Gepubliceerd: 3 oktober 2012
Indiener(s): Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: europese zaken internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33423-4.html
ID: 33423-4

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 27 juni 2012, aangeboden aan de Koningin door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 juni 2012, nr. 12.001327, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 juli 2012, nr. W04.12.0193/I, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De redactionele opmerking van de Afdeling advisering is niet overgenomen. Dit zou namelijk impliceren dat alleen artikel 4 niet van toepassing is in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, terwijl het gehele voorstel van wet en ook Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65) niet van toepassing zijn in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Alleen voor zover het voorstel van wet en de Verordening werking hebben buiten Nederland, hebben zij tevens werking in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit houdt in dat ook Nederlanders die in het buitenland of in Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen het recht hebben om een steunbetuiging in te dienen voor een Europees burgerinitiatief.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies