Ontvangen 14 oktober 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, vervalt onderdeel d.
II
In artikel I, onderdeel Aa, vervalt:, arbeidsplaats.
III
In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 2 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt:, arbeidsplaats.
2. In het derde lid vervalt:, de arbeidsplaats.
3. In het derde lid vervalt onderdeel b, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door «; of».
4. In het derde lid vervalt:, arbeidsplaats.
5. Het zesde lid vervalt.
6. In het achtste lid vervalt «, de arbeidsplaats» en «, de aanpassing van de arbeidsplaats».
7. In het twaalfde lid vervalt:, de arbeidsplaats.
8. In het dertiende lid vervalt: op grond van na die beslissing of aanpassing opgekomen belangen ten aanzien van de arbeidsplaats of.
9. In het vijftiende lid vervalt: of aanpassing van de arbeidsplaats.
IV
In artikel I, onderdeel C, vervalt:, arbeidsplaats.
V
Artikel Ia wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1, onder b, vervalt:, arbeidsplaats.
2. In onderdeel 2, onder b, vervalt:, arbeidsplaats.
Het wetsvoorstel breidt de mogelijkheden voor een beroep op flexibel werken uit van de arbeidsduur naar de arbeidstijd en de arbeidsplaats. De mogelijkheid de arbeidsplaats te wijzigen brengt voor de werkgever aanzienlijke verantwoordelijkheden met zich mee die niet spelen ten aanzien van de arbeidstijd, bijvoorbeeld het voldoen aan de Arboregels op de alternatieve werkplek. Ondergetekenden vinden dat onwenselijk. Dit amendement schrapt daarom de mogelijkheid voor het aanvragen van een flexibele arbeidsplaats uit het wetsvoorstel.
Dijkgraaf Van Ark