Kamerstuk 33400-X-71

Reactie op verzoek van de vaste commissie voor Defensie over de intrekking van de regeling faciliteiten Turkse dienstplicht en over de stand van zaken van het overleg met de bonden en op de financiële implicaties van de vertraging van de reorganisatie

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 8 april 2013
Indiener(s): Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-X-71.html
ID: 33400-X-71

Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2013

Op 28 maart jl. verzocht de vaste commissie voor Defensie mij voor het algemeen overleg Personeel van 16 april a.s. verslag te doen van het overleg van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid op 2 april jl. over de intrekking van de regeling faciliteiten Turkse dienstplicht. Tevens verzocht de commissie mij in te gaan op de stand van zaken van het overleg met de bonden en op de financiële implicaties van de vertraging van de reorganisatie. Met deze brief voldoe ik aan deze verzoeken.

Ik heb u laten weten dat op 6 maart jl. het overleg met de Centrales van Overheidspersoneel is hervat (Kamerstuk 33 400 X, nr. 65). De partijen willen eerst tijd en aandacht besteden aan de vertrouwensrelatie, alvorens zij over inhoudelijke dossiers met elkaar zullen spreken. Hiertoe stellen zij onder andere gezamenlijk de prioriteiten voor de komende tijd vast. Pas na de vergadering van het sectoroverleg Defensie op 16 april a.s. zullen de werkgroepen worden hervat. De overleggen die betrekking hebben op de uitvoering van de reorganisatie gaan wel gewoon door.

Zoals ik u met mijn brief van 15 maart jl. heb laten weten, was ik voornemens de regeling faciliteiten Turkse dienstplicht te agenderen voor de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van 2 april jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 67). Deze vergadering ging echter niet door, omdat de werkgroepen pas na 16 april weer bijeenkomen. Vanuit werkgeverszijde zal de intrekking van de regeling faciliteiten Turkse dienstplicht als prioriteit worden opgebracht. Zodra over dit onderwerp inhoudelijk is gesproken zal ik u informeren.

Zoals ik u in de antwoorden op de vragen over de gevolgen van de WUL van 4 april jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 70) heb laten weten, bedragen de kosten van de vertraging van de reorganisatie ongeveer € 9,5 miljoen per maand, doordat overtollig personeel later dan gepland de organisatie verlaat. De financiële gevolgen zullen op de reguliere momenten worden verwerkt in de begroting.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert