Kamerstuk 32123-VIII-138

Jaarverslag Erfgoedinspectie 2009 inclusief de beleidsreactie van de Sts van OCW en de Sts van BZK

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 30 juni 2010
Indiener(s): Ank Bijleveld (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-VIII-138.html
ID: 32123-VIII-138

Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2010

Hierbij bieden wij u het jaarverslag 2009 van de Erfgoedinspectie aan,1 inclusief onze beleidsreactie op dit rapport. Voor het archiefdeel in deze beleidsreactie dragen de staatssecretaris van OCW en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties een gedeelde verantwoordelijkheid, die middels de gezamenlijke aanbieding van rapport en beleidsreactie tot uitdrukking komt.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Beleidsreactie op het Erfgoedverslag 2009

Algemeen

In 2009 is veel gebeurd op erfgoedgebied, zo blijkt ook uit Erfgoedverslag 2009 van de Erfgoedinspectie. De Hollandse waterlinie, met al zijn forten en vestingswerken, is rijksmonument geworden. De beleidsbrief Modernisering monumentenzorg is door de Kamer aanvaard: een impuls voor het monumentenbeleid. Tevens is het UNESCO 1970 verdrag door de Eerste en Tweede Kamer geratificeerd.

Ik ben dan ook blij met de – per saldo – positieve conclusie van Erfgoedinspectie over het behoud en beheer van het culturele erfgoed. Ik waardeer het zeer dat de Erfgoedinspectie met haar rapportages een bijdrage levert aan verbetering van het beheer en behoud van het erfgoed in Nederland.

In deze beleidsreactie ga ik in op algemene ontwikkelingen in het toezicht door de Erfgoedinspectie en zelfregulering in de erfgoedsectoren. Daarnaast worden de ontwikkelingen in de erfgoedsectoren, archeologie, museale collecties, monumentenzorg en archieven besproken. Tot slot behandel ik enkele internationale verdragen die voor de erfgoedsector relevant zijn.

Het inspectieverslag 2009 van de Erfgoedinspectie en onderhavige beleidsreactie sturen de staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en ik aan de Eerste en Tweede Kamer. Dit is conform de procedure die geldt voor het archiefwettelijk toezicht, zoals vastgelegd in de Archiefwet 1995. De staatsecretaris van OCW en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dragen een gedeelde verantwoordelijkheid voor het archiefbeleid, die tot uitdrukking komt door het rapport gezamenlijk aan te bieden. Derhalve dient bij het onderdeel archieven daar waar «ik» staat, «wij» gelezen te worden. Voor de onderdelen, archeologie, collecties, monumenten en internationaal in deze beleidsreactie ligt de verantwoordelijk bij de staatssecretaris van OCW.

Ontwikkelingen in het toezicht

Zelfregulering

Zelfregulering vormt in de erfgoedsector een belangrijk onderdeel van het stelsel, dit in het bijzonder voor musea en de archeologie. De conclusie van de Erfgoedinspectie dat er nog verbeterslagen te maken zijn in de kwaliteitszorg, deel ik. Het kost tijd eer organisaties interne processen, zoals audits of kwaliteitssystemen, hebben ingevoerd en de bijbehorende mentaliteitsomslag is gemaakt. Mèt de Erfgoedinspectie beschouw ik de visitaties van de musea als een adequaat instrument voor de borging van kwaliteit.

Monitor

De Erfgoedinspectie heeft in 2009 voor het eerst haar monitor, die al langere tijd gebruikt werd in de archiefsector, ingevoerd voor alle sectoren. Dit is een positieve toevoeging aan het instrumentarium van de Erfgoedinspectie. Met de monitor kan beter invulling gegeven worden aan het principe van toezicht op afstand c.q. systeemtoezicht. De Erfgoedinspectie kan haar inspecties (vooraf) gerichter maken; met de monitor kan per sector een risicoanalyse uitgevoerd worden die de basis kan zijn voor een jaarwerkprogramma. Verder is achteraf via effectmetingen vast te stellen welke bijdrage het toezicht geleverd heeft aan de naleving van wet- en regelgeving en de borging van de kwaliteit. Het is wel van belang dat de monitor wordt uitontwikkeld. De komende jaren moeten de resultaten uit de monitor zorgvuldig geanalyseerd en geverifieerd worden.

Archeologie

Rapporten 2010

In 2009 zijn door de Erfgoedinspectie meerdere onderzoeken op het gebied van de archeologie gestart. Het merendeel van deze rapporten komt in 2010 beschikbaar. Te zijner tijd reageer ik op deze rapporten. De Erfgoedinspectie behandelt in de rapporten de naleving van organisatieplannen van vergunninghoudende bedrijven en gemeenten, de aanwezigheid van standaardrapporten bij opgravingen en de inventarisatie van overtredingen bij beschermde archeologische monumenten.

Evaluatie WAMZ

In 2011 vindt de evaluatie van WAMZ plaats. De Erfgoedinspectie biedt haar expertise aan en wil graag betrokken worden bij deze evaluatie. Het spreekt voor zich dat de Erfgoedinspectie hierbij betrokken wordt. In het voorjaar 2010 is een start gemaakt met de evaluatie.

Archieven

Archiefruimten

Eind 2009 is de nieuwe archiefregeling gepubliceerd, die per 1 april 2010 van kracht is geworden. De Erfgoedinspectie doet de aanbeveling een grondige voorlichtingscampagne in te richten ter voorbereiding van de invoering van de archiefregeling. Aan de nieuwe archiefregeling is reeds de nodige ruchtbaarheid gegeven, onder meer door publicatie op de websites van OCW, de Erfgoedinspectie en het Nationaal Archief. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft er een nieuwsbericht over gepubliceerd en het ministerie van Binnenlandse Zaken (BKZ) heeft via het Directoraat generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk alle Chief Information Officers (CIO’s) van de Rijksoverheid over de regeling geïnformeerd. Ik ben dan ook van mening dat aan de aanbeveling van de Erfgoedinspectie over voldoende voorlichting gehoor is gegeven. Mochten er desalniettemin vragen over de nieuwe archiefregeling zijn dan kunnen zorgdragers altijd bij het Nationaal Archief terecht.

Tevens heb ik het rapport van de Erfgoedinspectie over archiefruimten «Veilig en wel opgeborgen, een onderzoek naar de archiefruimten van zelfstandige bestuursorganen» doorgestuurd aan de Rijksgebouwendienst, wat aansluit bij de aanbeveling van de Erfgoedinspectie om de Rijksgebouwendienst de regels voor archiefruimten altijd te laten meenemen in zijn huisvestingsadvies.

Tenslotte stelt de Erfgoedinspectie dat zorgdragers gestimuleerd moeten worden tot het opstellen van een goed onderbouwd veiligheidsplan. Ik onderschrijf deze aanbeveling in die zin, dat de veiligheid van archieven integraal onderdeel dient te zijn van de veiligheidsplannen waarover departementen reeds beschikken. De wijze waarop dit het meest effectief kan worden gerealiseerd zal ik voorleggen aan de CIO’s, die bij de departementen verantwoordelijk zijn voor de informatiehuishouding.

Project wegwerken archiefachterstanden

De Erfgoedinspectie constateert bij het project wegwerken archiefachterstanden (PWAA) tot 1976 enkele omissies in de gedefinieerde verzameling achterstanden. Zij concludeert dat met name verzelfstandigde voormalige overheidsorganisaties gedurende de inventarisatie voor het PWAA buiten schot zijn gelaten. De Erfgoedinspectie doet dan ook de aanbeveling om in kaart te brengen welke organisatieonderdelen niet zijn meegenomen in de inventarisatie die voorafging aan het PWAA, om vervolgens bij deze organisaties de achterstanden alsnog weg te werken.

In haar aanbevelingen heeft de Erfgoedinspectie drie specifieke subgroepen reeds geïdentificeerd.

De eerste twee subgroepen hebben betrekking op het ministerie van OCW. Het betreft de rijksscholen en de voormalige rijksmusea. Met betrekking tot de rijksmusea is al overleg geweest met het Nationaal Archief en zal de Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea (VRM) benaderd worden om dit probleem aan te pakken. Ten aanzien van de rijksscholen zal een strategie uitgestippeld worden om ook deze achterstanden in te lopen.

De penitentiaire inrichtingen vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie. Het desbetreffende rapport van de Erfgoedinspectie, en de aanbevelingen daarin, hebben wij dan ook doorgestuurd naar de minister van Justitie.

Ik heb daarnaast de directeur van het Nationaal Archief opdracht gegeven dit onderwerp mee te nemen in het reguliere overleg met de CIO’s.

Programma Modernisering Informatiehuishouding en visievorming

De Erfgoedinspectie ziet een gat in de visievorming ontstaan, omdat geen van beide ministeries BZK en OCW de volledige informatiehuishouding over de volle breedte van de overheid in ogenschouw zou nemen. Ik neem hier echter afstand van. Beide departementen werken vanuit hun specifieke verantwoordelijkheid juist eensgezind samen en bestrijken hierdoor de hele breedte van de informatiehuishouding, ook in de visieontwikkeling die gaande is. Bij deze visieontwikkeling wordt ook de kennis en ervaring van de Erfgoedinspectie betrokken.

Collecties

Behoud en Beheer

De Erfgoedinspectie spreekt haar zorg uit over de aandacht voor het behoud en beheer van de rijkscollectie door de musea. Volgens de Erfgoedinspectie zouden musea zich genoodzaakt zien de nadruk te leggen op presentatie en bezoekersaantallen. Zij beveelt mij aan oog te houden voor beheer en behoud aangezien uit de monitor blijkt dat de aandacht daarvoor verslapt.

Goed behoud en beheer van de rijkscollectie is van het allergrootste belang. Daarnaast is het van belang dat musea aandacht besteden aan presentatie en aan bezoekersaantallen. Over behoud en beheer, evenals over bezoekersaantallen en collectiemobiliteit, heb ik afspraken gemaakt met de musea. In contacten met musea komen deze onderwerpen steeds aan bod. Op grond van deze gesprekken heb ik tot op heden vertrouwen in de expertise van de musea om een goede balans te vinden tussen collectiebeheer en publieksbereik

Ik neem het signaal van de Erfgoedinspectie serieus. Op het terrein van collectiebeheer is zelfregulering het uitgangspunt. Indien dit signaal persisteert zal ik echter aan dit punt nader aandacht geven in de prestatieafspraken die ik met de collectiebeherende instellingen maak in het kader van hun bekostiging.

Spectrum

De Erfgoedinspectie acht Spectrum, een internationale standaard voor collectiemanagement, een belangrijk instrument voor kwaliteitszorg en zelfregulering. Zij raadt mij dan ook dringend aan om op korte termijn de verdere ondersteuning van Spectrum te borgen.

De constatering van de Erfgoedinspectie dat steeds meer musea gebruik maken van Spectrum en er meer uitwisseling en samenwerking tussen de musea zie ik als een goed voorbeeld van zelfregulering. Ik wil het initiatief tot verdere ondersteuning en invoering dan ook aan de musea laten.

Monumenten

Monumentenbeleid

De Erfgoedinspectie spreekt ten aanzien van het monumentenbeleid haar zorg uit over de professionaliteit van gemeenten op het gebied van monumenten. Zij doet de aanbeveling dat gewaarborgd moet worden dat gemeenten deskundig toezicht houden. Indien nodig is handhaving gewenst bij restauraties en verbouwingen van rijksmonumenten en bij bouwontwikkelingen in de beschermde stads- en dorpsgezichten.

De conclusies van de Erfgoedinspectie zijn terug te voeren op twee kernpunten: de integratie van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening en de professionaliteit, deskundigheid en capaciteit bij gemeenten. Voor een adequaat erfgoedbeleid is integratie met de ruimtelijke ordening nodig. De gebiedsgerichte aanpak in de modernisering van de monumentenzorg (MoMo) staat dit ook voor. In maart 2009 heb ik twee rapporten2 naar de Eerste Kamer gestuurd, «Evaluatie cultuurhistorie in gemeentelijke ruimtelijke plannen» en de «Adviesnota bescherming bouwhistorische waarden». Uit het eerste rapport blijkt dat het archeologische aspect redelijk goed in het ruimtelijke proces is geïntegreerd, maar dat dit minder het geval is bij de gebouwde monumentenzorg. Dat lag in de lijn der verwachtingen, omdat tot nog toe het beleid voornamelijk langs het sectorale spoor is vormgegeven.

Met de wetswijziging die wordt ingevoerd in het kader van de Modernisering van de monumentenzorg komt hier verandering in. Gemeenten worden expliciet verplicht om rekening te houden met alle cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan, waar dat voorheen alleen gold voor archeologische waarden. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal in de tweede helft van 2010 een handreiking voor gemeenten maken, waarin beschreven is hoe gemeenten aan deze wettelijke verplichting kunnen voldoen

Ten aanzien van de deskundigheidsbevordering is eind 2009 aan monumentencommissies een handreiking en een cursus aangeboden om de professionaliteit van monumentencommissies te verbeteren. Dit is van belang omdat die commissies een belangrijk adviserend orgaan van gemeenten zijn, Ik verwacht in juni 2010 van de Erfgoedinspectie te vernemen of deze maatregelen een positief effect hebben.

Tevens heb ik bij de behandeling van de beleidsbrief MoMo aan de Tweede Kamer toegezegd in 2010 een onderzoek uit te voeren in hoeverre gemeenten «Momo-proof» zijn. Dat onderzoek is in volle gang. De Erfgoedinspectie is bij de begeleiding betrokken bijvoorbeeld door het gebruik van haar monitorgegevens..

Dit alles geeft mij het vertrouwen dat de professionalisering en deskundigheid van gemeenten voldoende wordt bevorderd. Ik verwacht dat dit tevens een gunstig effect zal hebben op het proces van toezicht en handhaving in de monumentenzorg en het monumentenbeleid in het algemeen.

Beschermde stads- en dorpsgezichten

De Erfgoedinspectie stelt dat de instandhouding van beschermde stads- en dorpsgezichten tussen wal en schip dreigt te vallen, vanwege het gebrek aan kaderstelling. Bij de aanbevelingen uit het rapport van de Erfgoedinspectie over het onderzoek naar provinciaal beleid betreffende erfgoed en ruimtelijke ordening heb ik in mijn beleidsbrief MoMo3 al uitgebreid stilgestaan. Ik verwacht dat de gebiedsgerichte benadering uit MoMo ook op de beschermde stads- en dorpsgezichten een positieve uitwerking zal hebben. Bovendien zullen de in de bovenstaande paragraaf geschetste ontwikkelingen en maatregelen bijdragen aan de borging van de beschermde stads- en dorpsgezichten.

Bescherming (inter)nationale cultuurgoederen

Internationale verdragen

De Erfgoedinspectie houdt toezicht op de uitvoering van meerdere internationale verdragen ter bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen. In 2009 is daar, na goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer, het UNESCO-verdrag 1970 bijgekomen. Samen met de Erfgoedinspectie werk ik aan het breed onder de aandacht brengen van de regelgeving op het gebied van de in- en uitvoer van cultuurgoederen. Hiervoor worden onder meer bijeenkomsten georganiseerd en een brochure uitgegeven.

Ten aanzien van deze internationale verdragen doet de Erfgoedinspectie mij een aantal aanbevelingen. Een van deze aanbevelingen betreft de noodzaak tot meer samenwerking tussen de handhavende diensten. In reactie op het rapport «Schone kunsten» in 2008 heb ik reeds de noodzaak van een goede samenwerking erkent en zijn hierover aanbevelingen gedaan door mij en de ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën. Ik ondersteun de oproep van de Erfgoedinspectie dat deze samenwerking ook met de politie, d.w.z. het Korps Landelijke Politiediensten en aanspreekpunten bij de regionale politiekorpsen, verder ontwikkeld wordt en geformaliseerd, naar voorbeeld van de samenwerking met de Belastingdienst/Douane. Om de handhavingsketen te complementeren benadruk ik ook de noodzaak op korte termijn een landelijke Officier van Justitie aan te wijzen voor de kunstcriminaliteit, reeds aangekondigd in 2008 en ook later herhaald door de minister van Justitie. Deze Officier van Justitie kan een toegevoegde waarde hebben, de politie, douane en EGI hebben behoefte aan één aanspreekpunt binnen het OM voor dit onderwerp. Bovendien zou een dergelijke Officier van Justitie ook van nut kunnen zijn voor een effectievere handhaving op het gebied van monumenten en archeologie.

Tenslotte waardeer ik de inzet van de Erfgoedinspectie om de handhavingsketen voor dit onderwerp op orde te brengen.