Kamerstuk 33127-38

Amendement van de leden Venrooy-Van Ark en Dille ter vervanging van nr. 35 over een goede informatievoorziening

Dossier: Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met de uitbreiding van gemeentelijke taken op het terrein van de begeleiding en een gewijzigde verdeling van de bestuurlijke verantwoordelijkheid


Nr. 38 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VENROOY-VAN ARK EN DILLE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 351

Ontvangen 4 april 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 6, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat de individuele voorziening in natura ten behoeve van een persoon als bedoeld in het eerste lid zo goed mogelijk is afgestemd op de zorg waarop deze persoon aanspraak heeft ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

II

In artikel I wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

In paragraaf 9 wordt na artikel 23 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a

  • 1. Een zorgverzekeraar, een door een zorgverzekeraar of Onze Minister aangewezen persoon, een zorgaanbieder en een indicatieorgaan als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de stichting, bedoeld in artikel 9b, derde lid, van die wet, verstrekken aan het college van burgemeester en wethouders kosteloos de persoonsgegevens van verzekerden, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid, en andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken die bij of krachtens deze wet aan het college van burgemeester en wethouders zijn opgedragen, dan wel stellen het college van burgemeester en wethouders deze gegevens voor dit doel voor inzage of het nemen van afschrift ter beschikking. Zij maken daarbij gebruik van het burgerservicenummer dan wel het sociaal-fiscaalnummer van de verzekerden op wie de gegevens betrekking hebben.

  • 2. Personen werkzaam ten behoeve van een zorgaanbieder of een indicatieorgaan als bedoeld in het eerste lid, verstrekken die zorgaanbieder of dat indicatieorgaan de persoonsgegevens die zij nodig hebben om te kunnen voldoen aan hun verplichtingen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Personen werkzaam bij een door een zorgverzekeraar of Onze Minister aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid, voor wie niet reeds uit hoofde van ambt of beroep een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens als bedoeld in het eerste lid, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen mededeling toetstaat.

  • 4. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald:

    • a. tot welke gegevens de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zich in ieder geval uitstrekt,

    • b. op welke wijze gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden verwerkt,

    • c. volgens welke technische standaarden gegevensverwerking plaatsvindt en

    • d. aan welke beveiligingseisen gegevensverwerking voldoet.

Toelichting

Een goede informatievoorziening voor gemeenten is van groot belang bij een effectieve uitvoering van de Wmo. Hierbij is het nodig dat gemeenten informatie uit de AWBZ ontvangen, zeker nu de begeleiding en kortdurend verblijf worden overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo. Het is cruciaal dat gemeenten voldoende informatie krijgen zodat de continuïteit van zorg gewaarborgd is. Omdat de AWBZ een voorliggende voorziening is voor de Wmo en het van belang is dat de gemeente ervoor zorgt dat de ondersteuning zo goed mogelijk aansluit bij de zorg die betrokkene onder de AWBZ ontvangt of heeft ontvangen, moet de gemeente dus ook kunnen beschikken over persoonsgegevens van betrokkene. Het gaat dan om naam, adres, woonplaats, BSN-nummer, de indicatie voor begeleiding en andere zorg, bijv. persoonlijke verzorging of verblijf, geleverd op grond van de AWB, het aantal geïndiceerde zorguren, de datum van afloop van de indicatie en de grondslag waarop het indicatiebesluit is afgegeven. Ook moet informatie vanuit de zorgkantoren beschikbaar komen over het werkelijk geleverde aantal uren zorg, de zorgvorm (pgb of zorg in natura) en de aanbieder die nu begeleiding biedt.

De informatie is van belang voor het kunnen voeren van het keukentafelgesprek met de burger, de afstemming van Wmo-ondersteuning met AWBZ-ondersteuning en om te kunnen bepalen of de AWBZ voorliggend is. De gemeente moet bij een aanvraag door een burger bijv. kunnen bepalen op grond van objectieve informatie of deze cliënt recht heeft op begeleiding uit hoofde van de Wmo, of dat deze cliënt recht heeft op begeleiding uit hoofde van de AWBZ (namelijk wanneer de cliënt een indicatie voor verblijf heeft). Ook wanneer cliënten die gebruik maken van AWBZ zorg aankloppen bij de gemeente voor een Wmo-voorziening, is informatie over de AWBZ-zorg (bijvoorbeeld verpleging) relevant. Met deze informatie kan de gemeente namelijk zo goed mogelijk de Wmo-voorzieningen laten aansluiten bij de AWBZ zorg.

Op dit moment is het voor gemeenten ingewikkeld en tijdrovend om inzicht te krijgen in de gegevens van de cliënten die onder de Wmo vallen. Zo zouden gemeenten cliënten moeten aanschrijven of in het keukentafelgesprek nog moeten vragen om toestemming om deze gegevens te kunnen inzien. Ook voor de cliënt is dit een onwenselijke en bureaucratische situatie.

Daarnaast is het ook bij het uitvoeren van de huidige en nieuwe taken voor gemeenten nuttig om inzicht te hebben in relevante informatie vanuit de AWBZ. Daarbij kan het gaan om informatie die van belang is voor inkoop van de noodzakelijke ondersteuning. Er is evenwel geen noodzaak aanwezig tot het leveren van tot personen herleidbare gegevens. De formulering van het voorgestelde eerste lid waarborgt met de term «noodzakelijk» dat in die gevallen alleen «neutrale» gegevens worden verstrekt.

Indieners willen met dit amendement (onderdeel II) regelen dat de AWBZ informatie die nodig is om de Wmo uit te voeren, kosteloos aan gemeenten wordt verstrekt door aanbieders, zorgkantoren / verzekeraars en de indicatieorganen. Waar nodig worden de hoogste veiligheidseisen gesteld aan de uitwisseling van deze informatie, aangezien het om bijzondere persoonsgegevens kan gaan.

In onderdeel I van het amendement is in samenhang met het voorgaande een expliciete verplichting voor de gemeenten opgenomen om ervoor te zorgen dat de individuele voorziening zo goed mogelijk is afgestemd op zorg waarop betrokkene ingevolge de AWBZ recht heeft. Door deze toevoeging is zeker gesteld dat er voor gemeenten sprake is van een noodzaak om de desbetreffende persoonsgegevens te verwerken.

Venrooy-Van Ark Dille