Kamerstuk 33204-7

Reactie van het CBS inzake voorstel van wet houdende wijziging van de AWBZ en de Wmo i.v.m. invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten

Dossier: Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten


Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2012

In de nota naar aanleiding van het verslag inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten (Kamerstuk 33 204, nr. 6) heb ik aangegeven dat op dat moment nog geen reactie was ontvangen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de opbrengst van de beoogde maatregel. Ik heb toegezegd de Kamer te zullen informeren zodra de resultaten van het onderzoek van het CBS beschikbaar zijn. Het CBS heeft op 20 juni 2012 zijn rapport uitgebracht. Bijgaand treft u dat aan.1

Uit het rapport van het CBS blijkt dat het CBS een hogere opbrengst verwacht dan ten tijde van het Regeerakkoord kon worden berekend. In plaats van € 80 miljoen, verwacht het CBS een opbrengst van € 121 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere opbrengst bij AWBZ-zorg met verblijf. In het Regeerakkoord wordt uitgegaan van een opbrengst van € 60 miljoen, terwijl het CBS dit berekent op € 95 miljoen. Voor AWBZ-zorg zonder verblijf en Wmo is de raming in het Regeerakkoord € 20 miljoen. Het CBS komt uit op € 26 miljoen, te weten € 8 miljoen voor AWBZ-zorg zonder verblijf en € 18 miljoen Wmo.

Inmiddels is het Begrotingsakkoord 2013 (Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 1) afgesproken niet uit te gaan van een bijtelling van 4%, maar van 8%. Ook dit heeft het CBS berekend. Een verhoging naar 8% betekent een opbrengst in totaal van € 190 miljoen. Daarbij gaat het om € 146 miljoen voor AWBZ-zorg met verblijf en € 44 miljoen voor AWBZ-zorg zonder verblijf en Wmo (respectievelijk € 12 miljoen en € 32 miljoen). Het betreft berekeningen op basis van gegevens over de jaren 2008 en 2009. Rekening houdend met de groei in de tussenliggende jaren wordt een opbrengst verwacht van € 200 miljoen. Dit is ook het bedrag wat in het Begrotingsakkoord 2013 is opgenomen.

Het CBS heeft naast het berekenen van de macro-opbrengsten ook berekend wat mensen met vermogen meer gaan betalen. In tabel 4.3.1 zijn de effecten opgenomen voor de eigen bijdrage Wmo, zorg zonder verblijf en zorg met verblijf.

Op 4 juni 2012 heeft er een bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over de financiële gevolgen van deze maatregel. In de meicirculaire van het Gemeentefonds 2012 worden gemeenten op de hoogte gebracht van de effecten op het niveau van de individuele gemeenten. Deze effecten kunnen zij verwerken in de begroting 2013.

Nadere uitwerking van de maatregel vindt plaats in het Bijdragebesluit zorg en het Besluit maatschappelijke ondersteuning. In plaats van 4% zal daarin 8% extra bijtelling worden geregeld.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner