Kamerstuk 33541-10

Amendement van het lid Verhoeven dat regelt dat het voor voormalige ‘2.42 omroepen’ die een doorstart maken als nieuwkomer met een voorlopige erkenning tevens mogelijk wordt het media-aanbod te laten verzorgen door erkende omroeporganisaties

Dossier: Wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren

Gepubliceerd: 18 juni 2013
Indiener(s): Kees Verhoeven (D66)
Onderwerpen: cultuur en recreatie media
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33541-10.html
ID: 33541-10

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VERHOEVEN

Ontvangen 18 juni 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel M, wordt in onderdeel f, na «de NTR» ingevoegd: of, indien het een kerkelijk genootschap, genootschap op geestelijke grondslag of rechtspersoon waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken betreft, aan de NTR of een omroeporganisatie.

II

In artikel I, onderdeel Q, punt 1, wordt in onderdeel c, na «de NTR» ingevoegd: of een omroeporganisatie.

III

In artikel I, onderdeel Q, punt 2, wordt «de NPS» vervangen door «of de NPS» en wordt «de NTR» vervangen door:, de NTR of de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel f.

IV

In artikel I, onderdeel JJ, wordt in het vierde lid na «De NTR» ingevoegd «of omroeporganisaties,» en wordt «draagt» vervangen door: dragen.

V

In artikel I, onderdeel III, artikel 2.152, derde lid, wordt «De NTR ontvangt» vervangen door «De NTR onderscheidenlijk de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel f, ontvangen» en wordt na «hebben verkregen» ingevoegd: en voor wie zij het media-aanbod verzorgen.

VI

In artikel I, onderdeel LLL, punt 1, wordt «De NTR ontvangt» vervangen door «De NTR onderscheidenlijk de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel f, ontvangen» en wordt na «hebben verkregen» ingevoegd: en voor wie zij het media-aanbod verzorgen.

Toelichting

Met het wetsvoorstel worden de kerkelijke en levensbeschouwelijke omroepen, de zogenaamde 2.42 omroepen, opgeheven. In 2011 werd nog een overgangsregeling bedacht voor deze omroepen om hun activiteiten onder te brengen bij een verwante omroeporganisatie (Kamerstukken II, 2010/2011, 32 827, nr. 1, p. 16). Deze omroepen hebben bovendien reeds ervaring opgedaan, hebben hun identiteit gevestigd en hun toegevoegde waarde bewezen. Het zou dus onlogisch zijn deze omroepen, die eerder aansluiting hebben gezocht bij een verwante omroeporganisatie weer te ontkoppelen en onder te brengen bij NTR, om zich vervolgens na de aspirant-periode van vijf jaar bij positieve beoordeling, weer aansluiting te laten zoeken bij een verwante omroeporganisatie.

Derhalve regelt dit amendement dat het voor voormalige «2.42 omroepen» die een doorstart maken als nieuwkomer met een voorlopige erkenning tevens mogelijk wordt het media-aanbod te laten verzorgen door erkende omroeporganisaties. In verband hiermee wordt tevens het beheer van de bedragen die gemoeid zijn met de bekostiging van deze nieuwkomers, die in het wetsvoorstel bij de NTR wordt gelegd in verband met de verzorging van het media-aanbod voor de nieuwkomers (zie Kamerstukken II 2012/13, 33 541, nr. 3, p. 35), bij deze omroeporganisaties gelegd.

Verhoeven