Kamerstuk 33400-VIII-160

Schoolkostenmonitor vo en mbo Meting 2012-2013

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 12 juli 2013
Indiener(s): Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen: begroting cultuur cultuur en recreatie financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-VIII-160.html
ID: 33400-VIII-160

Nr. 160 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2013

Hierbij bied ik u het rapport «Schoolkostenmonitor vo en mbo. Meting 2012–2013» aan dat in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is uitgevoerd door het onderzoeksbureau Panteia1. Het onderzoek ziet toe op de schoolkosten die ouders hebben gemaakt in het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in het schooljaar 2012–2013.

De schoolkostenmonitor is eerder uitgevoerd in 2002, 2004, 2007, en 2010, waardoor de ontwikkeling van schoolkosten door de jaren heen zichtbaar is.

In deze brief treft u een weergave aan van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek sinds de laatste meting in 2010 en mijn reactie daarop.

Aan scholen en ouders is gevraagd om een opgave van de door de school bij de ouders in rekening gebrachte schoolkosten.2 Daarnaast is aan ouders gevraagd welke overige kosten zij maken. De volgende kostenposten zijn onderzocht, waarbij een verdeling is gemaakt naar schooltype en onderbouw/bovenbouw (vo) of leerweg en sector (mbo):

  • 1) schoolboeken (alleen mbo);

  • 2) eenmalige uitgaven (atlassen, woordenboeken, e.d.);

  • 3) vrijwillige ouderbijdrage;

  • 4) gereedschappen/materialen;

  • 5) Ict;

  • 6) extra schoolactiviteiten (excursies, schoolreizen, e.d.);

  • 7) bijlessen en

  • 8) reiskosten voor het openbaar vervoer (ov) van huis naar school.

Een aantal van deze kostenposten valt formeel onder de vrijwillige ouderbijdrage. Ze zijn in deze monitor als aparte onderdelen onderzocht om een zo zuiver mogelijk beeld te krijgen van de hoogte en de bestemming van de bedragen die scholen vragen. Tot slot gaat de schoolkostenmonitor kort in op het schoolkostenbeleid van scholen en of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) en het inkomen van de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) kostendekkend zijn.

Voortgezet onderwijs

De gemiddelde totale schoolkosten3 liggen volgens de ouders op € 424 per kind, met een spreiding van gemiddeld € 193 (praktijkonderwijs) tot gemiddeld € 576 (vwo). De hoogste bedragen worden gevraagd voor extra schoolactiviteiten, de grootste kostenpost voor ouders in vmbo, havo en vwo. De relatief hoge kosten voor de (buitenlandse) excursies die veelvuldig in het voorlaatste jaar van het havo en het vwo plaatsvinden, zijn hiervoor de belangrijkste reden. Deelname aan deze reizen is echter facultatief en de meeste scholen bieden een alternatieve voorziening of een financiële tegemoetkoming aan minderdraagkrachtige ouders. Een andere grote kostenpost is de vrijwillige ouderbijdrage, de grootste kostenpost voor ouders in brugklas en praktijkonderwijs. Ict en gereedschappen/materialen zorgen verhoudingsgewijs voor kleine uitgaven.

Het onderzoek laat zien dat de hoogte van de gemiddelde kosten per categorie sterk afhankelijk is van het schooltype en het leerjaar.

De algehele conclusie uit het onderzoek is dat de gemiddelde totale schoolkosten in het vo sinds de vorige meting in 2010 over de gehele linie zijn gedaald. Gecorrigeerd voor inflatie gaat het volgens de ouders om een daling van gemiddeld 14%. De daling van het totaalbedrag is zichtbaar in alle schooltypen. Vooral in het havo (15%) en in het praktijkonderwijs (38%) is de daling het grootst. De daling in het vo wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere bedragen (in meerdere schooltypen) voor eenmalige uitgaven, ict, en gereedschappen/materialen. De vrijwillige ouderbijdrage laat een stijging zien ten opzichte van de vorige meting. De daling van de kostenposten is echter beduidend groter dan de stijging van de vrijwillige ouderbijdrage. De daling van de totale schoolkosten voor ouders in het vo wordt ondersteund door de opgave van scholen.

Analoog aan de daling van de gemiddelde totale schoolkosten, is de lichte daling over de gehele linie van het aandeel ouders dat de schoolkosten (zeer) hoog vindt. Een meerderheid van de ouders in het vo vindt de kosten «niet hoog en niet laag». Verder laat het onderzoek zien dat voor het overgrote deel van de ouders in het vo de schoolkosten geen zwaar stempel op de schoolkeuze drukken.

Reactie

De Nederlandse overheid betaalt gemiddeld circa € 7.600 per jaar voor elke leerling in het vo. Een gemiddeld bedrag van € 424 per kind vind ik dan ook geen onredelijk bedrag dat aan ouders gevraagd wordt als jaarlijkse bijdrage in de schoolkosten.

De kosten voor extra schoolactiviteiten vormen een relatief groot onderdeel van de totale schoolkosten voor ouders. Dit geldt tevens voor de vrijwillige ouderbijdrage. Ik ben blij dat ten aanzien van excursies e.d. een ruime meerderheid van de scholen een financiële tegemoetkoming of een alternatief aan minder draagkrachtige ouders biedt.

Tot slot merk ik op dat ouders (mede-)zeggenschap hebben over de hoogte en aanwending van deze ouderbijdragen. In het overleg tussen de oudergeleding van de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag van de school wordt immers besloten over de invulling van beide kostenposten. Ik zal, zoals toegezegd in mijn brief met betrekking tot het schriftelijk overleg over het inspectierapport «Vrijwilligheid ouderbijdragen bewust gemaakt»4 d.d. 25 februari 2013, de brochure «Uw bijdrage aan de schoolkosten» actualiseren en ter ondersteuning toezenden aan alle medezeggenschapsraden en schoolbesturen in het vo.

Middelbaar beroepsonderwijs

De gemiddelde totale schoolkosten liggen volgens de ouders/deelnemers op € 611, met een spreiding van gemiddeld € 360 voor bbl techniek tot gemiddeld € 906 voor beroepsopleidende leerweg (bol) techniek. In alle leerwegen en sectoren zijn schoolboeken een substantiële kostenpost (op voltijds bol economie na overal de grootste); samen met gereedschappen/materialen en ict vormen zij overal de «top 3». De vrijwillige bijdrage, eenmalige kosten en kosten voor extra activiteiten zoals excursies zijn beduidend kleinere kostenposten.

De algehele conclusie uit het onderzoek is dat de gemiddelde totale schoolkosten5 volgens ouders/deelnemers in het mbo sinds de vorige meting in 2010 over het algemeen gedaald zijn. In het mbo zijn de kosten gemiddeld met 16% gedaald. De daling in de schoolkosten is echter niet in alle schooltypen te zien. In de bbl zien we een daling over de gehele linie. In deze meting waren er beduidend meer respondenten in de bbl. Naar alle waarschijnlijkheid was het deel hiervan met weinig kosten in de vorige meting minder vertegenwoordigd, en is de huidige meting daarmee nauwkeuriger. De belangrijkste kostenpost die in deze meting lager ligt dan in de vorige, is die voor de schoolboeken. In de bol sector economie en in de deeltijd-bol is volgens ouders/deelnemers een kleine stijging te zien in de schoolkosten. Deze zijn echter zo klein dat ze balanceren op het randje van statistische significantie.

Als de opgave van de ouders/deelnemers vergeleken wordt met de opgave van de instellingen, blijkt die van de ouders/deelnemers lager dan die van de instellingen.

In de schoolkostenmonitor is ook gekeken naar in hoeverre de tegemoetkoming in de schoolkosten op basis van de Wtos kostendekkend is. Voor minima (tot € 1.400 netto inkomen) wordt ongeveer 82% gedekt, voor de groep tussen minima en modaal ongeveer 71%.

Reactie

Uit de schoolkostenmonitor 2013 blijkt, dat de gemiddelde totale schoolkosten volgens ouders/deelnemers in het mbo gedaald zijn ten opzichte van de schoolkostenmonitor 2010. Ik vind dit een positieve ontwikkeling. De schoolkosten voor de bbl en de deeltijd-bol zijn gemiddeld lager dan voor de bol. Binnen deze groepen zijn er verschillen.

Schoolboeken blijven een relatief groot onderdeel van de totale schoolkosten voor ouders/deelnemers in het mbo. Ik vind het echter een positieve ontwikkeling dat in deze meting de kosten voor schoolboeken lager liggen dan in de vorige meting.

Met deze brief hoop ik u voldoende inzicht te hebben gegeven in de hoogte en ontwikkeling van de schoolkosten voor ouders in het vo en het mbo in afgelopen jaren.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker