Kamerstuk 31389-152

Stand van zaken Huisdierenlijst zoogdieren (positieflijst)

Dossier: Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren)

Gepubliceerd: 30 januari 2017
Indiener(s): Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen: dieren landbouw
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31389-152.html
ID: 31389-152

Nr. 152 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2017

In mijn brief van 22 april 2016 (Kamerstuk 28 286, nr. 859) heb ik u geïnformeerd over de laatste stand van zaken met betrekking tot de Huisdierenlijst zoogdieren (positieflijst). Met deze brief wil ik u informeren over de gemaakte vorderingen en mijn voorgenomen besluit welke diersoorten worden aangewezen voor plaatsing op de Huisdierenlijst zoogdieren (positieflijst). Tevens geef ik hierbij invulling aan de motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 31 389, nr. 131), die verzoekt de voorwaarden waaronder dieren gehouden mogen worden nader uit te werken.

De Positieflijst Expert Commissie (PEC) is begin 2016 gestart met de technische beoordeling van de geïnventariseerde in Nederland gehouden zoogdiersoorten. De technische beoordelingen zijn inmiddels afgerond. De Positieflijst Advies Commissie (PAC) heeft op grond van deze technische beoordelingen en de zoönose risico-inschattingen, opgesteld door het Bureau Risicobeoordelingen van de NVWA, een definitief diersoortspecifiek risico-inschattingsadvies opgesteld. De PAC heeft hiertoe de diersoorten in vijf risicoklassen, A (zeer hoog) tot en met E (zeer laag), ingedeeld. Voor de exacte beschrijving van de afzonderlijke klassen verwijs ik u naar bijlage 11.

Uitgangspunt voor de technische beoordelingen zijn de in artikel 1.4 van het Besluit houders van dieren opgenomen criteria voor aanwijzing van diersoorten of diercategorieën op de positieflijst. In het betreffende artikel is gesteld dat een diersoort of diercategorie kan worden aangewezen indien deze zonder specialistische kennis of vaardigheden kan worden gehouden en geen onaanvaardbare mate van gevaar oplevert voor mens of dier. Op grond van dit uitgangspunt en de door de PAC gehanteerde indeling, heb ik besloten de als A, B of C geclassificeerde diersoorten niet en de als D en E geclassificeerde diersoorten wel aan te wijzen voor plaatsing op de positieflijst. Dit is conform de werkwijze waarover uw Kamer in de brief van 3 november 2015 (Kamerstuk 28 286, nr. 848) is geïnformeerd.

Alleen die diersoorten die met een minimaal tot gering risico op welzijnsaantasting van de dieren en gevaar voor de mens gehouden kunnen worden, en zonder specialistische kennis of vaardigheden van de houder, heb ik aangewezen.

De voorliggende positieflijst is op een consistente en inzichtelijke wijze samengesteld en doet naar mijn mening recht aan de verschillende vaak uiteenlopende belangen.

Dieren, die behoren tot de niet-aangewezen diersoorten, maar op het moment van het definitieve aanwijzingsbesluit wel in Nederland worden gehouden, mogen bij hun houder blijven tot hun overlijden. Voor de houders van deze dieren zal wel een registratieverplichting gaan gelden. Daartoe zal de Regeling houders van dieren worden aangepast. Uitgezonderd van het houdverbod zijn dierentuinen, praktiserende dierenartsen ten behoeve van een diergeneeskundige handeling en opvangcentra van dieren.

Mijn besluit tot deze aanwijzing zal als voorgenomen Besluit aanwijzing te houden zoogdiersoorten (hierna: het Besluit) gepubliceerd worden in de Staatscourant. Hierna start de openbare voorbereidingsprocedure en kan gedurende 6 weken een zienswijze tegen het besluit worden ingediend bij RVO.nl. Het voorgenomen aanwijzingsbesluit zal ter inzage liggen bij RVO.nl (https://mijn.rvo.nl/voorgenomen-besluit-dieren-voor-de-huisdierenlijst).

Gelijktijdig met de publicatie in de Staatscourant zal het Besluit bij de Europese Commissie (EC) worden genotificeerd. De EC heeft gedurende drie maanden de gelegenheid hierop te reageren. Op de eerdere notificatie van de positieflijst als instrument heeft de EC niet gereageerd. Na afloop van de openbare voorbereidingsprocedure en de notificatie periode kan het definitieve aanwijzingsbesluit opgesteld worden. De eerder vastgestelde positieflijst in de Regeling houders van dieren zal gelijktijdig met het definitieve aanwijzingsbesluit komen te vervallen.

Houderijvoorschriften

Overeenkomstig de motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 31 389, nr. 131) is bij de beoordeling van de (aangewezen) diersoorten door de PAC tevens onderzocht of houderijvoorschriften, als bedoeld in artikel 2.2, tiende lid, van de Wet Dieren, het risico op welzijnsaantasting van het dier en gevaar voor de mens kunnen minimaliseren.

De voorgestelde houderijvoorschriften wil ik in dit stadium nog niet verplicht stellen, maar eerst in dierenbijsluiters opnemen. Ik wil de sector en houders eerst de ruimte bieden om zich bewust te worden van de juiste wijze waarop dieren moeten worden gehouden. Deze bewustwording draagt bij aan de mate waarin de maatregelen in de praktijk zullen worden toegepast en daarmee de beoogde welzijnsverbetering. Hiermee geef ik de houders, houderij-organisaties en brancheorganisaties de kans om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen.

De toepassing in de praktijk van de houderijvoorschriften zal worden meegenomen bij de aan uw Kamer toegezegde evaluatie van de Huisdierenlijst zoogdieren (positieflijst) over drie jaar. Indien de toepassing ervan onvoldoende is opgepakt kunnen de voorschriften alsnog verplicht worden gesteld.

Ik ben van mening dat deze aanpak, ook vanuit proportionele inzet van overheidsinstrumenten, de juiste is. Dit laat onverlet dat bijsluiters door de toezichthouder effectief in gerechtelijke procedures kunnen worden gebruikt ter verduidelijking van de bestaande algemene huisvestings- en verzorgingsnormen uit het Besluit houders van dieren.

Voor honden en katten gaan geen extra diersoortspecifieke houderijvoorschriften gelden, waarbij ik voor de hoog-risicohonden nog een voorbehoud maak. Ik ben in afwachting van het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) dat op korte termijn zal zijn afgerond. Ik zal ik u over het gegeven advies en mijn standpunt informeren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam