Kamerstuk 33000-XV-4

Jaarplan Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2012

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012

Gepubliceerd: 22 september 2011
Indiener(s): Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-XV-4.html
ID: 33000-XV-4

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2011

Hierbij ontvangt u het Jaarplan 2012 van de Inspectie SZW.1

In 2012 gaat de Inspectie SZW van start, waarmee de Arbeidsinspectie (AI), de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) en de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) tot één inspectie worden samengevoegd. Met deze samenvoeging beoog ik het toezicht op het terrein van SZW effectiever te laten zijn.

Deze inspectie bepaalt meer dan voorheen haar inzet op basis van risicoanalyse, werkt daardoor selectiever en brengt meer samenhang in het toezicht op het hele SZW-terrein. Met de Inspectie SZW hebben we een instrument in handen om de ambities van dit kabinet kracht bij te zetten op de terreinen arbeidsmarkt, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden.

De taken van de Inspectie SZW zijn:

  • 1) Bevorderen van de naleving van SZW-wetgeving door bedrijven, met name de Wet Arbeid Vreemdelingen, de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag, de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs, de Arbowet, het Besluit Risico’s Zware Ongevallen en de Arbeidstijdenwet;

  • 2) Strafrechtelijke opsporing onder aansturing van het Openbaar Ministerie voor wat betreft arbeidsuitbuiting, mensensmokkel en grootschalige fraude in de sociale zekerheid;

  • 3) Toezicht op het functioneren van het stelsel van werk en inkomen conform de Wet Suwi.

Risico’s en prioriteiten

De inspectie heeft in het kader van de in het regeerakkoord aangekondigde maatregelen een risicoanalyse over haar gehele werkterrein verricht. Deze eerste proeve van een inspectiebrede risicoanalyse is een momentopname. Komende jaren wordt dit instrument verder ontwikkeld. De uitkomst van deze risicoanalyse leidt tot de conclusie dat de Inspectie SZW op het gehele werkterrein aanwezig moet blijven, maar dat er verschuivingen zijn in de taken waar de inspectie de komende periode haar inzet zal versterken of juist zal verminderen. Over deze invulling voor het SZW-domein voor de periode 2012–2015 bent u geïnformeerd1.

Taken waar de Inspectie SZW sterker op inzet zijn de aanpak van illegale tewerkstelling, arbeidsuitbuiting, uitkeringsfraude en de aanpak van bedrijven die vaak de regels overtreden op het terrein van gezond en veilig werken. De inspectie zal minder inzetten op taken als de afhandeling van ongevalsmeldingen en klachten op het terrein van arbeidsomstandigheden, de Arbomonitor, handhaving van het wettelijk minimumloon, fraude met arbeidsgerelateerde subsidies en (toezicht op) inkomensvoorzieningen. Daarnaast zijn er taken waar de inspectie haar inspanningen op gelijk peil houdt, zoals onderzoeken op verzoek van de minister en het toezicht op het stelsel van werk en inkomen, op de onderdelen arbeidsparticipatie, informatieprocessen en dienstverlening.

Voor alle taakvelden geldt dat de inspectie steeds zoekt naar slimme combinaties van interventies met het oog op een doelmatige inzet van middelen (zie paragrafen 1.5 en 1.6 van het Jaarplan 2012 Inspectie SZW).

Het kabinet zet in op aanscherping van repressieve handhaving. Vooral burgers en bedrijven die steeds weer de regels overtreden moeten stevig worden aangepakt (vergroten pakkans en zwaardere sancties). Personen en bedrijven die de regels blijken na te leven, worden in principe twee jaar niet meer door de Inspectie SZW bezocht en krijgen een zogenoemde inspectievakantie. Het kabinet staat een «lik-op-stukbeleid» voor ogen, dat nog effectiever kan worden uitgevoerd door meer zaken bestuursrechtelijk af te doen. Wanneer bestuursrechtelijke afdoening niet het gewenste effect heeft, wordt nadrukkelijk het strafrecht ingezet. Het ontnemen van crimineel verkregen vermogen is daarbij een belangrijk aspect. Bestrijden van uitbuiting van werknemers, aanpakken van uitkeringsfraude en zorgen dat geen arbeidspotentieel onbenut blijft, zijn speerpunten voor dit kabinet. De inspectie sluit in haar prioriteitstelling daarbij aan en geeft daarmee uitvoering aan de kabinetsvoornemens ten aanzien van de fraudeaanpak (zie paragraaf 1.2 van het Jaarplan 2012 Inspectie SZW).

Arbeidsverhoudingen

De prioriteitstelling heeft samen met de inspectiebrede risicoanalyse geleid tot het benoemen van speerpunten en activiteiten in de verschillende domeinen van de inspectie. Binnen het domein arbeidsverhoudingen gaat het onder meer om de aanpak van uitbuiting van werknemers, met als aandachtspunt het verbeteren van de signalering daarvan. De nadruk ligt op de aanpak van faciliteerders van arbeidsuitbuiting en op het ontnemen van frauduleus verkregen voordeel.

Het beleid voor het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen wordt strikter in onder meer de sector land- en tuinbouw. De inspectie zal meer aandacht besteden aan de naleving hiervan. Daarnaast zal ik het toezicht aanpassen aan voorgenomen nieuwe regelgeving over registratie van uitzendbureaus bij de Kamer van Koophandel waarbij ook de inlener dient na te gaan of een uitzendbureau als zodanig geregistreerd is. Ten slotte wordt de legaliteit van arbeid door buitenlandse studenten, stagiaires, kennismigranten en zzp’ers een prioritair onderwerp (zie paragraaf 2.3 van het Jaarplan 2012 Inspectie SZW).

Arbeidsomstandigheden

Bij de prioriteiten in het domein arbeidsomstandigheden gaat het om de aanpak van de niet-nalevers. Belangrijkste thema’s voor 2012 zijn gevaarlijke stoffen, ioniserende straling, markttoezicht, ketenaanpak asbestsanering en binnen de BRZO-bedrijven de veiligheidscultuur en onderhoudsstops. De bestaande sectoraanpak met sociale partners wordt gesplitst in een zware en lichtere aanpak. De zware aanpak richt zich op de sectoren gezondheidszorg, bouw, metaal, logistiek, aardolie, chemie, kunststof en rubber en asbestsanering. Deze aanpak gaat gepaard met een gecombineerde inzet van interventies als voorlichting, inspecties en onderzoek in samenwerking met sociale partners. De lichtere sectoraanpak betreft inspecties in onder meer de sectoren tuinbouw, hout- en meubelindustrie, sociale werkplaatsen, vlees- en zoetwarenindustrie, afvalverwerking, brandweer, politie en justitiële inrichtingen (zie paragraaf 3.3 van het Jaarplan 2012 Inspectie SZW).

Participatie en inkomensvoorzieningen

In 2012 richt de inspectie zich in het domein participatie en re-integratie op de effectiviteit van re-integratie. Het kunnen voldoen aan de personeelsbehoefte van werkgevers speelt daarbij een belangrijke rol. De inspectie brengt in kaart welke kansen en mogelijkheden er zijn om zoveel mogelijk arbeidspotentieel te benutten. Een ander belangrijk onderwerp is het regionale arbeidsmarktbeleid en de regierol die gemeenten daarin vervullen. Tevens is samenwerking binnen gemeenten tussen «werk en inkomen» en «zorg, welzijn en onderwijs» een belangrijk aandachtspunt (zie paragraaf 4.3 van het Jaarplan 2012 Inspectie SZW).

Speerpunt in het domein inkomensvoorziening betreft de door het kabinet gewenste intensivering van de handhavingstaak door UWV, SVB en gemeenten. Daaronder valt ook de uitvoering van nieuwe maatregelen door gemeenten in het kader van de aanpassing van uitkeringsvoorwaarden in de WWB. Waar het gaat om het opsporen van uitkeringsfraude geeft de inspectie in 2012 extra aandacht aan publieke financiële stromen en verleent zij diensten aan gemeenten bij de opsporing van uitkeringsfraude (zie paragraaf 5.3 van het Jaarplan 2012 Inspectie SZW).

Bijdragen aan ambitie kabinet

De activiteiten van de Inspectie SZW in 2012 moeten er toe leiden dat de met de Tweede Kamer afgesproken nalevingsniveaus voor diverse wetten worden gerealiseerd. Daarnaast wil de Inspectie SZW in 2012 bijdragen aan de ambitie van het kabinet: «grenzen stellen gericht op een veiliger, sterker en welvarender Nederland.» Concreet gaat het dan om het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten, zodat instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt beperkt. Ook gaat het om een stevige aanpak van fraude, het beter benutten van arbeidspotentieel, het bevorderen dat werk legaal is en minstens tegen het wettelijk minimumloon wordt verricht en dat het stelsel van werk en inkomen naar behoren functioneert.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp