Gepubliceerd: 26 september 2013
Indiener(s): Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen: hoger onderwijs onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33472-19.html
ID: 33472-19
Origineel: 33472-2

Nr. 19 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 september 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift komt te luiden:

Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de versterking van de kwaliteitswaarborgen voor het hoger onderwijs en wijziging van verschillende onderwijswetten in verband met de introductie onderscheidenlijk verbreding van een aanwijzingsbevoegdheid voor de Minister en in verband met aanpassingen in de regelgeving betreffende het basisregister onderwijs en het persoonsgebonden nummer (Wet versterking kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs)

B

Artikel I, onderdeel J, komt als volgt te luiden:

J

Artikel 5a.13d wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

4. Het accreditatieorgaan legt zijn oordeel vast in een rapport dat in ieder geval het besluit op de aanvraag om een instellingstoets kwaliteitszorg bevat. Het tweede tot en met het vijfde lid van artikel 5a.10 is van overeenkomstige toepassing.

2. In de tweede volzin van het zesde lid wordt «een jaar» telkens vervangen door: twee jaar.

C

Artikel I, onderdeel K, komt als volgt te luiden:

K

Artikel 5a.13e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt «een jaar» vervangen door: twee jaar.

2. In het vijfde lid komt de zinsnede «artikel 5a.8, tweede lid, onderdelen d tot en met f, of artikel 5a.10, tweede lid,» te luiden: artikel 5a.8, tweede lid, onderdelen e tot en met g, of artikel 5a.10a, tweede lid,.

3. In het zevende lid wordt «binnen een jaar» vervangen door: binnen twee jaar.

D

De tussen artikel II en artikel III opgenomen artikelen IIA tot en met IIF worden vervangen door de volgende artikelen:

ARTIKEL IIA WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

A

Artikel 163b van de Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot de onderdelen c tot en met e wordt in het tweede lid een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. ernstige nalatigheid om, in ieder geval in strijd met artikel 10, maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de school en om te voorkomen dat de kwaliteit van het stelsel van primair onderwijs in gevaar komt,.

2. In onderdeel d (nieuw) van het tweede lid vervalt de zinsnede «of de kennelijke geest van wettelijke bepalingen».

B

Artikel 178c, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs komt te luiden:

5. In afwijking van het derde lid kan Onze Minister in het verkeer met het bevoegd gezag ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging het persoonsgebonden nummer gebruiken. In afwijking van het vierde lid wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke overige gegevens uit het basisregister onderwijs tezamen met het persoonsgebonden nummer hiervoor kunnen worden gebruikt.

ARTIKEL IIB WIJZIGING VAN DE WET OP DE EXPERTISECENTRA

A

Artikel 145 in titel IV, afdeling 8, van de Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot de onderdelen c tot en met e wordt in het tweede lid een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. ernstige nalatigheid om, in ieder geval in strijd met artikel 19, maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de school en om te voorkomen dat de kwaliteit van het stelsel van speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in gevaar komt;.

2. In onderdeel d (nieuw) van het tweede lid vervalt de zinsnede «of de kennelijke geest van wettelijke bepalingen».

B

Artikel 164c, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra komt te luiden:

5. In afwijking van het derde lid kan Onze Minister in het verkeer met het bevoegd gezag ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging het persoonsgebonden nummer gebruiken. In afwijking van het vierde lid wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke overige gegevens uit het basisregister onderwijs tezamen met het persoonsgebonden nummer hiervoor kunnen worden gebruikt.

ARTIKEL IIC WIJZIGING VAN DE WET PRIMAIR ONDERWIJS BES

A

Artikel 128 van de Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot de onderdelen c tot en met e wordt in het tweede lid een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. ernstige nalatigheid om, in ieder geval in strijd met artikel 13, maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de school en om te voorkomen dat de kwaliteit van het stelsel van primair onderwijs in gevaar komt,.

2. In onderdeel d (nieuw) van het tweede lid vervalt de zinsnede «of de kennelijke geest van wettelijke bepalingen».

B

Artikel 149, vijfde lid, van de Wet primair onderwijs BES komt te luiden:

5. In afwijking van het derde lid kan Onze Minister in het verkeer met het bevoegd gezag ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging het persoonsgebonden nummer gebruiken. In afwijking van het vierde lid wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke overige gegevens uit het basisregister onderwijs tezamen met het persoonsgebonden nummer hiervoor kunnen worden gebruikt.

ARTIKEL IID WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

A

Artikel 103d, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs komt te luiden:

5. In afwijking van het derde lid kan Onze Minister in het verkeer met het bevoegd gezag ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging het persoonsgebonden nummer gebruiken. In afwijking van het vierde lid wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke overige gegevens uit het basisregister onderwijs tezamen met het persoonsgebonden nummer hiervoor kunnen worden gebruikt.

B

Artikel 103g van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot de onderdelen c tot en met e wordt in het tweede lid een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. ernstige nalatigheid om, in ieder geval in strijd met artikel 23a, maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de school en om te voorkomen dat de kwaliteit van het stelsel van voortgezet onderwijs in gevaar komt;.

2. In onderdeel d (nieuw) van het tweede lid vervalt de zinsnede «of de kennelijke geest van wettelijke bepalingen».

ARTIKEL IIE WIJZIGING VAN DE WET VOORTGEZET ONDERWIJS BES

A

Artikel 181, vijfde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES komt te luiden:

5. In afwijking van het derde lid kan Onze Minister in het verkeer met het bevoegd gezag ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging het persoonsgebonden nummer gebruiken. In afwijking van het vierde lid wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke overige gegevens uit het basisregister onderwijs tezamen met het persoonsgebonden nummer hiervoor kunnen worden gebruikt.

B

Artikel 183 van de Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot de onderdelen c tot en met e wordt in het tweede lid een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. ernstige nalatigheid om, in ieder geval in strijd met artikel 47, maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de school en om te voorkomen dat de kwaliteit van het stelsel van voortgezet onderwijs in gevaar komt,.

2. In onderdeel d (nieuw) van het tweede lid vervalt de zinsnede «of de kennelijke geest van wettelijke bepalingen».

ARTIKEL IIF WIJZIGING VAN DE WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES

A

Artikel 2.3.6, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES komt te luiden:

5. In afwijking van het derde lid kan Onze Minister in het verkeer met het bevoegd gezag ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging het persoonsgebonden nummer gebruiken. In afwijking van het vierde lid wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke overige gegevens uit het basisregister onderwijs tezamen met het persoonsgebonden nummer hiervoor kunnen worden gebruikt.

B

Artikel 10.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen b en c tot de onderdelen c en d wordt in het derde lid een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. ernstige nalatigheid om, in ieder geval in strijd met artikel 1.3.2, maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de instelling en om te voorkomen dat de kwaliteit van het stelsel van beroepsonderwijs en educatie in gevaar komt,.

2. In onderdeel d (nieuw) van het derde lid vervalt de zinsnede «of de kennelijke geest van wettelijke bepalingen».

Toelichting

Door middel van deze nota van wijziging worden enkele technische gebreken in het wetsvoorstel Versterking kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs hersteld. Bij de onderdelen B en C is de wijzigingsopdracht aangevuld met het artikel in de WHW dat moet worden gewijzigd. Onderdeel D is nodig omdat zowel bij de tweede als bij de derde nota van wijziging artikelen IIA tot en met IIF zijn ingevoegd. Deze bepalingen zijn nu samengevoegd. Inhoudelijk is er geen enkele wijziging aangebracht.

Deze nota van wijziging wordt gegeven mede namens de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker