Kamerstuk 32710-IIA-1

Jaarverslag van de Staten-Generaal (IIA)

Dossier: Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2010

Gepubliceerd: 18 mei 2011
Indiener(s): Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32710-IIA-1.html
ID: 32710-IIA-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL (IIA)

Aangeboden 18 mei 2011

Gerealiseerde uitgaven naar beleidsterrein (in € 1 000)

Gerealiseerde uitgaven naar beleidsterrein (in 				  € 1 000)

Gerealiseerde ontvangsten per beleidsterrein (in € 1 000)

 Gerealiseerde ontvangsten per beleidsterrein (in 				  € 1 000)

Inhoudsopgave

  

Blz.

    

A.

ALGEMEEN

6

    

1.

Aanbieding en dechargeverlening

6

2.

Leeswijzer

9

    

B.

BELEIDSVERSLAG

10

   

3.

Tabel budgettaire gevolgen van beleid totaal IIA

10

4.

De artikelen

11

 

1.

Wetgeving en controle Eerste Kamer

11

 

2.

Uitgaven ten behoeve van de leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede de leden van het Europees Parlement

14

 

3.

Wetgeving en controle Tweede Kamer

16

 

4.

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

22

    

5.

De niet-beleidsartikelen

23

 

10.

Nominaal en onvoorzien

23

    

6.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

24

    

C.

JAARREKENING

25

    

7.

De Verantwoordingsstaat

25

8.

De Saldibalans

26

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

Aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het Jaarverslag met betrekking tot de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2010 aan. Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2010 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in de jaarverslagen;

  • d. de departementale saldibalansen;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2010;

  • b. het voorstel van de slotwet over het jaar 2010 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2010 met betrekking tot de onderzoeken van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2010 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2010, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2010 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Opbouw Jaarverslag

Het jaarverslag over 2010 bestaat conform de regelgeving uit de volgende delen:

  • A. het algemene deel met onder andere dechargeverlening;

  • B. de totaaltabel (IIA) budgettaire gevolgen van beleid;

  • C. de jaarrekening.

De paragraafindeling van de artikelen is als volgt:

  • 1. Algemeen;

  • 2. Speerpunten 2010;

  • 3. Budgettaire gevolgen van beleid;

  • 4. Operationele doelstellingen.

De bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.

Wat betreft de budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen (boven € 0,5 mln.) tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2010 en de realisatie 2010.

Rechtmatigheid

In 2010 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid op hoofdstukniveau niet overschreden en is er sprake van een getrouw beeld. Een toelichting op de rechtmatigheid per College is te vinden in de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

B. BELEIDSVERSLAG

3. TABEL BUDGETTAIRE GEVOLGEN VAN BELEID TOTAAL IIA

Totaalbegroting IIA

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid

(in € 1 000)

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting

Verschil

Verplichtingen

114 159

131 278

130 839

133 273

147 568

136 724

10 844

Uitgaven

115 783

131 597

130 016

134 657

145 655

136 724

8 931

Ontvangsten

3 546

4 173

4 193

8 331

3 512

2 454

1 058

4. DE ARTIKELEN

ARTIKEL 1: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE KAMER

1. Algemene beleidsdoelstelling

De hoofdtaak van de Eerste Kamer is dat zij aan het eind van het wetgevende proces een totaaloordeel velt over een wetsvoorstel. De Kamer pleegt de ter afhandeling aan haar voorgelegde wetsvoorstellen te toetsen aan een aantal kwaliteitscriteria die grofweg aangeduid kunnen worden als: rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De Eerste Kamer heeft ook de taak de regering te controleren, een taak die veelal in samenhang met de beoordeling van wetsvoorstellen wordt uitgeoefend. Naast wetgeving beoordeelt de Kamer ook verdragen en andere regelgeving (voorgehangen algemene maatregelen van bestuur).

De Eerste Kamer opereert niet alleen in een nationale, maar ook in een internationale context. Zij besteedt in ruime mate aandacht aan internationale en in het bijzonder Europese ontwikkelingen en de doorwerking van Europese regelgeving in de nationale regelgeving. De opportuniteit van voorgenomen Europese wetgeving heeft de afgelopen jaren binnen de Europese Unie versterkte aandacht gekregen van nationale parlementen, ook van het Nederlandse en daarbinnen ook in het bijzonder van de Eerste Kamer. De Eerste Kamer vervult voorts, als integraal onderdeel van het parlementaire werk, een actieve rol in parlementaire assemblees van internationale organisaties en interparlementaire vergaderingen in EU-verband. Daarnaast onderhoudt de Kamer vele diplomatieke contacten. Jaarlijks organiseert de Eerste Kamer de verenigde vergadering van de Staten-Generaal.

2. Speerpunten

De strategische ambities van de Huishoudelijke Commissie, het College van Senioren en de Griffier over de werkwijze en organisatie van de Eerste Kamer voor de periode 2003–2008, zijn weergegeven in de notitie De Kanteling:

  • Versterking van de inhoudelijke ondersteuning aan leden en commissies ten behoeve van de pro – activiteit in de toetsing van wetgeving en de controle van het regeringsbeleid;

  • actief zichtbaar maken van de wijze waarop de Kamer haar taken vervult – mede in het licht van verantwoording- richting burgers, maatschappelijke organisaties en andere instellingen, bestuur en media;

  • samenwerking met de Tweede Kamer op het terrein van de ondersteunende activiteiten.

De speerpunten voor 2010 lagen in het verlengde van deze strategische doelstellingen.

Het maatschappelijk effect hiervan ligt in de borging van de kwaliteit in de toetsing van wetgeving en controle op het regeringsbeleid, bij een toename van de werkzaamheden.

In het kader van de actieve zichtbaarheid en verantwoording over de taken en de uitvoering daarvan, is verder geïnvesteerd in de informatievoorziening, de voorlichting en in publiciteitsactiviteiten. Dit waren met name investeringen in de website.

Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon zijn de taken van de Tweede en Eerste Kamer verdragsrechtelijk identiek. In alle vakcommissies van de Eerste Kamer wordt aandacht besteed aan wetgevings- en beleidsvoorstellen van de Europese Commissie. De capaciteit van de Kamerorganisatie wordt aangepast aan de nieuwe taken die voor de Eerste Kamer uit het Verdrag van Lissabon voortvloeien. Gekozen is voor een bescheiden groei in fte. Op basis van opgedane ervaring zal moeten worden bezien of de uitbreiding toereikend is om de aanzienlijke toename in werkzaamheden het hoofd te bieden.

Medio april 2010 is de oplevering van de ingrijpend vernieuwde website Europapoort gerealiseerd. Ontwerp, faciliteiten en informatiestructuur van deze vernieuwde site sluiten aan bij de nieuwe werkwijze van de Kamercommissies, voorvloeiend uit de nieuwe Europese bevoegdheden van de Kamer. Het aanpassen van de websites aan actuele ontwikkelingen binnen en buiten de Kamer vergt een voortdurende inspanning.

3. Budgettaire gevolgen van beleid
1.1 Wetgeving en controle Eerste Kamer

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie

2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

8 842

9 736

9 371

10 430

10 792

10 433

359

Uitgaven

9 038

9 285

9 452

10 677

10 816

10 433

383

1. apparaat

5 297

5 461

5 554

6 662

6 628

6 336

292

2. vergoedingen voorzitter en leden EK

3 721

3 790

3 856

3 973

4 122

4 053

69

3. verenigde vergadering

20

34

42

42

66

44

22

Ontvangsten

77

96

123

85

76

79

– 3

Financiële toelichting

Op het artikel wetgeving en controle Eerste Kamer is meer uitgegeven dan begroot. Dit komt onder andere door meeruitgaven op personeel en kosten die zijn gemaakt voor beeldregistratie apparatuur.

4. Operationele doelstellingen

Verdere ontwikkeling van wetgevingsdossiers

Operationele doelstelling 1

Motivering

Deze doelstelling draagt bij aan de borging van de kwaliteit in de toetsing van wetgeving en de controle op het regeringsbeleid.

Activiteit 2010

Scholing van beleidsmedewerkers en informatiespecialisten.

Invoering nieuwe Europese werkwijze

Operationele doelstelling 2

Motivering

Deze doelstelling houdt verband met de nieuwe rol van nationale parlementen bij de behandeling van Europese dossiers op basis van het Verdrag van Lissabon.

  • Vernieuwing van de website Europapoort en periodiek EUpdate

  • Gerichte informatiedossiers voor vakcommissies ten aanzien van Europese beleids- en wetgevingsvoorstellen.

Activiteit 2010

Versterking van de informatievoorziening

Operationele doelstelling 3

Motivering

Deze doelstelling draagt bij aan het kunnen leveren van snelle en volledige informatie aan de diverse doelgroepen.

  • Verdere verbetering van de Eerste Kamer – website.

  • Doorontwikkeling educatieve website «Derde Kamer» (in samenwerking en co-financiering met de Tweede Kamer).

Activiteiten 2010

Intensivering van publiciteit en representatie

Operationele doelstelling 4

Motivering

Deze doelstelling draagt bij aan de zichtbaarheid van de Eerste Kamer, en aan een actieve verantwoording over de taakuitoefening.

Activiteiten 2010

Gericht inviteren van relevante actoren en doelgroepen.

Vergroten van de toegankelijkheid van het Eerste Kamer – gebouw

Operationele doelstelling 5

Motivering

Deze doelstelling draagt bij aan de bekendheid en zichtbaarheid van de Eerste Kamer als instituut, en doet recht aan het openbare karakter daarvan.

Activiteiten 2010

Openstelling voor publiek.

Versterking van de ICT – voorzieningen

Operationele doelstelling 6

Motivering

Deze doelstelling draagt bij aan een hedendaagse informatie- en communicatie infrastructuur, waarmee leden en ambtenaren effectief hun werk kunnen doen.

Activiteiten 2010

Upgraden ICT – infrastructuur.

ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUD-LEDEN TWEEDE KAMER, ALSMEDE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

1. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement begroot.

2. Speerpunten

Zorg dragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (artikel 2.3).

Het jaar 2010 heeft in het teken gestaan van de verkiezingen.

3. Budgettaire gevolgen van beleid
2.1 Uitgaven ten behoeve van leden en (oud)-leden Tweede Kamer en alsmede leden van het Europees Parlement

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

29 128

35 013

31 677

31 549

34 465

32 916

1 549

Uitgaven

29 123

35 020

31 678

31 549

34 458

32 916

1 542

1. schadeloosstelling

19 366

20 661

20 232

21 476

21 909

21 401

508

2. pensioenen en wachtgelden

7 461

11 996

9 016

8 622

10 956

9 029

1 927

3. schadeloosstellingen Europarlementariërs

2 296

2 363

2 430

1 451

1 593

2 486

– 893

Ontvangsten

369

469

351

195

100

286

– 186

Financiële toelichting

Op het artikel uitgaven ten behoeve van leden en (oud)-leden Tweede Kamer is meer uitgegeven dan begroot. Dit komt onder andere door extra uitgaven voor pensioenen en wachtgelden oud-leden. Als gevolg van de afgelopen Tweede Kamer verkiezingen maken meer oud-leden gebruik van de wachtgeldregeling.

4. Operationaliseerde doelstellingen

Bij de nieuwe zittingsperiode van het Europarlement hebben de nieuwe Nederlandse leden van het Europarlement de plicht en de zittende leden de keuze de schadeloosstelling te laten betalen via het Europarlement en niet meer via de Tweede Kamer. De middelen die hierdoor vrijvallen worden aangewend voor het in oprichting zijnde Huis voor de Democratie en Rechtsstaat. Een additionele claim op dit onderdeel zal achterwege blijven. De verwachting is dat het gaat om circa 2 miljoen Euro. De precieze hoogte van het vrijkomende bedrag zal afhangen van zowel de uitslag van de verkiezingen als van de keuze van individuele leden van het Europarlement.

Kengetallen

 Tabel 2.2
 

2005

2006

2007

2008

2009

2010

1. schadeloosstelling

19 384

19 366

20 661

20 232

21 476

21 909

gemiddeld per lid TK

129

129

138

135

143

146

2. pensioenen en wachtgelden

8 092

7 461

11 996

9 016

8 622

10 956

totaal 2 en 3

27 476

26 827

32 657

29 248

30 098

32 865

gemiddeld per lid TK

183

179

218

195

201

219

3. Schadeloosstelling leden Europarlement

2 291

2 296

2 362

2 429

1 451

1 593

Gemiddeld per lid EP

85

85

87

90

54

59

ARTIKEL 3: WETGEVING EN CONTROLE TWEEDE KAMER

1. Algemene doelstelling

Taak van de Tweede Kamer

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (Grondwetgeving) en enkele andere grondwets- en wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces. De ambtelijke organisatie wil dit verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden en de fractie organisatie in alle facetten van het werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteit, zoals door de Kamer bepaald, is daarbij leidend voor de ambtelijke organisatie.

Het constitutioneel proces in de Tweede Kamer kenmerkt zich door een van jaar tot jaar toenemende complexiteit. Het aantal te behandelen onderwerpen neemt toe, de diepgang en omvang van de te beoordelen informatie wordt groter en de belangstelling vanuit de media en van de kant van belanghebbenden zorgen voor een toegenomen tijdsklem. Daarmee stijgt eveneens de druk op de Kamerleden en de ondersteunende functies. Zowel het aantal plenaire vergaderingen als het aantal commissievergaderingen vertoont de laatste jaren een stijgende lijn. Het aantal Kamervragen is in de periode 1987 tot en met 2008 zelfs ruim verdrievoudigd, van 963 in 1987 tot 3136 in 2008. Het aantal moties is in dezelfde periode ruim verzesvoudigd. In 1987 werden er 387 moties ingediend en in 2008 2543 (zie het rapport Vertrouwen en Zelfvertrouwen).

2. Speerpunten

Op basis van de in de geleidende brief (Kamerstukken II, 32 370 nr. 1) genoemde doelen, de Raming 2009, de behandeling daarvan en recente ontwikkelingen zag het Presidium de volgende clusters van doelstellingen voor de Raming 2010:

  • De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer een adequate ondersteuning bij haar wetgevende en controlerende taken;

  • De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer politiek neutrale, adequate en innovatieve informatie(voorziening) én stelt de met het politieke proces verbonden informatie ook beschikbaar aan de Nederlandse samenleving;

  • De ambtelijke organisatie ondersteunt (de leden van) de Tweede Kamer met een coherente, duurzame, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.

Bovenstaande speerpunten worden in de paragraaf operationele doelstellingen nader toegelicht.

3. Budgettaire gevolgen van beleid
3.1 Wetgeving en controle Tweede Kamer

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

74 598

84 760

87 963

90 100

101 236

91 892

9 344

Uitgaven

76 031

85 523

87 058

91 237

99 306

91 892

7 414

1. apparaat

58 662

57 417

61 553

64 918

67 408

64 925

2 483

2. onderzoeksbudget

530

1 020

469

755

814

2 126

– 1 312

3. drukwerk

2 793

3 030

2 821

3 075

3 814

2 852

962

4. fractiekosten

18 933

23 057

21 747

22 186

27 040

21 559

5 481

5. uitzending leden

315

244

468

303

230

430

– 200

Ontvangsten

3 070

3 577

3 673

8 051

3 336

2 066

1 270

Financiële toelichting

Op het artikel wetgeving en controle Tweede Kamer is meer uitgegeven dan begroot. In 2010 zijn er Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen hebben een grote invloed op de aard van de uitgaven van de Tweede Kamer. Doordat de verkiezingen in 2010 geheel onverwacht kwamen, kon de Kamer hierbij geen rekening houden bij het opstellen van de begroting voor het jaar 2010.

De verhouding tussen begroting en uitgaven is hierdoor ingrijpend gewijzigd. Politieke activiteiten zijn afgenomen (uitzending leden, parlementaire onderzoeken), politieke kosten zijn toegenomen (fractiekosten, pensioenen en wachtgelden oud-leden) evenals de apparaatkosten. Per saldo is de begroting hierdoor overschreden.

De belangrijkste oorzaak van de overschrijding betreft de tegemoetkoming in de kosten van de fracties. Fracties die groter worden krijgen per direct de hogere fractiebijdrage. Fracties die kleiner worden ontvangen nog een jaar lang een tegemoetkoming in de kosten gebaseerd op de oude omvang.

Een andere toename van de uitgaven heeft plaatsgevonden op de apparaatskosten. Na verkiezingen vinden veel interne verhuizingen plaats waarbij naast verhuiskosten (inhuur en uitbesteding) ook kosten worden gemaakt voor verbouwingen en ICT aanpassingen (onder andere verplaatsing werkplekken en aanleggen bekabeling). Daarnaast zijn er uitgaven geweest in verband met extra beveiligingsmaatregelen bij één van de fracties.

De meerontvangsten in 2010 worden voor een deel veroorzaakt door een hogere omzet van het Restaurantbedrijf en personele ontvangsten (doorberekeningen van detacheringen, inhouding op salaris e.d.). In het verleden werden deze ontvangsten «in mindering van bezwaar» geboekt. De bestaande meerjarencijfers voor de ontvangsten zijn niet aangepast aan de gewijzigde boekingsmethodiek.

4. Operationaliseerde doelstellingen

1. Taakstelling en uitbestedingen

Na een Kamerbreed onderzoek in 2008 naar de doelmatigheid van de werkorganisatie is duidelijk geworden dat de Tweede Kamer een efficiënte organisatie is. Desondanks zijn gerichte acties in gang gezet om doelmatige en efficiënte inzet van medewerkers te bevorderen met een daarop afgestemd beloningsbeleid, zonder de aandacht voor de motivatie, het werkplezier en het welzijn van de medewerkers te veronachtzamen. De ambtelijke organisatie werkt aan de realisatie van een personele taakstelling en is in 2010 geheel gerealiseerd. De vastgestelde formatie is verlaagd van 590 (1-1-2010) naar 549 (1-1-2011).

Tegelijkertijd is duidelijk dat de overheid financieel zware tijden in het vooruitzicht heeft. De Tweede Kamer heeft hier een voorschot op genomen langs twee lijnen. Ten eerste heeft de Tweede Kamer in 2010 geen additionele financiële claims voorgesteld (met uitzondering van de gevolgen van de onverwachte Tweede Kamerverkiezingen). Ten tweede wordt bij iedere vacature getoetst of en onder welke voorwaarden deze vervuld wordt. In een aantal gevallen zijn uitgaven aan niet-formatief personeel omgezet in een (goedkoper) contract of vast dienstverband.

2. Parlementaire Zelfreflectie

Onder de vlag van de Parlementaire Zelfreflectie is er structureel geld beschikbaar voor de versterking van de ondersteuning van de fracties, met name gericht op de afhandeling van e-mails. De tegemoetkoming in de kosten per fractie is per zetel verhoogd met € 22 000. Daarnaast is er aandacht voor het versterken van de onderzoeks- en controlefunctie van de Tweede Kamer. De Kamer heeft hierdoor de beschikking gekregen over een verruimd onderzoeksbudget waardoor het mogelijk is geworden om zeer specialistische kennis die niet direct in de Kamer voorhanden is, eveneens voor dit doel in te zetten, De uitvoering van de toekomst- en onderzoeksagenda, is voorbereid in 2010 en zal worden uitgevoerd in 2011. De Raming voor het jaar 2012 zal worden voorzien van een nieuwe bijlage, namelijk «de staat van het Parlement».

3. Samenhangende informatievoorziening

De Kamer wil digitaal inzicht geven in het parlementaire proces vanuit haar rol als controleur en medewetgever, zowel voor Kamerleden als burgers. De informatie uit en over het proces moet objectief, betrouwbaar, volledig, actueel en toegankelijk zijn. Met de ingebruikname van Parlis (zie kopje «ICT basis infrastructuur») is hiermede een goede start gemaakt.

4. Het Huis voor Democratie en Rechtsstaat

De Tweede Kamer participeert in de oprichting van het Huis, waarbij de Kamer zowel inhoudelijk als met concrete producten betrokken is. Bij de Raming 2009 heeft de Kamer besloten tot een structurele bijdrage van de kant van de Tweede Kamer. De opening van de nieuwe locatie van het Huis is voorzien voor 2015.

In 2010 is een aanvang gemaakt met de bouwkundige aanpassingen. Het project «Vierstromenbeleid» gericht op het fysieke toegangsbeleid van de Tweede Kamer (scheiden van bezoekersstromen en Kamerleden, -medewerkers, -ambtenaren en bezoekers voor Kamerbewoners)

is een voorbereidende voorwaarde voor het Huis voor de Democratie en Rechtsstaat. Het «Vierstromenbeleid» is in 2010 afgerond. Hiertoe zijn de diverse ingangen van de Tweede Kamer aangepast aan de nieuwe functie en is er een nieuwe scanstraat geplaatst.

5. Energiebesparing

De Tweede Kamer heeft zich verbonden aan de rijksbrede doelstelling om in 2010 duurzaam in te kopen. Het Restaurantbedrijf biedt de bewoners en gasten van de Tweede Kamer de gelegenheid om iedere dag zo verantwoord mogelijk te eten. Hiertoe wordt zoveel als mogelijk duurzame producten ingekocht. Op het gebied van energiebesparing worden nieuwe energiezuinige technieken toegepast (onder andere gebruik maken van bewegingssensoren in werkkamers). In 2011 wordt deze lijn gecontinueerd. Duurzaamheid blijft een belangrijk thema.

6. ICT basis infrastructuur

In 2010 is verder gebouwd aan de ICT basis infrastructuur, met name aan de twee grote projecten Parlis en Vlos. Parlis is in productie genomen en heeft in korte tijd zijn toegevoegde waarde meer dan aangetoond. In de tweede helft van 2010 hebben de gebruikerservaringen geleid tot het uitbrengen van een verbeterde versie. De in productiename van VLOS wordt in verband met enkele technische onvolkomenheden uitgesteld tot 2011. In 2010 is geconstateerd dat de beheerslasten van ICT projecten uit eerdere jaren een steeds grotere belasting worden op de begroting van de Tweede Kamer. In 2011 zal onderzoek worden gedaan naar het reduceren van de deze beheerslasten.

7. Audiovisuele voorzieningen en Videoconferentie (VC)

De audiovisuele voorzieningen in de Tweede Kamer dateren uit de tijd van de oplevering van de nieuwbouw in 1992. Indien de Tweede Kamer in de toekomst het instrument «beeld en geluid» volledig wil blijven benutten, is een inhaalslag noodzakelijk, zo is gebleken uit een technische scan van de huidige audiovisuele infrastructuur en faciliteiten. De audiovisuele faciliteiten moeten bijdragen aan het toegankelijk maken van het parlement voor burgers en andere geïnteresseerde gebruikers en moeten de faciliteiten die ten dienste staan aan leden en fracties versterken. Het Presidium is voornemens in 2011 te investeren in het ontsluiten van alle openbare vergaderzalen en daarbij uitzending via internet voor al deze zalen mogelijk maken. In 2010 is de uitvoering van de integrale notitie Audiovisuele faciliteiten ter hand genomen. Begin 2011 en 2012 zal het project in de uitvoeringsfase komen. Eveneens zal worden geïnvesteerd in het installeren van videoconferencing. In 2010 is de voorbereiding afgerond en zal het project in 2011 worden opgestart.

Kengetallen

Tabel 3.2 Uitgavenoverzicht (bedragen in € 1 000)

Wetgeving en controle Tweede Kamer

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Apparaatskosten

49 294

53 972

53 606

58 662

61 554

64 918

67 408

Onderzoeksbudget

843

222

384

529

470

755

709

Drukwerk

3 517

2 847

2 793

3 030

2 821

3 075

3 814

fractiekosten

18 521

17 347

18 933

23 057

21 746

22 186

27 040

uitzending leden

170

140

315

244

468

303

230

enquêtes

       

totaal artikel 3

72 345

74 528

76 031

85 522

87 059

91 237

99 201

gemiddeld per zetel

482

497

507

570

580

608

661

Tabel 3.3 Specificatie inzake de werkzaamheden van de Kamer (in aantallen)

 

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Vergaderingen

 

Plenaire vergaderingen

106

100

106

111

109

98

Commissievergaderingen

 

– openbaar

873

714

829

1310

1341

955

– besloten

711

609

592

431

379

225

Spoeddebatten

38

29

43

65

62

46

Overige vergaderingen

6678

5321

7569

8568

8668

9990

       

Werkbezoeken commissies

Binnenland

66

32

45

36

54

29

Buitenland

23

23

15

35

17

9

       

Wetsvoorstellen, moties en vragen

Ingediende wetsvoorstellen

291

269

214

285

184

256

– initiatief wetsvoorstellen

9

23

9

14

6

8

– rijksbegrotingen

18

18

20

20

20

20

– fondsen

7

8

7

8

8

8

– suppletoire begrotingen

54

45

46

76

52

80

In stemming gebrachte wetsvoorstellen

183

290

262

236

204

257

Ingediende moties

1434

1170

1968

2543

2616

1734

– aangenomen

513

488

601

686

889

620

– verworpen

513

432

993

1 334

1 213

735

– ingetrokken

85

84

89

105

91

66

– aangehouden

85

38

137

104

92

104

– gewijzigd

109

74

111

212

212

157

– in behandeling

8

3

0

0

2

– vervallen

121

54

34

102

119

50

Schriftelijke vragen

2045

1772

2671

3002

3029

2552

– beantwoord

2225

2014

2677

2972

2952

2546

Mondelinge vragen

96

92

113

134

135

101

Interpellaties

5

5

4

8

12

0

Tabel 3.4 Amendementen per fractie

fractie

Aangenomen

amendementen

Verworpen

amendementen

Ingetrokken

amendementen

Overgenomen

amendementen

VVD

17

9

7

0

PvdA

15

19

9

0

PVV

0

10

5

0

CDA

28

7

6

0

SP

12

40

9

0

D66

4

21

2

0

GroenLinks

4

13

2

0

ChristenUnie

15

22

6

0

SGP

2

6

2

0

PvdD

2

7

1

0

Verdonk

0

0

0

0

Bijzondere gedelegeerde

2

7

0

0

totaal

101

161

49

0

Tabel 3.5

Ingediende moties per fractie

Aantal

Schriftelijke vragen per fractie

Aantal

SP

341

SP

624

PvdA

273

PvdA

357

PVV

178

CDA

308

GroenLinks

171

PVV

282

ChristenUnie

159

VVD

235

CDA

156

D66

225

D66

149

GroenLinks

183

VVD

133

PvdD

153

PvdD

105

ChristenUnie

111

SGP

57

SGP

52

Verdonk

7

Verdonk

22

ARTIKEL 4: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE EN TWEEDE KAMER

1. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget betreft, naast de apparaatskosten van de Griffie interparlementaire betrekkingen, tevens de kosten van de interparlementaire activiteiten.

2. Speerpunten

Niet van toepassing.

3. Budgettaire gevolgen van beleid
4.1 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

1591

1769

1828

1194

1075

1483

– 408

Uitgaven

1591

1769

1828

1194

1075

1483

– 408

2. apparaat griffie interparlementaire betrekkingen

414

487

436

0

0

12

– 12

3. interdepartementale betrekkingen

1177

1282

1392

1194

1075

1471

– 396

Ontvangsten

30

31

46

0

0

23

– 23

4. Operationele doelstellingen

Kengetallen

Tabel 4.2 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (in € 1 000)
 

2005

2006

2007

2008

2009

2010

totaal apparaat

452

414

486

435

n.v.t.

n.v.t.

gemiddeld per zetel (225)

2

2

2

2

n.v.t.

n.v.t.

Interparlementaire betrekkingen

1174

1177

1282

1392

1194

1075

totaal artikel 4

1626

1591

1768

1827

1194

1075

gemiddeld per zetel (225)

7

7

8

8

5

5

5. NIET-BELEIDSARTIKEL

ARTIKEL 10: NOMINAAL EN ONVOORZIEN

10. Nominaal en onvoorzien

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

1. loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

2. prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

3. onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

6. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Wetgeving en controle Eerste Kamer

1. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering is in het algemeen rechtmatig verlopen. Dat neemt niet weg dat ten aanzien van een tweetal betalingen is vastgesteld dat deze niet aan de daaraan te stellen eisen beantwoorden. Het betreft vooruitbetalingen op te leveren prestaties ter grootte van € 0,2 mln. De contracten ten aanzien van die prestaties waren gesloten.

2. Totstandkoming (niet financiële) informatie

De procedures rond de totstandkoming van de (niet financiële) informatie zullen in 2011 mede door het in gebruik nemen van het sharepoint systeem nader worden uitgewerkt.

3. Financieel en materieel beheer

Het financieel en materieel beheer voldoet aan de daaraan te stellen eisen; ten aanzien van de registraties van de materiële activa zal afronding plaatsvinden na levering van het meubilair in 2011. De tijdigheid van de vastlegging van de verplichtingen blijft ook in 2011 een aandachtspunt.

4. Overige aspecten

In 2011 heeft de Eerste Kamer met ondersteuning van het NIC de aanschaf van kantoormeubilair via een Europese aanbesteding afgerond. Mede door de komst van een nieuw comptabele is begin 2010 de administratieve organisatie opnieuw beschreven.

Wetgeving en controle Tweede Kamer

1. Financiële rechtmatigheid

De bevindingen van de Rijksauditdienst bevestigen dat de professionalisering van de bedrijfsvoering in het algemeen en de financiële en inkoopfunctie in het bijzonder zich ook over het jaar 2010 in positieve zin manifesteert.

Het bedrag dat als onrechtmatig is aangemerkt, blijft ruim binnen de tolerantie van 1% en heeft volledig betrekking op aanbestedingen gedaan in voorgaande jaren.

2. Financieel en materieel beheer

De invoering van het digitaal bestellen in 2010 en het goedkeuren van de digitale factuur in 2010 geeft de Rijksauditdienst geen aanleiding tot op- of aanmerkingen. De Tweede Kamer komt haar financiële verplichting ten opzichte van de leverancier binnen de gestelde betalingstermijn na.

Het management stelt tevens met tevredenheid vast dat de Rijksauditdienst positief heeft geadviseerd over het gebruik van ISAE-3402 verklaring ter ondersteuning van de controle op de salarisverwerking. De Tweede Kamer zal de verklaring jaarlijks opvragen bij de leverancier en deze ter beoordeling voorleggen aan de Rijksauditdienst.

Wetgeving controle Eerste en Tweede Kamer

Geen specifieke opmerkingen behorend bij dit artikel. Voor het overige wordt verwezen naar het artikel wetgeving en controle Tweede Kamer.

C. JAARREKENING

7. Verantwoordingsstaat

Verantwoordingsstaat 2010 van de Staten-Generaal (IIA)

 

 

(1)

(2)

(3) = (2) – (1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

 

136 724

2 454

 

145 655

3 512

 

8 931

1 058

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Wetgeving en controle Eerste Kamer

10 433

10 433

79

10 792

10 816

76

359

383

-3

2

Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement

32 916

32 916

286

34 465

34 458

100

1 549

1 542

– 186

3

Wetgeving en controle Tweede Kamer

91 892

91 892

2 066

101 236

99 306

3 336

9 344

7 414

1 270

4

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1 483

1 483

23

1 075

1 075

0

– 408

– 408

– 23

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

10

Nominaal en onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

0

0

8. Saldibalans

Saldibalans per 31 december 2010 van de Staten-Generaal (IIA)

1)

Uitgaven 2010

145 654 645

2)

Ontvangsten 2010

3 512 320

      

3)

Liquide middelen

19 646

 

 

 

      

4)

Rekening-courant RHB

 

4a)

Rekening-courant RHB

139 604 437

      

5)

Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

115 718

6)

Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

2 673 252

      

7)

Openstaande rechten

 

7a)

Tegenrekening openstaande rechten

 
      

8)

Extra-comptabele vorderingen

214 445

8a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

214 445

      

9a)

Tegenrekening extra-comptabele schulden

 

9)

Extra-comptabele schulden

 
      

10)

Voorschotten

95 110 234

10a)

Tegenrekening

95 110 234

      

11a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

7 211 461

11)

Garantieverplichtingen

7 211 461

      

12a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

6 323 085

12)

Openst. verplichtingen

6 323 085

      

13)

Deelnemingen

 

13a)

Tegenrekening deelnemingen

 

 

TOTAAL

254 649 234

 

TOTAAL

254 649 234

Toelichting op de saldibalans van de Staten-Generaal (II A) over het jaar 2010

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2010

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Het totaalbedrag van € 19 646 is als volgt opgebouwd:

Eerste Kamer

538

Tweede Kamer

19 108

Totaal

19 646

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag in overeenstemming met het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 115 718 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a

Vorderingen kasbeheerders Staten-Generaal:

  
 

Eerste Kamer

33 452

 

Tweede Kamer

82 266

 

Totaal

115 718

Ad a. Vorderingen kasbeheerders Staten-Generaal

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit debiteuren (€ 23 840).

Het grootste deel van de vorderingen van de Tweede Kamer bestaat uit voorschotten reizen (€ 65 126).

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 2 673 252 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a

Schulden kasbeheerders Staten-Generaal:

  
 

Eerste Kamer

244 314

 

Tweede Kamer

2 307 020

b

Overige schulden

121 918

 

Totaal

2 673 252

Ad a. Schulden kasbeheerders Staten-Generaal

De intra-comptabele schulden van zowel de Eerste Kamer als Tweede Kamer bestaan voor het grootste gedeelte uit afdrachten loonbelasting en pensioenpremies (€ 208 119 respectievelijk € 2 303 927).

Ad b. Overige schulden

Dit betreft een schuld aan het Ministerie van Binnenlandse zaken, begrotingshoofdstuk VII

Ad 8. Extra-comptabele vorderingen

Ad 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het totaalbedrag van € 214 445 is als volgt opgebouwd:

Eerste Kamer

0

Tweede Kamer

214 445

Totaal

214 445

De posten van de Tweede Kamer betreffen vorderingen op diverse debiteuren.

Ad 10. Extra-comptabele voorschotten

Ad 10a. Tegenrekening extra-comptabele voorschotten

De saldi van de per 31 december 2010 openstaande voorschotten en van de in 2010 afgerekende voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december 2010:

Eerste Kamer

299 277

Tweede Kamer

94 810 957

Totaal

95 110 234

Overzicht afgerekende voorschotten in 2010:

Eerste Kamer

0

Tweede Kamer

294 528

Totaal

294 528

Toelichting stand openstaande voorschotten:

De posten van de Eerste kamer bestaat uit voorschotten Loyalis (€ 192 153) en voorschotten fractieondersteuning (€ 107 124). De posten van de Tweede Kamer bestaan uit voorschotten fracties (€ 47 910 938) en voorschotten Loyalis (€ 46 235 441).

Ad 11. Openstaande garantieverplichtingen

Ad 11a. Tegenrekening openstaande garantieverplichtingen

Het bedrag van € 7 211 461 aan openstaande garanties is als volgt opgebouwd:

Garanties 1 januari 2010

7 211 461

 

Verleende garanties in 2010

0

+

 

7 211 461

 

Vervallen garanties

0

-/-

Totaal openstaande garanties per 31 december 2010

7 211 461

 

De garanties vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 12. Openstaande verplichtingen

Ad 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 6 323 085 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen 1 januari 2010

  

6 666 675

 

Aangegane verplichtingen in 2010

  

147 567 184

+

   

154 233 859

 
      

Tot betaling gekomen in 2010

145 654 645

   

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

2 256 129

   
   

147 910 774

-/-

Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2010

  

6 323 085

 

Gegevens zijn ontleent aan de administratie van de kasbeheerders.