39,3 %
60,7 %

SGP

PvdD

CDA

VVD

D66

SP

Verdonk

GL

PvdA

PVV

CU


31 821
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing)

nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID JAN JACOB VAN DIJK

Ontvangen 18 juni 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

In onderdeel CM worden in artikel 9.8 twee leden ingevoegd, luidende:

3. Een universiteit kan in afwijking van het eerste lid een functionele scheiding tussen het bestuur en het toezicht aanbrengen. In het bestuursen beheersreglement wordt vermeld op welke wijze de functionele scheiding wordt gewaarborgd. Het college van bestuur vermeldt jaarlijks in het jaarverslag, genoemd in artikel 2.9, de redenen voor de afwijking.

4. Indien de universiteit een functionele scheiding aanbrengt, worden de taken, genoemd in het eerste en tweede lid, door het college van bestuur uitgevoerd.

II

In onderdeel DE vervalt onderdeel 3, onder vernummering van de overige onderdelen.

III

In onderdeel EK worden in artikel 11.6 twee leden ingevoegd, luidende:

3. De Open Universiteit kan in afwijking van het eerste lid een functionele scheiding tussen het bestuur en het toezicht aanbrengen. In het bestuursen beheersreglement wordt vermeld op welke wijze de functionele scheiding wordt gewaarborgd. Het college van bestuur vermeldt jaarlijks in het jaarverslag, genoemd in artikel 2.9, de redenen voor de afwijking.

4. Indien de Open Universiteit een functionele scheiding aanbrengt, worden de taken, genoemd in het eerste en tweede lid, door het college van bestuur uitgevoerd.

Toelichting

In onderdeel I wordt de mogelijkheid om te kiezen voor een functionele scheiding tussen bestuur en toezicht geregeld voor universiteiten.

Het wetsvoorstel voorziet in een mogelijkheid voor bijzondere universiteiten om te kiezen voor een functionele scheiding. Nu met onderdeel I de mogelijkheid voor een functionele scheiding voor elke universiteit wordt geregeld, is een aparte regeling voor bijzondere universiteiten niet langer noodzakelijk. Onderdeel II laat daarom die aparte regeling vervallen.

Onderdeel III regelt hetzelfde als onderdeel I, maar dan voor de open universiteiten.

Jan Jacob van Dijk