Kamerstuk 31996-68

Amendement van het lid Leijten over het borgen van toezicht van de IGZ op individuele dwangmaatregelen.

Dossier: Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliƫnten)

Gepubliceerd: 10 september 2013
Indiener(s): Renske Leijten (SP)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31996-68.html
ID: 31996-68

15,3 %
84,7 %

SGP

SP

50PLUS

CU

GL

PvdA

CDA

PvdD

VVD

PVV

D66


Nr. 68 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN

Ontvangen 10 september 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14aa

Indien onvrijwillige zorg is verleend en de verlening van die zorg is beëindigd, stelt de zorgaanbieder de ambtenaren, bedoeld in artikel 49, eerste lid, hiervan onverwijld in kennis.

II

In artikel 49 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid stellen de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, na beëindiging van de verlening van onvrijwillige zorg een onderzoek in of de beslissing tot het verlenen van die zorg, zorgvuldig is genomen, of de verlening van die zorg zorgvuldig is geschied en of de verpleging, verzorging en bejegening van de cliënt gedurende de verlening van die zorg, verantwoord heeft plaatsgevonden.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) door de zorgaanbieder op de hoogte wordt gesteld van de beëindiging van een behandeling waarbij onvrijwillige zorg wordt verleend, waarna zij een onderzoek instelt waarin wordt nagegaan of de beslissing tot een zodanige behandeling over te gaan, zorgvuldig is genomen, of de uitvoering van de behandeling zorgvuldig is geschied en of de verpleging, verzorging en bejegening van de cliënt gedurende de behandeling verantwoord heeft plaatsgevonden.

Met dit amendement beoogt de indiener het toezicht van de IGZ op individuele dwangmaatregelen te borgen in de wet. In de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet Bopz) is in de artikelen 38, zevende lid, en 38c, zevende lid, omschreven dat de inspecteur na beëindiging van een dwangmaatregel «een onderzoek in [stelt] of de beslissing daartoe zorgvuldig is genomen en of de uitvoering van de behandeling zorgvuldig is geschied». De materiële en juridische uitwerking van deze artikelen is dat de IGZ de taak heeft om toezicht te houden op individuele dwangmaatregelen. In de Wet Zorg en Dwang ontbreekt zo een expliciet artikel tot op dit moment. De indiener is van mening dat de opvolger van de Wet Bopz op alle onderdelen ten minste dezelfde rechtsbescherming moet bieden. Een verminderd IGZ-toezicht past daar niet bij.

Indiener is van mening dat de IGZ te allen tijde toezicht moet houden en bevoegd moet zijn om toezicht te houden op de dwangmaatregelen die individueel zijn opgelegd. Met dit amendement wil zij voorkomen dat de rechtsbescherming van mensen die dwangmaatregelen opgelegd krijgen onder het regime van de Wet Zorg en Dwang anders wordt vormgegeven dan voor mensen die onder de Wet Bopz een dwangmaatregel opgelegd krijgen. Op meerdere momenten van de behandeling van de Wet Zorg en Dwang heeft de staatssecretaris betoogd dat mensen die minder hun wensen kunnen uitdrukken een andere rechtsbescherming verdienen. Indiener heeft begrip voor een andere werkwijze in handelen, melden, registreren, voorkomen en beperken van dwangmaatregelen als het mensen betreft die zich niet of nauwelijks kunnen uitdrukken, een andere rechtsbescherming past echter niet.

Leijten