Kamerstuk 31996-22

Amendement van het lid Wolbert over overleg met een externe deskundige bij het langer dan twee weken verlenen van bepaalde vormen van onvrijwillige zorg

Dossier: Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliƫnten)

Gepubliceerd: 25 januari 2012
Indiener(s): Agnes Wolbert (PvdA)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31996-22.html
ID: 31996-22
Wijzigingen: 31996-38

Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID WOLBERT

Ontvangen 25 januari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

  • 1. Het verlenen van onvrijwillige zorg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen b of c, kan slechts langer duren dan twee weken indien ten minste overleg heeft plaatsgevonden met één externe deskundige op het terrein van de aan de cliënt te verlenen zorg waarin ten minste alternatieven voor het verlenen van de onvrijwillige zorg worden besproken.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de eisen waaraan de externe deskundige dient te voldoen en de manier waarop het overleg met de externe deskundige wordt georganiseerd.

Toelichting

Onder onvrijwillige zorg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen b of c, waarnaar in dit amendement wordt verwezen, wordt het volgende verstaan:

  • het toedienen van medicatie die van invloed is op het gedrag of de bewegingsvrijheid van de cliënt, vanwege de psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, of vanwege een daarmee gepaard gaande psychische stoornis of een combinatie hiervan;

  • maatregelen die tot gevolg hebben dat de cliënt gedurende enige tijd in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt;

Met dit amendement wordt geregeld dat bovenstaande vormen van onvrijwillige zorg slechts langer mogen duren dan twee weken indien overleg plaatsvindt met ten minste één externe deskundige op het terrein van de aan de cliënt te verlenen zorg. Dit amendement regelt derhalve een frisse blik van buiten.

In het overleg dienen ten minste alternatieven voor de verlening van de onvrijwillige zorg besproken te worden. Het uitgangspunt moet zijn dat de onvrijwillige zorg slechts wordt toegepast indien er geen alternatieven zijn en zo spoedig mogelijk stopt.

Onder een externe deskundige wordt in ieder geval een deskundige verstaan die niet werkzaam is bij de zorgaanbieder. Te denken is aan het opzetten van regionale teams die in situaties van handelingsverlegenheid in te schakelen zijn, mogelijk onder begeleiding van het Centrum voor Consultatie en Expertise. Er zijn verschillende beroepsgroepen in de zorg die een lange traditie kennen van intercollegiale toetsing, intervisie en kennisuitwisseling.

Wolbert