Gepubliceerd: 2 maart 2012
Indiener(s): Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA)
Onderwerpen: bestuur waterschappen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33097-7.html
ID: 33097-7
Origineel: 33097-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 maart 2012

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 17, tweede lid, wordt na «stemopneming» een komma ingevoegd en wordt «artikel 20, elfde lid» vervangen door: artikel 20, vijfde lid.

B

Het in artikel I, onderdeel F, opgenomen artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede: het honderdvoud van.

2. In het tweede lid wordt «tweede lid» vervangen door: eerste lid.

C

In artikel I, onderdeel G, wordt «periode van 8 tot en met 14 september» vervangen door: periode van 8 tot en met 14 oktober.

D

In het in artikel I, onderdeel I opgenomen artikel 30 vervalt «, eerste lid,».

E

In artikel II, eerste en tweede lid, wordt «9 september 2014» vervangen door: 14 oktober 2014.

F

In artikel III, onderdeel a, wordt « en 28, eerste lid,» vervangen door: en 28.

Toelichting

Algemeen

Deze nota van wijziging bevat vier typen wijzigingen. Ten eerste worden enkele foutieve verwijzingen naar aanleiding van een herindeling van artikelen aangepast. Ten tweede wordt in verband met de opmerkingen die zijn gemaakt in het verslag (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 097, nr. 5) een aanpassing gedaan aan de methode van het berekenen van de stemwaarde. In de toelichting op onderdeel B van deze nota van wijziging zal hier nader op worden ingegaan. Ten derde wordt de datum van het aftreden van het algemeen bestuur nog met een maand naar achteren geschoven in het jaar. Op deze manier kan er iets meer ruimte worden genomen voor de voorbereiding van de gekozenen op de taak van het bestuurderschap. Ten slotte is voor de helderheid van de overgangsbepaling met betrekking tot het overgangsbestuur de verwijzing naar enkel het eerste lid van artikel 28 van de Waterschapswet vervangen door een verwijzing naar geheel artikel 28.

Onderdelen A, D en F

In deze onderdelen vindt met name correctie plaats van te beperkte en verkeerde verwijzingen in het wetsvoorstel naar artikelen van de Waterschapswet.

Onderdeel B, onder 1

De leden van de fractie van het CDA hebben in het verslag bij het onderhavige wetsvoorstel gevraagd om een toelichting op de berekening van de stemwaarden. Deze leden merkten op dat er zich onder de huidige systematiek een geval kan voordoen van oververtegenwoordiging als een gemeente zich over meerdere waterschappen uitstrekt.

Als voorbeeld is een gemeente genomen van 102 000 inwoners van wie er 2000 in een ander waterschap wonen. Een gemeente met een dergelijk aantal inwoners heeft een gemeenteraad van 39 leden. De stemwaarde van die gemeenteraadsleden is 100 000 : 3900 = 26 (afgerond). De stemwaarde van de leden van die gemeenteraad voor het waterschap waarin slechts 2000 van de inwoners wonen is 2000 : 3900 = 1 (afgerond). Een gemeente met 2000 inwoners heeft 9 gemeenteraadsleden. De stemwaarde van een gemeenteraadslid in een dergelijke gemeente is 2000 : 900 = 2 (afgerond). Voor het bepalen van de uitslag van de verkiezingen, wordt het aantal uitgebrachte stemmen op een lijst vermenigvuldigd met de stemwaarde. De raadsleden van de grote gemeente die 2000 inwoners vertegenwoordigen hebben hierbij een inbreng van (39*1=) 39. De raadsleden van de kleine gemeente die 2000 inwoners vertegenwoordigen hebben hierbij een inbreng van (9*2=) 18.

Modelberekening:

Gemeente A

39 raadsleden en 2000 inwoners in waterschap X – 2000 / 39 = 1 (afgerond)

39 stemmen x 1 = 39

Gemeente B

9 raadsleden en 2000 inwoners in waterschap X – 2000 / 9 = 2 (afgerond)

 9 stemmen x 2 = 18

Aldus ontstaat door de afronding, gecombineerd met het minimum van één stem, een ongelijkheid doordat de raadsleden van de grote gemeente een zwaardere inbreng hebben (dubbel zo groot). Bij 10 waterschappen komt deze problematiek voor. Dit komt doordat is aangesloten bij de regeling voor de berekening van de stemwaarde voor de verkiezing van de Eerste Kamer. In die regeling vindt na de deling van het aantal inwoners door het aantal raadsleden nog een extra deling door 100 plaats. Dat maakt het effect van de afronding groter. Bij de verkiezing van de Eerste Kamer gaat het altijd om grote inwoneraantallen en dan heeft het delen door honderd geen nadelig effect. Bij kleine aantallen is dit wel het geval. Dit effect is sterk te verminderen door niet uit te gaan van het honderdvoud van het aantal raadsleden. De situatie wordt dan als volgt:

Effect schrapping:

Gemeente A

39 raadsleden en 2 000 inwoners in waterschap X – 2000 / 39 = 51     

39 stemmen x 51 = 1989

Gemeente B

9 raadsleden en 2 000 inwoners in waterschap X – 2000 / 9 = 222       

 9 stemmen x 222 = 1998

Om deze reden wordt bij dit onderdeel van de nota van wijziging het delen van het aantal ingezetenen van het waterschap door het honderdvoud van het aantal gemeenteraadsleden, zoals opgenomen in het oorspronkelijk voorgestelde artikel 20a, eerste lid, van de Waterschapswet geschrapt.

Onderdelen C en E

De verkiezingsprocedure valt in het voorstel gedeeltelijk in de zomervakantie. In die periode beginnen veelal wel de eerste commissievergaderingen, maar nog geen raadsvergadering. Daarbij moet er wel voldoende tijd zitten tussen het moment van verkiezen en het moment van aantreden. Het tijdstip van de bestuurswisseling wordt daarom naar achteren geschoven.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma