoerde beleid in 2012. Hierin komt de realisatie van de beleidsprioriteiten aan bod, worden de budgettaire gevolgen van het gevoerde beleid in beeld gebracht en worden er beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten getrokken. Bovendien wordt in de paragraaf beleidsartikelen stilgestaan bij de prestatiegegevens die betrekking hebben op de beleidsdoelstellingen van het BES-fonds. Hier wordt ook de toelichting gegeven op het verschil tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting en realisatie.

Groeiparagraaf

Dit jaarverslag is het tweede jaarverslag voor het BES-fonds. Aan de koppeling van de meetbare gegevens (prestatie-indicatoren) en doelstellingen, is in dit jaarverslag nog geen invulling gegeven.

Jaarrekening

De jaarrekening geeft het financiële beeld van het begrotingsjaar 2012 wat betreft het BES-fonds. In dit onderdeel wordt de verantwoordingsstaat en de saldibalans gepresenteerd.

Bijlagen

Ten slotte volgen er nog twee bijlagen (een lijst met afkortingen en een lijst met een trefwoordenregister).

B. BELEIDSVERSLAG

B.1 BELEIDSPRIORITEITEN

Sinds 10 oktober 2010 zijn de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderdeel van het Nederlandse staatsbestel, waarbinnen zij de positie van openbaar lichaam innemen. De wet Financiën BES (hierna: finBES) bevat de belangrijkste regelgeving op het gebied van financiën van de drie openbare lichamen. Artikel 88 van de finBES vestigt het principe dat de openbare lichamen recht hebben op een vrije uitkering.

Deze uitkeringen worden sinds 2011 vanuit de begroting van het BES-fonds verstrekt. Met de vrije uitkering uit het BES-fonds en de eilandelijke inkomsten zijn de BES-eilanden in staat de taken waarvoor zij verantwoordelijk zijn uit te voeren.

Sinds de transitie is er veel discussie met de openbare lichamen over de hoogte van de vrije uitkering. Het onderzoeksbureau Ideeversa heeft daarom in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoek gedaan naar de hoogte van de vrije uitkering, het zogenaamde referentiekader onderzoek. Dit onderzoek is op 20 februari 2012 opgeleverd. Het kabinet heeft in reactie op dit onderzoek de vrije uitkering met circa 25% verhoogd tot de ondergrens van het referentiekader onderzoek. Dit kabinetsstandpunt referentiekader onderzoek is op 8 juni 2012 naar de Tweede Kamer gestuurd.

In 2012 is tweemaal de CN week georganiseerd, 1 week in maart en 1 in oktober. Hierin spreken de bestuurscolleges en gezaghebbers met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in het kader van Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv), en de andere departementen over actuele en strategische beleidszaken aangaande de BES-eilanden.

B.2 BELEIDSARTIKEL

1 Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen middelen krijgen toebedeeld om hun taken uit te voeren. Met Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de eilandelijke overheid en de Rijksoverheid. Op basis van het vastgestelde eilandelijke takenpakket is een bedrag aan vrije uitkering overeengekomen dat de eilanden jaarlijks ontvangen. In het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen BES vindt besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend. In 2012 heeft aanpassing van de vrije uitkering plaatsgevonden naar aanleiding van de resultaten van het referentiekader onderzoek.

Verantwoordelijkheid minister

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De fondsbeheerder is echter niet verantwoordelijk voor de resultaten die openbare lichamen met hun bijdrage uit dit fonds realiseren: openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Niet alleen de bestedingsrichting, ook de effectiviteit van de inzet van de middelen is primair een eilandelijke verantwoordelijkheid, waarin het bestuurscollege wordt gecontroleerd door de eilandsraad.

Succesfactoren van beleid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de openbare lichamen. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren door de bekostiging waarvan zij op de algemene middelen zijn aangewezen.

De Wet Financiën BES biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbaar lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting van dit openbaar lichaam.

In december 2011 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op advies van het Cft het openbaar lichaam Sint Eustatius onder voorafgaand toezicht gesteld voor de begrotingen 2011 en 2012. De overwegingen hierbij hadden betrekking op dreigende overschrijding van de begroting, de stand van zaken rond het financieel beheer en de onrechtmatigheid van uitgaven die plaatsgevonden hebben. Inmiddels is de situatie bij Sint Eustatius flink verbeterd. Zo is op 1 juni een hoofd Financiën aangesteld, is er een sluitende begroting over 2012 èn over 2013 ingediend en is tijdig de jaarrekening over 2011 ingediend. Daarnaast heeft het openbaar lichaam een plan van aanpak voor het verbeteren van het financieel beheer in 2013 opgesteld. Dit waren de voorwaarden voor het College financieel toezicht om de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te adviseren het Voorafgaand toezicht niet te verlengen in 2013. Na dit positieve advies van het College financieel toezicht heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten het Voorafgaand toezicht per direct in te trekken.

Artikel 1. BES-fonds

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1 BES fonds
(bedragen x € 1.000)
         

Realisatie

Oorspronkelijk Vastgestelde begroting

Verschil

   

2008

2009

2010

2011

2012

2012

2012

Verplichtingen

       

35.519

24.903

10.616

                 

Uitgaven:

     

28.154

38.545

24.903

13.642

                 

1.1

BES-fonds

     

25.128

38.545

24.903

13.643

                 

Ontvangsten

     

25.128

38.545

24.903

13.642

Financiële toelichting

Op het artikel BES-fonds is meer uitgegeven dan geraamd. Er zijn meer ontvangsten gerealiseerd dan begroot. Onderstaand volgt een toelichting op artikelonderdeel om dit inzichtelijk te maken.

Uitgaven

De hogere uitgaven aan het BES-fonds ten opzichte van de begroting 2012 is onder andere te verklaren door de verhoging van de vrije uitkering met USD 8 mln. (€ 6 mln.) als gevolg van de resultaten van het referentiekader onderzoek. Hiernaast ontvangen de openbare lichamen de vrije uitkering vanuit het BES-fonds in dollars, waarbij het valutarisico bij Nederland ligt. Door het wisselkoersrisico vallen de uitgaven aan het BES-fonds ook hoger uit dan begroot. Het tekort wordt gedekt uit de begroting Koninkrijksrelaties (IV). Het valutakoersresultaat bedroeg € 2,9 mln. negatief.

Tenslotte heeft indexatie (à € 1,67 mln.) van de vrije uitkering plaatsgevonden, dit is verwerkt bij tweede suppletoire begroting 2012.

Er heeft een toevoeging à € 0,5 mln. plaats gevonden van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) aan het BES-fonds ten behoeve van de renovatie van de haven Saba. Dit in de vorm van een overige uitkering. Verder is als bijzondere uitkering door BZK € 3 mln. toegevoegd voor de implementatie van de bestuursstructuur (de zogenaamde Donner-gelden).

2 Operationele doelstelling

De openbare lichamen via het BES-fonds voorzien van middelen voor het naar behoren uitvoeren van hun taken.

De fondsbeheerder zorgt ervoor dat de openbare lichamen via het BES-fonds de middelen krijgen toebedeeld om hun taken uit te voeren. Deze geoperationaliseerde doelstelling wordt hierna nader uitgewerkt.

In 2011 en 2012 is onderzoek gedaan naar de hoogte van de vrije uitkering in relatie tot de eilandelijke taken, het zogenaamde referentiekader onderzoek. Dit onderzoek is door het onderzoeksbureau Ideeversa op 20 februari 2012 opgeleverd. Op basis van dit onderzoek is de vrije uitkering over 2012 aangepast tot de zogenaamde ondergrens van het referentiekader onderzoek. Het hieruit voortvloeiende kabinetsstandpunt referentiekader is op 8 juni 2012 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Inclusief de in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen BES afgesproken verhogingen bedraagt de hoogte van de vrije uitkering van de drie openbare lichamen gezamenlijk USD 44,4 mln. (€ 34,7 mln). Dit bedrag is door tussenkomst van het Cft in regelmatige termijnen aan de openbare lichamen overgemaakt.

Om te borgen dat de vrije uitkering meegroeit met het stijgende prijspeil van Caribisch Nederland zijn aanvullende afspraken gemaakt over de indexering van het BES-fonds. Deze afspraken hebben geleid tot een verhoging van de vrije uitkering in 2012 ten opzichte van 2011 en zullen ook in 2013 weer tot aanpassing van het bedrag van de vrije uitkering kunnen leiden.

B.4 BEDRIJFVOERINGSPARAGRAAF

Inleiding

Het BES-fonds kent een bedrijfsvoeringparagraaf met twee verplichte elementen, te weten rechtmatigheid en de totstandkoming van de beleidsinformatie. Voor rechtmatigheid geldt dat wordt vermeld of en bij welk beleidsartikel de tolerantiegrens voor verplichtingen en ontvangsten is overschreden en wat daarvan de oorzaak was. Ten aanzien van de beleidsinformatie is aangegeven op welke manier aandacht is besteed aan de totstandkoming daarvan.

Rechtmatigheid

In 2012 is geen sprake van overschrijding van de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid en voor de getrouwe weergave.

Totstandkoming van beleidsinformatie

Het BES-fonds bevat geen gegevens over niet-financiële beleidsinformatie. Dit onderdeel is derhalve niet van toepassing. Uit het onderzoek naar de financiële informatie en de saldibalans in het Jaarverslag 2012 van het BES-fonds blijkt dat deze voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat er geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave zijn geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

De informatie over de bedrijfsvoering en het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2012 van het BES-fonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

C. JAARREKENING

C.1 DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2012 VAN HET BES-FONDS

(bedragen x € 1000)
   

-1-

     

-2-

 

=(2–1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijke vastgestelde begroting

               

(+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag)

   

Ver- plichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Ver- plichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Ver- plichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Beleidsartikelen

                 

1

BES-fonds

24.903

24.903

24.903

35.519

38.545

38.545

10.616

13.642

13.642

C.2 SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2012 VAN HET BES-FONDS (H)

C2. SALDIBALANS per 31 december 2012 van de BES-FONDS (64)
(x € 1.000)

1)

Uitgaven 2012

38.544

2)

Ontvangsten 2012

38.544

     

     

3)

Liquide middelen

 

3a)

Liquide middelen

 
             

4)

Rekening-courant RHB

 

4a)

Rekening-courant RHB

 
             

5)

Uitgaven buiten begrotingsverband

 

6)

Ontvangsten buiten begrotingsverband

 
 

(intra-comptabele vorderingen)

 

 

(intra-comptabele schulden)

 
             
         

Begrotingsreserve schuldsanering

 
             

7)

Openstaande rechten

 

7a)

Tegenrekening openstaande rechten

 
             

8)

Extra-comptabele vorderingen

 

8a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

 
             

9a)

Tegenrekening extra-comptabele schulden

 

9)

Extra-comptabele schulden

 
             

10)

Voorschotten

 

10a)

Tegenrekening voorschotten

 
             

11a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

 

10)

Garantieverplichtingen

 
             

12a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

 

12)

Openstaande verplichtingen

 
             

13)

Deelnemingen

 

13a)

Tegenrekening deelnemingen

 
             
 

TOTAAL

38.544

 

TOTAAL

38.544

Toelichting op de saldibalans van BES – fonds (64) over het jaar 2012

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2012

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

De uitgaven ad € 38.544.430 worden als volgt gespecificeerd:

De vrije uitkering ad € 34.747.293 zoals vastgesteld voor jaar 2012 en de «Donnergelden» ad € 3.241.381 die nog resteren uit 2011. Het restant ad € 55.756 bestaat uit een bedrag ad € 28.386 voor een Onderzoek Ref. kader BES – eilanden door Ideeversa en een bedrag ad € 27.370 voor een advies van Deloitte inzake WOZ en lokale heffingen. Ook is er nog een aparte overige uitkering ad € 500.000 ten behoeve van de renovatie van de haven van Saba.

Ad 12. Openstaande verplichtingen

Ad 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 0 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen per 1 januari 2012

 

3.025

 

Aangegane verplichtingen in 2012

 

35.519

 
   

38.544

 

Tot betaling gekomen in 2012

0

38.544

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

 
   

0

–/–

       

Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2012

 

0

 

D. BIJLAGEN

D.1 AFKORTINGENLIJST

BES

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

CFT

College Financieel Toezicht

CW

Comptabiliteitswet

CW: FINBES

Wet Financiën BES/Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

FOG

Financieel Overzicht Gemeenten

Fvw

Financiële-verhoudingswet

GF

Gemeentefonds

OWB

Ontwerpbegroting

POR

Periodiek Onderhoudsrapport

D.2 TREFWOORDENREGISTER