Gepubliceerd: 22 april 2013
Indiener(s): Magda Berndsen (D66)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33573-5.html
ID: 33573-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld, 22 april 2013

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

 
     

I.

Algemeen

1

     

1.

Inleiding

1

2.

Experiment nieuw model stembiljet kiezers in het buitenland

3

3.

Experiment centrale stemopneming

4

4.

Noodzaak van experimenteren

5

5.

Waarborgen in het kiesrecht

6

6.

Voorlichting

6

7.

Administratieve en financiële lasten voor overheid en burger

6

8.

Evaluatie

6

     

II.

Artikelsgewijs

6

I. Algemeen

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Tijdelijke regels voor experimenten met stembiljetten en een om stemmen via het internet voor kiezers die buiten Nederland verblijven mogelijk te maken alsmede om het uitbrengen van een stem anders dan door middel van een stembiljet mogelijk te maken (TK 33 354).

Het verheugt de leden van de VVD-fractie dat de regering wil toewerken naar mogelijke (her)invoering van elektronisch stemmen in het stemlokaal in Nederland, alsmede naar het stemmen via internet voor kiezers in het buitenland. Wanneer verwacht de regering dat dit technisch mogelijk is dan wel dat er experimenten kunnen worden gehouden, een en ander los van de wetgeving die daarvoor nodig is. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel voor een tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming. Deze leden zien de experimenten, die door de wet mogelijk worden, als mogelijkheden om het stemproces toegankelijker te maken en de vaststelling van de uitslag zorgvuldiger plaats te laten vinden. Deze doelstellingen delen deze leden. Ter voorbereiding willen zij nog enkele vragen stellen.

De leden van de PvdA-fractie hebben, in aansluiting op het recente debat naar aanleiding van een wijziging van de Kieswet, met instemming kennis genomen van de instelling door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van een onderzoek naar de mogelijkheid van elektronisch stemmen en de randvoorwaarden die daaraan gesteld moeten worden. Deze leden begrijpen dat dit tot de keus geleid heeft om een aantal van de beoogde experimenten nu niet uit te voeren, maar eerst de mogelijkheid van elektronisch stemmen te onderzoeken. Graag worden de leden van de PvdA-fractie nader geïnformeerd over de voorbereiding van het onderzoek naar elektronisch stemmen. Zij willen graag weten welke vorm het onderzoek gaat krijgen, met welke opdracht de onderzoekers aan de slag gaan en of er al een betrouwbaarder datum is waarop het onderzoek afgerond kan worden.

De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van het initiatiefwetsvoorstel Tijdelijke regels voor experimenten met stembiljetten en een centrale stemopneming. Er leven bij hen nog enkele vragen

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen om te experimenteren met een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland en met een centrale opzet van de stemopneming. Zij juichen maatregelen die de deelname aan verkiezingen bevorderen en transparantie van het verkiezingsproces vergroten toe. Zij hebben enkele vragen en opmerkingen naar aanleiding van het voornemen van de regering.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel, dat experimenten mogelijk maakt met een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland en met een centrale opzet van de stemopneming. Deze leden hebben nog wel enkele vragen over dit voorstel.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig voorstel. Zij hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie vinden het opmerkelijk dat de regering niet langer investeert in elektronisch tellen, terwijl hier reeds fors in is geïnvesteerd. Deze leden vragen zich af waarom dit traject in zijn geheel gestopt wordt, terwijl het nog jaren kan duren voordat elektronisch stemmen een haalbare optie is. Graag ontvangen deze leden op deze kwestie een nadere motivatie. Zij vragen de regering daarbij in te gaan op de constatering dat onder de huidige stand zaken optisch scannen – dus een ingevuld stembiljet dat gescand wordt door een computer – het veiligst wordt geacht, omdat hier twee sporen, namelijk digitaal en papier, tegen over elkaar gezet kunnen worden. Deze leden vragen of het niet juist onverantwoord is om dit traject te stoppen.

De leden van de D66-fractie zijn evenwel benieuwd naar de experimenten met elektronisch stemmen. Zij vragen de regering nader uit een te zetten wie worden betrokken bij het traject, wat precies onderzocht gaat worden, welk tijdpad en welke output de regering hierbij precies voor ogen heeft. Tevens vragen de aan het woord zijnde leden zich af of reeds is nagedacht over de verdeling van kosten tussen Rijk en decentrale overheden bij eventuele invoering van elektronisch stemmen.

De leden van de D66-fractie kunnen zich niet geheel onttrekken aan het idee dat de eisen aan het telproces gebaseerd worden op de stand van de techniek, in plaats van techniekonafhankelijke principes op te stellen waaraan een betrouwbaar, integer en controleerbaar telproces zou moeten voldoen. Zij vragen de regering op deze zorgen te reageren.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel dat strekt tot het tijdelijk kunnen experimenteren met een nieuw model stembiljet voor kiezers in het buitenland en een centrale opzet van stemopneming.

2. Experiment nieuw model stembiljet voor kiezers in het buitenland

De leden van de VVD-fractie vernemen graag hoe groot de kans is dat er bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2015 daadwerkelijk een experiment wordt gehouden als het gaat om een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland.

In de memorie van toelichting wordt gesteld dat voor een nieuw model stembiljet voor kiezers in het buitenland gebruik van logo’s kan worden gemaakt. In hoeverre zal er bij het experiment daadwerkelijk gebruik worden gemaakt van logo’s op het nieuwe model stembiljet voor kiezers in het buitenland? Als de logo’s van de politieke partijen op het stembiljet worden afgedrukt, zullen de logo’s dan tevens te zien zijn op de website die de kiezers in het buitenland moeten raadplegen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Bij het uitbrengen van de stem wordt er aan gedacht de kiezer twee keuzes te laten maken: eerst een lijst kiezen en daarna een kandidaatnummer. De regering stelt voor een stem op een lijst, maar zonder een stem op een kandidaat, als geldig aan te merken. De regering gaat er vanuit dat er dan op de lijsttrekker is gestemd. De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader uit een te zetten, waarom deze keuze geen inbreuk zou betekenen op het Nederlandse kiesstelsel, dat immers uitgaat van stemmen op personen.

Het briefstembewijs wordt voorzien van een uniek nummer. Dit briefstembewijs met daarop de handtekening van de kiezer en het stembiljet, moeten worden teruggestuurd. Hoe is het stemgeheim in dezen gewaarborgd, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Zoals de leden van de PvdA-fractie al aangaven hechten zij belang aan een optimale toegang tot het stemproces. Experimenten met een ander stembiljet voor kiezers in het buitenland kan hieraan bijdragen, doordat het eerder of via mail verstuurd kan worden. Om de omvang van het huidige knelpunt in te kunnen schatten zouden deze leden graag willen weten hoeveel schriftelijke stembiljetten momenteel te laat binnenkomen bij een briefstembureau en hoeveel klachten er zijn over ontijdige verzending. Ook zijn deze leden geïnteresseerd in de wijze waarop andere landen hun stembiljetten naar kiezers in het buitenland versturen. Tenslotte vragen deze leden of de regering verwacht gebruik te gaan maken van de mogelijkheid om logo's van politieke groeperingen op te nemen op het stembiljet voor kiezers in het buitenland en of hij dan een ruime termijn voor registratie aan wil houden om eventuele geschillen ruim op tijd op te lossen..

De leden van de PvdA-fractie hechten naast een zorgvuldige en uniforme stemopneming ook aan een snelle voorlopig uitslag op de verkiezingsavond. Deze leden horen graag de visie van de regering daarop en of deze kan toezeggen dat de voorlopige uitslag niet vertraagd wordt door experimenten met centrale stemopneming.

De leden van de PVV-fractie vragen wat de meerwaarde is van het per e-mail versturen van stembiljetten wanneer het briefstembewijs per post wordt verstuurd? Voorts vragen zij hoe daarnaast gecontroleerd kan worden of degene die het briefstembewijs toegestuurd heeft gekregen ook degene is die de stem heeft uitgebracht.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af of bij het experiment voor kiezers in het buitenland wel voldoende recht wordt gedaan aan het lijstenstelsel zoals dat in Nederland geldt. Een stem die enkel is uitgebracht op een lijst en vervolgens niet op een kandidaat wordt in het voorstel automatisch toegekend aan de lijsttrekker. Genoemde leden vragen of het hypothetisch mogelijk is dat de lijsttrekker verkozen wordt door toerekening van de stemmen van een groot aantal kiezers die niet op een kandidaat hebben gestemd, terwijl andere kandidaten op de lijst meer of evenveel stemmen per persoon hebben ontvangen via directe voorkeursstemmen. Genoemde leden vragen zich af of de toerekening van deze stemmen aan de lijsttrekker anderszins tot nadeel kan strekken van de overige kandidaten op de lijst.

3. Experiment centrale stemopneming

De leden van de VVD-fractie staan sympathiek tegenover het experiment met centrale stemopneming. Zij gaan er vanuit dat de regering alle voorzorgsmaatregelen neemt die nodig zijn om dit goed te laten verlopen.

De leden van de PVV-fractie vragen waarom ervoor is gekozen geen maatregelen in de wet op te nemen betreffende de voorwaarden van het vervoer van stembiljetten tussen stemlokaal en de (centrale) plaats waar de stembiljetten geteld worden.

De leden van de SP-fractie spreken hun vrees uit voor de vergrote kans op fraude doordat stemuitslagen vervoerd moeten worden naar een centrale locatie. De regering spreekt van de nodige maatregelen die fraude moeten voorkomen. Zo worden de pakken met stembescheiden voorafgaand aan het vervoer afgesloten en worden de stemmen op lijstniveau al geteld in het stembureau zelf. De regering gaat echter voorbij aan het feit dat het nu zo geregeld is dat willekeurig elke inwoner van Nederland toezicht kan houden op het democratisch proces: van opening van het stembureau, tot het tellen van de stemmen en het vaststellen van de definitieve uitslag. In het experiment is dit niet meer mogelijk: wel op de stembureaus, en wel op de centrale plaats waar geteld wordt, maar niet gedurende het vervoer. Daar ligt dus niet alleen een mogelijkheid tot frauderen, hoe beperkt ook, maar ook een onttrekking aan het publieke toezicht en democratische controle op de verkiezingen. Dit zou voor mensen aanleiding kunnen zijn om te twijfelen aan de uitslag: zij kunnen immers niet meer overal gedurende het hele verkiezingsproces aanwezig zijn en controle uitoefenen. Deze leden vragen de regering hier nader op in te gaan.

Daarnaast stelt de regering dat sprake moet zijn van «voldoende waarborgen» om te voorkomen dat stembiljetten in het ongerede raken. Ook kunnen colleges van burgemeester en wethouders «nadere maatregelen» treffen om fraude te voorkomen. Deze leden ontvangen graag een nadere toelichting op wat de regering verstaat onder «voldoende waarborgen» en «nadere maatregelen».

De regering ziet een voordeel in het centraal tellen van de stemmen. Mocht er bij de telling iets fout zijn gegaan, dan kan direct besloten worden tot het opnieuw tellen van de stembescheiden. De leden van de SP-fractie vragen zich af of dit een verbetering is ten opzichte van de huidige situatie. Nu kan op het stembureau zelf nog herteld worden als er sprake is van fouten. Dan blijft het dus beperkt tot dat ene stembureau. Betekent het centraal tellen straks dat indien er een fout is gemaakt, alle stembescheiden opnieuw geteld moeten worden, omdat ze dan centraal zijn verzameld? Graag ontvangen deze leden een toelichting.

De leden van de CDA-fractie onderkennen het probleem, dat de handmatige stemopneming in het stemlokaal na sluiting van de stemming een relatief tijdrovend proces is, dat moet worden uitgevoerd door stembureauleden die er vaak al een lange dag op hebben zitten en dus vermoeid zijn. Daarom onderschrijven deze leden de redenering van de regering, dat veel van de knelpunten die zich momenteel rondom de tellingen voordoen, kunnen worden voorkomen door de stemopneming niet langer in de stemlokalen te doen maar op een centrale locatie. Deze leden hechten er belang aan, dat het proces transparanter wordt en beter te controleren voor kiezers, politieke partijen en de media. Deze leden vragen de regering dan ook deze waarde uitdrukkelijk te betrekken bij het overwegen van de mogelijkheid van herinvoering van elektronisch stemmen in het stemlokaal.

De leden van de D66-fractie lezen met interesse over de voorgestelde experimenten betreffende centrale stemopneming. Zij vragen zich af of de controlemogelijkheden van kiezers op het proces niet juist kleiner worden, omdat de schaal waarop geteld wordt toeneemt. Het lijkt deze leden eenvoudiger om in een klein stembureau het telproces te controleren, dan in bijvoorbeeld een grote sporthal. Zij vragen de regering hier op in te gaan. Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden of centraal tellen het bekendmaken van de uitslag niet vertraagd, bijvoorbeeld in verband met vervoer en opslag van de uitgebrachte stemmen.

4. Noodzaak van experimenteren

De leden van de VVD-fractie merken op dat het wetsvoorstel de grondslag biedt om bij wijze van experiment op onderdelen af te wijken van de geldende regels en procedures van de Kieswet. Een en ander zal bij algemene maatregel van bestuur worden uitgewerkt. Gelet op de duur van de wet kan er bij de verkiezingen in 2014, 2015 en 2017 worden geëxperimenteerd. Zal er per verkiezing een aparte algemene maatregel van bestuur bij de Kamer worden voorgehangen of wordt er voor alle verkiezingen tegelijk één algemene maatregel van bestuur voorgehangen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

In het voorstel lezen de leden van de SP-fractie dat afgezien wordt van verdere experimenten met nieuwe stembiljetten en de technologie om deze stembiljetten elektronisch te tellen. Deze leden zijn daarover lichtelijk verbaasd, aangezien nog in een brief van de regering van 28 augustus 2012 (TK 33 000 VII nr.126) wordt gesproken van voortzetting van dit traject. Dat dit stopgezet zou worden is deze leden nooit duidelijk gemaakt, evenals het voornemen van mogelijke (her)invoering van elektronisch stemmen in het stemlokaal. Zij vragen de regering hoe tot dit standpunt is gekomen, en een nadere toelichting te geven op dit nieuwe voornemen.

In het voorstel wordt gesproken van een «beperkt» aantal gemeenten mag experimenteren met centrale stemopneming. Wat wordt precies bedoeld met «beperkt»? Gaat de regering een maximum aantal gemeenten vastleggen?

Na elke verkiezing waarbij gebruik is gemaakt van experimenten op grond van deze tijdelijke wet zal tussentijds geëvalueerd worden. De wet vervalt op 1 januari 2018, zo staat het in deze wet zelf vastgelegd. Maar is het op basis van de uitkomsten van de evaluaties ook mogelijk om de wet eerder te ontkrachten? De leden van de SP-fractie ontvangen graag een nadere toelichting op deze punten.

5. Waarborgen in het kiesrecht

De leden van de D66-fractie menen dat met het transport van de stembiljetten toch aanzienlijke risico’s in het telproces worden geïntroduceerd, met name door het onttrekken van de stembiljetten aan controle op het moment van vervoer. Deze leden zouden graag een concretere invulling zien van de organisatie van dit vervoer. Bovendien vragen zij zich af op welke wijze kiesgerechtigden de mogelijkheid hebben om te controleren of er tijdens het vervoer geen ongeregeldheden plaatsvinden. Daarnaast vragen zij zich af of het toekennen van de verantwoordelijkheid van het vervoer aan het college van burgemeesters en wethouders niet tot problemen kan leiden, wanneer een college bijvoorbeeld besluit dat het vervoer vanwege kostenaspecten minder veilig georganiseerd dient te worden. Zij zien hierop graag een nadere toelichting.

6. Voorlichting

Over deze paragraaf zijn geen vragen gesteld of opmerkingen gemaakt.

7. Administratieve en financiële lasten voor overheid en burger

De leden van de PVV-fractie vragen de regering of deze de opvatting deelt dat er altijd een «paper trail» zal moeten zijn bij elektronisch stemmen zodat het zeer onwaarschijnlijk is dat elektronisch stemmen goedkoper zal zijn.

8. Evaluatie

De leden van de CDA-fractie vragen de regering nader in te gaan op de vraag, wanneer de experimenten als geslaagd kunnen worden beschouwd. Terecht heeft de Raad van State aandacht gevraagd voor de criteria waaraan voldaan moet worden. De regering kondigt aan, dat de criteria voor de evaluatie zullen worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Kan de ontwerp-AMvB aan de Kamer worden toegezonden vóór de plenaire behandeling van het voorliggende wetsvoorstel?

II ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

De leden van de VVD-fractie vragen de regering hoe groot de kans is dat er reeds bij de herindelingsverkiezingen, die in het najaar van 2013 plaatsvinden, met centrale stemopneming zal worden geëxperimenteerd.

Artikel 4

De leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven hoe wordt omgegaan met het besluit van een politieke partij om haar logo te veranderen. Moet dat opnieuw worden geregistreerd of kan worden volstaan met het melden van het feit dat er een nieuw logo is en dat vervolgens inleveren?

Artikel 8

De leden van de SP-fractie merken op dat onder artikel 8 wordt in de laatste zin wordt gesteld dat «die via het voorgestelde artikel 6 wordt neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht.» Deze leden menen dat dit niet artikel 6, maar artikel 7 moet zijn.

De voorzitter van de commissie, Berndsen – Jansen

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx