Kamerstuk 32398-14

Amendement van het lid Bouwmeester over het laten vervallen van de mogelijkheid om het medisch dossier van weigerende observandi in te zien

Dossier: Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)


Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID BOUWMEESTER

Ontvangen 2 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 7.1, onderdeel F, wordt het tweede punt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden: Er wordt een lid toegevoegd, luidende:.

2. Het zesde lid vervalt.

Toelichting

Dit amendement beoogt te voorkomen dat medische dossiers van weigerachtige observandi op eenvoudige wijze kunnen worden overgedragen aan onderzoekers ten behoeve van een pro-justitia rapport. Indieners zijn van mening dat het overdragen van het medisch dossier ten behoeve van dit onderzoek strijdig is met het medische beroepsgeheim en schending van de bescherming van de persoonsgegevens van betrokkene oplevert.

Met machtiging van de Rechter-commissaris heeft de Officier van Justitie reeds op basis van art. 126 nf Sv jo 96 a Sv de mogelijkheid inzage of afgifte van dossiers te vorderen. Volgens deze artikelen blijft het verschoningsrecht in stand, ook indien de observandus weigert mee te werken. Aan het verschoningsrecht ligt ten grondslag dat het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. Indiener acht de mogelijkheid om dossier te vorderen op basis van art. 126 nf Sv jo 96 a Sv voldoende.

Bouwmeester