Kamerstuk 33400-X-84

Reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie inzake het tijdschema van de toezending van informatie over de gevolgen van het Sociaal Akkoord en de pakketvergelijking van de arbeidsvoorwaarden van Defensie en rijksambtenaren

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 3 juni 2013
Indiener(s): Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-X-84.html
ID: 33400-X-84

Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2013

Met deze brief ga ik in op het verzoek van uw commissie inzake het tijdschema van de toezending van informatie over de gevolgen van het Sociaal Akkoord en de pakketvergelijking van de arbeidsvoorwaarden van Defensie en rijksambtenaren.

Sociaal akkoord

In mijn brief van 29 april 2013 (Kamerstuk, 33 400 X, nr. 77) heb ik u laten weten dat ik u nog niet kan informeren over de exacte gevolgen van het Sociaal Akkoord voor de sector Defensie. De redenen die ik in mijn brief aanvoerde, zijn nog steeds geldig. Een belangrijk deel van het Sociaal Akkoord zal worden uitgewerkt in wetgeving, bijvoorbeeld de hervorming van de Werkloosheidswet (WW). Op de gebruikelijke wijze zal de Kamer bij deze wetgeving worden betrokken en hierover worden geïnformeerd.

Daarnaast wordt een aantal onderwerpen in de diverse arbeidsvoorwaardensectoren voor overheids- en onderwijspersoneel uitgewerkt. Een voorbeeld hiervan is de doorwerking in de bestaande bovenwettelijke WW-regelingen voor overheidspersoneel van de aanpassing van de WW. De pensioenaanspraken worden voor alle sectoren gezamenlijk bovensectoraal uitgewerkt in de Raad voor Overheidspersoneelsbeleid. In samenspraak met de centrales van overheidspersoneel wordt bepaald op welke moment dit overleg en deze onderhandelingen zullen worden gestart. Uiteraard spelen eerder aangekondigde termijnen daarbij een rol.

Pakketvergelijking

Met mijn brief van 7 maart jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 65) heb ik u geïnformeerd over de hervatting van het overleg met de centrales van overheidspersoneel in de sector Defensie en over het feit dat ik met de centrales zal spreken over de zogenoemde pakketvergelijking. In het algemeen overleg Personeel van 16 april jl. heb ik u gemeld dat als eerste stap wordt gewerkt aan de beschrijving van de bijzondere positie van de militair en dat over de vervolgstappen nog wordt overlegd. Omdat het een complex onderwerp betreft, heb ik u ook medegedeeld dat ik met een open houding over deze vervolgstappen met de centrales wil spreken waarbij nut, noodzaak, reikwijdte en diepgang van de pakketvergelijking onderwerp van gesprek kunnen zijn.

Inmiddels is de beschrijving van de bijzondere positie van de militair ter hand genomen. Ik beschouw dit als de kern van de pakketvergelijking. De bijzondere positie vormt immers de belangrijkste reden voor de afwijkende (im-)materiële rechtspositie van militairen. Zodra deze eerste stap is voltooid, zal ik u hierover en over eventuele vervolgstappen informeren.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert