Kamerstuk 32752-20

Amendement van het lid Heijnen over het uitbreiden van de toepassing van de wet naar lokale (provincies, gemeentes en waterschappen) partijen

Dossier: Regels inzake de subsidiƫring en het toezicht op de financiƫn van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)

Gepubliceerd: 25 januari 2012
Indiener(s): Pierre Heijnen (PvdA)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32752-20.html
ID: 32752-20
Wijzigingen: 32752-40

Nr. 20 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN

Ontvangen 25 januari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na het paragraafopschrift «§3. Administratie, openbaarmaking en beperking bijdragen» wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18a

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, verstaan onder:

  • politieke partij: vereniging die op grond van artikel G 1, G 2, G 3 of Q 6 van de Kieswet, of een vereniging of stichting, die bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet, met haar geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst heeft deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Eerste Kamer der Staten-Generaal, provinciale staten, gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap de waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de verkiezingen plaatsvonden is toegewezen.

II

In artikel 23 wordt «zijn niet van toepassing» vervangen door: zijn van overeenkomstige toepassing.

III

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, wordt na «financieel verslag» ingevoegd: van de partij en de afdelingen van die partij, niet zijnde een vereniging.

2. In het eerste lid, onder b, wordt «die de partij in dat kalenderjaar van een gever heeft ontvangen» vervangen door: die de partij en de afdelingen van die partij, niet zijnde een vereniging, in dat kalenderjaar van een gever hebben ontvangen.

3. In het eerste lid, onder c, wordt na «of meer» toegevoegd: van de partij en de afdelingen van die partij, niet zijnde een vereniging,.

IV

In artikel 25, wordt in de aanhef na «politieke partij» ingevoegd: als bedoeld in artikel 1, onder b.

V

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «politieke partij» ingevoegd «, bedoeld in artikel 1, onder b,» en wordt na «politieke jongerenorganisatie» ingevoegd: van een politieke partij, als bedoeld in artikel 1, onder b,.

2. In het derde lid, wordt «De politieke partij werkt» vervangen door: De politieke partij en de afdelingen van die partij, niet zijnde een vereniging, werken.

VI

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van eerste lid, wordt na »Tweede Kamer der Staten-Generaal» ingevoegd:, provinciale staten, de gemeenteraad, of het algemeen bestuur van een waterschap.

2. In het eerste lid, onder a, wordt «die de partij van een gever heeft ontvangen» vervangen door: die de partij en de afdelingen van die partij, niet zijnde een vereniging, in dat kalenderjaar van een gever hebben ontvangen.

3. In het eerste lid, onder b, wordt na «of meer» toegevoegd: van de partij en de afdelingen van die partij, niet zijnde een vereniging,.

VII

In artikel 28, eerste lid, wordt na »Tweede Kamer der Staten-Generaal» ingevoegd:, provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap.

VIII

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «politieke partij» ingevoegd:, als bedoeld in artikel 1, onder b, en van een afdeling van die partij, niet zijnde een vereniging,.

2. In het tweede lid wordt na «politieke partij» ingevoegd:, als bedoeld in artikel 1, onder b, en van een afdeling van die partij, niet zijnde een vereniging.

3. In het derde lid wordt na «politieke partij» ingevoegd:, als bedoeld in artikel 1, onder b, en van een afdeling van die partij, niet zijnde een vereniging,.

4. In het vijfde lid wordt na «politieke partij» ingevoegd: , als bedoeld in artikel 1, onder b,.

IX

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. In de periode die aanvangt op 1 januari van het tweede kalenderjaar voor het jaar waarin de kandidaatstelling voor de verkiezing plaatsvindt en eindigt op de dag van stemming, zijn de artikelen 20, 22 en 27 van overeenkomstige toepassing op:

    • a. een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1 van de Kieswet is geregistreerd in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die deelneemt aan een verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, terwijl aan die vereniging bij de laatst gehouden verkiezingen geen kamerzetels zijn toegewezen;

    • b. een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1 of G 2 van de Kieswet is geregistreerd in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden van provinciale staten, die deelneemt aan een verkiezing van provinciale staten, terwijl aan die vereniging bij de laatst gehouden verkiezingen geen zetels zijn toegewezen;

    • c. een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1, G 2, of G 3 van de Kieswet is geregistreerd in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden van de gemeenteraad, die deelneemt aan een verkiezing van de gemeenteraad, terwijl aan die vereniging bij de laatst gehouden verkiezingen geen zetels zijn toegewezen;

    • d. een vereniging of stichting waarvan de aanduiding bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet is geregistreerd, die deelneemt aan een verkiezing van het algemeen bestuur van een waterschap, terwijl aan die vereniging of stichting bij de laatst gehouden verkiezingen geen zetels zijn toegewezen.

2. In het tweede lid wordt «de vereniging» vervangen door: de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid.

3. In het derde lid wordt «De vereniging» vervangen door: De rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid.

X

In artikel 31 wordt na «Tweede Kamer der Staten-Generaal» ingevoegd: provinciale staten, de gemeenteraad, of het algemeen bestuur van een waterschap.

XI

Aan artikel 32 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien:

    • a. een fractie van een politieke partij in provinciale staten wordt gesplitst en de nieuwe fractie die als gevolg hiervan is ontstaan blijkens een gezamenlijke verklaring is verbonden met een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1 of G 2 van de Kieswet is geregistreerd;

    • b. een fractie van een politieke partij in de gemeenteraad wordt gesplitst en de nieuwe fractie die als gevolg hiervan is ontstaan blijkens een gezamenlijke verklaring is verbonden met een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1, G 2 of G 3 van de Kieswet is geregistreerd;

    • c. een fractie van een politieke partij in het algemeen bestuur van een waterschap wordt gesplitst en de nieuwe fractie die als gevolg hiervan is ontstaan blijkens een gezamenlijke verklaring is verbonden met een vereniging of stichting waarvan de aanduiding bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet is geregistreerd.

Toelichting

Dit amendement bewerkstelligt dat ook partijen die deelnemen aan de verkiezingen voor provinciale staten, de gemeenteraad en de waterschappen onder het regime van de wet vallen. Het risico op financiële beïnvloeding op lokaal niveau – waar de afstand tot de volksvertegenwoordiging relatief gering is en de aard van de beslissingen concreter – is eerder groter dan kleiner dan op het landelijk niveau. Daarom acht de indiener het wenselijk om ook partijen op lokaal niveau onder de reikwijdte van het wetsvoorstel te brengen.

Heijnen