Voorgesteld 25 juni 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Wet versterking regie volkshuisvesting en de onderliggende regelgeving gemeenten voorschrijven om bepaalde typen woningen te bouwen, zoals ten minste 30% sociale huur of ten minste 40% middenhuur of betaalbare koopwoningen;
constaterende dat gemeenten een uitzondering op deze hoofdregel kunnen krijgen als deze voorgeschreven percentages «aantoonbaar niet passend» zijn, als de regionale opgave alsnog bereikt wordt, en na toestemming van de provincie of het Rijk;
overwegende dat de voorwaarden voor een uitzondering zeer strikt zijn, waardoor het risico bestaat dat de uitzonderingsmogelijkheid in de praktijk nauwelijks gebruikt kan worden;
overwegende dat er grote verschillen bestaan tussen gemeenten, zeker als het gaat om de woningvraag en -behoefte, en dat een landelijke mal zonder werkbare uitzonderingen te knellend is;
verzoekt de regering de uitzonderingsmogelijkheid, die het Besluit versterking regie volkshuisvesting biedt, ruim te interpreteren, waarbij provincies en het Rijk het ja-mitsprincipe hanteren bij aanvragen door gemeenten voor uitzonderingen, zodat de uitzonderingsmogelijkheid in de praktijk ook echt werkt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Flach