Ontvangen 1 juli 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel III wordt na onderdeel H een onderdeel ingevoegd, luidende:
HA
Na artikel 16.83 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan een gemeente of een bestuursorgaan van een gemeente geen beroep instellen tegen een van de volgende besluiten van een bestuursorgaan van een andere gemeente, voor zover dat besluit betrekking heeft op de bouw van een of meer woningen:
a. een besluit tot vaststelling of wijziging van een omgevingsplan; of
b. een besluit op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor:
1°. een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit; of
2°. een bouwactiviteit.
II
Aan artikel VII wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Artikel 16.83a is niet van toepassing als beroep wordt ingesteld tegen een besluit dat is bekendgemaakt dan wel hoger beroep wordt ingesteld tegen een uitspraak die is gedaanvoor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
Met dit amendement wordt beoogd beroepsprocedures tussen gemeenten onderling te beperken bij besluiten die woningbouwprojecten mogelijk maken. In de praktijk komt het voor dat één gemeente beroep instelt tegen een woningbouwbesluit van een andere gemeente. Dergelijke procedures kunnen echter leiden tot aanzienlijke vertraging van woningbouwprojecten, terwijl de maatschappelijke urgentie van woningbouw onverminderd groot is.
Door expliciet vast te leggen dat gemeenten en hun bestuursorganen geen beroep kunnen instellen tegen besluiten van een andere gemeente met betrekking tot woningbouwprojecten, wordt de juridische doorlooptijd van dergelijke projecten verkort. Dit draagt bij aan de doelstelling van het wetsvoorstel om de regie op volkshuisvesting te versterken en de realisatie van woningbouw te versnellen. Daarnaast wordt aangesloten bij het uitgangspunt dat bestuursorganen binnen de overheid geschillen in beginsel bestuurlijk dienen op te lossen, in plaats van via rechterlijke procedures.
Wijen-Nass