Gepubliceerd: 6 september 2010
Indiener(s): Maria van der Hoeven (minister economische zaken) (CDA)
Onderwerpen: energie natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31904-63.html
ID: 31904-63

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2010

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Gas- en Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Kamerstukken II, 2009/10, nr. 31 904) heb ik toegezegd dat ik, in overleg met de NMa en de leveranciers van kleinverbruikers, zal bezien of het wenselijk is om voor kleinverbruikers te komen tot een systeem van dagbalancering, en aan welke voorwaarden dan moet worden voldaan.

1. Het nieuwe balanceringsregime

Op basis van bovengenoemd wetsvoorstel heeft GTS, in overleg met representatieve organisaties uit de gassector, het nieuwe balanceringsregime nader ingevuld en vastgelegd in een voorstel tot wijziging van de gascodes. Dit codevoorstel voor een nieuw balanceringsregime kent geen vaste balanceringsperiode. Het systeem wordt gebalanceerd wanneer het gastransportnet buiten vooraf vastgestelde grenzen dreigt te komen (systeembalancering). Dit kan een uur zijn, maar dit kan ook een periode zijn van meerdere uren of zelfs dagen. Marktpartijen (programmaverantwoordelijken) krijgen elk uur informatie over hun eigen onbalanspositie en de situatie van het gastransportnet. Zolang het systeem niet buiten de vooraf vastgestelde grenzen komt, heeft elke programmaverantwoordelijke de mogelijkheid om zijn onbalanspositie aan te passen door zijn verbruik of invoeding aan te passen of door gas te kopen of te verkopen. Vanuit de biedladder is informatie beschikbaar over de prijs die betaald moet worden wanneer GTS de balans moet herstellen, zodat de programmaverantwoordelijke weet welke risico’s hij loopt. In dit voorstel worden marktpartijen gestimuleerd om zelf bij te dragen aan het in balans houden van het gastransportnet.

2. Dagbalancering voor kleinverbruikers

Naar aanleiding van mijn toezegging heb ik 16 maart 2010 een verkenningsdocument uitgestuurd aan alle leveranciers van kleinverbruikers in Nederland (de vergunninghoudende leveranciers). Dit document heb ik ter informatie toegezonden aan een aantal representatieve organisaties. In het verkenningsdocument heb ik de aanleiding, het voorliggende voorstel voor een nieuw balanceringsregime en een aantal opties om te komen tot dagbalancering voor kleinverbruikers geschetst.

Met deze verkenning wilde ik een beeld krijgen of leveranciers van kleinverbruikers behoefte hebben aan een vorm van dagbalancering en, zo ja, welke variant daarbij de voorkeur heeft. Bij de verkenning van de opties is nadrukkelijk rekening gehouden met het voorstel voor een nieuw balanceringsregime zoals dat voorligt bij de NMa. Dit voorstel blijft immers gelden voor grootverbruikers, grenspunten en invoedingspunten.

Reactie leveranciers

Een kleiner deel van de leveranciers (vier van de elf bedrijven) heeft behoefte aan een vorm van dagbalancering. Zij geven aan dat een vorm van dagbalancering hun positie op de groothandelsmarkt zal versterken. Het gaat dan vooral om kleinere leveranciers. Deze leveranciers verwachten dat dagbalancering tot meer concurrentie zal leiden en dat zij en anderen dan beter in staat zullen zijn om gas aan te bieden aan kleinverbruikers. Dagbalancering is volgens deze leveranciers goed voor het level playing field tussen leveranciers met en zonder eigen flexibiliteitsmiddelen (m.n. gasopslagen). Verder verwachten zij dat door de centrale inkoop van flexibiliteit door GTS de gemiddelde kosten voor intraday flexibiliteit lager zullen zijn en dat deze kosten voor alle leveranciers gelijk zullen zijn.

De meeste leveranciers aan kleinverbruikers zijn echter tegen dagbalancering. Zij hebben vertrouwen in het voorgestelde balanceringsregime waarin onbalans alleen wordt verrekend wanneer de balans van het net buiten vooraf vastgestelde grenzen dreigt te komen. Zij willen hun eigen flexibiliteitsmiddelen primair inzetten ten behoeve van hun eigen afnemers en wijzen er op dat wanneer er gekozen wordt voor dagbalancering er geen prikkels meer zijn om te investeren in korte termijn flexibiliteit (m.n. gasopslag in zoutcavernes). Een aantal leveranciers wijst ook op de mogelijkheid om, zolang GasTerra dominant is op de markt voor flexibiliteit, via GTS flexibiliteit in te kopen. Ook zijn er bezwaren tegen een systeem waarbij de groothandelsmarkt en de kleinverbruikersmarkt worden gescheiden. Eén leverancier heeft geen mening en is op korte termijn ook niet voornemens om zelf actief te worden op de groothandelsmarkt voor gas.

Alle leveranciers hechten aan snelle invoering van de gasmarktmaatregelen, inclusief het voorgestelde balanceringsregime. De discussie over dagbalancering mag voor vrijwel alle leveranciers niet tot vertraging van de invoering van het voorgestelde balanceringsregime leiden.

Reactie representatieve organisaties

Ook de reacties van de representatieve organisaties zijn niet eenduidig. Sommigen hechten aan het voorgestelde systeem, anderen zijn juist voorstander van dagbalancering, maar willen dit niet beperken tot kleinverbruikers. Zij willen of gelijk dagbalancering invoeren voor de hele markt, of – gelet op de bestaande mogelijkheid om via GTS flexibiliteit in te kopen – eerst de ontwikkelingen op de intraday markt afwachten en over enkele jaren breder onderzoeken of er in de markt behoefte is aan dagbalancering. Het splitsen van de markt in een kleinverbruikersmarkt (dagbalancering) en een grootverbruikersmarkt (systeembalancering) is niet populair. Verder wordt ook hier gewezen op de bestaande mogelijkheid om flexibiliteit in te kopen bij GTS. Ook de representatieve organisaties hechten aan een snelle invoering van de gasmarktmaatregelen, waarbij het nieuwe balanceringsregime niet onnodig mag worden vertraagd.

Reacties GTS en NMA

GTS wijst er in haar reactie op dat het voorstel voor het nieuwe balanceringsregime in nauw overleg met alle betrokken partijen tot stand is gekomen. Volgens GTS vindt een groot deel van de marktpartijen het voorstel een verbetering ten opzichte van het huidige balanceringsregime en vinden alle partijen het een werkbaar voorstel. GTS wijst er op dat dagbalancering voor kleinverbruikers slecht is voor het investeringsklimaat in gasopslagen. Wanneer gekozen wordt voor dagbalancering voor kleinverbruikers, moet GTS een substantieel deel van beschikbare flexibiliteitsmiddelen (o.a. gasopslagen) langdurig contracteren. Deze opslagen zijn dan niet meer beschikbaar voor marktpartijen. Dit is volgens GTS slecht voor de werking van de Nederlandse markt en schaadt de positie van Nederland als gasrotonde. In overleg met marktpartijen is juist bewust gekozen voor investeringen door de markt en niet door GTS (gereguleerd). Verder ontraadt GTS op dit moment invoering van enige vorm van dagbalancering, omdat dit onvermijdelijk leidt tot vertraging van de invoering van het nieuwe balanceringsregime en de daarmee beoogde verbeteringen van de gasmarkt.

De NMa ziet wel een aantal voordelen bij mogelijke opties voor dagbalancering voor kleinverbruikers, maar kan dit pas goed beoordelen wanneer er uitgewerkte voorstellen liggen. Echter ook de NMa is van oordeel dat er in de markt een breed gedragen wens is om het huidige voorstel voor een nieuw balanceringsregime zo snel mogelijk te implementeren. De NMa geeft aan dat het aanpassen van het voorstel aan dagbalancering voor kleinverbruikers minimaal een jaar vertraging zal opleveren, terwijl het niet duidelijk is of dagbalancering voor kleinverbruikers de toegang voor leveranciers aan kleinverbruikers tot de groothandelsmarkt zal bevorderen. De NMa wil verder onderzoek doen naar de mogelijkheden van dagbalancering voor alle afnemers. Zij verwacht dat volledige dagbalancering de werking van de gasmarkt het beste bevordert. Dagbalancering voor alle afnemers is volgens de NMa het meest gehanteerde balanceringsregime in Europa. Zij verwacht dat de Europese Framework Guidelines en de aansluitende Europese Netcodes zullen streven naar dagbalancering.

De Europese Framework Guidelines moeten nog worden opgesteld. Het nog niet zeker of deze Guidelines een vaste balanceringstermijn zullen voorschrijven. Waarschijnlijk zullen deze Guidelines wel een marktgebaseerd balanceringsregime voorschrijven. Het huidige voorstel voor een nieuw balanceringsregime voldoet hier volledig aan. Veel landen om ons heen kennen wel een vorm van dagbalancering. De invulling verschilt echter per land.

3. Vervolg

Mijn conclusie is dat het nu niet wenselijk is om over te gaan op een systeem van dagbalancering voor kleinverbruikers. Hiervoor is momenteel onvoldoende draagvlak bij leveranciers aan kleinverbruikers en andere betrokkenen, waaronder de NMa. Er is een brede wens om de gasmarktmaatregelen, waaronder het nieuwe balanceringsregime, snel in te voeren. Ik deel deze wens. Veel marktpartijen maken ook bezwaar tegen het opsplitsen van de markt in een markt voor grootverbruikers (systeembalancering) en markt voor kleinverbruikers (dagbalancering). Dit zou niet goed zijn voor de werking van de markt. Een ander belangrijk argument is dat dagbalancering slecht is voor het investeringsklimaat van gasopslagen Nederland. Marktpartijen hebben dan geen prikkel meer om zelf te investeren in gasopslagen. Het investeringsklimaat in gasopslagen was voor een aantal Kamerleden reden om het verzoek om de mogelijkheden van dagbalancering voor kleinverbruikers te verkennen, te ondersteunen. Ten slotte wijs ik er op dat, zolang GasTerra dominant is op de markt voor korte termijn flexibiliteit, marktpartijen ook flexibiliteit kunnen kopen bij GTS. Deze flexibiliteit (nomflex) is speciaal aangepast aan het nieuwe balanceringsregime. Met deze flexibiliteit kan een leverancier aan kleinverbruikers dag- en weekendvariaties in zijn vraagpatroon opvangen.

Ik zie nu geen aanleiding om het door GTS, in overleg met marktpartijen, ontwikkelde voorstel voor een nieuw balanceringsregime aan te passen. Het huidige voorstel wordt breed gedragen en biedt alle mogelijkheden om de markt voor flexibiliteit maximaal te ontwikkelen. Ook (leveranciers van) kleinverbruikers zijn hier uiteindelijk het meeste bij gebaat. Daarin past terughoudendheid bij het verplicht inkopen en (gesocialiseerd) bekostigen van balancering door de landelijk netwerkbeheerder. Dagbalancering neemt flexibiliteit weg uit de markt en remt initiatieven van marktpartijen. Wel wil ik de werking van het nieuwe balanceringsregime nadrukkelijk betrekken bij de toegezegde evaluatie van de gasmarktmaatregelen medio 2013. Dan zijn de eerste ervaringen met het nieuwe balanceringsregime bekend en kan opnieuw bezien worden of een vorm van dagbalancering (voor kleinverbruikers) wenselijk wordt geacht.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven