Kamerstuk 33400-XIII-149

Verslag van een schriftelijk overleg over nadere informatie over medefinanciering van en fraudemeldingen bij de Fraudehelpdesk

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 13 augustus 2013
Indiener(s): Mariƫtte Hamer (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-XIII-149.html
ID: 33400-XIII-149

Nr. 149 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 augustus 2013

Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enige vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Economische Zaken inzake over de brief van 9 april 2013 inzake nadere informatie over medefinanciering van en fraudemeldingen bij de Fraudehelpdesk (Kamerstuk 33 400 XIII, nr.141).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 augustus 2013.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Hamer

Adjunct-griffier van de commissie, Van de Wiel

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de nadere informatie over medefinanciering van en fraudemeldingen bij de Fraudehelpdesk. Zij hebben daarover nog enkele vragen.

De VVD-fractieleden lezen dat de minister voor 2013 en 2014 een bedrag van € 250.000 ter beschikking heeft gesteld uit zijn begroting voor de Fraudehelpdesk. Hoe is de minister precies tot dit bedrag gekomen? Is de minister voornemens om ook na 2014 de begroting van de Fraudehelpdesk te blijven aanvullen? Welke verdeelsleutel met het ministerie van Veiligheid en Justitie zal daarbij worden gehanteerd? Zijn er nog andere partijen die bijdragen aan de begroting van de Fraudehelpdesk?

De leden van de VVD-fractie onderkennen het toenemende belang van ICT en internet voor onze economie en de toename van cybercrime die dit met zich meebrengt. De dienstverlening van de Fraudehelpdesk aangaande dergelijke fraude vergt waarschijnlijk nieuwe kennis en expertise. Is de Fraudehelpdesk voldoende uitgerust om dit op zich te nemen? Leidt dit volgens de minister op termijn tot de noodzaak van extra middelen voor de Fraudehelpdesk? Zijn er verdere beleidswijzigingen nodig om de toename van cybercrime aan te pakken?

Vragen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met enige teleurstelling kennisgenomen van de brief van de minister met nadere informatie betreffende de Fraudehelpdesk. De leden van de SP-fractie stellen het zeer op prijs dat de minister van Economische Zaken de Fraudehelpdesk gaat medefinancieren. Daar hebben deze leden op aangedrongen, omdat de verantwoordelijkheid van de overheid zich naar de mening van de leden niet beperkt tot het ministerie van Veiligheid en Justitie vanwege de «fraudebestrijding», maar ook vanwege het belang van de Fraudehelpdesk voor (kleine en middelgrote) ondernemers er hier een taak voor de minister van Economische Zaken ligt.

Wat het bedrag betreft, hebben de leden van de SP-fractie de volgende opmerkingen. In het oorspronkelijke amendement Gesthuizen/Vos (33 400-XIII nr. 16) is een bedrag van € 450.000 begroot ten laste van de begroting van het ministerie van Economische Zaken. Naast de reeds toegezegde € 750.000 ten laste van de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de bijdrage uit het bedrijfsleven van € 200.000 werd hiermee de begroting van € 1,4 miljoen sluitend. De bedoeling was dus uitdrukkelijk om € 1,2 miljoen aan overheidssubsidie te garanderen. Het amendement is uiteindelijk omgezet in de motie van de leden Vos en Gesthuizen (33 400-XIII nr. 45), met het dictum: «verzoekt de regering, ruimte te vinden op de begroting van Economische Zaken en er in ieder geval voor te zorgen dat de totale begroting van de FHD, welke 1,2 miljoen bedraagt en welke reeds met € 750.000 wordt gedekt vanuit de begroting van Veiligheid en Justitie, geheel wordt gedekt.»

Ook deze motie is dus duidelijk in het verzoek, om de begroting van € 1,2 miljoen te dekken wordt € 450.000 gevraagd ten laste van de begroting van het ministerie van Economische Zaken. Met de toezegging van de minister om geen € 450.000 maar € 250.000 beschikbaar te stellen, wordt de begroting dus niet sluitend gedekt, er ontbreekt namelijk € 200.000. Kan dit nader worden toegelicht? Als het kabinet de € 200.000 die zelf gefinancierd zou moeten worden vanuit het bedrijfsleven meerekent, dan nog is de begroting slechts € 1,2 miljoen en geen € 1,4 miljoen. Welke gedeeltes van het subsidieverzoek van de Fraudehelpdesk zijn dan niet gehonoreerd? Welke taken moeten dan niet worden uitgevoerd?

Over de bijdrage vanuit het bedrijfsleven hebben de leden van de SP-fractie de volgende vragen. Op welke wijze zou de Fraudehelpdesk dat voor elkaar moeten zien te krijgen, gelet op het feit dat het nog niet eenvoudig is om preventieabonnementen af te sluiten waarmee ondernemers gewaarschuwd kunnen worden zodra daar aanleiding toe is. Het opstellen van een zwarte lijst met malafide aanbieders (zoals acquisitiefraudeurs) stuit op juridische belemmeringen. Wat is de reactie van het kabinet daarop? Is het kabinet bereid zelf deze handschoen op te pakken en te bezien in hoeverre dit probleem opgelost kan worden?

II Antwoord van de minister

Naar aanleiding van de schriftelijke behandeling van de begroting van Economische Zaken (EZ) hebben leden van de fracties van SP en VVD enkele nadere vragen gesteld inzake mijn brief met informatie betreffende de Fraudehelpdesk (Kamerstuk 33 400-XIII, nr. 141).

Zowel de fractieleden van de VVD als van de SP hebben mij gevraagd om een toelichting van de berekening die leidt tot een bijdrage van € 250,000.– ten laste van de begroting van EZ.

Uw Kamer heeft de motie-Vos/Gesthuizen (Kamerstuk 33 400-XIII, nr. 45) aangenomen. Deze motie stelt letterlijk «verzoekt de regering (..) er voor te zorgen dat de totale begroting van de FHD, welke 1,2 miljoen bedraagt en welke reeds met € 750.000,– wordt gedekt vanuit de begroting van Veiligheid en Justitie, geheel wordt gedekt».

Op basis van het verzoek om de begroting van de Fraudehelpdesk op € 1,2 miljoen sluitend te maken en het gegeven dat € 0,75 mln wordt bijgedragen door Veiligheid en Justitie en € 0,2 mln door ondernemers, is met de EZ-bijdrage van € 0,25 mln mijns inziens aan het verzoek voldaan.

In het debat naar aanleiding van deze motie heb ik u hierbij aangegeven dat ik naast een bijdrage van Economische Zaken ook zal kijken naar bijdragen van derden, en dat ik het gevraagde bedrag kritisch zal bezien, mede gezien de grote taakstellingen op andere organisaties. Ik heb uw Kamer op 29 januari nogmaals geschreven dat de grote toename van de begroting van de Fraudehelpdesk van € 500.000 naar € 1,2 mln en het volledig dekken van die begroting met bijdragen van de overheid, zonder private financiering, bij mij vragen oproept.

De ontwikkelingen die geleid hebben tot de sterke toename van de begroting zijn door de Fraudehelpdesk toegelicht. Dit leidt ertoe dat ik een begroting van € 1,2 mln voor 2013 en 2014 als uitgangspunt aanvaardbaar acht. Ook blijkt dat de Fraudehelpdesk € 200.000 euro van private partijen ontvangt. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie draagt € 750.000 euro bij. Hieruit volgt een te dekken bedrag van € 250.000 ten laste van de begroting van Economische Zaken, conform het gevraagde in de motie-Vos/Gesthuizen.

Anders dan verwoord in de door uw Kamer aangenomen motie, blijkt de Fraudehelpdesk voor 2013 eigenlijk een begroting van € 1,4 mln te willen hanteren. Ik zie op grond van de hierboven vermelde argumenten echter geen aanleiding om een grotere bijdrage ten laste van de begroting van Economische Zaken te verschaffen aan de Fraudehelpdesk. Dit zou ook weinig passend zijn nu tegelijkertijd andere en evenzeer nuttige organisaties geconfronteerd worden met stevige bezuinigingen op de aan hen verstrekte rijksbijdragen. Een belangrijk deel van deze organisaties wordt ook geacht in de komende jaren een deel van hun inkomsten uit de markt te halen. Ik vind het niet onredelijk dat dit ook voor de Fraudehelpdesk geldt.

De leden van de SP-fractie werpen de vraag op welke activiteiten de Fraudehelpdesk zou moeten schrappen nu de begroting beperkt wordt tot € 1,2 miljoen.

Ik ben van mening dat het beperken van de overheidsbijdrage niet zonder meer gelijk staat aan het beperken van het budget. Het genereren van inkomsten uit de markt kan een alternatief zijn. Of en, zo ja, welke activiteiten zouden moeten vervallen, is een kwestie van interne bedrijfsvoering door de Fraudehelpdesk. Ik kan en wil daarin niet treden.

De leden van de SP-fractie schetsen problemen die mogelijk verbonden kunnen zijn met het opstellen en communiceren van «zwarte lijsten» en vragen om mijn reactie hierop.

Het streven van de Fraudehelpdesk om door de ontwikkeling van preventie-abonnementen een verdienmodel te koppelen aan de verstrekking van informatie aan ondernemers lijkt mij zinvol. De juridische risico’s van het «blacklisting» kunnen in belangrijke mate worden ondervangen door een adequate formulering van de waarschuwingen. De Fraudehelpdesk blijkt hiervan uitstekend op de hoogte. Verder heeft de Fraudehelpdesk zelf aangegeven mogelijkheden te zien voor zogenoemd «whitelisting» waarbij juist de bona fide partijen in de markt zich bekendmaken.

De leden van de VVD-fractie vragen of de Fraudehelpdesk voldoende is toegerust voor de strijd tegen cybercrime en of daarvoor geen aanvullende middelen ter beschikking gesteld zouden moeten worden.

Cybercrime is ook nu al een belangrijk aandachtsgebied van de Fraudehelpdesk. Dit ligt ook voor de hand in een markt waarbij in toenemende mate van internet gebruik gemaakt wordt voor commerciële contacten. Of dit in de toekomst al of niet gaat leiden tot een grotere behoefte aan middelen dan hetgeen nu beschikbaar is, kan ik op dit moment niet vaststellen. Zeker is wel dat fraude zich kenmerkt door een voortdurende ontwikkeling die deels gedreven wordt door het ontstaan van nieuwe technologische mogelijkheden, maar ook deels een reactie is op het meer algemeen bekend worden van «oude trucs» waardoor deze minder lucratief worden en in onbruik raken en vervangen worden door «nieuwe trucs».

Tot slot zal ik ingaan op de vraag van de VVD-fractie naar de financiële toekomst van de Fraudehelpdesk na 2014 en de rol die EZ daarin denkt te spelen.

De financiële behoeften van de Fraudehelpdesk na 2014 en zijn afhankelijk van een veelheid aan factoren. Dit geldt eveneens voor de betrokkenheid die de verschillende departementen daarin, naast de markt, moeten hebben. Ik acht het niet opportuun om daarop nu reeds op vooruit te lopen.