Kamerstuk 32242-6

Nota naar aanleiding van het verslag

Dossier: Samenvoeging van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel

Gepubliceerd: 11 maart 2010
Indiener(s): Ank Bijleveld (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: bestuur gemeenten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32242-6.html
ID: 32242-6

32 242
Samenvoeging van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel

nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 16 maart 2010

Inhoudsopgave Blz.

1. Inleiding 1

2. Totstandkoming van het herindelingsadvies en voorgeschiedenis 2

2.1. Voorgeschiedenis 2

2.2. De totstandkoming van het herindelingsadvies 6

2.3. Herindelingsbeleid van de provincie Fryslân 8

3. Toets draagvlak 11

3.1 Toets bestuurskracht en duurzaamheid 11

3.2 Toets interne samenhang 11

3.3 Toets regionale samenhang en evenwicht 13

3.4 Toets draagvlak 18

3.4.1 Bestuurlijk draagvlak 18

3.4.2 Maatschappelijk draagvlak 19

4. Financiële aspecten 20

1. Inleiding

Hierbij bied ik u de nota naar aanleiding van het verslag voor het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel aan. Het wetsvoorstel heeft geleid tot een aantal bevindingen en vragen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De leden van de CDA-fractie, de leden van de PvdA-fractie en de leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende voorstel. De leden van de SP-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van dit voorstel. De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat er geen sprake is van een zorgvuldig besluit bij het voorliggende voorstel omdat zij vinden dat een unaniem draagvlak onder de inwoners een vereiste is voor schaalvergroting. De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorsel.

Bij de beantwoording heb ik zoveel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden. Uit praktisch oogpunt ben ik een enkele keer van de volgorde afgeweken, door vragen van gelijke strekking samen te nemen.

2. Totstandkoming van het herindelingsadvies en voorgeschiedenis

2.1 Voorgeschiedenis

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de vorming van deze grote gemeente in het perspectief van de toekomst van het geheel van Friesland moet worden geplaatst. Wat is de mening van de regering over de schaal van de nieuw te vormen gemeente? Welke garanties zijn er dat het contact tussen de inwoners van de 69 kernen en het gemeentebestuur op een verantwoord niveau plaats kan vinden?

Voornoemde leden vragen of er een risicoanalyse is gemaakt. Zijn er ervaringen met andere herindelingsgemeenten met vele kernen waaruit blijkt dat het gemeentebestuur ook deel is blijven uitmaken van de gemeenschapszin? Klopt het dat in een vergelijkbare gemeente (qua structuur, niet qua omvang) zoals Steenwijkerland inmiddels een situatie is ontstaan waarin eigenwijze dorpen en wijken hun gang gaan en zich niets gelegen laten liggen aan hetgeen besloten wordt op het gemeentehuis (bijvoorbeeld zuipketen/oudejaarsvieringen)?

Elk herindelingsvoorstel staat op zichzelf en moet op zijn eigen merites beoordeeld worden. De afwegingen van belangen kan naar mijn oordeel het beste op lokaal en regionaal niveau worden gemaakt. Het maken van de inschatting hoe dit voorstel zich verhoudt in de totale context van Fryslân is primair een verantwoordelijkheid van het provinciebestuur.

De omvang van de nieuw te vormen gemeente zie ik niet bij voorbaat als een probleem.

Er is geen risicoanalyse gemaakt. De betrokken gemeentebesturen zijn zich zeer bewust van de schaal van de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân. Dit uit zich onder andere in het feit dat reeds in het herindelingsadvies wordt ingegaan op het aantal kernen en de oppervlakte van het gebied. In de raadsbehandelingen is het contact met burgers en het maatschappelijk middenveld al op voorhand hoog op de agenda gezet van de nieuw te vormen gemeente. Ook gedeputeerde staten geven er in hun zienswijze blijk van oog te hebben voor dit onderwerp. In de voorbereidende fase is de aandacht voor de schaal van de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân op verschillende manieren concreet vertaald. Het onderwerp staat op de strategische agenda van de stuurgroep Súdwest Fryslân en heeft vorm gekregen in één van de drie leidende principes van de nieuw te vormen gemeente, namelijk «uit de gemeenschap». In de beoogde organisatiestructuur van de nieuwe gemeente heeft de afdeling Dorpen en Steden, die specifiek de vraagstukken rond dit onderwerp adresseert, een prominente plek. Ook worden er drie klantencontactcentra (kcc’s) gerealiseerd, verspreid over het gebied. De betrokken gemeenten zijn reeds gestart met het vormgeven van het kernenbeleid. Zo is de dialoog met het maatschappelijk middenveld gestart in de vorm van een (eerste) conferentie.

Verder is het van belang hier te benoemen dat er in de verschillende betrokken gemeenten reeds ruime ervaring is opgedaan met het bieden van dienstverlening aan verschillende kernen en het betrekken van leefgemeenschappen.

De gemeente Wûnseradiel kent in haar huidige samenstelling namelijk 27 kernen en Wymbritseradiel heeft 28 kernen. Onder andere met de inzet van dorpencoördinatoren worden in deze gemeenten goede resultaten behaald; in de nieuw te vormen gemeente wordt deze ervaring optimaal benut.

Daarnaast zal binnen het college per wethouder een gebiedsgewijze toedeling van kernen plaatsvinden, zodat ook periodiek rechtstreeks contact tussen gemeentebestuur en verenigingen van dorpsbelangen plaatsvindt. Deze voorgenomen werkwijze stelt de gemeente in staat om haar kernen op een adequate wijze te kunnen bedienen.

De nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân heeft zo, naast een zorgvuldige oriëntatie al concrete stappen ondernomen om het contact met haar burgers en de kernen op verantwoorde wijze vorm te geven. Daarbij wordt tevens gebruik gemaakt van de ervaringen van andere herindelingsgemeenten. Deze ervaringen worden opgehaald in de vorm van werkbezoeken en contacten op individueel niveau.

Wat betreft de situatie in Steenwijkerland, merk ik op dat op basis van de informatie die ik heb, het beeld dat hier door deze leden geschetst wordt als het gaat om alcohol en jongeren of de relatie tussen dorpen c.q. wijken en het gemeentebestuur, door betrokken partijen niet wordt herkend. Integendeel, er is sprake van een open en constructief overleg.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat deze samenvoeging een reactie is op de gesprekken geïnitieerd door de Vereniging van Friese gemeenten en de provincie Friesland hoe gekomen kan worden tot een versterking van de bestuurskracht van de gemeenten in deze provincie. Dat leidt bij deze leden tot de verwachting dat er in de toekomst meer vormen van samenwerking zullen ontstaan tussen de Friese gemeenten en mogelijk ook meerdere herindelingen zullen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat dit proces tot een evenwichtig eindresultaat leidt, hechten voornoemde leden aan een gebiedsbrede visie die de gemeenten in goed overleg en vrijheid in kunnen vullen. Het valt deze leden op dat de provincie Fryslân zeer terughoudend is in het aannemen van deze rol. Hoe ziet de regering de rol die provincies in het algemeen kunnen spelen bij herindelingen en hoe kijkt ze aan tegen de manier waarop de provincie Fryslân hier haar rol heeft ingevuld? Kan de regering deze leden informeren over de manier waarop de provincie het verdere proces van versterking van bestuurskracht wil begeleiden?

Het staat gemeentebesturen vrij om voortgang en tempo van het eigen besluitvormingsproces te bepalen. Dat neemt,niet weg dat het op de weg van de provincie ligt om in dialoog met gemeenten, te bevorderen dat er zoveel mogelijk samenhang ontstaat tussen discussies over versterking van (boven)lokale bestuurskracht en eventuele initiatieven tot samenwerking of herindeling. Dat kan bijvoorbeeld op basis van een integrale visie op de gewenste bestuurlijke organisatie in een bepaalde regio, maar het is aan provincies om dat te bepalen.

De provincie heeft ruimte om invulling te geven aan haar rol binnen de kaders van de Wet arhi en het Beleidskader gemeentelijke herindeling.

Het provinciebestuur van Fryslân heeft een collegeakkoord gesloten waarin het principe is opgenomen dat herindelingen op initiatief van de gemeentebesturen tot stand moeten komen. Ten aanzien van zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het lokaal bestuur zoekt het provinciebestuur dan ook aansluiting bij concrete initiatieven die door gemeenten zelf worden geïnitieerd. Het provinciebestuur kiest niet voor een provinciebrede blauwdruk. Het provinciebestuur heeft oog voor de (boven)lokaal ervaren knelpunten en wil bij de te kiezen oplossingen rekening houden met het verschil in intensiteit en urgentie van de bestuurskrachtproblemen. Deze werkwijze maakt het mogelijk om daar waar wenselijk de bestuurlijke schaal beter te laten aansluiten op de schaal waarop maatschappelijke vraagstukken aan de orde zijn.

De voorgenomen herindeling in Súdwest Fryslân is een stap in een breder proces om tot duurzame lokaalbestuurlijke oplossingen te komen. Dit fusievoornemen draagt geen restproblematiek in zich. Voor andere gemeenten zijn alternatieven, zodat het ontstaan van «muurbloempjes» niet aan de orde is. Uiteraard is het zaak dat de provincie erop blijft toezien dat dat ook bij mogelijke vervolgstappen gegarandeerd blijft. Voor dit perspectief heeft de provincie blijvend aandacht, ook als het gaat om het bewerkstelligen van een nieuw lokaal-bestuurlijk evenwicht in Fryslân. Ten aanzien van het verdere proces van versterking van de lokale bestuurskracht in Fryslân is thans een discussie gaande tussen provinciale staten en gedeputeerde staten over de aanscherping van de provinciale regierol bij gemeentelijke herindelingen om op termijn te komen tot een goede mate van regionale samenhang en evenwicht. De regering volgt dit proces met belangstelling.

De leden van de SP-fractie constateren dat meer alternatieven voor deze herindeling denkbaar zijn, waarvan sommigen ook op meer draagvlak kunnen rekenen onder de inwoners. Een voorbeeld is een fusie langs de IJselmeerkust, tussen de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Nijefurd en Wûnseradiel, of een fusie tussen Bolsward, Harlingen en Wûnseradiel. Waarom zijn deze alternatieven niet nader onderzocht? De provincie Fryslân geeft in een brief aan dat een aantal burgers van Wûnseradiel en Nijefurd kennelijk kiezen voor varianten die niet op bestuurlijk draagvlak kunnen rekenen. Staat de regering achter deze uitspraak? Deelt zij de mening van deze leden dat de lokale democratie van de inwoners van de gemeenten is en niet van de bestuurders van de provincie?

Meer en betere samenwerking tussen de gemeenten kan volgens deze leden oplossingen bieden voor mogelijke problemen. Is de mogelijkheid van betere samenwerking onderzocht? Is hierbij ook de mogelijkheid betrokken van differentiatie van gemeentelijke taken? Waarom zijn in de jaren negentig de samenwerkingsverbanden die er toen waren tussen de gemeenten opgeheven? Hoe zijn de mogelijkheden onderzocht om de nu bestaande samenwerkingsverbanden te intensiveren?

De aan het woord zijnde leden zijn niet tevreden met de gevolgde procedure. Bij de verkiezingen van 2006 werd nog met geen woord gesproken over mogelijke herindelingen. De inwoners hebben zich hier niet over kunnen uitspreken. Deze leden constateren dat daarna de bestuurlijke trein naar herindeling in beweging is gezet en de bevolking geen mogelijkheid heeft gekregen om zich hierover uit te spreken. Naar het oordeel van deze leden wordt vastgehouden aan een te snel besluit, waardoor de herindeling op 1 januari 2011 een feit moet zijn. Gaan de huidige gemeenten failliet als er wat meer tijd uitgetrokken wordt om tot een zorgvuldige afweging te komen? Waarom is besloten de verkiezingen uit te stellen tot na de herindeling, waardoor de inwoners ook deze kans is ontnomen om hun mening te geven? Waarom zou uitstel van het besluit tot herindeling, na het afhaken van Gaasterlân-Sleat, het draagvlak hebben verzwakt? Waarom wordt er zo hardnekkig vastgehouden aan de datum 1 januari 2011?

In de aanloopfase naar de fusie zijn door de afzonderlijke gemeentebesturen diverse alternatieven onderzocht. Op 8 juli 2008 hebben de betrokken gemeentebesturen een informateur, de heer H.J.E. Bruins Slot, opdracht gegeven een advies uit te brengen over gemeentelijke herindeling in Zuidwest Fryslân.

De informateur heeft, na gespekken met de gemeentebesturen het voorstel voor samenvoeging van de huidige vijf gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel neergelegd, waarmee door de vijf gemeenteraden is ingestemd. De sterke samenhang in cultuur, historie, natuur, toerisme, industrie en agrarische sector leidt tot de slotsom dat de vijf gemeenten in Súdwest Fryslân gekenschetst kunnen worden als een robuust, samenhangend regionaal geheel. De betrokken gemeenteraden hebben bekrachtigd dat herindeling noodzakelijk was en hebben doelbewust gekozen voor een herindeling van deze vijf gemeenten.

Door informateur Bruins Slot is op basis van de betrokken raadsuitspraken van de diverse gemeenten in de regio terzake het bestuurlijke toekomstperspectief alsmede op basis van gesprekken met gemeentebesturen geïnventariseerd welke herindelingsvarianten tot de mogelijkheden zouden kunnen behoren. Hierbij is eveneens in beschouwing genomen dat voor de gemeente Harlingen een fusie niet aan de orde was. Het gemeentebestuur van Gaasterlân-Sleat heeft de keuze gemaakt niet te opteren voor een fusie met de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel.

Vast is komen te staan dat er geen bestuurlijk draagvlak is in Harlingen om samen te gaan met Wûnseradiel en Bolsward. De raden van de vijf betrokken gemeenten hebben in grote meerderheid wel voor elkaar gekozen. Het bestuurlijk draagvlak voor de nieuw te vormen gemeente is daarmee zeer groot. De gemeenten hebben hier expliciet voor gekozen. In dat geval ligt het niet voor de hand om nog andere alternatieven te onderzoeken.

De procedure is vervolgens zorgvuldig doorlopen.

Het is de primaire verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur om te investeren in een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak voor een herindelingsvoorstel. De bevoegdheid tot het vaststellen van een herindelingsadvies komt toe aan de gemeenteraad die als direct gekozen volksvertegenwoordiging die de uiteindelijke belangenafweging maakt.

De verschillende gemeenteraden zijn conform de uitgangspunten van de vertegenwoordigende democratie, en volgens de procedurele regels volgens de Wet Arhi tot besluitvorming inzake de voorgenomen herindeling gekomen.

De mogelijkheid van betere samenwerking is door de betrokken gemeenten onderzocht. De Zuidwesthoek heeft een lange historie op het gebied van samenwerken en heeft daarmee ook de nadelen ervaren die daarmee samenhangen. Gemeenschappelijke regelingen zijn hulpstructuren voor de uitvoering van taken; het gewenste beleid dient lokaal te worden vastgesteld. Democratische legitimatie vormt een belangrijk motief om van samenwerken naar samengaan te bewegen.

Eén van de argumenten om te streven naar een fusie is om de gevoelde bestuurlijke drukte aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aan banden te leggen, waarbij tegelijk de rechtstreekse zeggenschap door de gemeenteraad over beleid en uitvoering aan kracht wint.

Nee, de optie van differentiatie van gemeentelijke taken is niet onderzocht. Een samenvoeging wordt door de gemeenten als passend antwoord op de gevoelde problematiek ervaren.

Het samenwerkingsverband Zuidwest Fryslân is in de jaren negentig van de vorige eeuw opgeheven, vanwege een als zodanig ervaren gebrek aan democratische legitimatie. De raden vonden dat zij téveel van het beleid af kwamen te staan en daardoor er ook onvoldoende invloed op hadden. Dat is ook de reden dat de raden nu van opvatting zijn om het aantal gemeenschappelijke regelingen zoveel als mogelijk is te beperken en te kiezen voor herindeling, omdat daarmee ook een robuuste gemeente ontstaat die echt zeggenschap heeft over het beleid

De huidige gemeenten zullen niet failliet gaan. Ten aanzien van een aantal van de betrokken gemeenten bestaat evenwel een reële zorg over de financiële positie. Het besluitvormingstraject binnen de gemeenten is zorgvuldig. De bevolking is hierbij betrokken.

Alles overziende is er geen reden is om meer tijd voor het implementatietraject uit te trekken dan noodzakelijk is.

Bij realisering van het streven van gemeentelijke herindeling per 1 januari 2011, zullen in november of december 2010 gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Op grond van artikel 55, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling bepalen gedeputeerde staten de datum voor de herindelingsverkiezingen. De reguliere gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 jl. hebben geen doorgang gevonden, omdat de gemeenteraad van de nieuw te vormen gemeente een zittingsperiode van slechts negen à tien maanden zou hebben wanneer in november of december 2010 weer verkiezingen moeten worden gehouden. Dit is geregeld in de Wet van 9 november 2009 tot verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor een wijziging van de gemeentelijke indeling met ingang van 1 januari 2011 in voorbereiding is (Stb 2009, 476).

De gemeenteraad die bij de verkiezingen wordt gekozen zal zitting hebben tot maart 2014.

Vanaf het moment dat de procedure werd doorlopen is er een gepast tijdpad gehanteerd om de procedure zorgvuldig te doorlopen, inclusief de wettelijke termijnen van terinzagelegging van het herindelingsontwerp conform de Wet arhi. Het valt niet in te zien dat er langer over de procedure zou moeten worden gedaan dan noodzakelijk.

2.2 De totstandkoming van het herindelingsadvies

De leden van de CDA-fractie vragen waarom de regering het voorstel aan de Kamer heeft gezonden, terwijl Provinciale Staten van Fryslân geen positief advies over het voorliggende voorstel heeft uitgebracht. Heeft de regering overwogen Provinciale Staten van Fryslân alsnog om een uitspraak te vragen?

Voornoemde leden maken zich zorgen over de toekomst van de scholen in de kleine kernen. Lopen deze scholen de kans dat ze eerder zullen worden opgeheven doordat de schaal van de gemeente groter is geworden? Hoe kijkt de regering aan tegen de regie bij deze herindeling?

Deze leden zijn benieuwd naar de visie van de regering omtrent het feit dat gemeenteraden geen andere varianten hebben willen onderzoeken (een kritiekpunt van veel bezwaarmakers, die liever een andere variant van de herindeling hadden gezien).

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat Provinciale Staten in een vergadering op 24 juni 2009 een motie heeft aangenomen waarin zij Gedeputeerde Staten oproept «... yn elk gefal gjin positive sjenswise nei de Minister te stjoeren». De regering schrijft in de memorie van toelichting dat «... het herindelingsadvies niet onverdeeld positief maar van enige kanttekeningen vergezeld zou moeten zijn.» Dat is echter niet hetzelfde, zo constateren deze leden. Het herindelingsadvies is uiteindelijk toch met een positief advies verstuurd. De indieners van de motie zijn hier, in de ogen van deze leden, terecht boos over. Wat is het oordeel van de regering over het handelen van de provincie? Deelt zij de mening van deze leden dat het dictum van de motie wezenlijk anders is dan de vertaling van de staatssecretaris in haar memorie van toelichting? Kan zij toelichten waarom zij dan toch voor deze woorden heeft gekozen? Deelt de regering de mening dat het herindelingsadvies samen met de aangenomen motie niet als een positief advies, maar als een neutraal advies moet worden beschouwd?

De leden van de VVD-fractie beseffen dat er geen verplichting voor Gedeputeerde Staten is om Provinciale Staten bij de besluitvorming te betrekken, daar het een herindelingsadvies op initiatief van de gemeenten zelf betreft. In de memorie van toelichting valt te lezen, dat Provinciale Staten in een motie hebben uitgesproken dat de zienswijze van Gedeputeerde Staten op het herindelingsadvies niet onverdeeld positief zou moeten zijn, maar met enige kanttekeningen omgeven zou moeten zijn. Deze leden kunnen hieruit niet opmaken, of Provinciale Staten van Friesland over deze herindeling nu een opvatting kenbaar hebben gemaakt. Zo ja, welke? Als Provinciale Staten geen opvatting kenbaar hebben gemaakt, zou dat deze leden verbazen, het gaat immers om een belangrijk besluit. Is de regering bereid om alsnog advies aan Provinciale Staten van Friesland te vragen?

De bevoegdheid tot goedkeuring van het herindelingsadvies ligt bij gedeputeerde staten. Provinciale staten hebben hierin formeel geen rol. Maar gedeputeerde staten kunnen provinciale staten natuurlijk wel om hun oordeel vragen.

De wijze waarop provinciale staten worden betrokken bij de besluitvorming door gedeputeerde staten als het gaat om een zienswijze op een gemeentelijk herindelingsadvies, is een aangelegenheid van het provinciebestuur.

Gelet op het feit dat het een herindelingsadvies betreft op initiatief van gemeenten, zijn de voorschriften van artikel 5 Wet arhi van toepassing. Het was dus geen vereiste om provinciale staten te betrekken bij de besluitvormingsprocedure met betrekking tot de zienswijze op het herindelingsadvies. Niettemin hechtten gedeputeerde staten eraan om provinciale staten bij de besluitvorming te betrekken en hun gevoelen terzake kenbaar te maken.

Provinciale staten hebben hierbij gesteld om niet een louter positieve zienswijze aan de minster te zenden. Overigens bleek het niet de bedoeling te zijn geweest van provinciale staten om een négatief advies toe te sturen. Er is niet overwogen om provinciale staten nogmaals om een uitspraak te vragen. Uit het verslag van de vergadering van provinciale staten kan worden opgemaakt dat het niet alleen gaat om het dictum van de motie. Ook de verdere context van de bespreking is relevant.

De zienswijze van gedeputeerde staten is conform dit gevoelen aangepast, waardoor een genuanceerde zienswijze is ontstaan, met het verzoek van gedeputeerde staten aan mij om een voorstel van wet in voorbereiding te nemen.

De vorming van deze nieuwe gemeente zal niet leiden tot opheffing van scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. De situatie voor het basisonderwijs zal bij de vorming van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân mogelijk wel gevolgen kunnen hebben, omdat voor deze gemeente nieuwe opheffingsnormen zullen moeten worden berekend. Hier wordt op geanticipeerd door het hanteren van gedifferentieerde regio’s (splitsen) binnen de nieuwe gemeente. Het college van burgemeester en wethouders kan op grond van artikel 155 Wet op het Primair Onderwijs het grondgebied van de gemeente in twee delen splitsen in verband met aanzienlijke verschillen in bebouwingskarakter en bevolkingsdichtheid tussen die delen. Door het grondgebied te splitsen wordt bereikt dat de opheffingsnormen zo goed mogelijk aansluiten bij bebouwingskarakter en bevolkingsdichtheid van die delen van de nieuwe gemeente.

Voor twee scholen bestaat een risico van opheffing, dit risico staat echter los van de herindeling en is reeds aanwezig bij de huidige indeling van de gemeenten. Voor de nieuwe gemeente worden – los van voorgenoemde zaken – geen problemen met de nieuwe opheffingsnormen verwacht.

We kunnen met enige voorzichtigheid concluderen dat de vorming van de gemeente Súdwest Fryslân in beginsel niet hoeft te leiden tot een eerdere sluiting van kleine scholen.

2.3 Herindelingsbeleid van de provincie Fryslân

De leden van de CDA-fractie vragen wat de mening van de regering is over de (blauwdruk-) opvatting van Gedeputeerde Staten van Fryslân dat ook andere herindelingen uit stedelijk gebied en uit platteland zouden moeten bestaan.

Voornoemde leden vragen of de aanvaarding van het voorliggende voorstel zal betekenen dat initiatieven van de Middelsee gemeenten, van de NOFA-gemeenten en ook van de Zuid-west Friese gemeenten, die indertijd het voortouw hebben genomen bij de samenwerking op ICT-gebied, minder bestuurlijke steun krijgen.

De aan het woord zijnde leden vragen hoe de regering aankijkt tegen de wens van een aantal kleinere gemeenten in Friesland, waaronder Littenseradiel, om zelfstandig te blijven. Is er in de provincie Fryslân nog voldoende ruimte om alternatieven voor gemeentelijke herindeling een kans te geven?

Deze leden vragen of de regering kan garanderen dat het instemmen met dit herindelingsvoorstel geen gevolgen zal hebben voor de vrijheid die de overige gemeenten in Fryslân hebben om over hun toekomst keuzes te maken.

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering parallellen ziet met de eerste herindeling in Zuid-Limburg die indertijd ook in de tijd van begrotingskrimp plaats heeft gevonden. Zo ja, welke consequenties wil zij daaraan verbinden?

Voornoemde leden zijn tevens benieuwd naar de opvatting van de regering over het feit dat er in Sneek een waarnemend burgemeester is benoemd die de ambitie heeft ook de burgemeester van de nieuwe gemeente te worden. Welke garanties kunnen er worden gegeven dat er rond de benoemingsprocedure voor de uiteindelijke burgemeester nog sprake zal zijn van een open procedure met gelijke kansen voor alle kandidaten? Is er geen sprake van fundamentele ongelijkheid als een kandidaat al een jaar de tijd heeft gehad om zich in het gebied te manifesteren?

Het provinciebestuur heeft niet als vaststaand beleid, dat per sé bij elk voorliggend herindelingsvoorstel de nieuwe gemeente uit stedelijk gebied en platteland zou moeten bestaan. Overigens is de opbouw van steden, dorpen en platteland wel zodanig dat een dergelijk uitgangspunt, waarbij stad en het erop georiënteerde omliggende platteland elkaar over en weer versterken, in de Friese context niet onlogisch is te noemen.

Aanvaarding van dit wetsvoorstel kan gevolgen hebben voor de bestaande samenwerking op ICT-gebied. Het aantal partners zal teruglopen, maar er is geen reden om te veronderstellen dat de samenwerking niet – in gewijzigde vorm – kan worden voortgezet.

De bestuurlijke steun voor de initiatieven zal naar alle verwachting niet veranderen. Alle partijen zien het belang daar zonder meer van in.

In beginsel blijft er voldoende ruimte voor kleinere gemeenten. In ieder geval zullen gemeenten ook in de toekomst voldoende bestuurskracht moeten hebben, mede gelet op de reeds ingezette en in de toekomst mogelijk nieuw geïnitieerde decentralisatie van overheidstaken en de algehele positionering van de gemeente als «eerste overheid». Het is mede een provinciale verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de borging van de kwaliteit van het lokaal bestuur. Indien de bestuurskracht onder de maat is om de opgaven en ambities adequaat te kunnen adresseren kan herindeling een antwoord zijn, maar er zijn in die situatie ook andere mogelijkheden denkbaar in de sfeer van intergemeentelijke samenwerking door zelfstandige gemeenten.

Er is nog voldoende ruimte om alternatieven voor gemeentelijke herindeling een kans te geven. Herindeling is geen doel op zich, maar één van de mogelijke oplossingen om de bovenlokale slagkracht op duurzame wijze te vergroten. Gemeentelijke herindeling is maatwerk waarbij afweging van belangen en consequenties het beste op lokaal en regionaal niveau gemaakt kunnen worden. Indien er gekozen wordt voor gemeentelijke herindeling als oplossing ter versterking van bestuurskracht, zal de regering pas een standpunt daarover innemen op het moment dat zij een herindelingsadvies heeft ontvangen.

De Zuidwesthoek en Zuid-Limburg verschillen als gebieden significant qua structuur, ligging en problematiek. Een krimpende begroting kan in een grotere gemeente echter beter worden opgevangen dan in de huidige constellatie, met name door in de opzet van de ambtelijke organisatie efficiencywinst te boeken en krachten te bundelen en te concentreren. De huidige 5 gemeenten hebben gezamenlijk al richtlijnen opgesteld hoe de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân de begrotingskrimp kan opvangen.

De benoeming van een waarnemend burgemeester en een burgemeester verloopt volgens de standaardprocedure. De benoeming van de waarnemend burgemeester voor Súdwest Fryslân geschiedt onder verantwoordelijkheid van de Commissaris van de Koningin. In de regels die gelden voor de benoeming van een burgemeester zijn voldoende waarborgen opgenomen voor een open procedure, waarbinnen in het bijzonder de raad van de nieuwe gemeente (middels het opstellen van de profielschets, de werkzaamheden in de vertrouwenscommissie en de vaststelling van de aanbeveling) belangrijke invloed kan uitoefenen op de uiteindelijke benoeming.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat door deze voorgenomen herindeling een grote sprong wordt gemaakt in omvang, zowel in inwoners als in oppervlak. Hiermee vindt een danige verandering plaats in het evenwicht tussen de Friese gemeenten. Deze leden willen graag weten of de regering het aannemelijk acht dat de overige gemeenten, zonder overkoepelende visie, kunnen komen tot een evenwichtige indeling van de provincie.

Uitgangspunt bij de toetsing van voorliggende herindelingsvoorstellen zijn de daartoe opgestelde criteria uit het Beleidskader gemeentelijke herindeling. Regionale samenhang en evenwicht is één van deze criteria, die erop toeziet dat een voorliggend fusievoorstel past binnen de bredere context van een evenwichtige gemeentelijke indeling van de provincie.

Het is een verantwoordelijkheid voor de provincie om te waken voor onevenwichtige ontwikkelingen die negatief van invloed zijn op een regionaal consistent eindbeeld. Ik constateer dat de provincie in gesprek is met gemeenten over de vraag hoe invulling gegeven kan worden aan de bestuurlijke organisatie van gemeenten in diverse regio’s en de oplossingen die nodig zijn voor versterking van bestuurskracht indien deze tekort schiet.

De leden van de SP-fractie constateren dat de nieuwe gemeente een oppervlakte van 81 376 hectaren krijgt. Dat is even groot als de helft van de provincie Utrecht en ongeveer een kwart van de provincie Fryslân. Met 82 000 inwoners komt dat neer op een hectare per inwoner. In deze gemeente zouden 6 steden en maar liefst 63 dorpen komen te liggen. Deelt de regering de constatering dat dit voor Nederlandse begrippen een ongekend aantal is? Het bestuur van de nieuwe gemeenten zal ver van veel inwoners komen staan: fysiek, maar zeker ook gevoelsmatig. Wat is de opvatting van de regering over de bestuurbaarheid van zo’n grote en diverse gemeente? Deelt zij de zorg dat de voorzieningen voor de inwoners hiermee in gevaar komen? De regering zegt in de memorie van toelichting dat er aandacht moet zijn voor de gevolgen van het groot aantal kernen. Maar wat zijn die gevolgen dan, en waar moet die aandacht uit bestaan? Kan de regering indenken dat zo’n groot lokaal bestuur potentiële raadsleden afschrikt? Dat mensen die zich graag willen mengen in de politiek van hun eigen dorp, er tegenop zien om zich te bemoeien met de problemen van 68 kernen verderop?

De leden van de SGP-fractie merken op dat in de toelichting als uitgangspunt van Friesland wordt genoemd dat de provincie geen totaalvisie heeft waaruit een (wenselijk) eindbeeld inzake herindelingen voortvloeit. Wat is de mening van de regering over een dergelijk uitgangspunt? Deelt de regering de opvatting dat het goed is wanneer een provincie niet met een dergelijk eindbeeld naar gemeenten toegaat? Zijn er andere provincies waarin wèl sprake is van een dergelijk (gewenst) totaalbeeld?

Deze leden merken op dat in verschillende zienswijzen wordt verondersteld dat er vanuit het provinciebestuur in het verleden wel druk is uitgeoefend. Heeft de provincie Friesland altijd de opvatting gehad dat er geen eindbeeld moet zijn? Is in het verleden door het provinciebestuur wel gepoogd om een herindeling te bevorderen?

De aan het woord zijnde leden merken op dat in de toelichting wordt gesproken over één alternatief dat niet is gevolgd. Is er in de loop van het proces serieus gekeken naar meer alternatieven voor deze herindeling of naar een samenwerkingsverband tussen gemeenten? Waarom is het voorliggende voorstel beter dan een voorstel waarin Harlingen of Bolsward betrokken zijn?

In Drenthe heeft gemeente De Wolden 61 kernen en ca. 23 000 inwoners. De gemeente Coevorden heeft 50 kernen en ca. 36 000 inwoners. In Limburg heeft de gemeente Peel en Maas 71 kernen, en de gemeente Leusdal 68 kernen. Gemeenten met veel kernen zijn dan ook niet uniek te noemen en 6 steden en 63 dorpen zijn dan ook geen ongekend aantal.

Voor wat betreft de omvang in hectaren zijn er, bijvoorbeeld de gemeente Noordoostpolder, gemeenten die groter zijn dan de voorgenomen gemeente Súdwest Fryslân. Daarin is de voorgenomen gemeente dus evenmin uniek te noemen.

Naast het voorgaande komt er bij dat de gemeente Súdwest Fryslân een groter aantal inwoners heeft dan de hierboven genoemde gemeenten. Dit biedt de basis voor de nieuw te vormen gemeente om de benodigde kwaliteit te leveren en haar bestuurskracht duurzaam te versterken.

De schaalsprong van de nieuw te vormen gemeente vormt een sleutel in het behoud van de voorzieningen in dorpen en kernen. Opschaling draagt bij aan het realiseren van schaalvoordelen en is zo een voorwaarde voor het duurzaam in stand houden van de voorzieningen in het gehele gebied. Nu de gemeente, met onder andere het instellen van een afdeling speciaal voor de kernen, hier in het bijzonder aandacht aan zal schenken, wordt juist de kans vergroot dat voorzieningen in stand blijven.

Het gebied van de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân vertoont samenhang; de betrokken gemeenten zijn op economisch, sociaal en cultureel gebied op elkaar betrokken. Dit vormt op zijn beurt een goede basis voor betrokkenheid van raadsleden. Daarnaast biedt de vorming van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân meer mogelijkheden om de raadsleden beter te faciliteren en te ondersteunen.

Het provinciebestuur van Fryslân heeft tot nu toe de opvatting gehad dat er geen eindbeeld moet zijn, hetgeen in lijn is met het collegeakkoord. Het uitgangspunt dat alleen gemeentelijke initiatieven leidend moeten zijn voor herindelingen wordt breed gedragen in Fryslân. Dit brengt met zich mee dat aan gemeenten niet vooraf een eindbeeld wordt voorgelegd en opgelegd. Sinds 1984 heeft de provincie niet gepoogd een herindeling te bevorderen.

Overigens heb ik hiervoor al aangegeven dat er momenteel een discussie plaatsvindt tussen provinciale staten en gedputeerde staten over een eventuele aanscherping van de provinciale regierol in dat verband.

.

In de provincie Noord-Holland is er sprake van een «Regiovisie bestuurlijke organisatie West-Friesland» Deze regiovisie is, na consultatie van alle gemeenten in de regio West-Friesland, door gedeputeerde staten vastgesteld. In de regionale visie van gedeputeerde staten van Noord-Holland wordt een regionaal eindbeeld geschetst van de bestuurlijke organisatie van West-Friesland.

In het voortraject zijn meerdere varianten door meerdere gemeenten in de Zuidwesthoek onderzocht.

Ten aanzien van mogelijke oplossingsrichtingen voor de geconstateerde bestuurskrachtproblematiek in de Zuidwesthoek van Fryslân is sprake geweest van periodiek bestuurlijk overleg tussen de provincie en de acht betrokken gemeenten. De gemeente Harlingen behoort niet bij deze acht gemeenten, hetgeen gezien de ligging ook niet voor de hand ligt. Overigens is er wel overleg geweest met de gemeente Harlingen, maar deze heeft zich in de discussie over herindeling herindeling afzijdig gehouden. De gemeente Bolsward behoort wel tot dit achttal.

3. Toets draagvlak

3.1 Toets bestuurskracht en duurzaamheid

De leden van de SGP-fractie vragen zich af welke problemen inzake de bestuurskracht precies worden ervaren. In de toelichting wordt het waarborgen van een goede dienstverlening aan burgers genoemd. Wordt dit probleem in elk van de gemeenten ervaren? Zijn er meer voorbeelden van bestuurskrachtproblemen in deze gemeenten? Graag ontvangen deze leden ook inzicht in de mate waarin deze herindeling bij de laatste raadsver-kiezingen al op de politieke agenda stond.

De bestuurkracht problemen zijn de kwetsbaarheid van de huidige organisaties met personeel en vacatures, onvoldoende capaciteit en kennis om nieuwe wetgeving op te vangen, hetgeen leidt tot meer taakoverdracht naar gemeenschappelijke regelingen; onvoldoende in staat zijn regionale vraagstukken voor economie, recreatie en toerisme te kunnen oppakken. Daarnaast worden steeds meer eisen gesteld aan gemeenten met het oog op een goede, duurzame en toekomstvaste dienstverlening.

De vraag of eventuele herindelingen een onderwerp zijn in verkiezingsprogramma’s is een zaak van politieke partijen zelf.

3.2 Toets interne samenhang

De leden van de PvdA-fractie waarderen de aandacht van de nieuw te vormen gemeente voor het kernenbeleid. Dat is van groot belang voor een gemeente van deze omvang en met een zo groot aantal kernen. Graag ontvangen deze leden meer informatie over de manier waarop de nieuwe gemeente ook het bestuur dicht bij de burger wil houden. Verder constateren deze leden dat de economische oriëntatie van een deel van de gemeente Wûnseradiel op het noorden gericht is, namelijk op Harlingen. Wat voor invloed denkt de regering dat deze oriëntatie heeft op de interne samenhang van de nieuwe gemeente?

Het onderwerp afstand en relatie tot de burger heeft hoge bestuurlijke prioriteit. Naast de aanpak voor het ontwikkelen van kernenbeleid, de beoogde opzet van de nieuwe organisatie met daarin de afdeling Dorpen en Steden, de klantencontactcentra en dorpencoördinatoren, wil de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân haar aandacht richten op een goede relatie tussen bestuur en inwoners. Zo wordt reeds nagedacht (door zowel de 5 raden als de colleges) over het benoemen van dossiers waarin burgerparticipatie een prominente plek krijgt en zal de communicatie en interactie tussen bestuur en maatschappelijk middenveld nader uitgewerkt worden. Richtingen kunnen zijn het aanwijzen van gebiedswethouders of een portefeuillehouder kernen. Van belang is tevens om tot een goede en heldere rolverdeling te komen tussen enerzijds het maatschappelijk middenveld (zoals dorpsbelangen of -raden) en anderzijds het gemeentebestuur.

Tot besluit moet worden opgemerkt dat het bestuur van de nieuw te vormen gemeente het kernenbeleid verder inhoud en vorm zal geven.

De economische gerichtheid van een gebied valt over het algemeen niet één-op-één samen met gemeentegrenzen. Ook voor de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân geldt dat aan de randen de (economische) oriëntatie niet noodzakelijkerwijs alleen gericht is op Súdwest Fryslân. De conclusie over de oriëntatie op Harlingen geldt overigens reeds van oudsher voor huidige gemeente Wûnseradiel. Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat de gemeenteraad van Wûnseradiel zich expliciet heeft uitgesproken voor het ongesplitst overgaan in de nieuw te vormen gemeente.

De nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân zal 69 kernen tellen, zo merken de leden van de ChristenUnie-fractie op. Daarmee ontstaat een relatief grote gemeente. Duidelijk is dat de veelkernigheid een belangrijk punt van aandacht is en vraagt om een adequaat kernenbeleid. De leden van de ChristenUnie-fractie constateren daarnaast dat de algemene uitkering aan de nieuwe gemeente ten minste € 2,8 miljoen lager zal zijn dan de som van de algemene uitkeringen die de samenstellende gemeenten in 2011 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Gesteld wordt dat deze structurele verlaging kan worden opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. Is hierbij rekening gehouden met het feit dat een adequaat kernenbeleid dient te worden ontwikkeld en in stand dient te worden gehouden? Graag een nadere onderbouwing op dit punt.

Bij de beantwoording van eerdere vragen is reeds ingegaan op de ontwikkeling van een duurzaam en toekomstbestendig kernenbeleid. De invulling van dit kernenbeleid vindt plaats binnen het kader van beschikbare financiële middelen. De verwachting is dat dit ook goed mogelijk is. Zoals aangegeven, is het aan het bestuur van de nieuw te vormen gemeente het kernenbeleid te realiseren.

De leden van de SGP-fractie constateren dat de nieuwe gemeente 80 000 inwoners in 69 kernen krijgt. Zijn er meer voorbeelden van gemeenten in Nederland met zoveel kernen? De regering lijkt de vorming van een zo grote gemeente toe te juichen. Is een dergelijke omvang een nieuwe norm die de regering wil hanteren voor de vorming van een gemeente met een «robuuste ambtelijke organisatie»? In een gemeente met zoveel kernen is een kernenbeleid erg belangrijk. Is er intussen meer duidelijkheid te geven over de wijze waarop het kernenbeleid in de nieuw te vormen gemeente ingevuld zal worden?

In Limburg zijn er gemeenten met 57, 51 en 68 kernen. In Zeeland heeft de gemeente Sluis 52 kernen.

Overigens dient opgemerkt te worden dat met de vorming van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân geen norm gesteld wordt voor andere gemeenten of regio’s, hetzij binnen Friesland hetzij daarbuiten. De regering juicht geen vorming van gemeenten met een bepaalde omvang toe. Zij neemt een besluit naar aanleiding van een voorliggend herindelingsadvies, dat is getoetst aan het gevolgde proces en aan de criteria uit het Beleidskader gemeentelijke herindeling. Wat de omvang moet zijn van een robuuste organisatie zal van geval tot geval beoordeeld worden.

3.3 Toets regionale samenhang en evenwicht

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering geen restprobleem ziet ontstaan door de nu voorgestelde herindeling. Zo oordeelt zij dat de gemeente Gaasterlân-Sleat ook samen zou kunnen werken met gemeenten naar het oosten, Lemsterland en Skarsterlân. Deze leden zien echter een minder sterke economische en sociale binding tussen deze gemeenten en Sneek en Wymbritseradiel, wat een knelpunt op kan leveren in de interne samenhang. Graag horen zij de visie van de regering op dit mogelijke knelpunt.

Voornoemde leden constateren dat de zogenoemde Merenvariant uit beeld verdween doordat de gemeente Harlingen geen behoefte had om deel te nemen aan gesprekken over herindeling met Bolsward en Wûnseradiel. Deze leden vragen of de gemeente Harlingen nog steeds op dat standpunt staat. Verder willen deze leden weten of er alternatieven onderzocht zijn voor versterking van de gemeente Wûnseradiel, waardoor de Merenvariant mogelijk zou zijn.

De aan het woord zijnde leden vragen aandacht voor de toekomst van de samenwerkingsverbanden in het gebied. In het verleden zijn deze in het Merengebied mede onder regie van de provincie ontstaan, juist ook omdat dit gebied een eenheid vormt. De regering geeft aan dat deze verbanden door de herindeling niet beëindigd hoeven te worden. Er zijn echter berichten verschenen dat de samen te voegen gemeenten deze verbanden wel willen opheffen en de werkzaamheden in eigen beheer willen uitvoeren. Andere gemeenten kunnen deze diensten dan desgewenst inkopen. Deze leden begrijpen deze keuze vanuit de nieuwe gemeente, maar zien de problemen voor de vroegere partners. Graag ontvangen zij een volledig overzicht van de bestaande samenwerkingsverbanden en partners. Ook willen zij graag weten wat de huidige visie van de herindelingsgemeente is ten aanzien van de toekomst van deze verbanden. Deelt de regering de mening van dat beëindiging van de verbanden voor achterblijvende partners problematisch is?

Het is de regering niet geheel duidelijk op grond waarvan een minder sterke binding wordt verondersteld tussen de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân dan wel tussen de gemeenten Sneek en Wymbritseradiel. Naar ons oordeel vertoont een constellatie tussen de gemeenten Gaatserlân-Sleat, Skarsterlân en Lemsterland voldoende interne samenhang. De gemeenteraad van Gaasterlân-Sleat heeft om zijn moverende redenen hierin zelfstandig een eigen afweging gemaakt.

De Merenvariant zoals die in rapportage van Wymbritseradiel is genoemd, betreft de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel en Sneek. Het gemeentebestuur van Harlingen heeft zijn initiële standpunt inzake een eventueel samengaan met de gemeenten Wûnseradiel en Bolsward niet gewijzigd.

De gemeente Wûnseradiel voelt zich in eerste instantie verbonden met de Zuidwesthoek. De raad van deze gemeente heeft na onderzoek dan ook gekozen om zich daarop te richten. De raad van Bolsward heeft zich unaniem uitgesproken voor de voorgenomen fusie in Zuidwesthoekverband, de raad van Wûnseradiel met een ruime meerderheid, waarbij is aangegeven dat splitsing van de gemeente geen optie was. Dat laatste geldt te meer daar voor de gemeente Harlingen een herindeling niet aan de orde is waardoor een eventuele splitsing van de gemeente Wûnseradiel juist tot onwenselijke restproblematiek leidt van het noordelijk deel van Wûnseradiel.

Voor een overzicht van de samenwerkingsverbanden waaraan (één van) de betrokken gemeenten deelnemen, wordt verwezen naar de bijlage bij deze nota.

Een belangrijk motief om te komen tot de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân is vesterking van democratische legitimiteit van de taakuitvoering: het beleggen van de verantwoordelijkheden op het democratisch gewenste niveau – in het geval van de gemeente betekent dit het versterken van de rol van de gemeenteraad. Daarbij wil de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân zich niet onttrekken aan haar regionale verantwoordelijkheid, maar wil zij juist haar rol als waardevolle partner in de regio vervullen. Zij heeft oog voor de belangen van omliggende gemeenten en de inzet is om samen met partners in de regio na te denken over de taken die voorliggen in regionaal verband en op welke wijze deze taken gezamenlijk kunnen worden opgepakt.

Verder zal de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân blijven participeren in diverse regionale samenwerkingsverbanden. Het is de intentie van Súdwest Fryslân om op interregionale schaal als sterke partner in deze samenwerkingsverbanden bij te dragen aan succesvolle samenwerking op de onderwerpen waarvoor dit noodzakelijk is.

De leden van de SP-fractie merken op dat Sneek in de nieuw te vormen gemeente de grootste stad zal zijn. Deze leden verwachten dat daar de concentratie van voorzieningen zal plaatsvinden. Sneek zal echter niet centraal liggen in de nieuwe gemeente. Vanuit Stavoren betekent dit bijna een uur rijden met de auto. Het openbaar vervoer heeft lang niet overal goede verbindingen. Hoe gaat deze gemeente de dienstverlening aan de inwoners van al die kernen organiseren? Hoe wordt de toegankelijkheid tot gemeentelijke en andere diensten gewaarborgd?

Voornoemde leden constateren dat het vormen van deze nieuwe gemeente grote gevolgen zal hebben voor de rest van Fryslân. Er zijn op dit moment meerdere discussies in de provincie over herindelingen. De komst van deze grote gemeente roept de vraag op wat dat betekent voor de andere gemeenten. Bestaande samenwerkingsverbanden met naburige gemeenten worden opgebroken. Hoe moeten deze gemeenten verder? Moeten deze gemeenten nu ook opgaan in grote fusiegemeenten? Hoeveel gemeenten moeten er volgens de regering in Fryslân komen? Professor Herweijer noemt de vorming van één gemeente in de Zuid-west-hoek een fatale vergissing. Wat is de reactie van de regering op de uitspraken van deze deskundigen? Waarom is volgens de regering een herindeling van deze schaal noodzakelijk? En welke problemen worden met deze herindeling opgelost?

Het onderhavige voorstel in ogenschouw nemende, willen de leden van de VVD-fractie niet nalaten om op te merken dat deze herindeling van vijf gemeenten wel erg omvangrijk is en leidt tot het ontstaan van een zeer grote gemeente (ongeveer 80 000 inwoners), een en ander in relatie tot de omliggende gemeenten in het gebied. Dit komt uiteraard anders te liggen als de overige gemeenten ook een vergelijkbare omvang zullen krijgen. In dit kader vernemen deze leden graag welke plannen er zijn voor de gemeenten Harlingen, Franekenradiel en Littenseradiel. En welke plannen zijn er voor Gaesterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân?

De dienstverlening aan de inwoners kent meerdere facetten. Zo is er de fysieke dienstverlening aan de balie, de digitale dienstverlening en het contact met medewerkers van de gemeente «in het veld» zoals beheer en onderhoud. Om toegankelijkheid van de fysieke dienstverlening te garanderen voor alle inwoners van de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân is gekozen voor drie door het gebied gespreide klantencontactcentra, namelijk in Bolsward, Sneek en Workum. Qua digitale dienstverlening conformeert Súdwest Fryslân zich aan het Programma Overheid geeft Antwoord. Opschaling geeft de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân de noodzakelijke slagkracht om haar dienstverlening adequaat vorm te geven conform het Nationaal Uitvoering Programma (NUP). Het beheer en onderhoud van de fysieke leefomgeving blijft conform de huidige werkwijze van de vijf betrokken gemeenten dicht bij de inwoners georganiseerd.

Overigens heeft Sneek van oudsher een sterke centrumfunctie in het gebied, op grond waarvan deze gemeente brede aantrekkingskracht heeft vanwege de aanwezige (regionale) voorzieningen.

De voorgenomen herindeling heeft op zich weinig rechtstreekse gevolgen voor andere gemeenten. Zij krijgen te maken met minder partners. Wel kan worden geconstateerd dat het nadenken over de eigen bestuurlijke toekomst hoger op de politieke agenda is gekomen. Dit is echter eveneens ingegeven door de decentralisatie van overheidstaken en de gevolgen hiervoor voor het lokaal bestuur.

Andere gemeenten kunnen ervoor kiezen om nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan. Ook is het voor andere gemeenten mogelijk op verschillende domeinen een dienstverleningscontract met de nieuw te vormen gemeent af te sluiten. Maar uiteraard is ook herindeling een reële optie te noemen.

De schaal en omvang van de voorgenomen fusie is mede gebaseerd op de specifieke opgaven voor het gebied en het ambitieniveau dat het lokaal bestuur aan de dag wenst te leggen, en is daarmee niet maatgevend voor mogelijke herindelingen elders in de provincie in een later stadium. De gemeenten in Fryslân zijn er in veel soorten en maten (waaronder de Waddeneilandgemeenten): bestuurlijk maatwerk is de sleutel om de lokale bestuurskracht duurzaam te kunnen borgen. Indien er gekozen wordt voor gemeentelijke herindeling als oplossing ter versterking van bestuurskracht, zal de regering pas een standpunt daarover innemen op het moment dat zij een herindelingsadvies heeft ontvangen.

De regering neemt met interesse kennis van de opvattingen van de heer Herweijer.

Er zijn echter ook voorbeelden te noemen van deskundigen die wél positief zijn over de voorgenomen herindeling.In de Binnenlands Bestuur (BB) nr. 7, van 19 februari 2010, geeft mw. A. Jorritsma, voorzitter van de VNG en burgemeester van Almere, in reactie op de column van prof. D.J. Elzinga in de BB nr. 6, o.a. het volgende aan: «De gemeenten zijn tot de conclusie gekomen dat er wel erg veel bestuurlijke drukte is en waar het gebied dankzij de meren sociologisch veel samenhang vertoont is het niet zo verwonderlijk dat men elkaar heeft gevonden. Het getuigt van wijsheid dat de provincie Fryslân zich niet tegen deze zelf gekozen herindeling verzet. De VNG vindt dat gemeenten die keuze ook zelf moeten kunnen maken.» Verder wijst zij op technologische mogelijkheden om dichter bij de burger te komen door internetdienstverlening en het feit dat gemeentebestuurders niet alles via gemeenschappelijke regelingen in verplichte uitgaven behoeven te stoppen. De gemeente als politiek stelsel wordt door deze herindeling dan ook niet opgeheven, maar juist versterkt, aldus mevrouw Jorritsma.

De schaal van de nieuw te vormen gemeenten past bij het opgavenprofiel en het ambitieniveau in lokaal en regionaal perspectief. Een zeer belangrijke pijler hierbinnen is de versterking van de samenhang van het receatief-toeristisch potentieel. Daarnaast hebben de uitgevoerde zelfevaluaties aangetoond dat er knelpunten zijn die nopen tot een robuuste ambtelijke dienst die tegemoet komt aan de wens een adequate dienstverlening naar de burgers te kunnen garanderen en die duurzaam toegerust is op een immer toenemend gemeentelijk takenpakket. De gemeenten hebben hiertoe zelf het initiatief genomen en zijn gekomen tot een gedragen herindelingsvoorstel, dat is getoetst aan de procedure en de zes criteria van het Beleidskader herindelng.

De leden van de VVD-fractie merken in dit verband op, dat het ook denkbaar is dat er gekozen wordt voor een combinatie van de gemeenten Sneek en Wymbritseradiel en een combinatie van de gemeenten Bolsward, Wünseradiel, Nijefurd en Gaasterlân – Sleat. Daarmee ontstaan er dan twee gemeenten van respectievelijk 49 300 inwoners en 42 900 inwoners. Naast overwegingen, gelegen in de betreffende gemeenten zelf, speelt hierbij mee de relatie met de omgeving. Kiest Friesland overigens voor een schaal van gemeenten van 80 000 inwoners of past het beter te werken aan gemeenten tussen de 40 000 en 50 000 inwoners? Deze leden hebben voor hun beoordeling nadrukkelijk behoefte aan een herindelingskader van de provincie Friesland. Zij vragen de regering om een uitgebreide reactie op dit onderdeel van hun inbreng.

Voornoemde leden merken voorts op, dat er in sommige gebieden in Nederland slechte ervaringen zijn opgedaan als een paar gemeenten één gemeente vormen, terwijl dan later blijkt dat deze nieuwe gemeente de ontwikkelingen van andere gemeenten behoorlijk in de weg staan. Zou het dan ook niet beter zijn om het proces met betrekking tot de vorming van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslan te temporiseren, in afwachting van het moment dat ook andere gemeenten met voorstellen tot herindeling komen of tot het moment dat de provincie Friesland met een totaaloverzicht van de gemeentelijke indeling komt? Ziet de regering mogelijkheden dat de provincie en de gemeenten tot een totaalvisie op de gemeentelijke indeling komen? Zou de regering zich daar voor willen inzetten? Gaarne krijgen deze leden een reactie van de regering.

Er zijn op dit moment geen plannen voor herindeling van de gemeenten Harlingen, Franekeradeel en Littenseradiel. Tussen de gemeentebesturen van Gaasterlân-Sleat, Skarsterlân en Lemsterland is sprake van een toenadering die op termijn kan leiden tot een voorstel tot herindeling.

De regering ziet geen direct verband tussen de schaal of inwonertal van gemeenten en de noodzaak tot herindeling. In het Beleidskader gemeentelijke herindeling wordt aangegeven dat de bestuurskracht van gemeenten door meer factoren wordt bepaald dan schaalgrootte of inwonertal. Het gaat veeleer om het bewerkstelligen van een duurzame versterking van lokale bestuurskracht. De afzonderlijke gemeenten hebben gekozen voor een samenvoeging van gemeenten gezien de aanwezige cohesie tussen deze gemeenten in relatie tot de gevoelde noodzaak en urgentie van de problematiek.

Het is primair aan de provincie toe te zien op de kwaliteit van het lokaal bestuur. Hoe de provincie invulling geeft aan haar rol of welke visie zij op dit thema heeft is aan het provinciebestuur zelf.

Het provinciebestuur van Fryslân constateert dat bij veel gemeenten schaal- en samenwerkingsvraagstukken spelen, soms op een manier waarbij de eigen maatschappelijk-strategische agenda uit zicht lijkt te verdwijnen. De provincie wil recht doen aan haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het inliggend lokaal bestuur door faciliterend en regisserend op te treden bij het formuleren van duurzame oplossingen voor deze lokaal-bestuurlijke opgaven en deze te vertalen naar een bestuurlijk eindbeeld. In dit verband is het een provinciale taak om een voortrekkersrol op zich te nemen bij het zodanig met elkaar in verband brengen van lokale, regionale en provinciale vraagstukken, dat het gezamenlijk oplossend vermogen wordt vergroot. Dat behoeft niet automatisch tot herindeling te leiden. Waar dat wel aan de orde is zijn de toetsingscriteria uit het Rijksbeleidskader gemeentelijke herindeling leidend bij de beoordeling van concrete herindelingsvoorstellen. Ik constateer dat de vorming van de nieuwe gemeente dit verdere perspectief niet in de weg staat. Het betreft hier een vrijwillige samenvoeging en gelet op de op juiste wijze doorlopen van de wettelijke procedure is er geen noodzaak dit voorstel voor samenvoeging in de wacht te zetten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe de vorming van deze relatief grote gemeente in inwonertal, oppervalk en kernen, zich gaat verhouden met de omliggende gemeenten. In hoeverre beïnvloedt de vorming van deze nieuwe gemeente het vraagstuk van eventuele gemeentelijke herindeling in omliggende gemeenten? De regering geeft blijk van het feit dat de gemeente Litterenseradiel in haar zienswijze aangeeft bang te zijn dat de voorgenomen herindeling negatieve gevolgen zal hebben voor de samenwerking in gemeenschappelijke regelingen. Teneinde een volledig inzicht te krijgen in het regionaal draagvlak vragen de leden van de ChristenUnie-fractie om verdere informatie omtrent de door omliggende en / of naburige gemeenten ingediende zienswijzen op het herindelingsontwerp. In dit kader vernemen de leden van de fractie van de ChristenUnie daarnaast graag van de regering of de fusiegemeenten inmiddels zijn overgegaan tot het opstellen van het visiedocument met betrekking tot de gemeentelijke regelingen (MvT, pagina 7) en wat hiervan de inhoud is. Zo nee, op welke termijn wordt dit document verwacht?

De omvang van de nieuw te vormen gemeente representeert niet de maat der dingen in het toekomstige lokaal-bestuurlijke landschap van Fryslân. Op grond van deze ontwikkeling in de Zuidwesthoek van de provincie én in het licht van de toenemende taakdruk op het lokaal bestuur kan worden geconstateerd dat ook overige gemeenten zich nadrukkelijk aan het oriënteren zijn op hun bestuurlijke toekomst.

Aan het herindelingsadvies zijn de zienswijzen van alle belanghebbenden toegevoegd, voorzien van een reactie van de betrokken gemeentebesturen. Door het gemeentebestuur van Littenseradiel is een zienswijze ingediend. Hierin wordt met name ingegaan op de mogelijke gevolgen van de samenvoeging voor de regionale verhoudingen, het toekomstperspectief van gemeenten die niet betrokken zijn bij de samenvoeging in relatie tot het mogelijk ontstaan van restproblematiek en de toekomst van de bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. De betrokken gemeenten hebben conform de Wet Arhi-procedure overleg gehad met de buurgemeenten.

De betrokken gemeentebesturen zijn ten aanzien van diverse samenwerkingsverbanden nog in overleg om tot onderlinge afstemming te komen, zodat per regeling maatwerk kan worden geleverd. Dit overleg verloopt constructief, zodat aangenomen kan worden dat voor alle regelingen tot een adequate oplossing zal worden gekomen.

De leden van de SGP-fractie vernemen graag wat deze opschaling betekent voor het voorzieningenniveau in met name de ver bij Sneek vandaag gelegen dorpen. Wordt de afstand naar het gemeentebestuur gezien de grote oppervlakte niet te groot? Zijn de inwoners van de hele nieuw te vormen gemeente vooral georiënteerd op Sneek of is men meer gericht op andere plaatsen in de omgeving?

Voornoemde leden vragen aandacht voor de omgeving. Hoeveel inwoners hebben de buurgemeenten? Wordt deze gemeente niet te groot ten opzichte van de omliggende gemeenten? Zijn er concrete herindelingsvoorstellen voor de omliggende gemeenten?

De dienstverlening van de nieuw te vormen gemeente Súdwest Fryslân is eerder aan de orde gekomen. Ook de afstand tot het bestuur heb is behandeld.

Wat betreft de overige voorzieningen geldt dat naast de gemeente Sneek ook andere regionale kernen van de betrokken gemeenten voorzieningen bieden, onder andere Makkum, Workum, IJlst, Heeg en Bolsward.

SGP vraag 2:

Per 1-1-2009

Harlingen:15 694 inw387,7 km23 kernen
Franekeradeel:20 590 inw.109,2 km217 kernen
Littenseradiel:10 936 inw.132,6 km229 kernen
Gaasterlân Sleat:10 274 inw.209,3 km214 kernen
Lemsterland:13 608 inw.124,4 km29 kernen
Skarsterlân:27 168 inw.216,9 km230 kernen
Boarnsterhim:19 314 inw.168,5 km218 kernen

Herindelingvoorstellen voor omliggende gemeenten zijn (nog) niet concreet aan de orde.

Wel is er sprake van een bestuurlijke toenadering tussen de gemeentebesturen van Skarsterlân, Gaasterlân-Sleat en Lemsterland. Daarnaast heeft de gemeenteraad van Boarnsterhim in december 2009 uitgesproken het niet wenselijk te achten dat de gemeente zelfstandig blijft voortbestaan, zodat deze gemeente zich aan het oriënteren is op een gemeentelijke herindeling.

3.4 Toets draagvlak

3.4.1 Bestuurlijk draagvlak

Graag ontvangen de leden van de SGP-fractie een overzicht van de precieze stemverhoudingen in de gemeenteraden voor en tegen de herindeling. Hoe groot was de grote meerderheid in deze raden?

Deze leden merken op dat Provinciale Staten zich in meerderheid kritisch hebben uitgelaten over deze herindeling. Kan de regering uiteenzetten wat precies met het advies van de Staten is gebeurd? Welke wijzigingen in het voorstel heeft de provincie aangebracht?

De stemverhoudingen in de gemeenteraden waren als volgt: Bolsward: met algemene stemmen (=unaniem) aangenomen.

Nijefurd: aangenomen met 11 stemmen voor en 4 stemmen tegen.

Sneek: aangenomen met 20 stemmen voor en 3 stemmen tegen.

Wûnseradiel: aangenomen met 10 stemmen voor en 5 stemmen tegen.

Wymbritseradiel: aangenomen met 12 stemmen voor en 4 stemmen tegen.

Zie het antwoord op CDA vraag 1 (blz. 4 verslag).

Dit heeft geresulteerd in een genuanceerde zienswijze, waarbij ook aandacht is besteed aan de door diverse statenfracties geuite kritische kanttekeningen. Alles overwegende luidt de slotsom van de zienswijze van gedeputeerde staten dat de argumenten die pleiten voor herindeling van doorslaggevende betekenis worden geacht. De zienswijze is daarom ingediend bij de minister met het advies de herindeling doorgang te laten vinden.

3.4.2 Maatschappelijk draagvlak

De leden van de SP-fractie constateren dat de kritiek op deze herindeling groot is. Er zijn 497 zienswijzen ingediend, waarvan het merendeel afkomstig is uit de gemeente Nijefurd. In Wûnseradiel blijkt uit een telefonische enquête dat 49 % tegen de herindeling is en 31 % voor. Er werden 3 705 handtekeningen opgehaald, dat is 57 % van de kiesgerechtigden. Aan de SP zijn onlangs zelfs meer dan 4 000 handtekeningen tegen de herindeling aangeboden. De SP in de provincie Fryslân heeft ook zelf onderzoek gedaan naar de mening over herindelingen in Fryslân. Uit bijna 600 reacties blijkt dat 61 % tegen herindeling is. Slechts 23 % is volgens dit onderzoek voor. De actiegroep «Fan ûnderen op» heeft eveneens een enquête uitgevoerd. Daaruit blijkt dat 89 % van de 2 560 huishoudens deze herindeling niet wil. Deelt de regering de opvatting van deze leden dat deze onderzoeken in ieder geval laten zien dat het draagvlak onder de bevolking gering, of in ieder geval onduidelijk is? Waarom steunt zij niet de opvatting van deze leden dat een dergelijke herindeling, die zoveel weerstand oproept, onderwerp zou moeten zijn van een volksraadpleging?

De leden van de VVD-fractie hebben begrepen dat er een groot bestuurlijk draagvlak voor de onderhavige herindeling is. Dat leidt geen twijfel, maar kan de regering ook aangeven in welke mate de bevolking deze herindeling steunt?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat in alle gemeenten bevolking, maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven door middel van meerdere bijeenkomsten in de gelegenheid zijn gesteld kennis te nemen van, en mee te praten over, het voornemen tot herindeling. De regering stelt dat «de noodzaak tot herindeling als oplossing voor de gevoelde bestuurlijke knelpunten bij deze bijeenkomsten onomstreden is gebleken. Nu hierop niet nader wordt ingegaan, vragen deze leden hoe breed het maatschappelijk draagvlak in de afzonderlijke gemeenten nu eigenlijk precies is.

Het gemeentebestuur is primair verantwoordelijk om te investeren in maatschappelijk draagvlak voor een herindelingsvoorstel.

De verschillende gemeenteraden zijn conform de uitgangspunten van de vertegenwoordigende democratie, en volgens de procedurele regels volgens de Wet arhi, tot besluitvorming inzake de voorgenomen herindeling gekomen. De inwoners van de vijf gemeenten zijn hier in het voortraject op actieve wijze bij betrokken geweest, door middel van het organiseren van meerdere informatie- en inspraakbijeenkomsten. Hierbij is duidelijk dat er sprake is van een groot bestuurlijk draagvlak voor de voorgenomen samenvoeging. De Wet arhi biedt de mogelijkheid een zienswijze in te dienen tegen het voorliggende herindelingsontwerp. In die periode zijn 497 zienswijzen ingediend, waarvan in het geval van Nijefurd voor een niet onaanzienlijk deel sprake is van identieke zienswijzen. Deze ingediende zienswijzen zijn door de gemeenten volgens de daarvoor geldende regels betrokken bij de opstelling van het herindelingsadvies, waarbij in gevallen waarin zienswijzen zijn weerlegd dit gemotiveerd is geschied. In de periode na de afwikkeling van zienswijzen is een handtekeningenactie in Wûnseradiel opgestart en is in Nijefurd de actiegroep«Fan ûnderen op» opgericht. Deze initiatieven moeten niet worden veronachtzaamd, maar dienen wel in het hierboven geschetste perspectief te worden geplaatst.

Vastgesteld kan worden dat het maatschappelijk draagvlak in 3 van de 5 constituerende gemeenten groot is. In de gemeente Nijefurd is weerstand waar te nemen op de voorgenomen herindeling, niet zozeer tegen de noodzaak en urgentie van herindeling als zodanig. Hierbij is echter geen sprake van eenduidigheid over alternatieve fusievarianten. In Wûnseradiel is pas na afsluiting van de wettelijke termijn van terinzagelegging in breder verband weerstand tegen de voorgenomen herindeling gegroeid, waarbij eveneens geen eenduidig gedragen alternatief naar voren komt. De wettelijke procedure terzake is overigens correct uitgevoerd. Conform het Beleidskader gemeentelijke herindeling dient de eigenstandige belangenafweging en standpuntbepaling in de gemeenteraden als toetssteen beschouwd te worden van de aanwezigheid van lokaal draagvlak.

Het is de primaire verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur om te investeren in een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak voor een herindelingsvoorstel. De bevoegdheid tot het vaststellen van een herindelingsadvies komt toe aan de gemeenteraad die als direct gekozen volksvertegenwoordiging die de uiteindelijke belangenafweging maakt. Voor deze procedure bestaat brede steun in de Tweede Kamer. De regering wijst in dat verband naar de uitslag van de stemming over de motie van het lid Van Raak (Kamerstukken II 2008/09, 28 750, nr. 6) en de motie van het lid Brinkman (Kamerstukken II 2008/09, 31 815–31‘819, 31 840, nr. 6) die beide betrekking hadden op een procedure waarbij herindelingsvoorstellen eerst aan de bevolking moeten worden voorgelegd door middel van een referendum. Overigens merkt de regering op dat het een gemeenteraad in beginsel vrij staat een referendum te houden om het maatschappelijk draagvlak voor een herindelingsvoorstel te kunnen vaststellen.

Het staat een gemeente vrij een referendum te houden om het maatschappelijk draagvlak voor een herindelingsvoorstel te kunnen vaststellen, maar dit is geenszins een vereiste.

4. Financiële aspecten

De leden van de SP-fractie lezen dat de regering aangeeft dat de nieuwe gemeente € 2,8 miljoen minder gaat ontvangen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Dit is een fors bedrag, zo constateren deze leden. De regering verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. Wat als deze verwachtingen uitblijven? Herindelingen kosten geld, de uitkering op grond van de maatstaf herindeling zal hiervoor nodig zijn. Wat als blijkt dat er straks toch een tekort op de begroting ontstaat als gevolg van de herindeling?

De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting dat te verwachten is dat deze herindeling geen financiële knelpunten te weeg zal brengen. Gaarne krijgen deze leden echter inzicht in de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente ten opzichte van de huidige zelfstandige gemeenten.

De lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds volgt de veronderstelde efficiencywinst die de fusiegemeente kan bereiken door de toegenomen schaal. Eerdere gemeentelijke herindelingen laten zien, zeker als daarop bewust door het gemeentebestuur wordt gestuurd, de bestuurskosten inderdaad na verloop van tijd minder zijn en er synergievoordelen worden behaald. In wezen krijgt de fusiegemeenten eenzelfde bedrag als een bestaande gemeente met dezelfde kenmerken. De frictiekosten, die het gevolg zijn van de herindeling, zijn incidenteel van aard. Deze worden binnen het gemeentefonds gecompenseerd door de tijdelijke uitkering op grond van de maatstaf herindeling. Met ingang van het uitkeringsjaar 2009 is de maatstaf herindeling in het gemeentefonds verruimd. Deze verruiming heeft plaatsgevonden op basis van van het advies van de Interbestuurlijke Taakgroep Gemeenten, de zogeheten commissie D’Hondt. Mocht er alsnog sprake zijn van een begrotingstekort dan is het aan de gemeente om het tekort te dekken of kan op enig moment preventief toezicht door gedeputeerde staten worden ingesteld.

De gemeenten staan, conform de Wet arhi, onder repressief toezicht voor het jaar 2010. De verwachting is dat de begrotingsomzet ongeveer gelijk is aan die van de huidige vijf gemeenten. De financiële positie van de nieuwe gemeente is daarmee ten opzichte van de huidige zelfstandige gemeenten vergelijkbaar.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Bijlage overzicht samenwerkingsverbanden

 Deelnemers/gemeenten
Werkvoorzieningschap Fryslân – West (NV Empatec)(Wsw)Boarnsterhim
 Bolsward
 Franekeradeel
 Gaasterlân-Sleat
 Harlingen
 Het Bildt
 Leeuwarderadeel
 Lemsterland
 Littenseradiel
 Menaldumadeel
 Nijefurd
 Skarsterlân
 Sneek
 Terschelling
 Vlieland
 Wûnseradiel
 Wymbritseradiel
IST ICT Samenwerkingsverband Zuidwest – FryslânBolsward
 Gaasterlân-Sleat
 Lemsterland
 Littenseradiel
 Nijefurd
 Wûnseradiel
Intergemeentelijke Sociale Dienst Zuidwest – FryslânLemsterland
 Gaasterlân-Sleat
 Nijefurd
 Littenseradiel
 Bolsward
 Wûnseradiel
Streek archivariaat Noordoost Friesland, DokkumAlle Friese gemeenten, behalve Ameland, Dongeradeel, Leeuwarden en Schiermonnikoog.
Welstandsadvisering Hûs en Hiem, LeeuwardenAlle Friese gemeenten, behalve Sneek.
Intergemeentelijke BrandweerGaasterlân-Sleat
 Nijefurd
Hulpverleningsdienst Fryslân, leeuwardenAlle Friese gemeenten.