Gepubliceerd: 18 december 2008
Indiener(s): Ger Koopmans (CDA)
Onderwerpen: organisatie en beleid ruimte en infrastructuur
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31771-5.html
ID: 31771-5

31 771
Implementatie van richtlijn nr. 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 19 december 2008

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Doel en aanleiding van de het wetsvoorstel

3. Doel en aanleiding van de richtlijn

4. Kern van de richtlijn

5. Inhoud wetsvoorstel

5.1 Geoportaal

5.2 Toegankelijkheid en vergoedingen

5.3 Intellectuele eigendomsrechten

5.4 Wet bescherming persoonsgegevens

6. Organisatie van de technische implementatie

7. Artikelsgewijs

1. Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en leggen de regering nog een aantal vragen en opmerkingen voor.

De leden van de SP-fractie hebben met enige zorg kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben nog een aantal vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven dat bij de aanleg en het onderhoud van grensoverschrijdende infrastructuur de uitwisseling van wederzijdse ruimtelijke informatie en milieu-informatie van groot belang is.

2. Doel en aanleiding van de het wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie zijn er in het algemeen geen voorstander van dat er bij de implementatie van EG-richtlijnen in de Nederlandse wetgeving meer wordt geregeld dan ingevolge die richtlijnen noodzakelijk is, tenzij het écht nodig is. Worden er in dit wetsvoorstel zaken geregeld, die niet nodig zijn, gelet op de inhoud van de richtlijn? Deze leden begrijpen dat het in ieder geval gaat om het «nationaal toegangspunt», zoals vermeld in artikel 8 van het wetsvoorstel. Zijn er nog andere onderdelen die nu wettelijk worden geregeld, terwijl de richtlijn dat niet voorschrijft? Zo ja, welke? Wat zijn daarvan de redenen?

3. Doel en aanleiding van de richtlijn

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat het streven naar openheid en transparantie uiteraard lovenswaardig is. Daar waar grensoverschrijdende projecten plaatsvinden is uitwisseling van data en het afstemmen van parameters en schaalverdelingen met buurlanden logisch. Zoals bij de aanleg van de kanaaltunnel tussen Engeland en Frankrijk, snelwegen en de HSL-spoorverbindingen. Deze leden vragen zich echter af of de enorme kosten en inspanningen voor digitalisering en harmonisatie van alle data opwegen tegen de baten die dit oplevert voor besluitvorming. Is de regering bereid hiervoor een maatschappelijke kosten- en baten analyse uit te voeren?

De leden van de SP-fractie constateren dat er een gigantische hoeveelheid haast onwerkbare data ontstaat. Deze leden horen graag welke meerwaarde de regering voor Nederland ziet in een Europese databank met bijvoorbeeld informatie over de bodemgesteldheid in Roemenie. Kan de regering uiteenzetten wie de gebruikers zullen zijn van deze databank en in welk soort situaties zij een beroep hierop zullen doen? Is voor de gebruikers geen minder omvangrijke manier denkbaar om de gewenste informatie te vergaren? Is een goede afstemming per project tussen buurlanden en landen uit stroomgebieden niet ruim voldoende om de milieudoelen te realiseren?

De richtlijn gaat over ruimtelijke gegevens. De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering nader toe te lichten om wat voor soort ruimtelijke gegevens van overheidsorganisaties het gaat. Betreft het bijvoorbeeld ook de gegevens die bij het Kadaster rusten? Gaat het dan om alle gegevens van het Kadaster of bepaalde gegevens?

In de memorie van toelichting wordt gemeld dat al vanaf mei 2009 de verplichting tot delen in werking treedt, terwijl de verplichting tot harmoniseren en het beschikbaar maken voor burgers en bedrijven pas later in werking treedt. De leden van de VVD-fractie vragen aan welk tijdstip wordt gedacht.

De leden van de VVD-fractie constateren dat in de memorie van toelichting wordt gemeld dat de richtlijn, naast het milieubeleid, ook uitstraling naar andere gebieden heeft, zoals ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid en volksgezondheid. Deze leden vragen of de informatie in de toekomst ook voor die doeleinden zal worden gebruikt.

De leden van de VVD-fractie merken op dat de richtlijn zich alleen richt op bestaande digitale gegevens en niet op andere gegevens die beschikbaar zijn. Is het denkbaar dat er bestaande gegevens zijn, die niet digitaal beschikbaar zijn, maar wel van belang zijn voor de onderlinge gegevensuitwisseling? Zo ja, wat gebeurt daar dan mee? Worden die gegevens alsnog gedigitaliseerd?

4. Kern van de richtlijn

De leden van de SP-fractie vragen zich af in hoeverre binnen Europa al voldoende actuele data beschikbaar zijn. In Nederland, een land dat historisch gezien voorop loopt op het gebied van ruimtelijke ordening, is zo’n twee derde van de bestemmingsplannen niet actueel. Het duurt nog ten minste tien jaar voordat alle bestemmingsplannen digitaal aangeboden worden. Op welke termijn verwacht de regering alle van Nederland gevraagde data digitaal en geharmoniseerd aan te bieden aan inspire? En wanneer zal een Europees dekkend en werkbaar datanetwerk in inspire beschikbaar zijn?

De leden van de SP-fractie constateren dat Nederland inmiddels wel druk doende is veel geo-informatie te digitaliseren. Daarvoor zijn diverse systemen in ontwikkeling. Deze leden zien hier al een enorm afstemmingsprobleem ontstaan tussen alle overheden. Hoe verhouden deze systemen zich tot elkaar en hoe compatible zijn deze met de door Europa opgelegde systemen van inspire? Wordt dit een systeem opgebouwd op basis van «open source» of heeft men één aanbieder voor het systeem voor ogen? Hoe worden de parameters bepaald voor invoer van de data? Krijgen landen die voorop lopen in digitalisering daarin een belangrijke stem of krijgt Nederland straks te maken met de wet van de remmende voorsprong?

De leden van de VVD-fractie merken op dat de gegevens waarvan derden de intellectuele eigendomsrechten hebben, niet onder de richtlijn vallen. Dit wetsvoorstel is alleen van toepassing als de desbetreffende derden daarmee instemmen. Om wat voor soort gegevens van derden kan het gaan?

5. Inhoud wetsvoorstel

5.1 Geoportaal

De leden van de PvdA-fractie vragen wie de gebruikers zijn waarover hier gesproken wordt.

5.2 Toegankelijkheid en vergoedingen

Zowel de leden van de PvdA-fractie als van de VVD-fractie merken op dat in uitzonderlijke gevallen de gegevensverstrekkende overheid voor het bekijken van de gegevens op een beeldscherm een vergoeding mag vragen. Deze uitzondering geldt alleen voor bestuursorganen, niet voor derde partijen. Deze leden zouden graag weten aan welke uitzonderlijke gevallen wordt gedacht. De leden van de VVD-fractie vragen hoe Nederland daar mee om zal gaan en waarom deze uitzondering alleen voor bestuursorganen en niet voor derde partijen geldt.

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe het vragen van een vergoeding zich verhoudt met de doelstelling dat de gegeven zo laagdrempelig mogelijk aan een zo breed mogelijk publiek ter beschikking worden gesteld. Een groot aantal gegevens wordt nu ook al beheerd en hier zullen kosten aan verbonden zijn. Met de formulering:dat hierbij dient te worden aangetoond dat de vergoeding noodzakelijk is voor het beheer van de gegevens, kunnen deze kosten straks doorberekend worden aan gebruikers. Hoe wordt dit voorkomen?

De leden van de VVD-fractie merken op dat lidstaten een minimum aantal diensten gratis ter beschikking moeten stellen. Zo dienen de zoekfuncties en de raadpleegdiensten gratis te zijn. Gegevensleveranciers mogen daarbij een vorm kiezen die commercieel hergebruik verhindert. Er wordt daarbij het voorbeeld van het Kadaster gegeven. Deze leden vragen om wat voor soort andere instellingen het nog meer kan gaan.

5.3 Intellectuele eigendomsrechten

De leden van de VVD-fractie constateren dat gesteld wordt dat intellectueel eigendomsrecht van derden onaangetast blijft door de richtlijn. Welk soort gegevens, die in handen van derden zijn, vallen wel onder de richtlijn?

5.4 Wet bescherming persoonsgegevens

De leden van de VVD-fractie merken op dat in de memorie van toelichting wordt gesteld dat de Wet bescherming persoonsgegevens voor het voorliggende wetsvoorstel niet of nauwelijks consequenties heeft. Geldt dat ook voor de gegevens die bij het Kadaster berusten? Wat gebeurt er als het gaat om gegevens die wel als persoonsgegevens moeten worden aangemerkt?

6. Organisatie van de technische implementatie

De leden van de PvdA-fractie merken op dat het ministerie van VROM het programmamanagement en de daaruit voortvloeiende kwartiermakerschap van de inrichting van de infrastructuur bij Geonovum heeft neergelegd. Deze leden zouden graag weten of Geonovum ook de benodigde ICT gaat ontwerpen of is deze al beschikbaar? En zo ja, wordt met het ontwerpen van de benodigde ICT internationaal samengewerkt?

De leden van de VVD-fractie merken op dat de omzetting van de richtlijn naast de juridische implementatie ook technische en organisatorische consequenties heeft. Er zullen allerlei nieuwe technische voorzieningen, waaronder ICT-voorzieningen, nodig zijn. Welke maatregelen neemt de regering om er voor te zorgen dat dit project niet te maken krijgt met de problemen, waar vele andere ICT-projecten van de overheid tegen aan zijn gelopen dan wel aanlopen?

Voor het beheer van het in te richten netwerk en de programmamatige organisatie van deze operatie is de stichting Geonovum opgericht. De leden van de VVD-fractie vragen hoe het bestuur en de Raad van Toezicht van deze stichting zijn samengesteld. Wat is de status van deze stichting? Welke bevoegdheden heeft de minister van VROM jegens de stichting? Hoe ver strekt de ministeriële verantwoordelijkheid in dezen?

7. Artikelsgewijs

Artikel 8

De leden van de PvdA-fractie vragen wat de extra kosten zijn van een nationaal toegangspunt. In hoeverre is er sprake van een overlapping tussen een nationaal toegangspunt naast of bovenop een door de Europese Commissie opgezet en geëxploiteerd EU-toegangspunt? Wie exploiteert het nationaal toegangspunt? Is een nationaal toegangspunt absoluut noodzakelijk voor de brede toegang tot de geo-data?

Artikelen 12 en 13

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de bevoegdheid om kosten in rekening te brengen zich verhoudt met de brede toegankelijkheid die de regering met dit wetsvoorstel voor ogen heeft. De kosten die doorberekend zouden mogen worden, zijn kosten die toch al gemaakt worden vanwege de verplichting voortvloeiend uit dit wetsvoorstel om de gegevens te beheren en in stand te houden? In hoeverre is het redelijk dat deze kosten dan afgewenteld worden op derden, niet zijnde commerciële partijen?

Artikel 16

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de richtlijn uiterlijk op 15 mei 2009 moet zijn geïmplementeerd. Hoeveel onzekerheden zijn er nog? In hoeverre spelen die onzekerheden een rol bij het tijdige implementeren? De richtlijn is van 14 maart 2007, waarom is het wetsvoorstel ter implementatie zo kort voor het verstrijken van de implementatietermijn naar de Kamer gestuurd?

Artikel 15

De leden van de VVD-fractie merken op dat in artikel 15 wordt geregeld dat de minster van VROM aan een door haar aan te wijzen instantie het beheer van het nationaal toegangspunt tot het netwerk opdraagt. Is dit de eerder in de memorie van toelichting genoemde stichting Geonovum? Zo nee, om wat voor een instelling gaat en hoe is de ministeriële verantwoordelijkheid geregeld?

De voorzitter van de commissie,

Koopmans

De griffier van de commissie,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU).

Plv. leden: Vendrik (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (CU).