Gepubliceerd: 17 december 2010
Indiener(s): Pauline Smeets (PvdA)
Onderwerpen: verzekeringen zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32543-6.html
ID: 32543-6

Nr. 6 VERSLAG

Vastgesteld 17 december 2010

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

INHOUDSOPGAVE

  

blz.

   

I.

ALGEMEEN

2

   

1.

Inleiding

2

2.

Instelling publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan

2

3.

Taken CAK

4

4.

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden in huidige en toekomstige situatie

5

5.

Geldstromen in huidige en toekomstige situatie

5

6.

Toezicht en controle publiekrechtelijk CAK

6

7.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

6

8.

Financiële gevolgen omvorming tot publiek zelfstandig bestuursorgaan

6

9.

Administratieve lasten

7

10.

Overige vragen

8

   

II.

ARTIKELSGEWIJS

8

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van onder andere de AWBZ in verband met de instelling van het zelfstandig bestuursorgaan (zbo) CAK. Zij hebben echter een aantal vragen.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de AWBZ en enkele andere wetten, in verband met de instelling van het zelfstandig bestuursorgaan CAK. Zij zijn verheugd te zien dat er stappen worden gezet om publieke waarborgen te creëren voor een goede dienstverlening aan cliënten door als overheid ook sturing te kunnen geven en zeggenschap te hebben over de dienstverlening van het CAK, en dat er wordt gewerkt aan een beter passende verantwoordingsstructuur. Deze leden delen de mening van de regering dat de publieke taken van het CAK BV niet meer goed pasten binnen deze private organisatie. Zij hebben echter nog wel enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden zijn voorstander van omvorming van het CAK tot publiekrechtelijk zbo, zodat de minister met aanwijzingsbevoegdheid meer greep krijgt op het toegenomen aantal publieke taken van het CAK. Zij constateren echter ook dat het probleem niet alleen daar ligt. Voor de leden van de CDA-fractie staat de efficiënte en effectieve dienstverlening aan cliënten van het CAK voorop.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel om het CAK BV om te vormen van een privaatrechtelijk naar een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan. Zoals de regering terecht opmerkt in de memorie van toelichting is het CAK een uitvoeringsorganisatie van publieke taken geworden. Deze leden zijn van mening dat publieke taken zoveel mogelijk door publieke organisaties dienen te worden uitgevoerd, onder democratische controle. De rampzalige geschiedenis van het CAK BV heeft de juistheid van deze stelling bekrachtigd. De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat met het voorliggende wetsvoorstel een stap in de goede richting wordt gezet.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat strekt tot het omvormen van het huidige privaatrechtelijke CAK BV tot een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan, met als doel om de publieke verantwoordelijkheid voor de wettelijke taken en de bij deze taken passende mogelijkheden voor publieke aansturing, zeggenschap en verantwoording daarover beter te borgen, in het belang van een kwalitatief goede en tijdige uitvoering voor de veelal kwetsbare cliënten.

Deze leden zien de noodzaak van een verbetering van publieke waarborging om goede dienstverlening aan cliënten te kunnen garanderen en de noodzaak van sturing aan en medezeggenschap over deze dienstverlening door de rijksoverheid, met een passende verantwoordingsstructuur. Zij hebben voorts wel enkele opmerkingen en vragen over enkele financiële aspecten die met deze verbetering gepaard gaan.

2. Instelling publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan

De keuze voor de optie zbo, in tegenstelling tot de optie baten-lastendienst, is volgens de toenmalige staatssecretaris in een eerder schriftelijk overleg (Kamerstukken II, 2009/2010, 29 689, nr. 290) beter omdat daarmee transitierisico’s worden geminimaliseerd. De staatssecretaris noemde daarbij het risico van groot verloop onder medewerkers, hetgeen de continuïteit van de dienstverlening van het CAK in gevaar zou brengen. De leden van de PvdA-fractie vragen of er voor een dergelijk transitieprobleem niet een andere (tijdelijke) oplossing mogelijk zou zijn. De keuze voor een publiekrechtelijk zbo is een keuze voor lange termijn, en zou wellicht niet puur op basis van transitieproblemen genomen moeten worden.

Het CAK zal als publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan een eigen rechtspersoonlijkheid hebben. Daarmee kan het CAK zelfstandig contracten sluiten en personeel aannemen. Het kan daarmee voor CAK-personeel ook afwijken van de arbeidsvoorwaarden die gelden voor ambtenaren op de ministeries. Dit zou ook de overgang van het CAK BV naar het CAK als zbo voor het personeel prettiger maken. De leden van de PvdA-fractie willen graag weten of voor het personeel de arbeidsvoorwaarden voor rijksambtenaren, zoals neergelegd in het ARAR en het BBRA, gaan gelden. Deze leden vragen of er ook van de arbeidsvoorwaarden voor de rijksoverheid kan worden afgeweken als het gaat om de arbeidsvoorwaarden van bestuursleden. Deze worden door de minister aangesteld.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering om toe te lichten waarom vanuit het oogpunt van sturing en controle gekozen is voor een publiekrechtelijk zbo en niet voor het instellen van een (baten-lasten)dienst onder directe verantwoordelijkheid van de minister. Kan nogmaals aangegeven worden welke concrete problemen opgelost worden door het zbo publiek te maken? Ontbraken bij de uitvoering van deze publieke taken de doelmatigheidsprikkels zodat zorgverzekeraars niet controleerden op efficiency en kwaliteitsverbetering?

De leden van de SP-fractie ontvangen graag van de regering een nadere bespiegeling op de vraag of het CAK een eigen rechtspersoonlijkheid zou moeten zijn. De regering hanteert in de memorie van toelichting het argument dat het CAK op eigen titel moet kunnen deelnemen aan het civielrechtelijke rechtsverkeer. Genoemde leden zijn benieuwd naar een opsomming van voorbeelden die volgens de regering de noodzaak van een zelfstandige rechtspersoonlijkheid aantonen. Een van de voorbeelden die de regering hanteert in de memorie van toelichting is het belang om af te wijken van de arbeidsvoorwaarden die gelden voor ambtenaren op de ministeries. Zij vernemen graag van de regering op welke wijze de arbeidsvoorwaarden van het CAK precies afwijken van die van het ministerie.

Zoals al eerder is opgemerkt door de leden van de SP-fractie, en in de memorie van toelichting wordt bevestigd door de regering, beperkt het CAK zich tot het uitvoeren van publieke taken. Naar de mening van deze leden kan het CAK beschouwd worden als de incasso- en compensatieafdeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij vragen derhalve of het niet voor de hand zou liggen om van het CAK een agentschap van het ministerie van VWS te maken. Genoemde leden zijn van mening dat de taken van het CAK onvergelijkbaar zijn met die van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Zij zijn van mening dat de uitoefening van de CAK-taken door een agentschap van het ministerie beduidend eenvoudiger en efficiënter kan zijn dan de vorm van het publiekrechtelijk zbo die nu door de regering wordt gekozen. Hoewel de leden van de SP-fractie de omvorming tot publiekrechtelijk zbo een stap in de goede richting vinden, verlangen zij van de regering een bespiegeling op de voor- en nadelen van de verdergaande stap om er een agentschap van te maken.

3. Taken CAK

De leden van de VVD-fractie hebben signalen ontvangen over problemen rondom de vaststelling van het inkomen en de klachtenprocedure bij het CAK. In een bepaalde casus duurde het ruim drie jaar na opname voordat het CAK contact opnam met de betreffende persoon met vragen over inkomensgegevens ter vaststelling van het bijdrage-inkomen. Vervolgens werd een eigen bijdrage vastgesteld die hoger lag dan het bruto jaarinkomen. In de ingezette klachtenprocedure reageerde het CAK niet inhoudelijk op de aanmerkingen opgenomen in het bezwaarschrift. Deze leden verzoeken de regering aan te geven hoe zij tegen een dergelijke gang van zaken aankijkt en hoe zij deze wil verbeteren, mede in het licht van de gewenste klantgerichte en klantvriendelijke wijze waarop het CAK zijn taken vervult.

Ook hebben de leden van de VVD-fractie signalen ontvangen dat zorgvragers niet of slecht geïnformeerd zijn over (de hoogte van) de eigen bijdrage voor de functie begeleiding in natura – ingevoerd per 21 juni 2010. Het betreft hier met name informatie over hoe de eigen bijdrage wordt berekend en wat ze moeten doen als in die berekeningen fouten zijn gemaakt. Genoemde leden vragen de regering aan te geven of en hoe zij van plan is de informatieverstrekking naar zorgvragers over deze maatregel te organiseren.

Bij de leden van de CDA-fractie zijn veel klachten binnengekomen over het CAK, hoewel de hoeveelheid klachten over het CAK de laatste tijd beduidend minder is geworden. Hoofdlijn bij die klachten is de lange termijn waarop het CAK klachten afhandelt en de late termijn van berichtgeving. Ook de wijze waarop mensen te woord worden gestaan wordt vaak als onprettig ervaren. Het zou goed zijn indien door het CAK niet meteen in juridische context wordt vervallen, maar eerst doorgevraagd wordt naar het probleem waarmee mensen worstelen. Met de Nationale ombudsman pleiten deze leden voor eerlijkheid, duidelijkheid en vriendelijkheid.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering aan te geven wat de stand van zaken is van het verbetertraject voor dienstverlening aan cliënten door het CAK. Welke doelstellingen gaan gehanteerd worden ten aanzien van cliënttevredenheid en efficiëntie? Wat is de ambitie en uitgangspositie/nulmeting?

Naast de formele structuur van een uitvoerder van publieke taken, achten de leden van de SP-fractie de mentaliteit van de uitvoerder en de visie van de overheid van groot belang. Voor een geslaagde uitvoering van publieke taken is dienstbaarheid aan de publieke zaak een absolute noodzaak. In dit verband wensen deze leden een toelichting op de stelling in de memorie van toelichting dat het CAK op een «klantgerichte» en «klantvriendelijke» wijze de taken dient te vervullen. Zij menen dat deze formulering op dezelfde denkfout berust als die ten grondslag heeft gelegen aan de problemen van het CAK BV en vergelijkbare organisaties waarover klachten bestaan. De mensen die te maken krijgen met het CAK zijn geen klanten die vrijwillig een product afnemen, maar burgers die een speciale verhouding van rechten en plichten hebben met de boven hen gestelde overheid. De Nationale ombudsman heeft in dit verband ook regelmatig kritiek geuit op de verzakelijking en juridisering van de relatie burger-overheid. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar de reactie van de regering op dit onderwerp.

4. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden in huidige en toekomstige situatie

De leden van de CDA-fractie constateren problemen met de complexiteit van de regelingen en wetgeving. Het moet gewoon geconstateerd worden dat nieuwe regelingen zoals de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) erg ingewikkeld geworden zijn. Er zijn daardoor veel verschillende ketenpartners waarmee het CAK moet schakelen. Zelfs intern binnen het CAK gaat dat niet altijd even eenvoudig. Deze leden geven het voorbeeld van een cliënt waarvan bij het CAK het rekeningnummer bekend is voor de compensatie eigen risico 2010. Voor de uitvoering van de uitkering Wtcg 2009 blijkt het CAK rekeningnummer noch tenaamstelling te kennen en opnieuw na te vragen bij de cliënt. Navraag leert de cliënt dat wegens de wet op de privacy de gegevens niet centraal zijn opgeslagen.

De leden van de CDA-fractie vragen welke maatregelen genomen gaan worden om de interface tussen de complexe uitvoeringspraktijk en de cliënten te verbeteren.

Deze leden vernemen graag de stand van zaken ten aanzien van de aanbevelingen van Berenschot. Neemt door de omzetting het kritisch vermogen van de uitvoeringsorganisatie ten aanzien van VWS toe met betrekking tot knelpunten en de complexiteit van de uitvoeringspraktijk? Hoe gaan dergelijke verbeterpunten gewaarborgd worden bij het publiekrechtelijk zbo?

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de Kamer altijd juist en volledig geïnformeerd moet zijn, teneinde haar medewetgevende en controlerende taak goed te kunnen uitvoeren. Worden in dit kader zowel de goedgekeurde begroting, als de jaarrekening, als het jaarverslag van het zbo CAK jaarlijks door de minister aan de Kamer verstrekt? Zo ja, op welk moment gebeurt dit? Zo nee, waarom niet?

5. Geldstromen in huidige en toekomstige situatie

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de stand van zaken is in de besprekingen met de VNG over de manier waarop de beheerskosten van de vaststelling en inning van eigen bijdragen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) worden gefinancierd.

Deze leden vragen tevens waarom de beheerskosten van de taak van het CAK om namens de zorgverzekeraars of het College voor zorgverzekeringen zorgaanbieders te betalen ook deel uitmaken van het door de minister te verstrekken budget.

De leden van de D66-fractie onderschrijven het voornemen om de beheerskosten van het zbo CAK (o.a. huisvesting, personeel en ICT) op een andere wijze te financieren dan nu het geval is, teneinde de minister verantwoordelijkheid te kunnen laten dragen voor het goed functioneren van het CAK. Door de beheerskosten te onderscheiden van de uitvoeringskosten, is het naar de verwachting van deze leden voor de minister eenvoudiger om in overleg met het zbo CAK een jaarlijks budget vast te stellen, ter uitvoering van de in artikel 49 AWBZ genoemde wettelijke taken, ten laste van de rijksbegroting. Het is genoemde leden duidelijk dat de beheerskosten AWBZ uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) betaald worden, de beheerskosten voor het verstrekken van compensaties voor het eigen risico van de Zorgverzekeringswet (Zvw) uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf), de beheerskosten in verband met verstrekkingen voor de Wtcg, evenals nu het geval is, uit de rijksbegroting en de beheerskosten met betrekking tot de inning van de eigen bijdragen Wmo uit het gemeentefonds. Deze leden vragen hoe vaak de minister in overleg treedt met de VNG over de beheerskosten met betrekking tot de inning van de eigen bijdragen Wmo uit het gemeentefonds en of afspraken hierover tussentijds gewijzigd kunnen worden. Voorts vragen zij op basis waarvan het totale budget aan beheerskosten wordt bepaald en welke instrumenten de minister ter beschikking staan om die kosten te maximeren.

6. Toezicht en controle publiekrechtelijk CAK

De Algemene Rekenkamer heeft erop gewezen dat het nieuwe zbo niet gewezen is op de controlerechten van de Rekenkamer bij deze rechtspersoon. De regering stelt dat de Algemene Rekenkamer op grond van artikel 91, eerste lid, aanhef en onder d, van de Comptabiliteitswet 2001 wel controlerechten heeft. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering dit verschil van inzicht toe te lichten.

7. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De VNG heeft aangegeven een vertegenwoordiging te willen in het bestuur van het zbo CAK, maar dat is niet in lijn met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen die bestuursleden niet toestaat nevenfuncties te bekleden. De leden van de PvdA-fractie vinden dit een correcte redenering. Zij vragen daarbij of dit een trendbreuk is met eerder beleid voor bestuursleden bij het CAK BV. Zal bij de instelling van het nieuwe zbo CAK ook een geheel nieuw bestuur aangesteld worden?

De leden van de CDA-fractie constateren dat in de memorie van toelichting de opvattingen van het CAK BV en zijn aandeelhouders niet zijn weergegeven. Kan de regering aangeven wat de opvatting van het CAK BV en zijn aandeelhouders is ten aanzien van de omzetting van de organisatie van het privaatrechtelijk zbo CAK BV naar een publiekrechtelijk zbo CAK? In de brief van de staatssecretaris van VWS van 7 december 2009 (Kamerstukken II, 2009/2010, 29 689, nr. 281) stond dat het CAK in reactie op het rapport van Berenschot heeft aangegeven geen principieel tegenstander te zijn van omvorming en met VWS zou willen komen tot een gezamenlijke toekomstvisie. Is er op basis van een gezamenlijke toekomstvisie inmiddels een overeenkomst gesloten te aanzien van het overdragen van de organisatie? Blijft het CAK BV bestaan als privaatrechtelijk rechtspersoon of is er sprake van omzetting van de rechtspersoon, zo vragen deze leden. Indien het CAK BV blijft bestaan voor de 7 fte niet-publiekrechtelijke taken, hoe wordt naamsverwarring dan voorkomen?

8. Financiële gevolgen omvorming tot publiek zelfstandig bestuursorgaan

De leden van de VVD-fractie hebben in het kader van het schriftelijk overleg over het CAK

(Kamerstukken II, 2009/2010, 29 689, nr. 290) vragen gesteld over risico op verlies van personeel dat van cruciaal belang is. In reactie gaf de toenmalige staatssecretaris aan dat het onderzoek in het najaar van 2010 zou zijn afgerond en dat de Kamer geïnformeerd zou worden voordat het voorliggende wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd zou worden. Kan de regering toelichten waarom de Kamer nog niet is geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek? Is het onderzoek reeds afgerond? Kan de regering aangeven door wie dit onderzoek wordt/is uitgevoerd?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de gedetailleerde arbeidsvoorwaardenvergelijking al is afgerond, zoals afgesproken in een eerder schriftelijk overleg (Kamerstukken II, 2009/2010, 29 689, nr. 290). Wanneer zal de Kamer alsnog over de uitkomsten worden geïnformeerd?

Deze leden vragen ook hoe groot de financiële gevolgen van de overgang zullen zijn voor de medewerkers.

Ook naar de andere (eenmalige) transitiekosten zijn de leden van de PvdA-fractie benieuwd. Deze leden vinden het niet meer dan redelijk dat meerkosten zoveel mogelijk worden beperkt. Zij vragen wanneer deze kosten en de budgettaire gevolgen daarvan in beeld gebracht kunnen worden, en wanneer de Kamer daarover zal worden geïnformeerd.

De leden van de CDA-fractie vragen of er een vergoeding is overeengekomen met de eigenaars voor de investeringen die overgenomen worden door het publiekrechtelijk zbo. Zo ja, hoeveel bedraagt die? Wat zijn de totale eenmalige transitiekosten? Is er overeenstemming met de VNG en welke afspraken zijn met de VNG gemaakt?

Kan een vergelijking gegeven worden van de huidige vergoedingen die betaald worden voor de publieke taken en de toekomstige beheerskosten zoals die door de minister zullen worden vastgesteld? De ambtenaren van het nieuwe publiekrechtelijk zbo zullen onderdeel uitmaken van de rijksoverheid. De leden van de CDA-fractie merken op dat er een initiatiefwetsvoorstel ingediend is om de rechtspositie van ambtenaren gelijk te schakelen aan die van werknemers. Daarom vragen deze leden of het niet logisch is om de medewerkers een privaatrechtelijk dienstverband te laten behouden. Genoemde leden vragen wat de gevolgen zijn van de omzetting voor de door de regering voorgenomen en ingezette taakstellingen op de overheid en het ministerie van VWS in het bijzonder. Zijn er na deze omzetting nog vervolgstappen te verwachten voor het CAK ten aanzien van de voorgenomen taakstelling op Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s, door bijvoorbeeld clustering?

Ook de leden van de D66-fractie herinneren de regering aan de opmerking van de toenmalige staatssecretaris van VWS (naar aanleiding van een schriftelijk overleg over de toekomstige positionering van en verbeteringen bij het CAK – Kamerstukken II, 2009/2010, 29 689, nr. 290), dat een gedetailleerde arbeidsvoorwaardenvergelijking (arbeidsvoorwaarden van zorgverzekeraars versus ambtelijke arbeidsvoorwaarden) medio het najaar van 2010 moest zijn afgerond. Is dit onderzoek inmiddels afgerond en zijn derhalve de financiële consequenties van de omvorming van het CAK BV tot publiekrechtelijk zbo bekend? Zo ja, wil de regering de Kamer dan zo spoedig mogelijk informeren over de uitkomsten van het onderzoek? Zo nee, wanneer wordt dit onderzoek afgerond en krijgt de Kamer hierover bericht?

Op pagina 10 van de memorie van toelichting staat vermeld dat de inzet is om meerkosten (de extra transitiekosten) zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te beperken. Het lijkt de leden van de D66-fractie niet meer dan logisch om de (eenmalige) transitiekosten, die gemoeid zijn met de overgang naar en de start van het publiekrechtelijk zbo, zo laag mogelijk te houden. Bovendien zijn deze leden benieuwd naar de hoogte van de transitiekosten en de budgettaire gevolgen hiervan. Kan de regering hiervan een overzicht aan de Kamer verstrekken?

9. Administratieve lasten

De leden van de CDA-fractie constateren dat enerzijds in de memorie van toelichting staat dat de wijziging geen gevolgen heeft voor de administratieve lasten. Anderzijds staat er dat bijvoorbeeld de eenvoudiger financiering de administratieve lasten voor gemeenten verminderd. Wat is waar? Heeft de wijziging bovendien geen juridisch-administratieve gevolgen voor de besluiten van het zbo?

10. Overige vragen

De leden van de VVD-fractie hebben signalen ontvangen dat mantelzorgers moeten meebetalen omdat zij worden gerekend tot fiscale partner van de zorgvrager. Deze leden vragen de regering deze problematiek nader te duiden: hoe groot is het probleem en welke gevolgen heeft dit voor de mantelzorgers in Nederland?

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot het voornemen om de taken en de risico’s van regionale zorgkantoren door de zorgverzekeraars te laten overnemen, zodat patiënten qua medische zorg nog maar met één loket te maken hebben.

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel I, onderdeel B

Artikel 51b

In artikel 51b staat dat het zbo CAK goedkeuring van de minister nodig heeft, wanneer de totale omvang van het in de begroting opgenomen bedrag gewijzigd wordt en wanneer de wijziging per groep van kostensoorten en baten tot gevolg heeft dat de beheerskosten die ermee gemoeid zijn hoger zijn dan vijf procent. De leden van de D66-fractie willen weten op basis van welke gegevens de minister jaarlijks de begroting voor het zbo CAK bepaalt en wat de criteria zijn op basis waarvan het CAK (even afgezien van de noodzakelijke goedkeuring van de minister hiervoor) op voorhand weet dat het van de begroting mag afwijken.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

Adjunct-griffier van de commissie,

Clemens