Kamerstuk 31874-47

Verslag van een schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegmoetkomingen in kosten kinderopvang alsmede tot intrekking van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

Dossier: Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

Gepubliceerd: 1 juli 2009
Indiener(s): Jan van Bochove (SGP)
Onderwerpen: organisatie en beleid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31874-47.html
ID: 31874-47

31 874
Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

nr. 47
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 juli 2009

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschapvan 15 juni 2009 inzake het ontwerp-Besluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang alsmede tot intrekking van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang (Kamerstuk 31 874, nr. 45).

Bij brief van 1 juli 2009 heeft de staatssecretaris deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Bochove

Adjunct-griffier van de commissie,

Bošnjaković-van Bemmel

I VRAGEN EN OPMERKINGEN UIT DE FRACTIES

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang alsmede tot intrekking van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang. De leden zijn van mening dat de kinderopvang van goede kwaliteit en toegankelijk moet zijn voor iedereen. Door de aanpassing van de Wet Kinderopvang zijn er meer kwaliteitseisen gekomen in de wet, hetgeen de leden als winst beschouwen. De leden zijn het echter niet eens met de verlaging van de maximumuurprijs in de buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De leden zijn van mening dat dit ten koste gaat van de toegankelijkheid van de kinderopvang. De leden zijn dan ook van mening dat een indexatie van de uurprijs van € 5 naar € 5,13 voor de gastouderopvang in 2010 op zijn plaats is.

De leden vragen de staatssecretaris of zij onderzocht heeft wat de gevolgen van deze bezuinigingsmaatregel voor de buitenschoolse opvang zijn. Heeft de staatssecretaris onderzocht hoeveel buitenschoolse opvang locaties door deze bezuinigingsmaatregel straks hun deuren moeten sluiten? Is de staatssecretaris bereid om de Kamer hierover te informeren voor de komende begroting?

De leden zijn tevreden met het maximum te declareren aantal uren kinderopvang. Ook zijn de leden tevreden dat in 2010 de uurprijs wel wordt geïndexeerd.

Daarnaast vragen de leden wanneer de staatssecretaris de Kamer nader kan informeren over de opleidingskosten. Hoeveel worden de gastouder en het gastouderbureau geacht hieraan bij te dragen? Is bekend of ouders hiervan straks iets gaan merken in hun uurprijs?

De leden hebben van ondernemers in de kinderopvang begrepen dat door de economische krimp de vraag naar kinderopvang en buitenschoolse opvang is gekrompen. Kan de staatssecretaris in percentages aangeven hoeveel de vraag is gekrompen en wat de verwachte ontwikkeling van de groei of afname van de vraag naar kinderopvang is voor de komende tijd? En wat heeft deze krimp in financiële zin opgeleverd met betrekking tot de totale uitgaven aan kinderopvang, zo vragen deze leden.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van het Besluit kinderopvangtoeslag. Deze leden blijven het zeer onverstandig vinden om te bezuinigen op de kinderopvang.

Het besluit regelt onder andere een verlaging van het tarief van de buitenschoolse opvang van 7%. Dat roept bij de leden verschillende vragen op. Deze leden vragen waarop deze verlaging is gebaseerd. Is bekend hoe hoog het gemiddelde uurtarief voor buitenschoolse opvang in 2009 is? Is bekend hoeveel gezinnen op dit moment meer betalen dan € 5,82? Voorts vragen zij waarom de staatssecretaris van mening is dat het tarief in de buitenschoolse opvang wel omlaag kan. Is de staatssecretaris het met de leden eens dat er wel erg gejojood wordt met het tarief voor de buitenschoolse opvang? En hoeveel bespaart het kabinet door de verlaging van het tarief van de buitenschoolse opvang in 2010, zo vragen deze leden.

De leden blijven er op wijzen dat van de bevriezing en verlaging van de maximumuurprijzen met name de lage en lage middeninkomens de dupe zijn. Immers, alles wat boven de maximumuurprijs uit komt moeten mensen uit hun eigen portemonnee betalen. Kan de staatssecretaris specifiek voor de in het Besluit voorgestelde aanpassing van het uurtarief inzichtelijk maken wat de effecten zullen zijn voor een gezin met twee kinderen (beide ouder dan 4 jaar) dat drie dagen gebruik maakt van buitenschoolse opvang, uitgesplitst naar inkomen (minimum, modaal, 1,5x modaal, 2x modaal, 3x modaal, vergelijkbaar met tabel 5 in de brief van 20 juni 20081 ), zo vragen deze leden.

II REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS

Inbreng van de SP fractie

De leden van de SP-fractie geven aan dat kinderopvang van goede kwaliteit en toegankelijk moet zijn voor iedereen. Door de aanpassing van de Wet Kinderopvang zijn er meer kwaliteitseisen gekomen in de wet, hetgeen de leden als winst beschouwen. De leden zijn het echter niet eens met de verlaging van de maximumuurprijs in de buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De leden zijn van mening dat dit ten koste gaat van de toegankelijkheid van de kinderopvang. De leden zijn dan ook van mening dat een indexatie van de uurprijs van € 5 naar € 5,13 voor de gastouderopvang in 2010 op zijn plaats is.

De leden vragen de staatssecretaris of zij onderzocht heeft wat de gevolgen van deze bezuinigingsmaatregel voor de buitenschoolse opvang zijn. Heeft de staatssecretaris onderzocht hoeveel buitenschoolse opvang locaties door deze bezuinigingsmaatregel straks hun deuren moeten sluiten? Is de staatssecretaris bereid om de Kamer hierover te informeren voor de komende begroting?

De maximum uurprijs van € 5 in de gastouderopvang is een initiële prijs die ingaat in 2010 en meeloopt in de reguliere indexering vanaf dat moment. De hoogte van dit bedrag is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met het veld en maakt een gezonde en professionele bedrijfsvoering alleszins mogelijk.

De maximum uurprijs voor buitenschoolse opvang in 2010 bedraagt € 5,82. De verlaging van dit tarief is één van de maatregelen om het kinderopvangstelsel budgettair beheersbaar te houden. Het kabinet heeft in april 2008 een samenhangend pakket maatregelen genomen en de Tweede Kamer hierover nader geïnformeerd bij brief van 20 juni 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 31 322, nr. 25).

De maatregelen hebben betrekking op alle opvangsoorten. Er zijn winstmarges in de sector die het mogelijk maken de maatregelen in de maximum uurprijs te absorberen. Vandaar dat ik niet verwacht dat door de maatregel buitenschoolse opvang locaties hun deuren moeten sluiten.

De leden van de SP geven aan tevreden te zijn met het maximum te declareren aantal uren kinderopvang. Ook zijn de leden tevreden dat in 2010 de uurprijs wel wordt geïndexeerd.

Daarnaast vragen de leden wanneer de staatssecretaris de Kamer nader kan informeren over de opleidingskosten. Hoeveel worden de gastouder en het gastouderbureau geacht hieraan bij te dragen? Is bekend of ouders hiervan straks iets gaan merken in hun uurprijs?

Het kabinet levert substantieel bij in de kosten die de gastouder maakt om te voldoen aan de nieuwe deskundigheidseis. De kosten van een erkende EVC procedure liggen rond de € 1000. Door een compensatie vanuit het Rijk in 2009 en 2010 van 75 procent van de kosten tot maximaal € 750, zullen de kosten voor de gastouder veel lager zijn. Gastouders en gastouderbureaus bepalen hun eigen tarieven. Het is daarmee hun verantwoordelijkheid om te bepalen of (een deel van) de opleidingskosten worden doorberekend aan de vraagouder.

De leden geven aan dat zij van ondernemers in de kinderopvang hebben begrepen dat door de economische krimp de vraag naar kinderopvang en buitenschoolse opvang is afgenomen. Kan de staatssecretaris in percentages aangeven hoeveel de vraag is afgenomen en wat de verwachte ontwikkeling van de groei of afname van de vraag naar kinderopvang is voor de komende tijd? En wat heeft deze krimp in financiële zin opgeleverd met betrekking tot de totale uitgaven aan kinderopvang, zo vragen deze leden.

De economische krimp kan via een afname van de arbeidsparticipatie een invloed hebben op het gebruik van kinderopvang. Dit mogelijke effect is echter dermate onzeker dat er geen kwantitatieve inschatting van gemaakt kan worden.

Inbreng van de GroenLinks fractie

De leden van de GroenLinks-fractie geven aan dat zij met teleurstelling kennis hebben genomen van het Besluit kinderopvangtoeslag. Deze leden blijven het zeer onverstandig vinden om te bezuinigen op de kinderopvang.

Het besluit regelt onder andere een verlaging van het tarief van de buitenschoolse opvang van 7%. Dat roept bij de leden verschillende vragen op. Deze leden vragen waarop deze verlaging is gebaseerd.

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het eerste antwoord in de brief onderaan de eerste pagina.

De leden vragen of bekend is hoe hoog het gemiddelde uurtarief voor buitenschoolse opvang in 2009 is.

Het gemiddelde uurtarief van de ondernemers in het BSO is in mei 2009 ongeveer € 5,83, zoals blijkt uit de voorlopige beleidsinformatie van de Belastingdienst.

De leden vragen verder of bekend is hoeveel gezinnen op dit moment meer betalen dan € 5,82.

Het is niet bekend hoeveel gezinnen op dit moment meer betalen dan € 5,82.

Voorts vragen zij waarom de staatssecretaris van mening is dat het tarief in de buitenschoolse opvang wel omlaag kan.

Voor dit antwoord wil ik u verwijzen naar het eerste antwoord in de brief onderaan de eerste pagina.

De leden vragen of de staatssecretaris het met hen eens is dat er wel erg gejojood wordt met het tarief voor de buitenschoolse opvang.

De maximum uurprijs van buitenschoolse opvang is vanaf 2005 stabiel geweest. De prijs lag steeds rond de € 6 euro en was in 2008 en 2009 gelijk aan het maximum uurtarief voor de andere opvangsoorten. Er is dus niet gejojood met het tarief voor buitenschoolse opvang. Pas in 2010 zal in de buitenschoolse opvang een neerwaartse prijsaanpassing plaatsvinden.

De leden vragen hoeveel het kabinet bespaart door de verlaging van het tarief van de buitenschoolse opvang in 2010.

Het gaat hierbij om een besparing van ongeveer € 40 miljoen.

De leden blijven er op wijzen dat van de bevriezing en verlaging van de maximumuurprijzen met name de lage en lage middeninkomens de dupe zijn. Immers, alles wat boven de maximumuurprijs uit komt moeten mensen uit hun eigen portemonnee betalen. Kan de staatssecretaris specifiek voor de in het Besluit voorgestelde aanpassing van het uurtarief inzichtelijk maken wat de effecten zullen zijn voor een gezin met twee kinderen (beide ouder dan 4 jaar) dat drie dagen gebruik maakt van buitenschoolse opvang, uitgesplitst naar inkomen (minimum, modaal, 1,5x modaal, 2x modaal, 3x modaal, vergelijkbaar met tabel 5 in de brief van 20 juni 20081 ), zo vragen deze leden.

Door de maatregel gaat de maximum uurprijs in de buitenschoolse opvang naar € 5,82. De gemiddelde uurprijs die ouders betalen in 2009 is op basis van beleidsinformatie van de Belastingdienst over mei 2009 € 5,83. Ervan uitgaande dat de prijsstijging tussen 2009 en 2010 gelijk is aan de prijsstijging tussen 2008 en 2009 (voorlopig cijfer), is de gemiddelde uurprijs voor ouders in de buitenschoolse opvang in 2010 € 5,90 per uur.

Onderstaande tabel presenteert de effecten van het verlagen van de maximum uurprijs naar € 5,82 voor een gezin met twee kinderen (beide ouder dan 4 jaar) dat drie dagen gebruik maakt van buitenschoolse opvang, uitgesplitst naar inkomen (minimum, modaal, 1,5x modaal, 2x modaal, 3x modaal) in 2010. Het effect van de maatregel (verschil tussen de eigen bijdrage met maatregel ten opzichte van de eigen bijdrage zonder maatregel) wordt veroorzaakt doordat de verwachte gemiddelde uurprijs van € 5,90 boven de maximum uurprijs van € 5,82 ligt. Over deze € 8 cent krijgen ouders geen tegemoetkoming.

Echter, van de maximum uurprijs gaat een normerende werking uit, waardoor de prijsstijging minder dan 3% zou kunnen bedragen. Op het moment dat de gemiddelde uurprijs meer naar het niveau van de maximum uurprijs van € 5,82 schuift, zal het effect kleiner worden.

In € in het jaar 2010Totale kosten BSOEigen bijdrage ouders zonder maatregel1Eigen bijdrage ouders met maatregel2Verschil
Minimum7 22233242693
Modaal7 22267976889
1,5 modaal7 2221 0691 15283
2x modaal7 2221 5891 66576
3x modaal7 2222 5562 62063

1 Ongewijzigd beleid, gemiddelde uurprijs € 5,90

2 Maximum uurprijs € 5,82, gemiddelde uurprijs € 5,90


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Depla (PvdA), Remkes (VVD), Van Bochove (CDA), voorzitter, Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Dijk (CDA), Leerdam (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Verdonk (Verdonk), Van Leeuwen (SP), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Van Dijk (SP), Besselink (PvdA), Ouwehand (PvdD), Dibi (GL), Anker (CU) en Smits (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gill’ard (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Atsma (CDA), Ferrier (CDA), Sterk (CDA), Vietsch (CDA), Schinkelshoek (CDA), Jacobi (PvdA), Elias (VVD), Timmer (PvdA), Van Dam (PvdA), Van der Burg (VVD), Gesthuizen (SP), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Ten Broeke (VVD), Van Bommel (SP), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Thieme (PvdD), Peters (GL), Ortega-Martijn (CU) en Gerkens (SP).

XNoot
1

Kamerstuk 31 322, nr. 25, p. 10.

XNoot
1

Kamerstuk 31 322, nr. 25, p. 10.