Kamerstuk 25422-70

Verslag van een algemeen overleg

Opwerking van radioactief materiaal

Gepubliceerd: 15 juli 2009
Indiener(s): Ger Koopmans (CDA)
Onderwerpen: afval energie natuur en milieu stoffen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25422-70.html
ID: 25422-70

25 422
Opwerking van radioactief materiaal

nr. 70
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 15 juli 2009

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 23 juni 2009 overleg gevoerd met minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over:

– de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 17 februari 2009 ter aanbieding van het rapport «Signalen met betrekking tot radioactieve stoffen en straling in 2006 en 2007 (25 422, nr. 66);

– de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 23 februari 2009 over gedifferentieerd handhavingsbeleid niet toegelaten biociden (27 858, nr. 75);

– de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 21 april 2009 met beantwoording van de vragen van de commissie over de herstart van de Hoge Lux Reactor te Petten (25 422, nr. 68);

– de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 9 juni 2009 over de beslissingen op bezwaar ten aanzien van de beschikking voor herstart van de Hoge Flux Reactor (HFR) te Petten (25 422, nr. 69);

– de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 17 juni 2009 over het burgerinitiatief betreffende een verbod op vuurwerk (22 343, nr. 233);

– de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 17 juni 2009 over witgoedfraude en dumping (22 343, nr. 233).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Koopmans

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Van der Leeden

Voorzitter: Koopmans Griffier: Lemaier

Aanwezig zijn 5 leden der Kamer, te weten Boelhouwer, Koopmans, Neppérus, Poppe en Vietsch,

en minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.

De voorzitter: Dames en heren. Ik open deze vergadering van de vaste Kamercommissie van VROM. Aan de orde is een algemeen overleg met de minister van VROM, dat ik kortheidshalve aanduid als «handhaving». Er staan een stuk op zeven brieven op de agenda. Ik heet mevrouw Cramer en de medewerkers die haar vergezellen van harte welkom. Op dit moment zijn drie fracties vertegenwoordigd. Wij hebben voor dit overleg twee uur gepland. Het is niet nodig om die vol te praten. Maar als het moet, doen wij het. Ik geef als eerste het woord aan de heer Poppe. Hij krijgt maximaal zes minuten spreektijd toebedeeld.

De heer Poppe (SP): Voorzitter. Ik zal de agendapunten langslopen, te beginnen met de signalen met betrekking tot radioactieve stoffen. De minister schrijft dat geen meldingen zijn gedaan van het maken van een vuile bom. Maar dat is niet het enige waarover het gaat. Er zijn vijfhonderd meldingen van radioactiviteit in schroot. Dat is een stijging met 15%. Maar de handhaving neemt niet toe. Op 11 november 2008 is het besluit genomen dat kleine bedrijven niet meer hoeven te checken. Dat is bedoeld om de administratieve lasten voor de kleinere bedrijven terug te dringen. In de memorie van toelichting werd dit gemotiveerd dat de kleinere bedrijven toch leveren aan grote bedrijven die op hun buurt contracten hebben met smelterijen en dat daar wel wordt gecontroleerd. Heeft de minister gegevens of de stijging van 15% mogelijk afkomstig is van schroot dat door kleine bedrijven, waarbij niet met poortjes of een andere methode wordt gemonitord, bij grotere bedrijven is afgeleverd? Als dat het geval zou zijn, lopen de werknemers van de kleinere bedrijven mogelijk een risico. Ik wil graag van de minister weten of hierin inzicht bestaat of dat zij de Kamer hierover kan informeren. Heeft de toename te maken met de toelevering van kleine bedrijven aan de grote bedrijven? Ik zie dat de minister knikt. Zij begrijpt wat ik bedoel.

Er wordt, als het allemaal lukt, een inhaalslag gemaakt met betrekking tot het toelaten van biociden, want wij lopen achter. Dat achten wij een goede zaak. Volgens Royal Haskoning zijn er circa achthonderd tot duizend producten in omloop. Kan de minister garanderen dat deze producten niet bij de consumenten terecht zullen komen, in welke vorm dan ook? Op de schriftelijke vragen die wij hierover hebben gesteld, hebben wij dubbelzinnige antwoorden gekregen. De minister zegt dat zij het niet kan garanderen, maar er dient toch wel degelijk een garantie te worden afgegeven jegens de consumenten dat zij het niet op hun bordje krijgen, letterlijk of figuurlijk. Ik krijg hierover van de minister graag wat meer duidelijkheid dan haar uitspraak dat zij het niet kan garanderen.

De gascontainers betreffen eigenlijk niet landbouwbiociden die worden geïmporteerd. Er wordt weliswaar geen product op de markt gebracht, maar er is wel sprake van dat producten met biociden besmet zouden kunnen zijn. In hoeverre kan de wetgeving worden gecheckt op de vraag of dit middel ook kan vallen onder een mogelijke aanpak? Dat hebben wij al eens eerder gevraagd. Wij praten dan ook al zo lang over deze materie. Mogelijk dat hiernaar nog eens kan worden gekeken.

Wij kunnen kort zijn over de herstart van de Hoge Flux Reactor in Petten. Het gaat om medische toepassingen. Die zijn zeer gewenst. Er is maar een geringe productiecapaciteit in de wereld. Ik heb begrepen dat de productie in Canada op dit moment stilligt. De Hoge Flux is dus nodig. Dan moeten wij dus niet zeuren. Streng toezicht en goed monitoren zijn vereist. De bubbeltjes wijzen erop dat het vanaf de nieuwbouw niet helemaal goed is gegaan. Er zou geen risico bestaan. Kan de minister garanderen dat de inspectie dit goed in de gaten houdt?

Het burgerinitiatief om te komen tot een verbod op consumentenvuurwerk is een beetje een kunstje van twee GroenLinks-gemeenteraadsleden in Rotterdam en Den Haag. Het is dus niet echt een burgerinitiatief, al moet ik erbij zeggen dat ook gekozen volksvertegenwoordigers burgers zijn. Natuurlijk onderkennen wij de overlast die door vuurwerk kan worden veroorzaakt. In 2007 is echter zwaarder vuurwerk juist toegestaan om de illegale handel tegen te gaan. Ik stel voor om dat weer terug te draaien. Veel knallen die door dit zware vuurwerk worden veroorzaakt, overschrijden namelijk de pijngrens. Er kan sprake zijn van 5% gehoorbeschadiging op één avond, op één dag van het jaar. Dat is niet acceptabel. Knallen die harder zijn dan 100 decibel moeten toch echt worden verboden. Die gaan over de pijngrens heen.

De voorzitter: Ik verzoek u om af te ronden.

De heer Poppe (SP): Ja. Ik zou er nog veel over kunnen vragen. Ik wil in ieder geval vragen of de minister de hardere aanpak van de import van illegaal vuurwerk volhoudt. Zij zou deze naar mijn mening zelfs verder moeten opschroeven. Het is gebleken dat in het afgelopen jaar veel illegaal vuurwerk is afgeschoten.

Het is een schande dat de consument een verwijderingsbijdrage betaalt maar dat vervolgens witgoedfraude en afvaldumping plaatsvindt. Handelaren, bedrijven en gemeenten omzeilen de juiste verwerking en verwijdering door de spullen naar andere landen, bijvoorbeeld in Afrika, te exporteren. Hoe gaat de minister dit aanpakken? Ik meen dat de VROM-Inspectie boa’s moet inzetten om hierop veel intensiever toe te zien opdat dit soort schandalige dumpingpraktijken, als gevolg waarvan giftige stoffen bij kinderen terecht komen, niet meer kunnen plaatsvinden. De lekstromen moeten worden opgespoord en afgedicht. Bedrijven die deze regels overtreden, dienen keihard te worden aangepakt. Wat gaat de minister doen tegen de grote elektronicabedrijven, die medeverantwoordelijk zijn voor hun eindproduct in de afvalfase? Ik hoef geen namen te noemen. Als de procedures worden omzeild, moeten ook zij daarop worden aangesproken.

De heer Boelhouwer (PvdA): Voorzitter. U hebt al gememoreerd dat wij vandaag een aantal brieven aan de orde hebben. Ik behandel deze in willekeurige volgorde.

Ik begin met de reactor in Petten waar medische isotopen worden gemaakt. Daarover is de afgelopen tijd een hoop te doen geweest, vooral omdat ten gevolge van storingen elders de wereldproductie in gevaar kwam. Deze productie vindt op vier plaatsen in de wereld plaats en is zeer noodzakelijk voor het onderzoek naar en de behandeling van bepaalde categorieën patiënten. Het betreft onder andere de bestraling van kankerpatiënten. Het is een goede zaak dat de Hoge Flux Reactor werkt. Ik ben echter benieuwd naar het reparatieplan nu de reactor weer in werking is. Ik meen dat dit intussen moet zijn ingediend. Daarbij hoort ook de informatie wie of wat dit plan op haalbaarheid zal gaan beoordelen. Is het mogelijk dat wij de maandelijkse voortgangsberichten met betrekking tot de Hoge Flux Reactor krijgen? Worden deze in ieder geval iedere maand ook daadwerkelijk door het ministerie beoordeeld? Worden daaruit ook direct de stappen gedestilleerd die moeten worden gezet wanneer het reparatieplan niet haalbaar blijkt of als de storing groter wordt? Wij mogen door gebrek aan bijsturing en bijsturingsmogelijkheden toch geen genoegen nemen met een ondeugdelijk plan?

Het lijkt mij niet onredelijk om akkoord te gaan met de door de minister voorgestelde aanpak met betrekking tot de gedifferentieerde handhavingsbeleid ten aanzien van niet toegelaten biociden. Ik constateer uit de stukken dat hierover zeer nauw overleg wordt gevoerd met LNV. Inderdaad raakt deze materie niet alleen de milieukant van het ministerie van VROM maar ook de mensen die onder verantwoordelijkheid van het ministerie van LNV van deze bestrijdingsmiddelen afhankelijk zijn. In Nederland is de gewoonte erin geslopen om deze middelen generiek aan te duiden als «gewasbeschermingmiddelen». Ik noem het gewoon bestrijdingsmiddelen. Voor het overgrote deel zijn het nog steeds gewone bestrijdingsmiddelen, die in ieder geval niet stofeigen zijn en die in een te grote dosis een gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid. Ik ben het eens met de aanpak die de minister voorstaat, zeker ook omdat de komende tien jaar nog geen gelijk speelveld in Europa zal bestaan. Daarvan mag Nederland niet de dupe worden.

Ik ben het eens met het standpunt dat de minister heeft ingenomen dat geen wijziging hoeft te worden gebracht in het afgesproken beleid ten aanzien van het vuurwerk. De afgelopen jaren heb ik zelf een aantal controles van de VROM-Inspectie en de politie op illegaal vuurwerk meegemaakt. Het afgelopen jaar is veel meer opgespoord dan ooit tevoren. Ik meen dat wij het probleem enigszins in de hand zullen kunnen houden als wij de regels goed handhaven. Wij moeten er wel zeer goed bovenop blijven zitten.

Wanneer je leest over de manier waarop de ongewenste export van afvalstoffen zich voltrekt, vraag je je bijna af of er geen andere mogelijkheid is om de bestrijding hiervan te organiseren. Dit is echt een probleem. De spullen worden ingeleverd. Het geld dat voor de verwijdering beschikbaar is, wordt hiervoor uit het fonds genomen. Het betreft geld dat door de consumenten voor de verwerking is betaald. Op zich is dit een fantastisch systeem. Er is goed over nagedacht. Het zou ook goed moeten werken. Moet er op een of andere manier niet iets worden gedaan aan de traceerbaarheid van de apparaten? Al zou degene bij wie zij worden ingeleverd er maar een getal op moeten stickeren. Dat is een kleine moeite. Met dat nummer zouden wij weten dat er per definitie iets fout zit wanneer wij verderop in de keten een apparaat tegenkomen waarop die sticker niet zit. De apparaten moeten toch bij de leverancier worden ingeleverd. Die kan er net zo goed een stickertje op plakken. Dat kan een streepjescode zijn, of iets herkenbaars. Als er geen streepjescode op een apparaat zit, weten wij dat er in de organisatie van de keten iets helemaal fout gaat. Wij kunnen niet tolereren dat op deze manier het geld van de consumenten achterover wordt gedrukt en dat slachtoffers worden gemaakt onder de meest kwetsbaren in de samenleving, te weten de kindertjes in Ghana die deze apparaten met hun blote handen moeten slopen. De heer Poppe heeft daarvoor zojuist al aandacht gevraagd. Dit valt op geen enkele manier te tolereren.

De heer Poppe (SP): Ik weet niet precies wat de heer Boelhouwer bedoelt met de streepjescodes of stickertjes. Als het spul illegaal naar Afrika wordt verscheept, is dat fraude. Het is oplichting. Het is ook milieucriminaliteit. Het is vastgesteld dat een aantal bedrijven zich hieraan schuldig heeft gemaakt. Is het niet veel beter om keihard op te treden en alle exportvergunningen voor afvalstoffen zo scherp te controleren dat elke fraudeur, oplichter en milieucrimineel onmiddellijk in de kladden wordt gegrepen en een enorme economische douw krijgt?

De voorzitter: Ik snap de vraag, dus de heer Boelhouwer zeker ook.

De heer Boelhouwer (PvdA): Als je streng controleert, betekent dat niet automatisch dat je dan ook iedere fraudeur in de kladden grijpt. Was het maar waar. Ik ben het er wel mee eens dat de straffen kennelijk nog te laag zijn om mensen ervan te weerhouden dergelijke criminaliteit te plegen. Het is evident dat scherp moet worden gecontroleerd. Ik ben het op zich wel eens met de oproep voor streng controleren en harder straffen. Ik meen dat dit al doorklonk in mijn woorden.

Mevrouw Vietsch (CDA): Voorzitter. Op de agenda staan inderdaad zes stukken waartussen niet veel samenhang bestaat. Ik neem ze daarom een voor een door.

Ik heb het rapport over radioactieve stoffen en straling met genoegen en enige verbazing gelezen. Ik vond het een saillant punt dat ook behang radioactief kan zijn. Dat zou niet in mij zijn opgekomen. Het is dus een goede zaak dat er controle plaatsvindt en dat deze verder gaat dan je in eerste instantie logisch zou achten.

Met betrekking tot de brief over de biociden is in mijn fractie de vraag gerezen of dit betekent dat er geen kop zal komen op de Europese regelgeving. Bij de bollenteelt, maar ook nog wel op andere terreinen, wordt gebruik gemaakt van formaldehyde. Blijft het gebruik daarvan tot de mogelijkheden behoren? Het wordt nu gedoogd, maar er is nog geen alternatief middel. Mogen wij ervan uit gaan dat dit middel gewoon kan blijven worden gebruikt?

Er staan twee punten over Petten op de agenda. Daarover hebben wij al heftige discussies gevoerd. Ons standpunt is en blijft dat, wanneer deze productie veilig kan plaatsvinden, dat gewoon moet gebeuren. Het is goed voor mensen. Mensen kunnen ermee worden genezen. Als de productie niet veilig zou kunnen plaatsvinden, moet de reactor worden gesloten. Dan ondervinden immers meer mensen er schade van. Ook in dit geval kunnen wij ons dus vinden in de plannen.

Over het burgerinitiatief om te komen tot een verbod op consumentenvuurwerk lees ik in een brief dat de regering het eens is met de Kamer. Dat horen wij vanzelfsprekend altijd graag. De Kamer heeft al een debat gevoerd over de vraag hoe wij zowel met dit burgerinitiatief als met het vuurwerkprobleem willen omgaan. Wij kunnen hiermee dus instemmen.

De afvaldumping is al aan de orde geweest in het debat over de VROM-Inspectie. Deze heeft heel goed opgetreden in Ghana. Middenin de vakantie was ineens Ghana in het nieuws met betrekking tot computerdumping en dergelijke. Wij hebben daarover een discussie gevoerd. De minister heeft bij die gelegenheid gesteld hierin samen met andere EU-landen te zullen gaan optreden. Ik meen dat dit inderdaad de manier is waarop het moet gebeuren. Ik ben benieuwd of hierover al iets meer kan worden gemeld.

Mevrouw Neppérus (VVD): Voorzitter. Ik begin met Petten. Ik meen dat het voor iedereen duidelijk zal zijn dat het voor de fabricage van isotopen, die een belangrijk medicijn zijn, belangrijk is dat Petten werkt. Dat moet natuurlijk wel veilig kunnen, anders zouden wij het ene gat dichten en tegelijkertijd een ander openmaken. Het is prima dat de reactor weer werkt. Wij vinden het echter wel belangrijk om te weten wanneer de nieuwe reactor er komt. Apparatuur veroudert. Die in Canada blijkt problemen op te leveren. De onze dateert uit 1984. Die is langzamerhand dus wel aan vernieuwing toe. Er wordt belangrijk materiaal geproduceerd voor de medicijnen voor zwaar zieke mensen. Ik acht dat een essentiële zaak. Bestaat al zicht op vervanging?

De volgorde die ik heb gekozen is wellicht wat willekeurig. Het moge duidelijk zijn dat de VVD-fractie van mening is dat het beleid ten aanzien van het vuurwerk kan worden voortgezet. Wij zeggen wel dat streng op het illegaal vuurwerk moet worden toegezien. Een aantal dagen voor oudjaar zien wij dat de spullen die illegaal het land zijn binnengehaald in de winkels verschijnen. Ook na Nieuwjaar gaat het afschieten soms nog dagenlang door. Dit moet zeker worden aangepakt. Dat zou samen met andere landen moeten gebeuren. Wij hebben destijds het zwaardere vuurwerk toegelaten. Dat geeft hardere dreunen. Ik vraag mij af of dit de juiste maatregel is geweest. Wellicht kan de minister het nog een keer uitleggen.

De collega’s die voor mij hebben gesproken, hebben al gezegd dat het dumpen van huishoudelijke apparatuur een bizar element in zich heeft. Wij betalen een verwijderingsbijdrage. Je bent best bereid om die te betalen om daarmee te bereiken dat die apparaten goed worden opgeruimd. Vervolgens hebben wij er echter geen enkel zicht meer op. Het is niet altijd even gemakkelijk om een oud apparaat bij een winkel kwijt te raken. Als je het bij een gemeente kwijt wilt, betekent dat ook heel wat vragen. Wij moeten constateren dat de spullen helaas af en toe in verkeerde handen terecht komen. Het is een goede zaken dat de VROM-Inspectie betrokken was bij het tegenhouden van goederen bij Ghana. Maar als wij een zending tegenhouden, weten wij ook dat er meer zijn langs gekomen. Het is uiteindelijk aan de rechter om hierover een oordeel te vellen. Ik ben echter van mening dat een voorbeeldfunctie zal uitgaan van een harde aanpak van de mensen die worden gegrepen. Wij zullen ook moeten bekijken hoe het systeem meer inzichtelijk kan worden gemaakt. Het is weinig stimulerend voor mensen om een verwijderingsbijdrage te betalen en vervolgens te moeten lezen dat het apparaat ergens anders is beland. Hoe kijken andere Europese landen hier tegenaan? Wij zijn niet alleen op de wereld. Ook in Hamburg, Le Havre en Antwerpen zijn havens.

Net als de heer Boelhouwer noem ik de biociden gewoon bestrijdingsmiddelen. Dan struikel ik iets minder over het woord. Is in het voorstel een kop op de Brusselse regels opgenomen? Hoe verhoudt een en ander zich tot REACH? Daarin zullen wij ongetwijfeld voor een deel dezelfde producten tegenkomen.

De voorzitter: Hiermee zijn wij al om 16.20 uur aan het einde van de eerste termijn van de Kamer.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Minister Cramer: Voorzitter. Ik dank de Kamerleden voor hun inbreng in de eerste termijn. Er zijn verschillende vragen gesteld. Het betreft inderdaad zeer uiteenlopende dossiers. Ik zal deze behandelen in de volgorde waarop zij voor mij op een stapeltje liggen. Ik zal eerst ingaan op de vragen over radioactieve straling in schroot. Het tweede onderwerp is de witgoedfraude. Het derde onderwerp is de afgedankte apparatuur en de samenwerking met Ghana. Vervolgens zal ik de biociden behandelen. Daarna zal ik nog iets zeggen over Petten en ten slotte over het vuurwerk. In deze volgorde zal ik de vragen beantwoorden.

De voorzitter: Dan spreek ik met de leden af dat een eventuele interruptie pas aan het einde van elk blokje kan worden geplaatst.

Minister Cramer: De heer Poppe heeft een vraag gesteld over een toename van 15% in de radioactieve straling van schroot als gevolg van het niet meer meten hiervan door kleine bedrijven. Deze toename vond plaats in 2006/2007 en betrof een toename van 15% ten opzichte van 2004/2005. In 2008/2009 is het cijfer gestabiliseerd. De groei ligt dus vooral in een voorbije periode. De oorzaak van deze toename moet niet worden gezocht bij de kleinere bedrijven maar heeft te maken met het feit dat betere controles plaatsvinden omdat er veel meer detectiepoortjes zijn geplaatst. Om die reden sporen wij veel meer op. De stabilisatie treedt op omdat van de poortjes bovendien een preventieve werking uitgaat.

De heer Poppe (SP): Mijn vraag luidde of het voorkomt dat materiaal dat door een klein bedrijf dat geen detectiepoortje hoeft te hebben wordt geleverd aan een groot bedrijf, en dat dan daar de pieper afgaat. En als dat gebeurt, waar blijft dan het materiaal? Ik herinner mij dat er tien jaar geleden grote problemen bestonden rondom de opslag.

Minister Cramer: Dat gebeurt inderdaad. Alles wordt eenmaal gecontroleerd.

De heer Poppe (SP): Ik vraag hoe vaak het voorkomt dat het poortje gaat piepen als kleine bedrijven waarbij controle niet verplicht is, materiaal afleveren bij een groter bedrijf om daar te worden gesmolten. Als de minister dat nu niet weet, kan zij later antwoord geven. Als dit het geval is, heeft het personeel op het kleine bedrijf immers mogelijk risico gelopen. Het spul heeft daar een tijdje gelegen, het is getransporteerd, het is op- en uitgeladen.

Minister Cramer: Van een dergelijke situatie heb ik niet gehoord. Ik kan deze vraag dus niet beantwoorden. Ik ga ervan uit dat dit soort dingen niet gebeuren. Maar ik kan het niet met zekerheid zeggen.

De heer Poppe (SP): Ik snap dat de minister niet kan zeggen dat het niet kan voorkomen. Als een alarm afgaat, is bekend waar het materiaal vandaan komt. Alles wordt geregistreerd en alle gegevens komen bij de VROM-Inspectie terecht. Ik verzoek de minister om een na te gaan in welke mate radioactief afval van kleine bedrijven bij grote bedrijven wordt gedetecteerd. Mensen zijn er dan immers al een tijdje lang mee omgegaan.

Minister Cramer: Ik begrijp de zorg van de heer Poppe. Ik heb gezegd dat ik geen antwoord op zijn vraag kan geven omdat ik het domweg niet weet. Wanneer hij vraagt om het eens uit te zoeken, zeg ik dat toe. Ik acht het van belang dat wij hierop een goede controle uitoefenen en precies weten wat er bij de bedrijven aan de hand is.

De voorzitter: De toezegging is genoteerd. De minister gaat door met haar volgende punt.

Minister Cramer: Er zijn verschillende Kamerleden ingegaan op de witgoedfraude en de afvaldumping. Eigenlijk vindt iedereen het schandalig dat deze fraude plaatsvindt. Niet iedereen heeft deze bewoordingen gebruikt, maar zij bedoelden het wel. De heer Boelhouwer heeft gesuggereerd om iets te doen aan de traceerbaarheid van de apparatuur opdat wij bij afdanking weten dat het goed zit. Hij sprak in dit verband over een sticker of een streepjescode. In de huidige regelgeving voor afgedankte apparatuur is al voorzien in een markering die door de producent of de importeur moeten worden aangebracht. Deze bestaat uit een streepjescode. Helaas blijkt dit niet afdoende om lekstromen te voorkomen. Ik wil daarom in EU-verband streven naar een verplichte afgifte van de ingeleverde apparaten. Het zou gaan om een verplichte afgifte door gemeenten en detaillisten aan de producent. Wanneer wij dat in de hand zouden hebben, kunnen wij de lekstromen beter voorkomen. Er is door gemeenten in Nederland inmiddels een initiatief genomen om dit vrijwillig te doen om meer grip te krijgen op het systeem. De zorg van de Kamer is ook mijn zorg. Ik heb initiatieven genomen om de voorkomen dat de apparatuur naar landen als Ghana wordt verscheept, waar er dingen mee gebeuren die wij niet willen en die bovendien worden gedaan door kinderen. Wij vinden dat kinderen andere dingen moeten kunnen doen. Ik kom daarop later terug.

De heer Poppe en mevrouw Neppérus hebben gesteld dat de juiste verwerking wordt omzeild door de export van de apparaten. Zij hebben gevraagd hoe ik dat verschijnsel in het kader van de handhaving ga aanpakken. Er vinden zowel nationale als internationale handhavingsacties plaats waarmee de naleving van de exportvergunningen en de regelgeving voor afgedankte apparatuur wordt gecontroleerd. Dit onderwerp heeft mijn permanente aandacht. Het is hartstikke belangrijk. Ook in 2009 zullen controles plaatsvinden in de keten, bij milieustraten, handelaren en exporteurs, maar ook in de havens. Meer specifiek heeft de VROM-Inspectie eind 2008 een nazorgactie uitgevoerd op de export van elektronische en elektrische apparatuur. Het doel daarvan was om te bezien of de handhavingsacties van 2005 en 2006 daadwerkelijk hebben geleid tot een betere naleving van de regelgeving. Het nalevingsniveau bleek slechts licht gestegen ten opzichte van 2006. Handhaving blijft dus absoluut noodzakelijk. De VROM-Inspectie zal hieraan aandacht blijven schenken. De rapportage van het onderzoek wordt momenteel afgerond en zal op korte termijn aan de Kamer worden gezonden.

Naast de handhavingsacties zet de inspectie ook samenwerkingsprojecten op om de informatie-uitwisseling te verbeteren. Dit gebeurt onder andere met Ghana en China. In dit verband heeft mevrouw Vietsch de vraag gesteld hoe de samenwerking tussen Nederland en Ghana vorm krijgt en wat deze tot op heden heeft opgeleverd. In september vorig jaar is een eerste bezoek aan Ghana gebracht. Er zijn afspraken gemaakt om op een aantal punten verder te gaan samenwerken. Deze afspraken omvatten onder andere het uitwisselen van informatie over transporten naar Ghana, het trainen van Ghanese inspecteurs en een feasability study naar het opzetten van recyclingsmogelijkheden in Ghana. Onlangs is een samenwerkingsovereenkomst getekend om dit nog eens kracht bij te zetten. Ik heb mij hier persoonlijk mee bemoeid. Op een internationale bijeenkomst heb ik de vertegenwoordigers van Ghana afzonderlijk gesproken om dit systeem met een samenwerkingsovereenkomst goed in gang te zetten zodat wij geen berichten zoals die van vorig jaar meer in de media hoeven te vernemen wanneer wij allemaal op vakantie zijn.

De heer Boelhouwer: Begrijp ik het goed dat dit zou betekenen dat wij de legale verwerking in Ghana voor onze rekening zouden gaan nemen? Wordt verscheping naar Ghana daarmee dus een legale stroom in het proces? Ik kan mij voorstellen dat dit tot nog veel grotere problemen zou gaan leiden omdat je daar voortaan een legale en een illegale stroom uit elkaar zou moeten houden.

Minister Cramer: Wij willen de stroom natuurlijk zo veel mogelijk hier in Nederland houden. Dat is het uitgangspunt. Het lastige is de tweedehandshandel die plaatsvindt als een apparaat in andere landen nog wel kan worden gebruikt omdat het nog in orde is. De apparaten kunnen in die landen nog een aantal jaar worden gebruikt. Wat willen wij daarmee doen? In dat geval meen ik dat wij daarvoor eenzelfde recyclingsysteem als in Nederland moeten opzetten. Dan hebben wij inderdaad een strikte scheiding nodig tussen enerzijds wat nog tweedehands te gebruiken is en niet wordt gedumpt en anderzijds wat in Nederland moet worden gerecycled. Het is niet eenvoudig.

De heer Poppe (SP): Het is inderdaad niet eenvoudig. Er was ook sprake van dat gemeenten de apparaten wel eens verkochten. Ik weet niet waar zij dan terechtkomen. Er was ook een bedrijf dat de apparaten exporteerde in plaats van deze zoals het hoort hier te laten verwerken. Dat moet worden voorkomen. Wij kunnen afspraken maken met Ghana en met China, maar dan vindt de illegale handel wel een ander stekkie. De wereld is groot en er zijn helaas veel arme landen. Hoe gaat de minister voorkomen dat onder het mom dat wij arme mensen in derdewereldlanden helpen door hen tweedehands, maar nog goed bruikbare, elektronica te leveren terwijl er in feite direct wordt gesloopt wanneer de apparaten daar aankomen? Hoe kan de garantie worden gegeven dat de exportvergunning zaken betreft die nog kunnen worden gebruikt en het niet gaat om dingen die stuk zijn?

Minister Cramer: Ik sprak zojuist over de afgifteplicht voor gemeenten en detaillisten. Die moet echt helpen om ervoor te zorgen dat de stroom wordt gecontroleerd. Dan is er veel meer sprake van een gesloten systeem zonder alle lekverliezen. Als je dat voor elkaar hebt, heb je in ieder geval duidelijkheid wat werkelijk afval is en wat nog bruikbare spullen zijn. Het eerste moet gerecycled worden.

De heer Poppe (SP): Niet alles wordt netjes ingeleverd zoals wanneer iemand een nieuw apparaat koopt en tegelijkertijd het oude inlevert. Het gebeurt ook dat mensen naar een tweedehandswinkel gaan. Er zijn veel punten waarop het materiaal wordt ingenomen. Wat niet meer kan worden gerepareerd, gaat misschien in een container naar Afrika of een land elders onder het mom van hergebruik daar. De lekstroom in dit duistere gebied is de meest kwetsbare. Hoe gaat de minister voorkomen dat containers de Rotterdamse haven verlaten waarmee onder het mom van export van herbruikbare goederen dumping plaatsvindt? Dit probleem moet bij de wortel worden aangepakt. De minister begrijpt wat ik bedoel.

Minister Cramer: Ik verval in herhalingen. De afgifteplicht is hiervoor het belangrijkste instrument. Dat geldt zeker als wij deze in Europees verband kunnen instellen. Dan hebben wij de zaken in ieder geval beter onder controle. Wij weten allemaal dat er een tweedehandscircuit is. Daarom moeten wij een duidelijker scheiding aanbrengen tussen wat nog herbruikbaar materiaal is en materiaal dat moet worden gerecycled. Dat is de weg die wij nu bewandelen.

Ik kom op de biociden, een dossier dat oorspronkelijk bij VWS was ondergebracht, maar dat mijn voorganger een aantal jaren geleden heeft overgenomen. Ik ben hard bezig om ervoor te zorgen dat wij een handhavingsbeleid hebben voor het gebruik van biociden en dat wij zo snel mogelijk alle aangemelde biociden hebben goedgekeurd. Dat is het uitgangspunt.

Dank aan de leden die hun steun hebben betuigd aan dit gedifferentieerde handhavingsbeleid. Ik wil bij dezen aankondigen dat de periode voor het aanmelden van biociden met twee maanden is verlengd omdat drie maanden echt iets te kort is om alles te controleren wat moet worden gecontroleerd. Wij hebben daarom iets meer tijd gegeven.

De heer Poppe maakte zich zorgen en vroeg of de minister kan garanderen dat deze producten niet bij de consumenten terecht komen. Ik moet hem teleurstellen, want dat kan ik niet. Daarom ben ik ook met dit beleid bezig. Ik kan het pas garanderen als alle risico’s van deze biociden zijn bezien en daar zijn wij nu hard mee bezig. Naar verwachting zijn er geen risico’s bij deze biociden. Ook uit de handhavingspraktijk blijkt dat er geen gevaarlijke situaties optreden, maar het einddoel van dit hele programma is toch juist om voor alle biociden volstrekte duidelijkheid te verschaffen.

Hetzelfde geldt voor de vraag van de heer Poppe om deze producten bij de consumenten weg te houden. Ik herhaal dat er volgens risico-inschattingen geen gevaar te verwachten is. U moet zich ook realiseren dat deze producten in de rest van Europa vrijelijk op de markt zijn en dat wij hier op dit punt dus wel degelijk het voortouw nemen. Maar 100% kan ik het op dit moment niet garanderen. Zo snel als het allemaal geregeld is, hebben wij het ook voor elkaar.

Mevrouw Vietsch en mevrouw Neppérus vroegen of er geen kop op de Europese regelgeving zit. Dat is zeker niet het geval, het is gewoon conform de EU-regelgeving.

Toen mevrouw Vietsch sprak over formaldehyde, zei de voorzitter dat hij dat altijd gebruikte in de stal en zei ik dat ik het altijd heb moeten gebruiken bij biologiepractica. Het heeft een rotlucht en is ook niet gezond, maar het is geen biocide, maar een gewasbeschermingsmiddel. Het valt dus niet onder de biocidewetgeving. Momenteel wordt door LNV en VROM gekeken naar mogelijke alternatieven, met name in de bloementeelt.

Mevrouw Neppérus (VVD): Ik had nog gevraagd naar de samenloop met REACH.

De heer Poppe (SP): Er zijn heel wat vragen gesteld en door de minister beantwoord. Zij zegt dat zij geen garantie kan geven maar wel heeft gedaan wat van haar verwacht mag worden. Het gaat om 800 tot 1000 soorten producten. Uit het onderzoek van Royal Haskoning blijkt toch om wat voor soort stoffen, om welke verbindingen het gaat. Ik zou dan toch wel van de minister willen weten tegen welke schadelijke producten of verbindingen actief wordt opgetreden.

Minister Cramer: Ik denk dat ik mij hier zo’n anderhalf jaar mee bezighoud. Wij hebben toen meteen om een screening gevraagd en een aanduiding van welke biociden minder risicovol zijn om ermee door te gaan, terwijl de echt risicovolle er meteen al zijn uitgehaald. Wij spreken dus nu over de categorie die nog wel moet worden gescreend, maar die gezien de ervaringen die wij ermee hebben naar verwachting geen risico’s oplevert. Met die screening zijn wij nu bezig.

De heer Poppe (SP): Die 800 tot 1000 zijn dus de minder risicovolle? Of zitten die daar nog bij?

Minister Cramer: Ik moet even op mijn geheugen afgaan, maar ik weet in ieder geval dat ik een actie in gang heb gezet om eerst de meest risicovolle eruit te halen. Die zijn dus gescheiden van de rest. Ik begrijp van mijn medewerkers dat die rest er nog zo’n 1000 zijn.

Mevrouw Neppérus sprak over REACH. De biociden zijn uitgezonderd van REACH op grond van artikel 15 van de REACH-verordening.

Ik ben blij te horen dat de leden de aanpak van het kabinet voor de reactor in Petten onderschrijven. Inderdaad is het uit een oogpunt van volksgezondheid van groot belang, zeker nu andere luxreactors stilliggen, dat hier kan worden doorgegaan met de productie. Natuurlijk doen wij er alles aan om de zaak zo snel mogelijk te repareren. De heer Boelhouwer sprak over een reparatieplan. De eerste documenten betreffen het reparatieplan dat op 8 mei bij de KFD is ingediend. Het bevat een aantal stappen: het leeghalen van het reactorvat, het aanbrengen van een speciale ophangconstructie en ondersteuningen voor zowel het reactorvat als de bodemplug, het plaatsen van stralingsafscherming op de bodem van het reactorbassin en aan de bovenkant van het reactorvat om veilig te kunnen werken bij de reparatie, het droogmaken van het reactorbassin en het reactorvat, het weghalen van al het beton rond de zogenaamde reducers van onderaf tot aan de bekleding van het reactorbassin oftewel het vervangen van de reducers oftewel het repareren van de reducers door epoxy of spuitaluminium aan de buitenkant en het aanbrengen van nieuw beton. Dat is kort geschetst de lijn. Beide sporen, reparatie of vervanging, worden verder uitgewerkt. Alle overige werkzaamheden zijn voor beide sporen identiek. In november zal de NRG een gedetailleerd reparatieplan bij de KFD indienen. Als toezichthouder van de nucleaire installatie beoordeelt de KFD dit reparatieplan en de maandelijkse rapportages over de voortgang van de voorbereidingen voor de reparatie. Ik heb geen bezwaar tegen openbaarmaking van de voortgangsrapportages maar natuurlijk met uitzondering van bedrijfsgevoelige informatie. Als u die toch wilt krijgen, ik wel bereid om u die te sturen. Neemt u van mij aan dat wij er heel scherp op zitten om nauwgezet te controleren of alles goed gaat, want het gaat inderdaad om een delicaat proces.

Mevrouw Neppérus vroeg terecht of er een nieuwe reactor komt en hoe de besluitvorming daarover zal verlopen. Mijn collega van VWS en ik hebben in reactie op Kamervragen, onder anderen van mevrouw Neppérus, maar ook in een eerder algemeen overleg toegezegd om de Kamer een beleidsnotitie te sturen met een visie op de toekomst van de onderzoeksreactoren. Deze toezegging was vooral ingegeven door de bezorgdheid over de afnemende betrouwbaarheid van deze verouderde productiefaciliteiten voor medische radio-isotopen. De notitie wordt opgesteld en zal na het reces aan de Kamer worden toegezonden. Daarin wordt ingegaan op de gestelde vragen en op de vraag of wij het al of niet in Europees verband gaan doen.

Mevrouw Neppérus (VVD): De notitie zal na het reces komen. Dat kan zijn in september, maar ook over vijf jaar. Komt zij in november of oktober?

Minister Cramer: Oktober lijkt mij zeker haalbaar.

Het vuurwerk. Uit de reacties begrijp ik dat de leden ons standpunt onderschrijven over het collectief afsteken van vuurwerk en het burgerinitiatief. U hebt vernomen dat wij nog steeds zwaar inzetten op het voorkomen van het afsteken van illegaal vuurwerk en dat wij nog steeds acties hebben uitstaan, ook richting China, om ervoor te zorgen dat wij niet alleen uit China maar ook uit België niet allerlei zwaar en illegaal vuurwerk binnen krijgen.

Mevrouw Neppérus en de heer Poppe vroegen of wij het besluit inzake zwaar vuurwerk gaan terugdraaien. Het betreft zwaarder vuurwerk waar meer kruit in het hele artikel zit, maar met dezelfde hoeveelheid of minder in ieder separaat onderdeel. Daardoor maakt het niet meer geluid. Nu moet ik zelf ook even nadenken hoe het precies zit.

De voorzitter: Met vuurwerk is het vrij simpel: je steekt het aan en dan: boem!

Minister Cramer: Ik ben niet zo’n expert op het gebied van het geluid van vuurwerk.

De geluidsnorm – daar ga ik over – en de geluidsmetingmethode zijn op hetzelfde moment gewijzigd. De oude norm was 153 en de nieuwe norm is 116 decibel. De nieuwe methode is goed doordacht en er is geen reden tot wijziging.

In een brief van februari dit jaar van collega Ter Horst mede namens collega Hirsch Ballin en mij is gesteld dat die handhaving wordt gecontinueerd. Wij gaan dus door met het aanpakken van illegaal vuurwerk.

De heer Poppe (SP): De minister zegt dat er meer kruit in het zware vuurwerk zit, maar dat het niet harder knalt. Dat lijkt mij sterk, want die jongetjes kopen het toch juist omdat het harder knalt? Kan de minister dat ook in decibellen uitdrukken?

De minister heeft in de Kamer toegezegd dat de vergunning voor import van en handel in vuurwerk zal worden ingetrokken als blijkt dat er illegaal vuurwerk tussen zit. Zij zou nog bezien of daar wetgeving voor nodig was, maar sindsdien heb ik daar niets meer over gehoord.

Minister Cramer: Wij zijn samen met de sector bezig met een importvergunning. Dat is nog niet klaar, maar ik neem aan dat dit wel in het najaar gereed zal zijn, zodat wij het het volgend jaar kunnen toepassen voordat er weer ongelukken met vuurwerk gebeuren.

Ik zei al dat ik geen specialist ben op het gebied van het geluid van vuurwerk, maar ik weet wel dat er normen zijn en dat de nieuwe norm lager is dan de oorspronkelijke norm van 153 decibel. Ook het zwaardere vuurwerk zal aan die nieuwe norm moeten voldoen.

De voorzitter: Gezien de intensiteit van het debat, lijkt het mij een tweede termijn niet echt nodig, maar ik zie dat de heer Poppe nog een vraag wil stellen.

De heer Poppe (SP): In ieder geval dank ik de minister namens ons allen voor de beantwoording.

Haar toezegging inzake de detectiepoortjes en het aanleveren van schroot dat mogelijk radioactief is, zou ik graag aan een datum gekoppeld zien.

Als de detectiepoort reageert, wat wordt er dan met het besmette schroot gedaan? Ik meen dat er zo’n acht, negen jaar geleden grote problemen waren met de opslag en de afvoer naar de Cofra. Is dat nu wel goed geregeld?

Als het gaat om de regelgeving voor vuurwerk, sprak de minister over het najaar. Ook wat dit betreft, zou ik toch graag een datum horen. Het moet niet tegen 1 januari zijn. Het is dan nog wel najaar, maar zijn wij toch te laat.

Minister Cramer: De inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving rond het vuurwerk krijgen wij nooit op een zodanig tijdstip voor elkaar dat het al dit jaar effect heeft. Natuurlijk zijn wij aan het eind van dit jaar wel zo ver dat wij weten hoe wij het het volgend jaar moeten doen.

Wat het radioactief schroot betreft, heb ik al over de 15% stijging gesproken. Volgens het rapport van de VROM-Inspectie is geen sprake geweest van ernstige milieubedreigende situaties. Ik heb gezegd dat als u het nog specifieker wilt weten, ik u in het najaar – laat ik daar november van maken – in een brief rapporteer over uw zorg over mkb-bedrijven en vervuild schroot en of de veiligheid van de werknemers in die kleinere bedrijven wel voldoende gegarandeerd is. Arbeidshygiënisch gezien hebben wij tot nu toe geen bijzondere situaties meegemaakt, maar ik zal SZW – die gaat er in principe over – nogmaals vragen om daar nog eens een double check op te doen.

De heer Poppe (SP): Maar als de poortjes piepen, waar blijft dat schroot dan? Zo’n acht jaar geleden was opslag en afvoer een groot probleem. Is dat nu wel goed geregeld?

Minister Cramer: Dat gaat gewoon naar de Cofra, dat is geen probleem.

De heer Poppe (SP): En de tussenopslag? Moet het bedrijf het nu een tijd laten liggen op zijn terrein totdat er genoeg verzameld is om het met een vrachtwagen naar de Cofra te brengen, of moeten ze bij wijze van spreken elke kilo direct gaan brengen? Met die tussenopslag bestonden vroeger in ieder geval problemen.

Minister Cramer: Het moet natuurlijk zo snel mogelijk naar de afzender terug.

De heer Poppe (SP): Dan gaan wij radioactief afval heen en weer rijden!

Minister Cramer: De Cofra speelt daarbij een belangrijke rol. Ik zal in ieder geval in de toegezegde brief de situatie nog eens kort schetsen en daar ook de Arbeidsinspectie bij betrekken.

De voorzitter: Hartelijk dank. De griffier zal ervoor zorgen dat de toezeggingen in het verslag komen te staan. Ik dank de minister, haar medewerkers, publiek en de collega’s en ik sluit deze vergadering.

Toezegging

De minister van VROM zegt toe onderzoek te doen naar het mogelijke risico wat werknemers van kleine bedrijven lopen wanneer daar voor bepaalde tijd ontgedetecteerd radioactief schroot heeft gelegen, en wanneer dit schroot na doorvoer naar grotere bedrijven alsnog radioactief blijkt te zijn, wat er vervolgens gebeurt met dit afval en de Kamer hierover in november 2009 te informeren.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Vendrik (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Pieper (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Vermeij (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Sterk (CDA), Ortega-Martijn (ChristenUnie) en Besselink (PvdA).