Kamerstuk 32123-VIII-98

Amendement van het lid Ten Broeke over besparingen en herinvesteringen die ervoor zorgen dat na de stelselwijzing basisinfrastructuur nu ook het cultuurbeleid zelf een grondige en noodzakelijke hervorming ten gunste van de burger doormaakt

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 11 december 2009
Indiener(s): Han ten Broeke (VVD)
Onderwerpen: begroting cultuur cultuur en recreatie financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-VIII-98.html
ID: 32123-VIII-98

14,7 %
85,3 %

CDA

PvdD

GL

VVD

SP

PvdA

PVV

CU

SGP

D66

Verdonk


32 123 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

nr. 98
AMENDEMENT VAN HET LID TEN BROEKE

Ontvangen 11 december 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag, het uitgavenbedrag en het ontvangstenbedrag verlaagd met € 142 500 (x € 1 000).

II

In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 17 500 (x € 1 000).

III

In artikel 14 Cultuur wordt het ontvangstenbedragverlaagd met € 22 032 (x € 1 000).

Toelichting

De indiener vindt dat de cultuurkaart moet worden afgeschaft, omdat de effectiviteit ervan te laag en «gratis» het verkeerde signaal geeft.

Het programmafonds cultuurparticipatie schrapt de indiener in zijn geheel omdat lokale overheden zelf verantwoordelijk zijn voor cultuuruitgaven die zijn gericht op verhoging van de participatie en voorts het Rijk daarenboven geen landelijk beleid moet voeren. Het simpele feit dat participatie afneemt is in zichzelf geen rechtvaardiging haar dan maar te subsidiëren.

De innovatie- en matchingregeling cultuurprofijt is volgens de indiener onjuist vorm gegeven. De indiener is een groot voorstander van cultuurprofijt, maar ziet bij de huidige relatief lage niveaus van eigen inkomsten bij de culturele instellingen niets in een bonus om dit cultuurprofijt te introduceren.

De generieke korting die de minister van OC&W voor 2011 had voorzien voert de indiener reeds nu in.

De indiener is van mening dat de stelselwijziging basisinfrastructuur en de verdere omvorming van éénjarige subsidie-fondsen naar meerjarige matchingfunds die indiener bepleit, een aanzienlijkevermindering van het ambtelijk apparaat (20%) en de autonome groeirechtvaardigt.

Indiener schrapt voor 2010 de uitgave voor het programma Beelden voor de Toekomst omdat deze volgens de indiener een onzuivere aanwending van FES-gelden representeert. Deze gelden vloeien dan ook terug naar het FES-fonds, via dit fonds komen deze gelden ten bate te vallen aan terugdringing van de staatsschuld.

De indiener is van mening dat het Fonds Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst 1/3 minder geld moet ontvangen om daarmee de helft van het huidige aantal kunstenaars te subsidiëren. Hierdoor wordt een kwaliteitsimpuls geboden volgens het principe «meer voor minder». De indiener wijst er voorts op dat hij een nieuw Fonds Cultuur Invest Nederland dat laagrentende leningen aanbiedt.

Hoewel de indiener cultureel erfgoed van het allergrootste belang acht ziet hij niet in waarom de ophoging van gelden voor het Besluit Regeling Instandhouding Monumenten (BRIM) moet doorgaan zolang er nog een onderuitputting kan worden geconstateerd voor een veelvoud daarvan. Verder ziet de indiener niets in de herbestemming van erfgoed in de zogenaamde aandachtswijken en stedebouw/regionaal ontwerp. Er zijn veel betere methoden om erfgoed in de steden tegemoet te komen en daarbij zouden juist particuliere bezitters van erfgoed voorrang moeten krijgen De indiener is van mening dat de vraag-cultuur die het Nederlandse cultuurbeleid domineert moet worden teruggedrongen en de geef-cultuur moet worden gestimuleerd. Cultuur moet minder door de overheid worden bepaald en betaald en teruggeven worden aan de burger. Daartoe voegt de indiener voor het tweede jaar geld toe voegen aan een nieuw op basis van de Wet op het Specifiek Cultuurbeleid (art. 9) op te richten Fonds de Mecenas dat de ruimere fiscale mogelijkheden voor burgers realiseert.

Tevens wenst de indiener op basis van dezelfde wet een Fonds Cultuur Invest Nederland, naar Belgisch voorbeeld, op te richten. Hierin worden, volgens de visie van de indiener, laagrentende leningen verstrekt in plaats van jaarlijkse subsidies.

Ook wenst de indiener te onderzoeken of een bundeling van bestaande mogelijkheden en initiatieven zoals hierboven kunnen worden samengebracht in een «Geefwet», die particuliere bestedingen in de kunsten cultuur kunnen stimuleren.

Tenslotte wil de indiener het mogelijk maken dat dedigitalisering van het Nederlandse bioscoopwezen wordt mogelijk gemaakt door het uitschrijven van een tender voor leveranciers van digitale projectoren en het opzetten van een fonds met trekkingsrechten voor bioscopen. Het fonds wordt bekostigd uit de inbreng van de sector en bestaande Seed-regeling of andere regelingen die innovatie stimuleren en de garantiestelling van het ministerie dient ertoe eventuele verliezen af te dekken.

Dit amendement verlaagd daartoe artikel 14 Cultuur met een totaal bedrag van € 142 500 (x € 1 000). In artikel 14 Cultuur wordt daartoe de operationele doelstelling 14.3.1 Bevorderen van de deelname van de burgers aan cultuuruitingenverlaagd met in totaal € 109 900 (x € 1 000) met respectievelijk een besparing op:

• de Cultuurkaart € 15,5 (x € 1 000);

• het Programmafonds cultuurparticipatie van € 17,5 (x € 1 000);

• de Innovatie- en matchingsregeling cultuurprofijt van € 13,5 (x € 1 000)

• de Generieke korting op instellingen naar 6.3% van € 8,6 (x € 1 000);

• het Fonds BKVB met 1/3 verlagen voor 50% kunstenaars van € 7,5 (x € 1 000) ; en

• de autonome groei (efficiencykorting) van € 27,3 (x € 1 000);

• de bezuiniging op apparaatuitgaven en programmakosten van € 20 (x € 1 000).

Tevens wordt in artikel 14 Cultuur de operationele doelstelling 14.3.2 Bevorderen dat burgers kennisnemen van het culturele erfgoed door het te behouden, te beheren en te ontsluitenverlaagd met een totaal bedrag van € 32,6 (x € 1 000) met respectievelijk een besparing op:

• de herbestemming erfgoed in de aandachtswijken en stedenbouw/regionaal ontwerp € 6 (x € 1 000);

• de ophoging van het Brim € 3,1 (x € 1 000); en

• de Beelden voor de Toekomst € 23,5 (x € 1 000).

Van de € 142 500 (x € 1000) die op de bovenstaande wijze wordt bespaard op artikel 14 Cultuur vloeit een bedrag van € 125 000 (x € 1000) naar het verkleinen staatsschuld.

Verder wordt Artikel 14 Cultuur verhoogd met een totaal bedrag € 17,5 (x € 1 000) op de operationele doelstelling 14.3.1 Bevorderen van de deelname van de burgers aan cultuuruitingen met respectievelijk:

• Fonds de Mecenas van € 5 (x € 1 000);

• Cultuur Invest Nederland € 10 (x € 1 000);

• Garantieregeling digitalisering film € 2 (x € 1 000); en

• Onderzoek Geefwet € 0,5 (x € 1 000).

De besparingen en herinvesteringen in dit amendement zorgen ervoor dat na de stelselwijzing basisinfrastructuur nu ook het cultuurbeleid zelf een grondige en noodzakelijke hervorming ten gunste van de burger doormaakt.

Ten Broeke