Kamerstuk 30880-18

Amendement van het lid Hennis-Plasschaert c.s. over bovenlokale afstemming

Dossier: Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.)


Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID HENNIS-PLASSCHAERT C.S.

Ontvangen 24 november 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In hoofdstuk 3, wordt na afdeling 3.3 een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 3.3a. BOVENLOKALE AFSTEMMING

Artikel 41a

De burgemeesters, in het gebied waarvan de grenzen samenvallen met de indeling van de regio’s zoals vastgelegd in de bijlage bij artikel 8 van de Wet Veiligheidsregio’s, en de hoofdofficier van justitie kunnen ten minste eenmaal per jaar over het beleid en de taakuitvoering van de politie overleg voeren.

Toelichting

Het amendement strekt ertoe de mogelijkheid tot bovenlokale afstemming wettelijk te verankeren. De indeling in veiligheidsregio’s biedt daartoe een schaal die maatschappelijk en bestuurlijk herkenbaar is. De voorgestelde bepaling geeft gemeenten een basis voor afstemming van hun integrale veiligheidsplannen ex artikel 148a van de Gemeentewet1 en voor overleg over de in artikel 39 bedoelde aangelegenheden.

De voorgestelde bepaling beoogt niet een nieuwe bestuurslaag in het leven te roepen. Daarom worden geen nadere eisen gesteld aan de structuur, vorm en inhoud van het overleg. Bovendien staat het gemeenten vrij om in het overleg te besluiten om het inhoudelijke bovenlokale overleg te voeren op een schaal binnen de veiligheidsregio, waarvan de maatschappelijke en bestuurlijke samenhang als meer geëigend wordt gezien.

Hennis Plasschaert

Çörüz

Brinkman