Gepubliceerd: 18 augustus 2009
Indiener(s): Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA), Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32032-2.html
ID: 32032-2

32 032
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter vereenvoudiging van de wettelijke regels over de sectorvakken bij het onderwijs in de leerwegen bij scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wettelijke regels over de sectorvakken bij het onderwijs in de leerwegen bij scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs te vereenvoudigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 10 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het zesde lid wordt vervangen door:

6. Het sectordeel van de theoretische leerweg omvat wat betreft:

a. de sector techniek: wiskunde,

b. de sector zorg en welzijn: biologie,

c. de sector economie: economie,

d. de sector landbouw: biologie, en

e. alle sectoren: ter keuze van de leerling, voor zover het vak niet onder a tot en met d als verplicht vak voor de desbetreffende sector is genoemd, Franse taal, Duitse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde I of biologie.

2. In het achtste lid wordt «welke keuzetaal, genoemd in het zesde lid, onderdeel c» vervangen door: welke vakken, genoemd in het zesde lid, onderdeel e.

B

In artikel 10b worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het zesde lid wordt vervangen door:

6. Het sectordeel van de basisberoepsgerichte leerweg omvat wat betreft:

a. de sector techniek: wiskunde,

b. de sector zorg en welzijn: biologie,

c. de sector economie: economie,

d. de sector landbouw: biologie, en

e. alle sectoren: ter keuze van de leerling, voor zover het vak niet onder a tot en met d als verplicht vak voor de desbetreffende sector is genoemd, Franse taal, Duitse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde I of biologie.

2. Na het zesde lid wordt een lid 6a ingevoegd, luidend:

6a. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing op de kaderberoepsgerichte leerweg. Het zesde lid, onderdelen a tot en met d, is niet van toepassing in geval van een intersectoraal programma als bedoeld in het vierde lid, onderdeel c. Voor een intersectoraal programma wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald welk verplicht vak het sectordeel omvat.

3. In het achtste lid wordt «welke keuzetaal, genoemd in het zesde lid, onderdeel c» vervangen door: welke vakken, genoemd in het zesde lid, onderdeel e.

C

In artikel 10d worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het vierde lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «afdelingsvak (...) te kiezen programma-onderdelen.» vervangen door: afdelingsvak, intrasectorale programma’s of intersectorale programma’s.

2. Het zesde lid wordt vervangen door:

6. Het sectordeel van de gemengde leerweg omvat wat betreft:

a. de sector techniek: wiskunde,

b. de sector zorg en welzijn: biologie,

c. de sector economie: economie,

d. de sector landbouw: biologie, en

e. alle sectoren: ter keuze van de leerling, voor zover het vak niet onder a tot en met d als verplicht vak voor de desbetreffende sector is genoemd, Franse taal, Duitse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde I of biologie.

3. Na het zesde lid wordt een lid 6a ingevoegd, luidend:

6a. Het zesde lid, onderdelen a tot en met d, is niet van toepassing in geval van een intersectoraal programma als bedoeld in het vierde lid, onderdeel c. Voor een intersectoraal programma wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald welk verplicht vak het sectordeel omvat.

4. In het achtste lid wordt «welke keuzetaal, genoemd in het zesde lid, onderdeel c» vervangen door: welke vakken, genoemd in het zesde lid, onderdeel e.

ARTIKEL II. INVOERINGS- EN OVERGANGSRECHT

1. De artikelen 10, 10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals luidend ingevolge deze wet zijn voor alle scholen, bedoeld in de artikelen 9 en 10a van de Wet op het voortgezet onderwijs, van toepassing:

a. met ingang van de inwerkingtreding van deze wet op het derde leerjaar, en

b. met ingang van het schooljaar dat start in het jaar na de inwerkingtreding van deze wet op het vierde leerjaar.

2. Met betrekking tot het vierde leerjaar waarop de artikelen 10, 10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals luidend ingevolge deze wet nog niet van toepassing zijn, blijven van toepassing de bij en krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs gegeven voorschriften zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet.

3. In het schooljaar volgend op (aansluitend op) het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet wordt voor de laatste maal gelegenheid gegeven tot het afleggen van het eindexamen theoretische leerweg, basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde leerweg volgens de op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet bij of krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs vastgestelde voorschriften, voor de leerlingen die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn toegelaten tot het vierde leerjaar, met dien verstande dat het bevoegd gezag in het schooljaar volgend op dit schooljaar een eerder afgewezen leerling nogmaals in de gelegenheid kan stellen het examen af te leggen volgens die voorschriften.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,