De protesten in Mozambique |
|
Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «Military vehicle mows down woman as post-election protests roil Mozambique»?1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Hoe beoordeelt u op dit moment de situatie in Mozambique, waar al gekampt werd met een jihadistische opstand, en nu inmiddels 65 mensen zijn gedood door de politie tijdens protesten tegen de verkiezingsuitslag, en twee politici van de oppositiepartij zijn vermoord?
Nederland volgt de ontwikkelingen in Mozambique nauwgezet en is bezorgd over de gespannen situatie en het aanhoudende geweld dat volgde op de verkiezingen van 9 oktober. Nederland heeft het reisadvies laatstelijk op 24 december aangescherpt en sinds 11 december worden niet-essentiële reizen naar Mozambique afgeraden in verband met de onrust en verslechterende veiligheidssituatie.
Wat is de positie van Nederland ten aanzien van de verkiezingsuitslag en ten aanzien van het politiegeweld tegen demonstranten? Hoe wordt deze positie uitgedragen?
Nederland heeft deelgenomen aan de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie (EU). Deze missie vond plaats op uitnodiging van de Mozambikaanse autoriteiten. Nederland onderschrijft de bevindingen van deze EU-missie waarin gesteld wordt dat er onregelmatigheden in tellingen van stemmen, en ongerechtvaardigde wijzigingen in uitslagen op het niveau van stembureaus zijn geconstateerd. Dergelijke bevindingen zijn door het Constitutionele Hof van Mozambique onderzocht en op 23 december heeft het Hof de voorlopige verkiezingsuitslag van oktober bevestigd. Het Hof benoemde daarbij ook dat er onregelmatigheden waren in het electorale proces, maar het concludeerde dat deze geen invloed hebben gehad op het resultaat van de verkiezingen.
In aanloop naar deze uitspraak heeft Nederland de EU-oproep gesteund om het verkiezingsproces volledig transparant te laten zijn en de integriteit van de verkiezingsresultaten te waarborgen. Ook worden de politieke leiders nog altijd aangespoord tot onderlinge dialoog teneinde verdere polarisatie te voorkomen.
De EU heeft namens haar lidstaten meerdere verklaringen doen uitgaan waarin ernstige zorgen worden geuit over de gewelddadige nasleep van de verkiezingen. In dat kader heeft de EU ook de moorden op Elvino Dias, juridisch adviseur van presidentieel kandidaat Venâncio Mondlane, en op oppositiepoliticus Paulo Guambe, in de sterkste bewoordingen veroordeeld. De EU heeft beide partijen opgeroepen terughoudendheid te betrachten, het gebruik van buitensporig geweld te vermijden, en zich te onthouden van opruiende retoriek. Bilateraal heeft Nederland ook meermaals zorgen gedeeld over het aanhoudende geweld en buitenproportioneel ingrijpen door de politie tegen demonstranten.
Bent u bekend met de gezamenlijke verklaring2 van de ambassades van de VS, het VK, Canada, Noorwegen en Zwitserland waarin zij geweld tegen burgers veroordelen3? Waarom ontbreekt de Nederlandse ambassade onder deze verklaring? Kan Nederland zich alsnog stevig uitspreken, bijvoorbeeld via de ambassade in Maputo, tegen het geweld richting vreedzame demonstranten?
Ja, ik ben bekend met deze verklaring.
Het is gebruikelijk dat Nederland en overige EU-lidstaten zich gezamenlijk uiten onder de paraplu van de Europese Unie, meest recentelijk op 24 december na de uitspraak van het Constitutionele Hof. De EU heeft namens de lidstaten herhaaldelijk het geweld tegen burgers veroordeeld, Nederland heeft dat ook bilateraal gedaan (zie ook het antwoord op vraag 3) en zal dat blijven doen.
Staat onomstotelijk vast dat door de EU mede-gefinancieerde Rwandese troepen niet betrokken zijn bij geweld tegen burgers die vreedzaam tegen de verkiezingsuitslag demonstreren? Wordt onafhankelijk onderzoek gedaan naar de berichten hierover?
De Rwandese troepen zijn op verzoek van de Mozambikaanse autoriteiten vanaf juli 2021 aanwezig in de noordelijke provincie Cabo Delgado, op ruim 2.000 kilometer van Maputo, om daar te helpen bij de bestrijding van terrorisme. Het is niet aannemelijk dat de Rwandese troepen betrokken zijn bij geweld tegen burgers die vreedzaam tegen de verkiezingsuitslag demonstreren. Berichten van die strekking zijn mij ook niet bekend. Tot een onafhankelijk onderzoek bestaat naar mijn mening geen aanleiding.
Staat onomstotelijk vast dat door de EU mede-gefinancieerde Rwandese troepen niet betrokken zijn bij het ernstige geweld, zoals verslagen door notabele media zoals Le Monde4 en Politico5, dat is gebruikt tegen burgers in Cabo Delgado? Bent u bereid zich in te spannen voor een onafhankelijk onderzoek hiernaar?
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 5 zijn berichten dat Rwandese troepen betrokken zijn bij dergelijk geweld mij niet bekend. Ik zie dan ook geen aanleiding tot een onafhankelijk onderzoek naar Rwandese betrokkenheid. Naar aanleiding van aantijgingen in het medium Politico zal het Mozambikaanse Openbaar Ministerie naar verluidt overigens wel een onderzoek starten naar mogelijke betrokkenheid van de eigen krijgsmacht bij geweld tegen burgers in Cabo Delgado.
Welke positie heeft Nederland in de Raad ingenomen in de besluitvorming op 18 november over 20 miljoen euro Europese steun voor Rwandese troepen aanwezig in Mozambique? Waarom heeft Nederland die positie ingenomen?
Voor Mozambique is Rwanda een belangrijke veiligheidspartner, die sinds juli 2021 actief bijdraagt aan terrorismebestrijding in de provincie Cabo Delgado. De aanwezigheid van Rwandese militairen wordt gewaardeerd door de lokale bevolking, onder meer omdat zij gedisciplineerd zijn en de lokale taal (Swahili) spreken. In december 2022 werd op verzoek van Mozambique en Rwanda een steunmaatregel toegekend door de EU via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Omdat ook Nederland belang hecht aan veiligheid en stabiliteit in Mozambique, heeft het net als 25 andere EU-lidstaten, ingestemd met continuering van de steunmaatregel aan Mozambique via het EPF. Met deze steun kan niet-lethale collectieve en persoonlijke uitrusting worden aangeschaft, en kan worden voorzien in de kosten van het luchttransport, dat nodig is om de Rwandese inzet in Cabo Delgado te kunnen voortzetten.
Heeft de Europese Raad zich tijdens de besluitvorming rekenschap gegeven van berichtgeving dat de Rwandese strijdkrachten de M23-rebellie in het oosten van de DRC steunen6? Is uitgesloten dat Europees geld wordt ingezet in het oosten van de DRC?
Ja, de Raad van Ministers heeft zich daarvan rekenschap gegeven. De steunmaatregel is niet ontworpen als algemene steun aan het Rwandese leger, maar specifiek voor de inzet in Cabo Delgado. Daarbij is sprake van monitoringsmaatregelen en controle door middel van waarborgen, net als bij andere steunmaatregelen via het EPF. Deze monitoringsmaatregelen zijn erop gericht om adequaat gebruik van middelen en waarborgen van mensenrechten en internationaal humanitair recht te garanderen. Mocht er sprake zijn van misbruik van EPF-steun, dan kan de EU de maatregel opschorten of beëindigen.
Hoe rijmt EU-steun voor een leger dat er op uitnodiging van de Frelimo-regering is, met het feit dat EU-waarnemers onregelmatigheden hebben waargenomen bij de herverkiezing van diezelfde Frelimo-regering?
De extra middelen van de EU in het kader van de EPF worden verleend om in Cabo Delgado terrorisme te bestrijden. De situatie in Cabo Delgado is precair: er is grote armoede, de publieke infrastructuur (onderwijs, gezondheidzorg, water, energie) is zwak en als gevolg van het terrorisme zijn vele mensen ontheemd geraakt. De aanwezigheid van Rwandese militairen en politie – en tot en met juli jl. ook van militairen namens de Southern African Development Community (SADC) – naast het Mozambikaanse leger, draagt bij aan de stabiliteit in de provincie en de veiligheid van de lokale bevolking. De EPF-steun staat los van de onregelmatigheden die de EU heeft waargenomen tijdens de verkiezingen.
Welke handelsbelangen heeft Nederland in Mozambique? Kunt u een beknopt overzicht geven? Hoeveel waarde is hiermee gemoeid?
Nederlandse bedrijven zijn actief in landbouw en voedselproductie, energie, infrastructuur en bouw, financiële dienstverlening en in de haven- en maritieme sector in Mozambique. In 2023 bedroeg de export van Nederlandse goederen naar Mozambique EUR 239 miljoen, terwijl de import vanuit Mozambique EUR 290 miljoen bedroeg.
Bent u bekend met de uitzending van Bureau Buitenland over Mozambique van 6 december j.l.7, waarin wordt gesteld dat de Mozambikaanse bevolking de indruk heeft dat Rwandese troepen voornamelijk in het Noorden aanwezig zijn om Europese gasbelangen te beschermen? Vindt u die indruk voorstelbaar, aangezien Rwandese troepen mede aanwezig zijn om gasprojecten in Cabo Delgado te beschermen van Franse en Nederlandse bedrijven? Wat doet Nederland om deze indruk weg te nemen?
Ja, ik ben bekend met deze uitzending.
Naar mijn mening wordt deze indruk geenszins breed gedeeld onder de Mozambikaanse bevolking, die de aanwezigheid van Rwandese militairen en politie en de positieve invloed op de veiligheid in Cabo Delgado over het algemeen genomen juist verwelkomt. Op 4 november jl. heeft de EU een verklaring doen uitgaan, onder meer over de financiële steun aan de Rwandese veiligheidstroepen en gesteld dat de EU als vriend en partner van het Mozambikaanse volk het land ondersteunt in het herstellen van vrede, veiligheid en stabiliteit in Cabo Delgado, door middel van een geïntegreerde aanpak waarin vrede, veiligheid, ontwikkeling en humanitaire hulp centraal staan.
Bent u bekend met het artikel «Nederland is verslingerd geraakt aan Kazachstaanse olie, omgeven met ziekte, milieuschade en corruptie»?1
Ja.
Klopt het dat Atradius Dutch State Business (ADSB) in december 2014 namens de Nederlandse staat voor 275.7 miljoen euro garant stond voor de bouw van een kanaal in de Kaspische Zee naar het Tengiz-olieveld door het Nederlandse bedrijf Van Oord?
Ja.
Zijn er uit deze exportkredietverzekering trekkingen gedaan? Gaat dit om een lopende polis waarop nog aanspraak gemaakt zou kunnen worden?
Uit een exportkredietverzekering kunnen geen trekkingen worden gedaan. Als er voor een project een financieringspolis wordt afgegeven, kan onder de verzekerde lening worden getrokken. Hiervan was in dit geval geen sprake. Voor het project is enkel een exporteurspolis afgegeven. Deze polis is in 2016 beëindigd. Er is geen schade uitgekeerd onder deze polis.
In zijn algemeenheid, op welke gronden kunnen mogelijke trekkingen uit een afgegeven exportkredietverzekering nog worden geblokkeerd?
ADSB kan als schadebeperkende maatregel een aanwijzing geven aan de exporteur om het werk te stoppen of trekkingen uit de lening blokkeren indien er aanwijzingen zijn dat debiteur haar verplichtingen niet zal nakomen. Als een verzekerde (de exporteur of financier) niet voldoet aan voorwaarden uit de verzekeringspolis kan deze in het uiterste geval het recht op schade-uitkering verliezen. Zoals beschreven in het antwoord van vraag 3 is deze situatie voor onderhavige transactie niet aan de orde geweest.
Klopt het dat het project van Van Oord in Prorva de hoge risicostatus A heeft gekregen omdat er sprake was van grote potentiele negatieve milieu en/of maatschappelijke effecten, eventueel tot buiten de locatie van het project?
Ja.
Klopt het dat projecten in de hoge milieu en sociale risicocategorie A instemming vereisen van niet alleen ADSB, maar ook de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken?
Ja.
Welke risico’s constateerden ADSB, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Financiën bij hun beoordeling van het project? Welke risico’s werden specifiek gesignaleerd op het gebied van: verlies van inkomsten voor de lokale bewoners; gezondheidsschade voor lokale bewoners; vernietiging van natuur in het gebied; en corruptie of verwevenheid met de overheid van de debiteur? Hoe zijn beide ministeries desondanks tot een positief oordeel gekomen?
ADSB heeft een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling uitgevoerd voor het project op basis van het in 2014 geldende beleid voor de ekv. Risico’s omtrent noodsituaties, zoals een olielekkage maar ook de impact van het project op het beschermde gevoelige gebied van het project, zijn hierin meegenomen. Ook is er gekeken naar emissies naar lucht, waterverbruik, afvalwater en afvalmanagement. Voor de sociale effecten is onder andere gekeken naar de werkomstandigheden en naar de gevolgen voor de lokale visserij. Geconcludeerd is dat op het gebied van deze milieu- en sociale risico’s voldoende maatregelen zijn getroffen om de risico’s te mitigeren of compenseren.
Wat betreft corruptie en verwevenheid met de overheid van debiteur is geconstateerd dat Kazachstan een land is met dergelijke risico’s. Tijdens de beoordeling is vastgesteld dat de debiteur verbonden is met de overheid van Kazachstan via het aandeelhouderschap van staatsbedrijf Kazmunaygas. Deze feiten zijn meegewogen in het due dilligence onderzoek en beoordeeld conform het toenmalig geldende beleid.
Bent u bekend met het fenomeen dat corruptie vaak plaatsvindt met de hulp van professionele uitvoerders door middel van bijvoorbeeld ondoorzichtige financiële systemen en anonieme lege vennootschappen die corruptie mogelijk maken?
Ja.
Zo ja, hoe zijn uw ministeries toch tot een positief oordeel gekomen ondanks de constatering dat debiteur van het project, Tenizservice, een «vehicle» is van Tengizchevroil, het feit dat het land hoog in de corruptie-indexen staat en het signaal van de Nederlandse ambassade over mogelijke politieke connecties van Tenizservice?
Deze factoren zijn destijds geconstateerd, maar dit risico werd op basis van het destijds geldende toetsingskader niet als belemmering gezien. De bij de ambassade bekende connecties van de genoemde bedrijven werden door de ambassade destijds niet als ongebruikelijk of onoverkomelijk gezien binnen Kazachstan.
Welke checks and balances hanteren ADSB en uw ministeries richting de verzekeringnemer om te voorkomen dat Nederlands belastinggeld corruptie faciliteert? Welke formele stappen zetten ADSB en uw ministeries in samenspraak met de verzekeringnemer, zowel voorafgaand aan de uitgifte van de verzekering als tijdens de uitvoering van het verzekerde activiteiten?
Nederland wil via de ekv niet betrokken zijn bij transacties waarbij sprake is van corruptie, daarom is het anti-omkopingsbeleid van toepassing op alle ekv-aanvragen. Dit beleidskader is in 2022 geëvalueerd door externe consultant Partner in Compliance en vervolgens herzien en aangescherpt. Hierover is uw Kamer destijds uitgebreid geïnformeerd.2 In het huidige beleid, dat sinds mei 2024 van kracht is, wordt door ADSB onderzoek verricht naar alle relevante partijen binnen de transactie en vindt er vervolgens een inventarisatie en beoordeling van mogelijke corruptierisico’s plaats. Denk hierbij aan de beoordeling van de Ultimate Beneficial Owner (UBO) en betrokken agenten. Als er sprake lijkt te zijn van een verhoogd risico, vindt er aanvullend onderzoek (EDD) plaats door de tweedelijns compliance experts van ADSB. De uiteindelijke risico-classificatie is van invloed op de frequentie van de monitoring door ADSB na afgifte van een dekkingstoezegging- of advies. Het monitoren bestaat uit een hernieuwde screening van de bekende relevante partijen eventueel aangevuld met de beoordeling van eventuele nieuwe informatie.3
Hoe zijn ADSB en de ministeries omgegaan met berichten in de Kazachstaanse pers dat Tenizservice in handen is van «olieprins» Timoer Koelibajev?
Ten tijde van de beoordeling van de aanvraag waren ADSB en de ministeries niet bekend met informatie die erop wees dat Timoer Koelibajev indirect aandeelhouder was van Tenizservice.
Wat was in 2014 de procedure van ADSB en van uw ministeries om te achterhalen wie de «ultimate beneficial owner» (UBO) is van betrokken bedrijven? Zijn daar externe experts bij betrokken geweest, en zo ja, welke? Tot welke conclusie kwamen uw ministeries toen? En indien de procedure sindsdien veranderd is, hoe is die procedure tegenwoordig?
Het achterhalen van UBO’s was tijdens de behandeling van deze casus in 2014, anders dan nu, geen vereiste. Daar zijn dan ook geen externe experts bij betrokken geweest. Wel heeft ADSB voor de beoordeling van de aanvraag informatie over de aandeelhouders van Tenizservice gebruikt afkomstig uit diverse bronnen, waaronder Dun & Bradstreet, Van Oord en Tengizchevroil.
Wat was er bekend bij ADSB en de ministeries over de UBO van Tenizservice?
De directe aandeelhouders van TenizService waren staatsbedrijf KazMunayGas (49%) en Waterford International Holdings Ltd. (51%). Uit de aandeelhouderstructuur bleek dat er vier bedrijven via Waterford een indirect belang in TenizService hadden. Van twee van deze bedrijven is het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk geweest om de UBO’s te achterhalen. Van 12 personen met een belang in de andere twee bedrijven is vastgesteld dat ze niet op een sanctielijst stonden.
Als niet onomstotelijk bekend was wie de UBO was en niet uitgesloten was dat dit een politieke figuur was, waarom kon het project dan toch goedgekeurd worden?
Zoals beschreven in het antwoord vraag 13 heeft ADSB onderzoek verricht naar de eigenaarsstructuur. Hierbij was het destijds niet mogelijk om alle UBO’s te achterhalen, dit was volgens het in 2014 geldende beleid ook niet noodzakelijk voor goedkeuring. Inmiddels is het volgens beleid wel vereist dat de volledige eigenaarsstructuur wordt achterhaald.
Klopt het dat projecten voor het verkrijgen van een exportkredietverzekering moeten voldoen aan OESO-regelgeving voor het voorkomen, minimaliseren, verzachten of verhelpen van negatieve sociale en ecologische effecten?
Bedrijven die een verzekeringsaanvraag doen bij ADSB tekenen een inspanningsverklaring voor het naleven van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen. ADSB toetst aanvragen op gevolgen voor mens en milieu projectniveau aan de IFC Performance Standards.4
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de ecologische effecten van het aanleggen van een kanaal in ecologisch zeer kwetsbaar gebied?
Het is in eerste instantie de taak van de projecteigenaar om nadelige milieu- en sociale effecten van een project te voorkomen, mitigeren en waar nodig te compenseren. Dit is beschreven in de milieu- en sociale effectrapportage en managementplannen van het project en wordt vervolgens door de milieu- en sociale experts van ADSB beoordeeld.
Wanneer er sprake is van negatieve effecten die worden veroorzaakt door de werkzaamheden die worden uitgevoerd door de Nederlandse exporteur, dan wordt er van deze partij ook actie verwacht. Voor onderhavig project is dit het geval geweest voor ecologische effecten. Van Oord heeft maatregelen getroffen om de negatieve gevolgen van de baggerwerkzaamheden op de lokale natuurwaarden te mitigeren of compenseren. Zo zijn met het gebaggerde materiaal speciale eilandjes gemaakt wat gunstig is voor het leefgebied van de steur. Verder heeft Van Oord nauw samengewerkt met gespecialiseerde natuurobservatoren en zijn de werkmethoden aangepast om het project op een verantwoorde manier uit te kunnen voeren. Gedurende het project zijn er maatregelen genomen om geluidsimpact en watervertroebeling tijdens de werkzaamheden te minimaliseren.
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de sociaaleconomische effecten, bijvoorbeeld het verloren gaan van de inkomstenbron van vissers in het gebied?
Zie antwoord vraag 16.
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de gezondheidseffecten voor de werknemers van het project en de bewoners in het gebied?
Zie antwoord vraag 16.
Werden deze maatregelen als voldoende beschouwd door ADSB en de ministeries? Waarom?
Ja. In de beoordeling heeft ADSB vastgesteld dat Van Oord de benodigde maatregelen heeft getroffen om nadelige gevolgen van hun werkzaamheden conform de IFC Performance Standards te mitigeren of compenseren.
Is tijdens en na afloop van het project onderzocht wat de sociaaleconomische, gezondheids- en ecologische effecten van het project waren en of de genomen maatregelen succesvol waren in het voorkomen en/of mitigeren van deze effecten? Hoe is deze monitoring en evaluatie uitgevoerd? Welke instantie(s) hebben de monitoring en evaluatie uitgevoerd?
Nee, ten tijde van afgifte van de polis was monitoring nog niet vastgelegd in het beleid. Sinds 1 januari 2022 monitort ADSB alle hoogste-risico-projecten na afgifte van de ekv.
Hoe is het rapport uit juni 2013 van de onafhankelijke maatschappelijke organisatie Crude Accountability2 meegewogen in de beslissing om het project te verzekeren in december 2014?
In de milieu- en sociale beoordeling van het project heeft ADSB dit rapport uitgebreid meegenomen. Er zijn reacties op de bevindingen uit het rapport gevraagd aan de exporteur, de debiteur en de ambassade. Ook is er in het publieke domein informatie gevonden over het rapport dat door ADSB bij de beoordeling is meegenomen.
Indien er onduidelijkheden over het rapport bestonden, hebben ADSB of de ministeries contact opgenomen met Crude Accountability?
Nee.
Welke andere signalen van lokale ngo’s, milieu en mensenrechtenorganisaties en andere actoren zijn ontvangen, bijvoorbeeld via de Nederlandse ambassade? Hoe is door ADSB en de ministeries omgegaan met deze signalen?
Naar aanleiding van de publicatie van informatie over dit project op de website van ADSB zijn geen reacties van ngo’s binnengekomen. ADSB heeft zelf actief onderzoek gedaan naar berichtgeving in het publieke domein, waarbij onder andere eerdergenoemd rapport is aangetroffen. Ook heeft ADSB contact gehad met de ambassade om lokale input mee te kunnen nemen.
Doen ADSB en de ministeries zelf onderzoek, of laten zij onafhankelijk onderzoek doen, naar de effecten op de bewoners, milieu en de lokale economie, of komt deze informatie uitsluitend van organisaties ter plaatse? Kunt u deze keuze toelichten?
Een projecteigenaar dient zelf een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren wat resulteert in een milieu- en sociale effectrapportage. Met dat als input doet ADSB zelf onderzoek waarbij risico’s op (potentiële) negatieve effecten voor mens, dier en milieu worden geïdentificeerd. Negatieve effecten die niet voorkomen of gemitigeerd kunnen worden, dienen conform internationale standaarden te worden gecompenseerd.6 Per project wordt bepaald wat er nodig is voor een goede beoordeling. Voor complexe- of hoge risicoprojecten maakt ADSB bijvoorbeeld vaak gebruik van onafhankelijke adviseurs, zoals onlangs voor baggerprojecten in de Malediven en de Filipijnen.7
Hoe wordt informatie gewogen die betrokken bedrijven – die een belang hebben bij goedkeuring van het project – hierover aanleveren?
Informatie van de exporteur en de projecteigenaar is essentieel voor de beoordeling van de projectrisico’s. Betrokken bedrijven worden geacht goed onderbouwde en waarheidsgetrouwe informatie aan te leveren. Zoals in voorgaande antwoorden reeds is aangegeven wordt ook via andere onafhankelijke bronnen informatie ingewonnen om de aangeleverde informatie te verifiëren. Bijvoorbeeld via ambassades, ngo’s of door het inschakelen van onafhankelijke adviseurs.
Het bericht dat Nederland inzet op een bilaterale handelsrelatie met de VS |
|
Joris Thijssen (PvdA), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Beljaarts , Reinette Klever (PVV) |
|
![]() ![]() |
Bent u bekend met het bericht van de Financial Times van 30 november getiteld «Why the Dutch are hoping to jump the trade queue with Trump»?1
Ja.
Klopt de berichtgeving dat u (Minister van Economische Zaken) al sinds september gesprekken heeft gevoerd met leden van het team van aankomend Amerikaans president Donald Trump? Om hoeveel ontmoetingen gaat het? Kan een verslag van deze gesprekken met de Kamer worden gedeeld?
Een belangrijke taak van het kabinet is om goede relaties te onderhouden met een grote verscheidenheid aan stakeholders in een land. Daarom heeft de Minister van Economische Zaken tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Staten in september jl. met verschillende Amerikaanse stakeholders gesproken. Het betrof onder meer bedrijven, denktanks, en politieke ambtsdragers van beide partijen. De gesprekken zijn vertrouwelijk. Er is niet gesproken met personen die op dit moment genomineerd zijn voor een positie in de nieuwe regering-Trump.
Hoeveel verdere gesprekken zijn voorzien tussen u (Minister van EZ) en het team van de aankomende Amerikaanse president? Wat zal daar besproken worden?
In de week van 6 januari is de Minister van Economische Zaken op reis geweest naar de VS. Naast deelname aan een grote start-up beurs (de CES Las Vegas) hebben ook gesprekken in Phoenix en San Francisco plaatsgevonden. Er is niet gesproken met personen die op dit moment genomineerd zijn voor een positie in de nieuwe regering-Trump.
De thema’s die in de gesprekken zijn besproken zijn divers, en richten zich op onder meer algemene samenwerking, investeringsplannen, start- en scale ups, de halfgeleider industrie en ICT. Ook is een Memorandum of Understanding ondertekend op het gebied van samenwerking in de halfgeleiderindustrie met de staat Arizona en is het Netherlands Business Support Office in Phoenix geopend.
Welke rol heeft u (de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) met internationale handel in uw portefeuille bij deze gesprekken?
De Minister van Economische Zaken heeft met Amerikaanse stakeholders gesproken over mogelijke versterking van de bilaterale economische samenwerking. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp gaat over handelspolitieke onderwerpen, en spreekt over deze thema’s met Amerikaanse stakeholders.
Zijn er Nederlandse bedrijven, financiële instellingen of brancheorganisaties betrokken geweest bij de eerdere gesprekken tussen u (Minister van EZ) en uw Amerikaanse gesprekspartners?
Zowel op ambtelijk als op politiek niveau wordt op verschillende momenten, en vanuit verschillende invalshoeken, gesproken met het bedrijfsleven, financiële instellingen en brancheorganisaties. Dat gebeurt ook in het geval van reizen naar de VS. Deze partijen worden bijvoorbeeld betrokken om ontwikkelingen te duiden, kansen of risico’s te identificeren of specifieke informatie op te halen.
Is voorzien dat bij de toekomstige gesprekken Nederlandse bedrijven, financiële instellingen of brancheorganisaties betrokken zullen zijn?
Zie antwoord vraag 5.
Op welke sectoren richten uw (Minister van EZ) gesprekken zich?
De gesprekken kunnen zich op alle sectoren richten. De focus van veel gesprekken van de recente reizen naar de VS ligt met name op de high-tech sectoren (zoals AI, kwantum, fotonica en halfgeleiders) en op start- en scale ups.
Heeft u (Minister van BHO en Minister van EZ) met uw counterparts in de EU over deze bezoeken gesproken? Zijn er andere lidstaten bij deze gesprekken betrokken?
Handelspolitiek is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Elke lidstaat heeft echter een eigen handelspolitieke en economische inzet en onderhoudt hierover eigenstandig relaties met derde landen. Het is gebruikelijk dat lidstaten met derde landen spreken over handelspolitiek, zonder dat dit de EU inzet ondermijnt of leidt tot verwarring over de competentieverdeling tussen de EU en de lidstaten. Binnen de EU wordt regelmatig gesproken over gesprekken met derde landen om de inzet te coördineren. Voor wat betreft de VS was dit bijvoorbeeld het geval tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel van 21 november jl. Uw kamer is hierover geïnformeerd in het verslag van de RBZ Handel.2
Kunt u toelichten wat u (Minister van EZ) bedoelt met de volgende uitspraak: «There will also always be a role for the EU there. But one needs to be very well aware that the preference is on the one to one.»?
De Minister van Economische Zaken refereerde aan bilaterale economische samenwerking tussen Nederland en de VS om het Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen. Hier kan Nederland bilateraal met de VS spreken. Dit laat onverlet dat het maken van afspraken met derde landen over markttoegang op Europees niveau gebeurt.
Herinnert u (Minister voor BHO) zich uw uitspraak tijdens het commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken Handel «Wij, Nederland en de EU, zullen met de nieuwe Amerikaanse regering in gesprek blijven over handelspolitiek. Het is hierbij van belang dat we als EU met één stem spreken»? Hoe verhoudt het belang om «als EU met één stem te spreken» zich tot de wens om «één-op-één»-relaties op te bouwen?
Zie antwoord vraag 8.
Bent u zich ervan bewust dat handelsbeleid een exclusieve bevoegdheid van de Europese Commissie is en zo ja, hoe zorgt u ervoor dat uw bilaterale inspanningen hier niet mee op gespannen voet komen te staan?
Zie antwoord vraag 8.
Kunt u uiteenzetten wat nu de strategie is van het kabinet aangaande de handelsrelatie met de VS en in welke mate u zich in blijft zetten voor een op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem?
Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 21 november jl.3, is de inzet van het kabinet om de handelsrelatie met de VS via dialoog te versterken en daarbij waar nodig assertief op te komen voor de eigen handelsbelangen. Het kabinet vindt het zeer belangrijk dat de EU daarbij eensgezind optreedt, binnen het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem. Tegelijkertijd versterkt het kabinet de bilaterale economische samenwerking met de VS.
Bent u bekend met de uitspraak van aankomend president Trump dat hij Europa als vijand ziet op het gebied van handel («I think the European Union is a foe, what they do to us in trade. Now you wouldn't think of the European Union but they're a foe.»)?2 Wat vindt u van die uitspraak? Ziet u Trump als een betrouwbare partner voor de komende vier jaar?
Het kabinet is bekend met deze uitspraak. Goede betrekkingen tussen Europa en de VS zijn en blijven belangrijk voor het behoud van onze welvaart, veiligheid en het aanpakken van gezamenlijke uitdagingen. Dat geldt zowel voor de EU, als voor de VS. Nederland zal zich inzetten, zowel bilateraal als in Europees verband, voor een voortzetting van de goede trans-Atlantische samenwerking.
Onderschrijft u dat het, nu Trump is verkozen, juist noodzakelijk is om als EU gezamenlijk op te trekken en met één stem te spreken, omdat we als Nederland alleen geen tegenwicht kunnen bieden tegen een grootmacht als de VS?
De plannen van de regering-Trump moeten nog vorm krijgen. Het kabinet loopt daar niet op vooruit. Ongeacht het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering, bestaat er een onverminderde noodzaak tot samenwerking binnen de EU, zeker in het huidige geopolitieke tijdsgewricht.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat uw bilaterale contacten niet worden misbruikt om de EU uit elkaar te spelen?
EU lidstaten onderhouden eigenstandig relaties met derde landen zonder dat dit de competentieverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie beïnvloedt. Dergelijke gesprekken vallen onder normaal diplomatiek verkeer, dat Nederland met de meeste andere landen heeft. Deze gesprekken dienen ook een economisch belang, zeker ook met de VS, met wie Nederland als decennia lang een intensieve economische relatie onderhoudt. Ook is Nederland een grote investeerder in de VS. Lidstaten en de Commissie hebben veelvuldig overleg met elkaar om de inzet te coördineren.
Stel dat het lukt om één-op-één afspraken te maken met de Verenigde Staten en andere EU-lidstaten hierbij te passeren, welke tegenmaatregelen zouden de Europese Commissie en/of die lidstaten kunnen nemen?
Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen 8, 10, en 11 is handelspolitiek een exclusieve EU competentie. Er kan dus geen sprake zijn van een bilaterale handelsovereenkomst tussen de VS en een Europese lidstaat. Wel kunnen lidstaten bilaterale afspraken met de VS maken om economische samenwerking te verdiepen.
Lopen er met andere landen bilaterale gesprekken buiten de EU-kaders om?
Zoals aangegeven in het antwoord op vragen 8, 9, 10, 11, 15 en 16 onderhouden EU lidstaten eigenstandig relaties met derde landen zonder dat dit de competentieverdeling tussen lidstaten en EU beïnvloedt. Dergelijke gesprekken vallen onder normaal diplomatiek verkeer, dat Nederland met de meeste andere landen heeft.
Bent u bekend met het beleid van de vorige regering-Trump en andere Republikeinse regeringen, bekend als de Mexico City Policy, dat stelde dat niet-gouvernementele organisaties (ngo's) actief op mondiale gezondheid «geen abortus zouden uitvoeren of actief promoten» als zij Amerikaanse financiering ontvingen, zelfs niet als de ngo’s dit met eigen middelen deden?
Ja.
Bent u bekend met onderzoek waaruit blijkt dat dit beleid grote gevolgen had voor vrouwen wereldwijd, en heeft geleid tot een toename in het aantal onveilige abortussen?1
Ja.
Bent u bekend met Project 2025, de verzameling ultraconservatieve beleidsvoorstellen gekoppeld aan de Trump-campagne van 2024? Wat is uw analyse van het voorstel om de Mexico City Policy toe te passen op álle Amerikaanse ontwikkelingshulp, ook humanitaire hulp, een nog veel verdergaande stap die een bedrag van $ 51 miljard aan hulp zal beïnvloeden2?
Ja, het kabinet is bekend met het Presidential Transition Project, ook wel bekend als Project 2025.
De Mexico City Policy werd voor het eerst aangekondigd in 1984 door de regering-Reagan. Republikeinse regeringen voerden dit beleid doorgaans in, en Democratische regeringen schaften het weer af. Op dit moment, onder de regering Biden, is de Mexico City Policy niet van kracht. Als de Mexico City Policy wel van kracht is, stelt de Amerikaanse overheid een voorwaarde aan buitenlandse Ngo’s, voor het ontvangen van Amerikaanse hulp op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De voorwaarde is dat zij geen abortus zullen uitvoeren of actief promoten als methode voor gezinsplanning, ook als dit wordt gedaan met financiering uit niet-Amerikaanse fondsen.
Het is nu nog niet duidelijk of dit beleid, of een uitbreiding daarvan, daadwerkelijk wordt ingevoerd.
Wat zullen de gevolgen zijn als de Verenigde Staten wegvallen als grootste donor op het gebied van mondiale gezondheid? Wat betekent dit voor miljoenen mensen, vooral in lage-inkomenslanden, die afhankelijk zijn van Amerikaanse financiering voor de gezondheid van moeders, het voorkomen van onveilige abortussen, anticonceptie, moedersterfte, en HIV-preventie en -behandeling?
Het kabinet loopt daar niet op vooruit.
Bent u bereid om in gezamenlijkheid met stakeholders als de WHO, UNFPA, de EU, gelijkgestemde landen en maatschappelijke organisaties te kijken hoe het enorme gat dat de Verenigde Staten zouden achterlaten op het gebied van mondiale gezondheid kan worden gevuld?
Het kabinet zal de komende jaren blijven inzetten op het thema mondiale gezondheid. De beleidsbrief over ontwikkelingshulp zal begin 2025 naar de Kamer worden gestuurd. Nederland hecht aan een goede samenwerking met partners zoals WHO, UNFPA, de EU, en maatschappelijke organisaties. Een goede samenwerking draagt bij aan een effectieve inzet op mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Deelt u de mening dat het Nederland – als land dat internationaal wordt erkend om zijn vooruitstrevende en invloedrijke rol op seksuele en reproductieve gezondheidszorg en hiv/aids-bestrijding – zou passen om zich uit te spreken tegen een dergelijke stap door de Verenigde Staten? Bent u bereid dit te doen? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Nederland blijft zich inzetten voor gezondheid wereldwijd, inclusief seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en de bestrijding van hiv/aids. Het kabinet loopt op dit moment niet vooruit op eventuele koerswijzigingen van de Amerikaanse regering.
Aangezien Nederland na de Verenigde Staten de belangrijkste donor is op dit gebied, deelt u de mening dat voortzetting hiervan door de winst van Trump nu nog belangrijker is? Welk effect hebben de geplande bezuinigingen op Nederlandse ontwikkelingssamenwerking op de wereldwijde toegang tot reproductieve gezondheidszorg zoals abortus en anticonceptie?
Het kabinet wil niet vooruitlopen op mogelijke koerswijzigingen van de nieuwe Amerikaanse regering. Het kabinet zal de komende jaren blijven inzetten op mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De beleidsbrief over ontwikkelingshulp wordt begin 2025 naar de Kamer gestuurd.
Ziet u hoe het voorgenomen beleid van Trump maatschappelijke organisaties wereldwijd nog verder onder druk zet? Hoe gaat u ervoor zorgen dat maatschappelijke organisaties die toegang tot alle seksuele en reproductieve gezondheidsdienten bewerkstelligen, dit werk kunnen blijven doen?
Het is op dit moment nog niet bekend welk beleid de nieuwe Amerikaanse regering zal voeren. Het kabinet wil daarop niet vooruit lopen. De Kamer is op maandag 11 november geïnformeerd over het nieuwe beleidskader maatschappelijk middenveld voor de periode 2026–2030. Maatschappelijke organisaties blijven in de toekomst een partner in de uitvoering van de Nederlandse ontwikkelingshulp op het terrein van gezondheid.
De situatie in de Democratische Republiek Congo en de rol van de Europese Unie |
|
Daniëlle Hirsch (GL), Kati Piri (PvdA) |
|
Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
|
![]() ![]() |
Op wat voor manier zet het kabinet zich in om effectief, in gezamenlijkheid met internationale partners, te reageren op de humanitaire crisis die gaande is in de Democratische Republiek Congo (DRC)?
Wat zullen de gevolgen zijn voor de humanitaire situatie in de DRC van de bevriezing van USAID door president Trump, een organisatie die verreweg de grootste donor aan het land is, en in 2023 alleen al 5,3 miljoen Congolezen bereikte met humanitaire hulp?
Kunt u specifiek ingaan op de dringende zorgen van vrouwenorganisaties over wijdverbreid seksueel geweld in het oosten van de DRC en grote tekortkomingen op het gebied van bescherming en sociale basisvoorzieningen? Wat zijn de gevolgen van het bevriezen van USAID voor de vele vrouwen die van Amerikaanse financiering afhankelijk zijn voor veilige abortuszorg, bescherming, en nazorg na gendergerelateerd seksueel geweld?
Kunt u specifiek ingaan – in acht nemend dat USAID in 2024 medicijnen en andere levensreddende middelen verzorgde voor 11 miljoen inwoners van de DRC – op de dringende zorgen van gezondheidsorganisaties, die zien dat essentiële hiv-medicijnen niet meer de juiste mensen bereiken door het wegvallen van USAID?
Klopt het dat door het wegvallen van de steun vanuit USAID de risico’s op het versnellen van besmettingen van cholera sterk verhoogd is? Hoe schat u het risico in op de uitbraak van andere mogelijk dodelijke ziektes, zoals mpox en ebola? Welke risico’s brengt dit met zich mee op het gebied van pandemieën voor Europa en Nederland? Welke maatregelen zijn er volgens uw ministerie nodig om die risico’s te beperken?
Hoe zullen deze gevolgen van de bevriezing van USAID verergerd worden met de bezuinigingen op humanitaire hulp die plaatsvinden in de EU en haar lidstaten, waaronder Nederland?
Ziet het kabinet een rol voor de EU als het gaat om het opvangen van mogelijk negatieve consequenties voor de al nijpende situatie in de DRC van het bevriezen van USAID? Is het kabinet het eens dat dit niet alleen een kwestie is van solidariteit, maar dat het ook in het Europese belang is, met het oog op geopolitiek, gezondheid en economie?
Bij welke vorm van ontwikkelingssamenwerking hoort volgens u de prioriteit te liggen in de DRC?
Bent u het eens met de stelling dat Nederlandse en Europese bedrijven een verplichting hebben om bij inkopen van grondstoffen ook rekening te houden met potentiële negatieve effecten op de lokale bevolking van de handelspartner?
Kunt u een beeld schetsen van de omstandigheden in de mijnbouw in de DRC, specifiek in het gebied onder controle van M23?
Bent u bekend met het oordeel van de VN dat Rwanda de facto controle heeft over M23? Wat is de beoordeling van Nederland en de Europese Unie?
Bent u bekend met de oproep van 64 organisaties, voornamelijk uit de Democratische Republiek Congo, aan de Europese Unie om het Memorandum of Understanding met Rwanda ter waarde van 900 miljoen te annuleren vanwege de steun van het land aan de rebellengroep?1 Wat vindt Nederland dat de Europese reactie moet zijn op deze oproep?
Herinnert u zich uw antwoord op de vragen van 10 december 2024, dat Europese steun aan het Rwandese leger specifiek is bedoeld voor hun inzet in Cabo Delgado, en niet als steun voor het Rwandese leger in het algemeen? Kunt u zich echter voorstellen dat álle steun aan het Rwandese leger negatief gepercipieerd wordt in de regio vanwege de vermoedelijke steun van dit leger aan M23? Voert de Nederlandse ambassade gesprekken hierover met lokale actoren en zo ja, wat komt er uit deze gesprekken?
Bent u bekend met de berichtgeving die suggereert dat hooggeplaatste officieren in de door de EU gesteunde missie in Cabo Delgado ook worden geplaatst in het Oosten van Congo?2 Wordt deze berichtgeving onafhankelijk geverifieerd? Zo nee, kunt u zich er in Europa voor inzetten dat dit gebeurt? Wat moet de consequentie volgens u zijn als dit waar blijkt?
Bent u het eens met de stelling dat als Rwanda M23 inderdaad actief steunt, het tegenstrijdig beleid is om zowel op te roepen tot een verbetering van de humanitaire situatie in de DRC, maar ondertussen ook nieuwe deals te sluiten met Rwanda die negatief bijdragen aan de huidige humanitaire situatie?
Wat is de positie van Nederland in Europese gesprekken over sancties tegen Rwanda?
Hoe zet de Europese Unie zich in om te bemiddelen tussen M23 en de regering van de DRC?
Hoe weegt u de opmerkingen van VN vredesmissieleider Vivian van de Perre dat MONUSCO aanloopt tegen tekorten? Hoe gaat u gehoor geven aan haar oproep aan de internationale gemeenschap om zo snel mogelijk actie te ondernemen om de situatie in de DRC te verbeteren?
Kunt u een beeld schetsen van de gevolgen voor de veiligheids- en humanitaire situatie in de DRC mocht MONUSCO zich terugtrekken?
De beschieting van het Wereldvoedselprogramma door Israëlische troepen |
|
Kati Piri (PvdA), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Reinette Klever (PVV), Caspar Veldkamp (NSC) |
|
![]() ![]() |
Bent u bekend met de verklaring1 van het Wereldvoedselprogramma (World Food Programme, WFP) van 6 januari j.l. over de beschieting door Israëlische troepen van een duidelijk gemarkeerd WFP-konvooi in de buurt van het controlepunt in Wadi Gaza?
Zijn personeelsleden van het Wereldvoedselprogramma volgens het kabinet humanitaire hulpverleners?
Zijn aanvallen op humanitaire hulpverleners volgens het kabinet een overschrijding van het internationaal humanitair recht, zoals de Verdragen van Genève van 1949 en de aanvullende protocollen?
Is een aanval zoals die van 5 januari, waarbij Israëlische troepen minstens zestien kogels afvuurden op een duidelijk gemarkeerd en goedgekeurd konvooi van het Wereldvoedselprogramma, dan volgens het kabinet een overschrijding van het internationaal humanitair recht? Zo nee, waarom niet?
Is de positie van het kabinet nog steeds, zoals gecommuniceerd door de Minister-President op de persconferentie van 13 december en herhaald in het debat over de Europese Top van 17 december, dat «het internationaal recht nog niet is overschreden»?
Hoe rijmt die positie met de beschieting van het Wereldvoedselprogramma,’s werelds grootste humanitaire organisatie?
Bent u bekend met de verklaring van het hoofd van OCHA, waarin wordt gesteld dat «deze incidenten deel uitmaken van een gevaarlijk patroon van sabotage en opzettelijke verstoring» en dat «inspanningen om levens te redden op een breekpunt zijn beland»2?
Herkent en onderschrijft u deze signalen?
Heeft het kabinet naar aanleiding van het incident een signaal afgegeven aan de Israëlische autoriteiten of de Israëlische ambassadeur in Nederland?
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de voortzetting van het Commissiedebat Midden-Oosten?
De protesten in Mozambique |
|
Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «Military vehicle mows down woman as post-election protests roil Mozambique»?1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Hoe beoordeelt u op dit moment de situatie in Mozambique, waar al gekampt werd met een jihadistische opstand, en nu inmiddels 65 mensen zijn gedood door de politie tijdens protesten tegen de verkiezingsuitslag, en twee politici van de oppositiepartij zijn vermoord?
Nederland volgt de ontwikkelingen in Mozambique nauwgezet en is bezorgd over de gespannen situatie en het aanhoudende geweld dat volgde op de verkiezingen van 9 oktober. Nederland heeft het reisadvies laatstelijk op 24 december aangescherpt en sinds 11 december worden niet-essentiële reizen naar Mozambique afgeraden in verband met de onrust en verslechterende veiligheidssituatie.
Wat is de positie van Nederland ten aanzien van de verkiezingsuitslag en ten aanzien van het politiegeweld tegen demonstranten? Hoe wordt deze positie uitgedragen?
Nederland heeft deelgenomen aan de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie (EU). Deze missie vond plaats op uitnodiging van de Mozambikaanse autoriteiten. Nederland onderschrijft de bevindingen van deze EU-missie waarin gesteld wordt dat er onregelmatigheden in tellingen van stemmen, en ongerechtvaardigde wijzigingen in uitslagen op het niveau van stembureaus zijn geconstateerd. Dergelijke bevindingen zijn door het Constitutionele Hof van Mozambique onderzocht en op 23 december heeft het Hof de voorlopige verkiezingsuitslag van oktober bevestigd. Het Hof benoemde daarbij ook dat er onregelmatigheden waren in het electorale proces, maar het concludeerde dat deze geen invloed hebben gehad op het resultaat van de verkiezingen.
In aanloop naar deze uitspraak heeft Nederland de EU-oproep gesteund om het verkiezingsproces volledig transparant te laten zijn en de integriteit van de verkiezingsresultaten te waarborgen. Ook worden de politieke leiders nog altijd aangespoord tot onderlinge dialoog teneinde verdere polarisatie te voorkomen.
De EU heeft namens haar lidstaten meerdere verklaringen doen uitgaan waarin ernstige zorgen worden geuit over de gewelddadige nasleep van de verkiezingen. In dat kader heeft de EU ook de moorden op Elvino Dias, juridisch adviseur van presidentieel kandidaat Venâncio Mondlane, en op oppositiepoliticus Paulo Guambe, in de sterkste bewoordingen veroordeeld. De EU heeft beide partijen opgeroepen terughoudendheid te betrachten, het gebruik van buitensporig geweld te vermijden, en zich te onthouden van opruiende retoriek. Bilateraal heeft Nederland ook meermaals zorgen gedeeld over het aanhoudende geweld en buitenproportioneel ingrijpen door de politie tegen demonstranten.
Bent u bekend met de gezamenlijke verklaring2 van de ambassades van de VS, het VK, Canada, Noorwegen en Zwitserland waarin zij geweld tegen burgers veroordelen3? Waarom ontbreekt de Nederlandse ambassade onder deze verklaring? Kan Nederland zich alsnog stevig uitspreken, bijvoorbeeld via de ambassade in Maputo, tegen het geweld richting vreedzame demonstranten?
Ja, ik ben bekend met deze verklaring.
Het is gebruikelijk dat Nederland en overige EU-lidstaten zich gezamenlijk uiten onder de paraplu van de Europese Unie, meest recentelijk op 24 december na de uitspraak van het Constitutionele Hof. De EU heeft namens de lidstaten herhaaldelijk het geweld tegen burgers veroordeeld, Nederland heeft dat ook bilateraal gedaan (zie ook het antwoord op vraag 3) en zal dat blijven doen.
Staat onomstotelijk vast dat door de EU mede-gefinancieerde Rwandese troepen niet betrokken zijn bij geweld tegen burgers die vreedzaam tegen de verkiezingsuitslag demonstreren? Wordt onafhankelijk onderzoek gedaan naar de berichten hierover?
De Rwandese troepen zijn op verzoek van de Mozambikaanse autoriteiten vanaf juli 2021 aanwezig in de noordelijke provincie Cabo Delgado, op ruim 2.000 kilometer van Maputo, om daar te helpen bij de bestrijding van terrorisme. Het is niet aannemelijk dat de Rwandese troepen betrokken zijn bij geweld tegen burgers die vreedzaam tegen de verkiezingsuitslag demonstreren. Berichten van die strekking zijn mij ook niet bekend. Tot een onafhankelijk onderzoek bestaat naar mijn mening geen aanleiding.
Staat onomstotelijk vast dat door de EU mede-gefinancieerde Rwandese troepen niet betrokken zijn bij het ernstige geweld, zoals verslagen door notabele media zoals Le Monde4 en Politico5, dat is gebruikt tegen burgers in Cabo Delgado? Bent u bereid zich in te spannen voor een onafhankelijk onderzoek hiernaar?
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 5 zijn berichten dat Rwandese troepen betrokken zijn bij dergelijk geweld mij niet bekend. Ik zie dan ook geen aanleiding tot een onafhankelijk onderzoek naar Rwandese betrokkenheid. Naar aanleiding van aantijgingen in het medium Politico zal het Mozambikaanse Openbaar Ministerie naar verluidt overigens wel een onderzoek starten naar mogelijke betrokkenheid van de eigen krijgsmacht bij geweld tegen burgers in Cabo Delgado.
Welke positie heeft Nederland in de Raad ingenomen in de besluitvorming op 18 november over 20 miljoen euro Europese steun voor Rwandese troepen aanwezig in Mozambique? Waarom heeft Nederland die positie ingenomen?
Voor Mozambique is Rwanda een belangrijke veiligheidspartner, die sinds juli 2021 actief bijdraagt aan terrorismebestrijding in de provincie Cabo Delgado. De aanwezigheid van Rwandese militairen wordt gewaardeerd door de lokale bevolking, onder meer omdat zij gedisciplineerd zijn en de lokale taal (Swahili) spreken. In december 2022 werd op verzoek van Mozambique en Rwanda een steunmaatregel toegekend door de EU via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Omdat ook Nederland belang hecht aan veiligheid en stabiliteit in Mozambique, heeft het net als 25 andere EU-lidstaten, ingestemd met continuering van de steunmaatregel aan Mozambique via het EPF. Met deze steun kan niet-lethale collectieve en persoonlijke uitrusting worden aangeschaft, en kan worden voorzien in de kosten van het luchttransport, dat nodig is om de Rwandese inzet in Cabo Delgado te kunnen voortzetten.
Heeft de Europese Raad zich tijdens de besluitvorming rekenschap gegeven van berichtgeving dat de Rwandese strijdkrachten de M23-rebellie in het oosten van de DRC steunen6? Is uitgesloten dat Europees geld wordt ingezet in het oosten van de DRC?
Ja, de Raad van Ministers heeft zich daarvan rekenschap gegeven. De steunmaatregel is niet ontworpen als algemene steun aan het Rwandese leger, maar specifiek voor de inzet in Cabo Delgado. Daarbij is sprake van monitoringsmaatregelen en controle door middel van waarborgen, net als bij andere steunmaatregelen via het EPF. Deze monitoringsmaatregelen zijn erop gericht om adequaat gebruik van middelen en waarborgen van mensenrechten en internationaal humanitair recht te garanderen. Mocht er sprake zijn van misbruik van EPF-steun, dan kan de EU de maatregel opschorten of beëindigen.
Hoe rijmt EU-steun voor een leger dat er op uitnodiging van de Frelimo-regering is, met het feit dat EU-waarnemers onregelmatigheden hebben waargenomen bij de herverkiezing van diezelfde Frelimo-regering?
De extra middelen van de EU in het kader van de EPF worden verleend om in Cabo Delgado terrorisme te bestrijden. De situatie in Cabo Delgado is precair: er is grote armoede, de publieke infrastructuur (onderwijs, gezondheidzorg, water, energie) is zwak en als gevolg van het terrorisme zijn vele mensen ontheemd geraakt. De aanwezigheid van Rwandese militairen en politie – en tot en met juli jl. ook van militairen namens de Southern African Development Community (SADC) – naast het Mozambikaanse leger, draagt bij aan de stabiliteit in de provincie en de veiligheid van de lokale bevolking. De EPF-steun staat los van de onregelmatigheden die de EU heeft waargenomen tijdens de verkiezingen.
Welke handelsbelangen heeft Nederland in Mozambique? Kunt u een beknopt overzicht geven? Hoeveel waarde is hiermee gemoeid?
Nederlandse bedrijven zijn actief in landbouw en voedselproductie, energie, infrastructuur en bouw, financiële dienstverlening en in de haven- en maritieme sector in Mozambique. In 2023 bedroeg de export van Nederlandse goederen naar Mozambique EUR 239 miljoen, terwijl de import vanuit Mozambique EUR 290 miljoen bedroeg.
Bent u bekend met de uitzending van Bureau Buitenland over Mozambique van 6 december j.l.7, waarin wordt gesteld dat de Mozambikaanse bevolking de indruk heeft dat Rwandese troepen voornamelijk in het Noorden aanwezig zijn om Europese gasbelangen te beschermen? Vindt u die indruk voorstelbaar, aangezien Rwandese troepen mede aanwezig zijn om gasprojecten in Cabo Delgado te beschermen van Franse en Nederlandse bedrijven? Wat doet Nederland om deze indruk weg te nemen?
Ja, ik ben bekend met deze uitzending.
Naar mijn mening wordt deze indruk geenszins breed gedeeld onder de Mozambikaanse bevolking, die de aanwezigheid van Rwandese militairen en politie en de positieve invloed op de veiligheid in Cabo Delgado over het algemeen genomen juist verwelkomt. Op 4 november jl. heeft de EU een verklaring doen uitgaan, onder meer over de financiële steun aan de Rwandese veiligheidstroepen en gesteld dat de EU als vriend en partner van het Mozambikaanse volk het land ondersteunt in het herstellen van vrede, veiligheid en stabiliteit in Cabo Delgado, door middel van een geïntegreerde aanpak waarin vrede, veiligheid, ontwikkeling en humanitaire hulp centraal staan.
Het bericht dat Nederland inzet op een bilaterale handelsrelatie met de VS |
|
Joris Thijssen (PvdA), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Beljaarts , Reinette Klever (PVV) |
|
![]() ![]() |
Bent u bekend met het bericht van de Financial Times van 30 november getiteld «Why the Dutch are hoping to jump the trade queue with Trump»?1
Ja.
Klopt de berichtgeving dat u (Minister van Economische Zaken) al sinds september gesprekken heeft gevoerd met leden van het team van aankomend Amerikaans president Donald Trump? Om hoeveel ontmoetingen gaat het? Kan een verslag van deze gesprekken met de Kamer worden gedeeld?
Een belangrijke taak van het kabinet is om goede relaties te onderhouden met een grote verscheidenheid aan stakeholders in een land. Daarom heeft de Minister van Economische Zaken tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Staten in september jl. met verschillende Amerikaanse stakeholders gesproken. Het betrof onder meer bedrijven, denktanks, en politieke ambtsdragers van beide partijen. De gesprekken zijn vertrouwelijk. Er is niet gesproken met personen die op dit moment genomineerd zijn voor een positie in de nieuwe regering-Trump.
Hoeveel verdere gesprekken zijn voorzien tussen u (Minister van EZ) en het team van de aankomende Amerikaanse president? Wat zal daar besproken worden?
In de week van 6 januari is de Minister van Economische Zaken op reis geweest naar de VS. Naast deelname aan een grote start-up beurs (de CES Las Vegas) hebben ook gesprekken in Phoenix en San Francisco plaatsgevonden. Er is niet gesproken met personen die op dit moment genomineerd zijn voor een positie in de nieuwe regering-Trump.
De thema’s die in de gesprekken zijn besproken zijn divers, en richten zich op onder meer algemene samenwerking, investeringsplannen, start- en scale ups, de halfgeleider industrie en ICT. Ook is een Memorandum of Understanding ondertekend op het gebied van samenwerking in de halfgeleiderindustrie met de staat Arizona en is het Netherlands Business Support Office in Phoenix geopend.
Welke rol heeft u (de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) met internationale handel in uw portefeuille bij deze gesprekken?
De Minister van Economische Zaken heeft met Amerikaanse stakeholders gesproken over mogelijke versterking van de bilaterale economische samenwerking. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp gaat over handelspolitieke onderwerpen, en spreekt over deze thema’s met Amerikaanse stakeholders.
Zijn er Nederlandse bedrijven, financiële instellingen of brancheorganisaties betrokken geweest bij de eerdere gesprekken tussen u (Minister van EZ) en uw Amerikaanse gesprekspartners?
Zowel op ambtelijk als op politiek niveau wordt op verschillende momenten, en vanuit verschillende invalshoeken, gesproken met het bedrijfsleven, financiële instellingen en brancheorganisaties. Dat gebeurt ook in het geval van reizen naar de VS. Deze partijen worden bijvoorbeeld betrokken om ontwikkelingen te duiden, kansen of risico’s te identificeren of specifieke informatie op te halen.
Is voorzien dat bij de toekomstige gesprekken Nederlandse bedrijven, financiële instellingen of brancheorganisaties betrokken zullen zijn?
Zie antwoord vraag 5.
Op welke sectoren richten uw (Minister van EZ) gesprekken zich?
De gesprekken kunnen zich op alle sectoren richten. De focus van veel gesprekken van de recente reizen naar de VS ligt met name op de high-tech sectoren (zoals AI, kwantum, fotonica en halfgeleiders) en op start- en scale ups.
Heeft u (Minister van BHO en Minister van EZ) met uw counterparts in de EU over deze bezoeken gesproken? Zijn er andere lidstaten bij deze gesprekken betrokken?
Handelspolitiek is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Elke lidstaat heeft echter een eigen handelspolitieke en economische inzet en onderhoudt hierover eigenstandig relaties met derde landen. Het is gebruikelijk dat lidstaten met derde landen spreken over handelspolitiek, zonder dat dit de EU inzet ondermijnt of leidt tot verwarring over de competentieverdeling tussen de EU en de lidstaten. Binnen de EU wordt regelmatig gesproken over gesprekken met derde landen om de inzet te coördineren. Voor wat betreft de VS was dit bijvoorbeeld het geval tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel van 21 november jl. Uw kamer is hierover geïnformeerd in het verslag van de RBZ Handel.2
Kunt u toelichten wat u (Minister van EZ) bedoelt met de volgende uitspraak: «There will also always be a role for the EU there. But one needs to be very well aware that the preference is on the one to one.»?
De Minister van Economische Zaken refereerde aan bilaterale economische samenwerking tussen Nederland en de VS om het Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen. Hier kan Nederland bilateraal met de VS spreken. Dit laat onverlet dat het maken van afspraken met derde landen over markttoegang op Europees niveau gebeurt.
Herinnert u (Minister voor BHO) zich uw uitspraak tijdens het commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken Handel «Wij, Nederland en de EU, zullen met de nieuwe Amerikaanse regering in gesprek blijven over handelspolitiek. Het is hierbij van belang dat we als EU met één stem spreken»? Hoe verhoudt het belang om «als EU met één stem te spreken» zich tot de wens om «één-op-één»-relaties op te bouwen?
Zie antwoord vraag 8.
Bent u zich ervan bewust dat handelsbeleid een exclusieve bevoegdheid van de Europese Commissie is en zo ja, hoe zorgt u ervoor dat uw bilaterale inspanningen hier niet mee op gespannen voet komen te staan?
Zie antwoord vraag 8.
Kunt u uiteenzetten wat nu de strategie is van het kabinet aangaande de handelsrelatie met de VS en in welke mate u zich in blijft zetten voor een op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem?
Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 21 november jl.3, is de inzet van het kabinet om de handelsrelatie met de VS via dialoog te versterken en daarbij waar nodig assertief op te komen voor de eigen handelsbelangen. Het kabinet vindt het zeer belangrijk dat de EU daarbij eensgezind optreedt, binnen het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem. Tegelijkertijd versterkt het kabinet de bilaterale economische samenwerking met de VS.
Bent u bekend met de uitspraak van aankomend president Trump dat hij Europa als vijand ziet op het gebied van handel («I think the European Union is a foe, what they do to us in trade. Now you wouldn't think of the European Union but they're a foe.»)?2 Wat vindt u van die uitspraak? Ziet u Trump als een betrouwbare partner voor de komende vier jaar?
Het kabinet is bekend met deze uitspraak. Goede betrekkingen tussen Europa en de VS zijn en blijven belangrijk voor het behoud van onze welvaart, veiligheid en het aanpakken van gezamenlijke uitdagingen. Dat geldt zowel voor de EU, als voor de VS. Nederland zal zich inzetten, zowel bilateraal als in Europees verband, voor een voortzetting van de goede trans-Atlantische samenwerking.
Onderschrijft u dat het, nu Trump is verkozen, juist noodzakelijk is om als EU gezamenlijk op te trekken en met één stem te spreken, omdat we als Nederland alleen geen tegenwicht kunnen bieden tegen een grootmacht als de VS?
De plannen van de regering-Trump moeten nog vorm krijgen. Het kabinet loopt daar niet op vooruit. Ongeacht het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering, bestaat er een onverminderde noodzaak tot samenwerking binnen de EU, zeker in het huidige geopolitieke tijdsgewricht.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat uw bilaterale contacten niet worden misbruikt om de EU uit elkaar te spelen?
EU lidstaten onderhouden eigenstandig relaties met derde landen zonder dat dit de competentieverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie beïnvloedt. Dergelijke gesprekken vallen onder normaal diplomatiek verkeer, dat Nederland met de meeste andere landen heeft. Deze gesprekken dienen ook een economisch belang, zeker ook met de VS, met wie Nederland als decennia lang een intensieve economische relatie onderhoudt. Ook is Nederland een grote investeerder in de VS. Lidstaten en de Commissie hebben veelvuldig overleg met elkaar om de inzet te coördineren.
Stel dat het lukt om één-op-één afspraken te maken met de Verenigde Staten en andere EU-lidstaten hierbij te passeren, welke tegenmaatregelen zouden de Europese Commissie en/of die lidstaten kunnen nemen?
Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen 8, 10, en 11 is handelspolitiek een exclusieve EU competentie. Er kan dus geen sprake zijn van een bilaterale handelsovereenkomst tussen de VS en een Europese lidstaat. Wel kunnen lidstaten bilaterale afspraken met de VS maken om economische samenwerking te verdiepen.
Lopen er met andere landen bilaterale gesprekken buiten de EU-kaders om?
Zoals aangegeven in het antwoord op vragen 8, 9, 10, 11, 15 en 16 onderhouden EU lidstaten eigenstandig relaties met derde landen zonder dat dit de competentieverdeling tussen lidstaten en EU beïnvloedt. Dergelijke gesprekken vallen onder normaal diplomatiek verkeer, dat Nederland met de meeste andere landen heeft.
De uitkomsten van de COP29 |
|
Suzanne Kröger (GL), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Reinette Klever (PVV), Sophie Hermans (VVD) |
|
![]() |
Heeft u kennisgenomen van de uitkomsten van de COP29?1
Ja.
Bent u tevreden met de uitkomsten van de COP29? Zo niet, wat had u graag anders gezien?
De uitkomsten van COP29 bevatten elementen waar het kabinet tevreden over is, en elementen die het anders had willen zien. COP29 heeft geresulteerd in uitkomsten op de drie pijlers van de Overeenkomst van Parijs: mitigatie, adaptatie, en financiering. Het voornaamste resultaat van deze COP is het akkoord over een nieuw collectief klimaatfinancieringsdoel voor 2035. Daarnaast zijn de regels voor internationale koolstofmarkten op basis van artikel 6 afgerond. Beide besluiten zijn een belangrijke stap in de uitvoering van de doelen van de Overeenkomst van Parijs. Het was de inzet van Nederland en de EU om al op deze COP aanvullende besluiten te nemen die het wereldwijde ambitie- en implementatiegat verder zullen verkleinen. Dit is slechts ten dele gelukt, en op veel van de mitigatie-onderwerpen gaat de discussie daarom verder in 2025. Wel bevestigt het akkoord dat alle partijen doorgaan op de tijdens COP28 ingeslagen weg. Een uitgebreide appreciatie over de uitkomsten van COP29 is te vinden in de Kamerbrief2 van 10 december.
Onderschrijft u de analyse van experts dat de COP29 «is mislukt» en dat de uitkomst een «klap in het gezicht [is] van alle mensen die al geteisterd worden door klimaatverandering», onder meer omdat ontwikkelde landen met dit akkoord geen eerlijke bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering (en het omgaan met de gevolgen)?2, 3
Nee, zie antwoord op vraag 2.
Klopt het dat het kabinet de doelen van het Parijsakkoord wil halen? Zo ja, deelt u de opvatting dat de huidige afspraken over klimaatfinanciering onvoldoende zijn om ontwikkelingslanden in staat te stellen ambitieuze
Ja, het kabinet wil de doelen van de Overeenkomst van Parijs halen. Het deelt niet de opvatting dat de huidige afspraken over klimaatfinanciering onvoldoende zijn. De klimaatfinancieringsafspraken bevatten meerdere lagen. Naast het doel van USD 300 miljard per 2035 voor ontwikkelingslanden waarbij ontwikkelde landen het voortouw zullen nemen, is er ook een oproep aan alle actoren – publiek en privaat – om samen tegemoet te komen aan de financieringsbehoefte van ontwikkelingslanden, die per 2035 ten minste USD 1.300 miljard per jaar bedraagt.
Nationally Determined Contributions (NDCs) in te dienen en er daarmee grote druk staat op het bereiken van het Parijsakkoord?
Naar aanleiding van de resultaten van COP29 en om het 1,5 graden doel binnen bereik te houden, acht het kabinet het van belang dat er internationaal voortgang wordt geboekt op het mitigatiewerkprogramma, de opvolging van de Global Stocktake, de uitwerking van het UAE Framework for Global Climate Resilience en het in lijn brengen van financiële stromen met de doelen van de Overeenkomst van Parijs, zoals vervat in artikel 2.1c. De discussie hierover zal komend jaar worden voortgezet. Wat betreft klimaatfinanciering zal Nederland ook in 2025 een betekenisvolle bijdrage leveren aan het huidige doel en zal het bezien welke stap het zet voor het nieuwe doel per 2035. Bij het bepalen van de Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering zal het kabinet, zoals gebruikelijk, rekening houden met de begrotingen inclusief meerjarencijfers.
Bent u bereid om, naar aanleiding van deze resultaten, te kijken naar wat vanuit Nederland aanvullend nodig is aan internationale klimaatfinanciering om het Parijsakkoord in zicht te houden en de huidige afspraken te versterken? Bent u bereid om hierin zelf het voortouw te nemen door meer klimaatfinanciering beschikbaar te stellen?
Ja, het kabinet onderschrijft het beginsel van common but differentiated responsibilities and respective capabilities.
Onderschrijft u nog steeds het in het Parijsakkoord afgesproken principe van common but differentiated responsibilities (CBDR), oftewel dat de grootste vervuilers met de sterkste schouders een grotere bijdrage moeten leveren aan het tegengaan van klimaatverandering dan armere landen die een veel minder grote (historische) uitstoot hebben?
Onderdeel van het in de Overeenkomst van Parijs overeengekomen beginsel van common but differentiated responsibilities and respective capabilities is onder meer dat ontwikkelingslanden ondersteuning nodig hebben bij hun klimaatinspanningen. Hiertoe zijn onder andere afspraken gemaakt over klimaatfinanciering, waarbij ontwikkelde landen het voortouw zullen blijven nemen. Nederland levert een betekenisvolle bijdrage aan klimaatfinanciering en zal dit ook blijven doen.
Onderschrijft u dan ook dat Nederland dus een verantwoordelijkheid heeft naar landen die niet verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering maar hier wel grote gevolgen van ondervinden? Op welke manier neemt Nederland volgens u deze verantwoordelijkheid? Hoe verhoudt deze verantwoordelijkheid zich met de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en internationaal klimaatbeleid?
Nederland heeft zich zowel binnen de EU als met de EU gezamenlijk ingezet voor het verminderen van de financiering van fossiele brandstoffen. Dit heeft onder andere geleid tot een aantal paragrafen hierover in de tekst van donderdag 21 november 2025, zie bijvoorbeeld paragraaf 47, 52, 545. Dit stuitte – net als expliciet noemen van het besluit over versneld wegbewegen van fossiele brandstoffen in energiesystemen – op weerstand van verschillende olieproducerende landen. In dit krachtenveld is het niet mogelijk gebleken om deze paragrafen te behouden in het eindbesluit over het nieuwe klimaatfinancieringsdoel.
Klopt het dat er in de onderhandeltekst van de donderdag van de COP29 nog een tekst stond over het afbouwen van het gebruik van fossiele brandstoffen, maar dat dit niet in de uiteindelijke tekst is beland? Waarom niet? Heeft u gepleit voor het opnemen van teksten over het afbouwen van fossiel?
Tijdens COP29 is op verschillende manieren het belang benadrukt van meer dwarsdoorsnijdende aandacht voor mensenrechten en gendergelijkheid in alle onderdelen van de onderhandelingen. Dit gebeurde onder andere via een verklaring van de EU met gelijkgezinde landen aan het begin van de COP en via meerdere bilaterale gesprekken en consultaties met het COP-voorzitterschap, met onderhandelingspartners buiten de EU en met de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Deze thema’s zijn uiteindelijk beperkt geïntegreerd in de verschillende onderhandelingsbesluiten door weerstand bij enkele landen.
Wat heeft Nederland tijdens COP29 gedaan om mensenrechten en gendergelijkheid te beschermen in klimaatactie? Welke stappen zetten Nederland en de EU om mensenrechten en gendergelijkheid in internationale klimaatafspraken te waarborgen en versterken, en te voorkomen dat hier stappen terug op worden gezet?
Nederland zal zich binnen de EU blijven inzetten voor internationaal klimaatbeleid dat voorziet in de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs, met nadruk op het dichten van het ambitie- en implementatiegat. Naar aanleiding van de resultaten van COP29 en om het 1,5 graden doel binnen bereik te houden, acht het kabinet het van belang dat er internationaal voortgang wordt geboekt op het mitigatiewerkprogramma, de opvolging van de Global Stocktake, de uitwerking van het UAE Framework for Global Climate Resilience en het in lijn brengen van financiële stromen met de doelen van de Overeenkomst van Parijs, zoals vervat in artikel 2.1c. De discussie hierover zal komend jaar worden voortgezet, vooral met internationale partners en andere landen. Binnen de EU is er overeenstemming over de noodzaak voortgang te boeken op deze terreinen.
Wat wordt de komende tijd uw inzet in de EU als het gaat om internationaal klimaatbeleid? Verandert deze inzet naar aanleiding van de COP29?
Het kabinet heeft ervoor gekozen om eerst de Kamerbrief met de appreciatie van de uitkomsten van COP29 te versturen.
Kunt u deze vragen voor het commissiedebat over de Energieraad van 12 december 2024 beantwoorden?
Bent u bekend met het amendement Stoffer/Eerdmans1 dat een verlaging voorstelt van de Nederlandse bijdrage aan UNRWA van 19 miljoen naar 0 euro, en de gewijzigde versie van dit amendement dat een verlaging naar 9 miljoen euro voorstelt?
Ja. Dit amendement is inmiddels aangepast en stelt nu een verlaging voor naar 15 miljoen euro in 2025.
Herinnert u zich dat u op 20 november het amendement heeft ontraden omdat «het kabinet de juridische verplichtingen aan UNRWA respecteert en voor 2025 is dat 19 miljoen»?2
Ja.
Herinnert u zich uw uitspraken tijdens het commissiedebat humanitaire hulp op 9 oktober en uw brief van 8 oktober, waarin u ook aangaf de aangegane financiële verplichting na te willen komen? Herinnert u zich de redenen die u hiervoor aandroeg, namelijk vanwege de humanitaire noden in de regio, omdat het doorbreken van verplichtingen aan UNRWA negatief gepercipieerd wordt door internationale partners, en omdat wij UNRWA volgens u «nodig» hebben «om in ieder geval de noodhulp bij de mensen zelf te krijgen»?
Ja.
Kunt u bevestigen dat uw appreciatie van het amendement daarom niet wijzigt, aangezien elke vorm van verlaging van de juridisch verplichte 19 miljoen – zowel naar 0 miljoen als naar 9 miljoen – nog altijd betekent dat het kabinet een aangegane financiële verplichting van 19 miljoen niet respecteert, en u heeft aangegeven juridische verplichtingen te willen respecteren?
Hierover is uw Kamer geïnformeerd middels de Kamerbrief van 6 december jl.3
Indien uw appreciatie van het amendement wel wijzigt, kunt u onderbouwen waarom?
Zie antwoord vraag 4.
Aangezien het een juridische verplichting betreft, kunt u de ambtelijke adviezen die onder uw appreciatie van het amendement liggen met de Kamer delen vóór woensdagavond 4 december, zodat de Tweede Kamerfracties genoeg tijd hebben zich te beraden over de stemming over het amendement op donderdag 5 december?
Dit is niet meer van toepassing.
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden vóór woensdagavond 4 december, zodat de Tweede Kamerfracties genoeg tijd hebben zich te beraden over de stemming over het amendement op donderdag 5 december?
Dit is niet meer van toepassing.
Bent u bekend met het artikel «Nederland is verslingerd geraakt aan Kazachstaanse olie, omgeven met ziekte, milieuschade en corruptie»?1
Ja.
Klopt het dat Atradius Dutch State Business (ADSB) in december 2014 namens de Nederlandse staat voor 275.7 miljoen euro garant stond voor de bouw van een kanaal in de Kaspische Zee naar het Tengiz-olieveld door het Nederlandse bedrijf Van Oord?
Ja.
Zijn er uit deze exportkredietverzekering trekkingen gedaan? Gaat dit om een lopende polis waarop nog aanspraak gemaakt zou kunnen worden?
Uit een exportkredietverzekering kunnen geen trekkingen worden gedaan. Als er voor een project een financieringspolis wordt afgegeven, kan onder de verzekerde lening worden getrokken. Hiervan was in dit geval geen sprake. Voor het project is enkel een exporteurspolis afgegeven. Deze polis is in 2016 beëindigd. Er is geen schade uitgekeerd onder deze polis.
In zijn algemeenheid, op welke gronden kunnen mogelijke trekkingen uit een afgegeven exportkredietverzekering nog worden geblokkeerd?
ADSB kan als schadebeperkende maatregel een aanwijzing geven aan de exporteur om het werk te stoppen of trekkingen uit de lening blokkeren indien er aanwijzingen zijn dat debiteur haar verplichtingen niet zal nakomen. Als een verzekerde (de exporteur of financier) niet voldoet aan voorwaarden uit de verzekeringspolis kan deze in het uiterste geval het recht op schade-uitkering verliezen. Zoals beschreven in het antwoord van vraag 3 is deze situatie voor onderhavige transactie niet aan de orde geweest.
Klopt het dat het project van Van Oord in Prorva de hoge risicostatus A heeft gekregen omdat er sprake was van grote potentiele negatieve milieu en/of maatschappelijke effecten, eventueel tot buiten de locatie van het project?
Ja.
Klopt het dat projecten in de hoge milieu en sociale risicocategorie A instemming vereisen van niet alleen ADSB, maar ook de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken?
Ja.
Welke risico’s constateerden ADSB, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Financiën bij hun beoordeling van het project? Welke risico’s werden specifiek gesignaleerd op het gebied van: verlies van inkomsten voor de lokale bewoners; gezondheidsschade voor lokale bewoners; vernietiging van natuur in het gebied; en corruptie of verwevenheid met de overheid van de debiteur? Hoe zijn beide ministeries desondanks tot een positief oordeel gekomen?
ADSB heeft een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling uitgevoerd voor het project op basis van het in 2014 geldende beleid voor de ekv. Risico’s omtrent noodsituaties, zoals een olielekkage maar ook de impact van het project op het beschermde gevoelige gebied van het project, zijn hierin meegenomen. Ook is er gekeken naar emissies naar lucht, waterverbruik, afvalwater en afvalmanagement. Voor de sociale effecten is onder andere gekeken naar de werkomstandigheden en naar de gevolgen voor de lokale visserij. Geconcludeerd is dat op het gebied van deze milieu- en sociale risico’s voldoende maatregelen zijn getroffen om de risico’s te mitigeren of compenseren.
Wat betreft corruptie en verwevenheid met de overheid van debiteur is geconstateerd dat Kazachstan een land is met dergelijke risico’s. Tijdens de beoordeling is vastgesteld dat de debiteur verbonden is met de overheid van Kazachstan via het aandeelhouderschap van staatsbedrijf Kazmunaygas. Deze feiten zijn meegewogen in het due dilligence onderzoek en beoordeeld conform het toenmalig geldende beleid.
Bent u bekend met het fenomeen dat corruptie vaak plaatsvindt met de hulp van professionele uitvoerders door middel van bijvoorbeeld ondoorzichtige financiële systemen en anonieme lege vennootschappen die corruptie mogelijk maken?
Ja.
Zo ja, hoe zijn uw ministeries toch tot een positief oordeel gekomen ondanks de constatering dat debiteur van het project, Tenizservice, een «vehicle» is van Tengizchevroil, het feit dat het land hoog in de corruptie-indexen staat en het signaal van de Nederlandse ambassade over mogelijke politieke connecties van Tenizservice?
Deze factoren zijn destijds geconstateerd, maar dit risico werd op basis van het destijds geldende toetsingskader niet als belemmering gezien. De bij de ambassade bekende connecties van de genoemde bedrijven werden door de ambassade destijds niet als ongebruikelijk of onoverkomelijk gezien binnen Kazachstan.
Welke checks and balances hanteren ADSB en uw ministeries richting de verzekeringnemer om te voorkomen dat Nederlands belastinggeld corruptie faciliteert? Welke formele stappen zetten ADSB en uw ministeries in samenspraak met de verzekeringnemer, zowel voorafgaand aan de uitgifte van de verzekering als tijdens de uitvoering van het verzekerde activiteiten?
Nederland wil via de ekv niet betrokken zijn bij transacties waarbij sprake is van corruptie, daarom is het anti-omkopingsbeleid van toepassing op alle ekv-aanvragen. Dit beleidskader is in 2022 geëvalueerd door externe consultant Partner in Compliance en vervolgens herzien en aangescherpt. Hierover is uw Kamer destijds uitgebreid geïnformeerd.2 In het huidige beleid, dat sinds mei 2024 van kracht is, wordt door ADSB onderzoek verricht naar alle relevante partijen binnen de transactie en vindt er vervolgens een inventarisatie en beoordeling van mogelijke corruptierisico’s plaats. Denk hierbij aan de beoordeling van de Ultimate Beneficial Owner (UBO) en betrokken agenten. Als er sprake lijkt te zijn van een verhoogd risico, vindt er aanvullend onderzoek (EDD) plaats door de tweedelijns compliance experts van ADSB. De uiteindelijke risico-classificatie is van invloed op de frequentie van de monitoring door ADSB na afgifte van een dekkingstoezegging- of advies. Het monitoren bestaat uit een hernieuwde screening van de bekende relevante partijen eventueel aangevuld met de beoordeling van eventuele nieuwe informatie.3
Hoe zijn ADSB en de ministeries omgegaan met berichten in de Kazachstaanse pers dat Tenizservice in handen is van «olieprins» Timoer Koelibajev?
Ten tijde van de beoordeling van de aanvraag waren ADSB en de ministeries niet bekend met informatie die erop wees dat Timoer Koelibajev indirect aandeelhouder was van Tenizservice.
Wat was in 2014 de procedure van ADSB en van uw ministeries om te achterhalen wie de «ultimate beneficial owner» (UBO) is van betrokken bedrijven? Zijn daar externe experts bij betrokken geweest, en zo ja, welke? Tot welke conclusie kwamen uw ministeries toen? En indien de procedure sindsdien veranderd is, hoe is die procedure tegenwoordig?
Het achterhalen van UBO’s was tijdens de behandeling van deze casus in 2014, anders dan nu, geen vereiste. Daar zijn dan ook geen externe experts bij betrokken geweest. Wel heeft ADSB voor de beoordeling van de aanvraag informatie over de aandeelhouders van Tenizservice gebruikt afkomstig uit diverse bronnen, waaronder Dun & Bradstreet, Van Oord en Tengizchevroil.
Wat was er bekend bij ADSB en de ministeries over de UBO van Tenizservice?
De directe aandeelhouders van TenizService waren staatsbedrijf KazMunayGas (49%) en Waterford International Holdings Ltd. (51%). Uit de aandeelhouderstructuur bleek dat er vier bedrijven via Waterford een indirect belang in TenizService hadden. Van twee van deze bedrijven is het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk geweest om de UBO’s te achterhalen. Van 12 personen met een belang in de andere twee bedrijven is vastgesteld dat ze niet op een sanctielijst stonden.
Als niet onomstotelijk bekend was wie de UBO was en niet uitgesloten was dat dit een politieke figuur was, waarom kon het project dan toch goedgekeurd worden?
Zoals beschreven in het antwoord vraag 13 heeft ADSB onderzoek verricht naar de eigenaarsstructuur. Hierbij was het destijds niet mogelijk om alle UBO’s te achterhalen, dit was volgens het in 2014 geldende beleid ook niet noodzakelijk voor goedkeuring. Inmiddels is het volgens beleid wel vereist dat de volledige eigenaarsstructuur wordt achterhaald.
Klopt het dat projecten voor het verkrijgen van een exportkredietverzekering moeten voldoen aan OESO-regelgeving voor het voorkomen, minimaliseren, verzachten of verhelpen van negatieve sociale en ecologische effecten?
Bedrijven die een verzekeringsaanvraag doen bij ADSB tekenen een inspanningsverklaring voor het naleven van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen. ADSB toetst aanvragen op gevolgen voor mens en milieu projectniveau aan de IFC Performance Standards.4
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de ecologische effecten van het aanleggen van een kanaal in ecologisch zeer kwetsbaar gebied?
Het is in eerste instantie de taak van de projecteigenaar om nadelige milieu- en sociale effecten van een project te voorkomen, mitigeren en waar nodig te compenseren. Dit is beschreven in de milieu- en sociale effectrapportage en managementplannen van het project en wordt vervolgens door de milieu- en sociale experts van ADSB beoordeeld.
Wanneer er sprake is van negatieve effecten die worden veroorzaakt door de werkzaamheden die worden uitgevoerd door de Nederlandse exporteur, dan wordt er van deze partij ook actie verwacht. Voor onderhavig project is dit het geval geweest voor ecologische effecten. Van Oord heeft maatregelen getroffen om de negatieve gevolgen van de baggerwerkzaamheden op de lokale natuurwaarden te mitigeren of compenseren. Zo zijn met het gebaggerde materiaal speciale eilandjes gemaakt wat gunstig is voor het leefgebied van de steur. Verder heeft Van Oord nauw samengewerkt met gespecialiseerde natuurobservatoren en zijn de werkmethoden aangepast om het project op een verantwoorde manier uit te kunnen voeren. Gedurende het project zijn er maatregelen genomen om geluidsimpact en watervertroebeling tijdens de werkzaamheden te minimaliseren.
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de sociaaleconomische effecten, bijvoorbeeld het verloren gaan van de inkomstenbron van vissers in het gebied?
Zie antwoord vraag 16.
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de gezondheidseffecten voor de werknemers van het project en de bewoners in het gebied?
Zie antwoord vraag 16.
Werden deze maatregelen als voldoende beschouwd door ADSB en de ministeries? Waarom?
Ja. In de beoordeling heeft ADSB vastgesteld dat Van Oord de benodigde maatregelen heeft getroffen om nadelige gevolgen van hun werkzaamheden conform de IFC Performance Standards te mitigeren of compenseren.
Is tijdens en na afloop van het project onderzocht wat de sociaaleconomische, gezondheids- en ecologische effecten van het project waren en of de genomen maatregelen succesvol waren in het voorkomen en/of mitigeren van deze effecten? Hoe is deze monitoring en evaluatie uitgevoerd? Welke instantie(s) hebben de monitoring en evaluatie uitgevoerd?
Nee, ten tijde van afgifte van de polis was monitoring nog niet vastgelegd in het beleid. Sinds 1 januari 2022 monitort ADSB alle hoogste-risico-projecten na afgifte van de ekv.
Hoe is het rapport uit juni 2013 van de onafhankelijke maatschappelijke organisatie Crude Accountability2 meegewogen in de beslissing om het project te verzekeren in december 2014?
In de milieu- en sociale beoordeling van het project heeft ADSB dit rapport uitgebreid meegenomen. Er zijn reacties op de bevindingen uit het rapport gevraagd aan de exporteur, de debiteur en de ambassade. Ook is er in het publieke domein informatie gevonden over het rapport dat door ADSB bij de beoordeling is meegenomen.
Indien er onduidelijkheden over het rapport bestonden, hebben ADSB of de ministeries contact opgenomen met Crude Accountability?
Nee.
Welke andere signalen van lokale ngo’s, milieu en mensenrechtenorganisaties en andere actoren zijn ontvangen, bijvoorbeeld via de Nederlandse ambassade? Hoe is door ADSB en de ministeries omgegaan met deze signalen?
Naar aanleiding van de publicatie van informatie over dit project op de website van ADSB zijn geen reacties van ngo’s binnengekomen. ADSB heeft zelf actief onderzoek gedaan naar berichtgeving in het publieke domein, waarbij onder andere eerdergenoemd rapport is aangetroffen. Ook heeft ADSB contact gehad met de ambassade om lokale input mee te kunnen nemen.
Doen ADSB en de ministeries zelf onderzoek, of laten zij onafhankelijk onderzoek doen, naar de effecten op de bewoners, milieu en de lokale economie, of komt deze informatie uitsluitend van organisaties ter plaatse? Kunt u deze keuze toelichten?
Een projecteigenaar dient zelf een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren wat resulteert in een milieu- en sociale effectrapportage. Met dat als input doet ADSB zelf onderzoek waarbij risico’s op (potentiële) negatieve effecten voor mens, dier en milieu worden geïdentificeerd. Negatieve effecten die niet voorkomen of gemitigeerd kunnen worden, dienen conform internationale standaarden te worden gecompenseerd.6 Per project wordt bepaald wat er nodig is voor een goede beoordeling. Voor complexe- of hoge risicoprojecten maakt ADSB bijvoorbeeld vaak gebruik van onafhankelijke adviseurs, zoals onlangs voor baggerprojecten in de Malediven en de Filipijnen.7
Hoe wordt informatie gewogen die betrokken bedrijven – die een belang hebben bij goedkeuring van het project – hierover aanleveren?
Informatie van de exporteur en de projecteigenaar is essentieel voor de beoordeling van de projectrisico’s. Betrokken bedrijven worden geacht goed onderbouwde en waarheidsgetrouwe informatie aan te leveren. Zoals in voorgaande antwoorden reeds is aangegeven wordt ook via andere onafhankelijke bronnen informatie ingewonnen om de aangeleverde informatie te verifiëren. Bijvoorbeeld via ambassades, ngo’s of door het inschakelen van onafhankelijke adviseurs.
Bent u bekend met het beleid van de vorige regering-Trump en andere Republikeinse regeringen, bekend als de Mexico City Policy, dat stelde dat niet-gouvernementele organisaties (ngo's) actief op mondiale gezondheid «geen abortus zouden uitvoeren of actief promoten» als zij Amerikaanse financiering ontvingen, zelfs niet als de ngo’s dit met eigen middelen deden?
Ja.
Bent u bekend met onderzoek waaruit blijkt dat dit beleid grote gevolgen had voor vrouwen wereldwijd, en heeft geleid tot een toename in het aantal onveilige abortussen?1
Ja.
Bent u bekend met Project 2025, de verzameling ultraconservatieve beleidsvoorstellen gekoppeld aan de Trump-campagne van 2024? Wat is uw analyse van het voorstel om de Mexico City Policy toe te passen op álle Amerikaanse ontwikkelingshulp, ook humanitaire hulp, een nog veel verdergaande stap die een bedrag van $ 51 miljard aan hulp zal beïnvloeden2?
Ja, het kabinet is bekend met het Presidential Transition Project, ook wel bekend als Project 2025.
De Mexico City Policy werd voor het eerst aangekondigd in 1984 door de regering-Reagan. Republikeinse regeringen voerden dit beleid doorgaans in, en Democratische regeringen schaften het weer af. Op dit moment, onder de regering Biden, is de Mexico City Policy niet van kracht. Als de Mexico City Policy wel van kracht is, stelt de Amerikaanse overheid een voorwaarde aan buitenlandse Ngo’s, voor het ontvangen van Amerikaanse hulp op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De voorwaarde is dat zij geen abortus zullen uitvoeren of actief promoten als methode voor gezinsplanning, ook als dit wordt gedaan met financiering uit niet-Amerikaanse fondsen.
Het is nu nog niet duidelijk of dit beleid, of een uitbreiding daarvan, daadwerkelijk wordt ingevoerd.
Wat zullen de gevolgen zijn als de Verenigde Staten wegvallen als grootste donor op het gebied van mondiale gezondheid? Wat betekent dit voor miljoenen mensen, vooral in lage-inkomenslanden, die afhankelijk zijn van Amerikaanse financiering voor de gezondheid van moeders, het voorkomen van onveilige abortussen, anticonceptie, moedersterfte, en HIV-preventie en -behandeling?
Het kabinet loopt daar niet op vooruit.
Bent u bereid om in gezamenlijkheid met stakeholders als de WHO, UNFPA, de EU, gelijkgestemde landen en maatschappelijke organisaties te kijken hoe het enorme gat dat de Verenigde Staten zouden achterlaten op het gebied van mondiale gezondheid kan worden gevuld?
Het kabinet zal de komende jaren blijven inzetten op het thema mondiale gezondheid. De beleidsbrief over ontwikkelingshulp zal begin 2025 naar de Kamer worden gestuurd. Nederland hecht aan een goede samenwerking met partners zoals WHO, UNFPA, de EU, en maatschappelijke organisaties. Een goede samenwerking draagt bij aan een effectieve inzet op mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Deelt u de mening dat het Nederland – als land dat internationaal wordt erkend om zijn vooruitstrevende en invloedrijke rol op seksuele en reproductieve gezondheidszorg en hiv/aids-bestrijding – zou passen om zich uit te spreken tegen een dergelijke stap door de Verenigde Staten? Bent u bereid dit te doen? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Nederland blijft zich inzetten voor gezondheid wereldwijd, inclusief seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en de bestrijding van hiv/aids. Het kabinet loopt op dit moment niet vooruit op eventuele koerswijzigingen van de Amerikaanse regering.
Aangezien Nederland na de Verenigde Staten de belangrijkste donor is op dit gebied, deelt u de mening dat voortzetting hiervan door de winst van Trump nu nog belangrijker is? Welk effect hebben de geplande bezuinigingen op Nederlandse ontwikkelingssamenwerking op de wereldwijde toegang tot reproductieve gezondheidszorg zoals abortus en anticonceptie?
Het kabinet wil niet vooruitlopen op mogelijke koerswijzigingen van de nieuwe Amerikaanse regering. Het kabinet zal de komende jaren blijven inzetten op mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De beleidsbrief over ontwikkelingshulp wordt begin 2025 naar de Kamer gestuurd.
Ziet u hoe het voorgenomen beleid van Trump maatschappelijke organisaties wereldwijd nog verder onder druk zet? Hoe gaat u ervoor zorgen dat maatschappelijke organisaties die toegang tot alle seksuele en reproductieve gezondheidsdienten bewerkstelligen, dit werk kunnen blijven doen?
Het is op dit moment nog niet bekend welk beleid de nieuwe Amerikaanse regering zal voeren. Het kabinet wil daarop niet vooruit lopen. De Kamer is op maandag 11 november geïnformeerd over het nieuwe beleidskader maatschappelijk middenveld voor de periode 2026–2030. Maatschappelijke organisaties blijven in de toekomst een partner in de uitvoering van de Nederlandse ontwikkelingshulp op het terrein van gezondheid.
Recente ontwikkelingen in Israël-Palestina |
|
Daniëlle Hirsch (GL), Kati Piri (PvdA) |
|
Reinette Klever (PVV), Caspar Veldkamp (NSC) |
|
![]() ![]() |
Hoe beoordeelt u de wetten die recent zijn aangenomen in de Knesset, die het functioneren en de aanwezigheid van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) in de bezette Palestijnse gebieden ernstig bedreigen?
Dit zijn zorgelijke ontwikkelingen. Het is van belang dat zorgen over de neutraliteit van de organisatie geadresseerd worden en dat UNRWA de aanbevelingen uit het Colonna-rapport implementeert. De noden in de regio zijn groot, in het bijzonder in Gaza. Het wegvallen van UNRWA zal de dramatische situatie daar alleen maar erger maken.
Israël behoudt op basis van het bezettingsrecht de plicht de bevolking van de bezette Palestijnse gebieden te voorzien van noodzakelijke levensmiddelen en andere noodzakelijke voorzieningen. Voor zover deze op dit moment door UNRWA worden verzorgd, dient Israël zeker te stellen dat toereikende alternatieven beschikbaar zijn. Ook heeft Israël de plicht de toegang voor humanitaire hulp toe te staan en te faciliteren.
Bent u bekend met de gezamenlijke verklaring van de regeringen van Spanje, Slovenië, Ierland, Noorwegen1, de gezamenlijke verklaring van Canada, Australië, Frankrijk, Duitsland, Japan, Zuid-Korea, het Verenigd Koninkrijk,2 en de verklaring van de Verenigde Staten3, waarin deze landen duidelijk stelling nemen tegen een verbod door Israël van UNRWA? Onderschrijft u deze stellingname?
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de dag na de aanname van de wetten contact opgenomen met de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken om de zorgen van het kabinet te uiten. Vervolgens hebben de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp hun zorgen geuit op X. Ook is Nederland betrokken geweest bij de totstandkoming van de EU27 verklaring4 en de conclusies van de Europese Raad5.
Waarom heeft Nederland niet meegetekend met deze verklaringen, of niet zelf onmiddellijk publiekelijk stelling genomen door een dreigend verbod van UNRWA te ontmoedigen en te veroordelen? Bent u bereid dit alsnog te doen?
Zie antwoord vraag 2.
Hoe beoordeelt u de woorden uit de verklaring van Canada c.s. dat zonder UNRWA de verstrekking van hulp en diensten in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever «ernstig wordt belemmerd, zo niet onmogelijk wordt gemaakt, met verwoestende gevolgen voor een reeds kritieke en snel verslechterende humanitaire situatie»?
De humanitaire context in Gaza is zeer zorgelijk, de voedselzekerheidssituatie blijft kritiek en humanitaire organisaties, waaronder VN-organisaties, de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en ngo’s, hebben nog altijd onvoldoende toegang om hulp te bieden op de schaal die nodig is. Het kabinet blijft onverkort bij de Israëlische autoriteiten aandringen op het verbeteren van humanitaire toegang. UNRWA speelt momenteel een cruciale rol in het bieden van hulp in Gaza, onder uiterst moeilijke omstandigheden.
Hoe beoordeelt u de woorden van professionele en neutrale organisaties die in Gaza aanwezig zijn, zoals Unicef, Save the Children, Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis, dat zij zonder UNRWA geen hulp in Gaza kunnen leveren en verwachten dat alle hulp voor Gaza stilvalt als UNRWA door Israël verboden wordt?4 5 Hoe reageert u op de zorgen van deze leidende humanitaire organisaties?
Strenge handhaving van het wettelijk verbod op UNRWA zal nagenoeg alle hulporganisaties in Gaza raken. Hulporganisaties waarschuwen ervoor dat zij de toestroom van hulpbehoevenden bij wegvallen van UNRWA niet kunnen opvangen, nog los van de vraag of hun mandaten dit zouden toelaten. Daarnaast maken de meeste hulporganisaties die actief zijn in Gaza gebruik van het personeel, de expertise en de faciliteiten van UNRWA. Zonder deze structuur zouden zij (delen van) hun hulpactiviteiten niet meer kunnen implementeren. Ook kunnen leraren, dokters of verpleegkundigen die momenteel voor UNRWA werken niet zomaar vervangen worden door gekwalificeerde mensen van andere organisaties.
Wat voor consequenties verbindt u, mogelijk in gezamenlijkheid met bovengenoemde regeringen, aan het ernstig belemmeren van humanitaire hulp door de Israëlische regering, indien zij dit verbod gaat implementeren?
In dit stadium is het te vroeg om te speculeren over mogelijke consequenties. Samen met andere landen dringt het kabinet er bij de Israëlische regering op aan om internationale verplichtingen te respecteren en de impact van de wetgeving zorgvuldig te overwegen voordat ze verdere actie onderneemt en de wetten in werking treden.
Kent u de berichtgeving dat adviseurs uit het Israëlische veiligheidsapparaat de politieke leiding hebben geadviseerd tegen het verbieden van UNRWA?6 Bent u het ermee eens dat een effectief functionerend UNRWA in het veiligheidsbelang van Israël is? Zo nee, waarom niet?
Als UNRWA het mandaat niet (of slechts ten dele) kan uitvoeren, heeft dat een grote impact op de humanitaire situatie, mogelijkheden voor basisdienstverlening als onderwijs en gezondheidszorg en, daarmee, de stabiliteit in de regio. De Commissaris Generaal Lazzarini waarschuwt voor het ontstaan van een vacuüm als dienstverlening door UNRWA wegvalt. Verdere onrust in de regio is in niemands belang, ook niet van Israël.
Gezien de constatering van Minister Klever tijdens het commissiedebat Humanitaire Hulp, dat Israël zelf verantwoordelijk wordt voor dienstverlening als UNRWA wegvalt («Israël zal ook moeten beseffen dat het als bezettende macht verantwoordelijk wordt voor alle diensten die UNRWA niet meer zou kunnen verlenen in Gaza en de Westbank als UNRWA zou wegvallen»)7, bent u van plan de Israëlische regering te houden aan deze verantwoordelijkheid, indien zij dit verbod doorzet?
Deze verantwoordelijkheid is een internationaalrechtelijke verplichting onder het bezettingsrecht. Israël heeft op basis van het bezettingsrecht de plicht de bevolking van de bezette Palestijnse Gebieden te voorzien van noodzakelijke levensmiddelen en andere noodzakelijke voorzieningen. Voor zover deze op een nader moment niet langer door UNRWA verzorgd kunnen worden, dient Israël zeker te stellen dat toereikende alternatieven beschikbaar zijn.
Bent u bekend met het bericht van de Times of Israel, dat al in december 2023 onthulde dat de Israëlische regering een plan had klaarliggen om UNRWA te ontmantelen?8
Ja.
Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor onderzoek naar een dergelijke ontmantelingscampagne?
Het zekerstellen van humanitaire hulp aan de Gaza is van groot belang. Zoals gesteld is het potentieel onmogelijk maken van het werk van UNRWA op dit moment niet de juiste weg voorwaarts. De noden in de regio en vooral in de Gazastrook zijn daarvoor simpelweg te groot. Het wegvallen van UNRWA zal de dramatische situatie daar alleen maar erger maken.
Hoe beoordeelt u de Israëlische confiscatie van het UNRWA-kantoor in Oost-Jeruzalem en het plan om er nederzettingen voor kolonisten te bouwen? Zijn deze nederzettingen een schending van het internationaal recht?9
Het Internationaal Gerechtshof heeft in het advies inzake de bezetting van de Palestijnse Gebieden geoordeeld dat de aanwezigheid van Israël in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, in strijd is met het internationaal recht. Het Hof stelt tevens dat het nederzettingenbeleid van Israël in de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, in strijd is met het internationaal recht. Het voornemen om huizen te bouwen op het terrein waar het hoofdkantoor van UNRWA op gevestigd is in Oost-Jeruzalem is derhalve in strijd met het internationaal recht.
Bent u van mening dat het politieke mandaat van UNRWA de opvang van de Palestijnse vluchtelingenbevolking betreft, totdat er een politieke overeenkomst is voor het Israëlisch-Palestijnse conflict?
Ja. UNRWA heeft een door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties verleend mandaat voor het leveren van essentiële hulp en basisdiensten aan Palestijnse vluchtelingen, onder meer op gebied van gezondheidszorg en onderwijs in afwachting van een duurzame politieke oplossing.
Bent u het ermee eens dat UNRWA – als een agentschap van de Verenigde Naties (VN) dat in 1949 en stelselmatig daarna met grote steun door de Algemene Vergadering gemandateerd is – een uiting is van de wil van de internationale gemeenschap? Indien ja, deelt u de mening dat het verbieden van UNRWA een obstructie van de wil van de internationale gemeenschap en een schending van het VN-Handvest is?
Alvorens UNRWA diensten kan leveren dient het gastland – of Israël voor de bezette Palestijnse Gebieden – daarmee in te stemmen. Nadat Israël in juni 1967 de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook bezette, heeft Israël UNRWA gevraagd om assistentie te verlenen ten aanzien van Palestijnse vluchtelingen. Dit verzoek en de acceptatie daarvan door UNRWA is neergelegd in de zogeheten Comay-Michelmore Exchange of Letters. De overeenkomst voorziet in de mogelijkheid tot eenzijdige opzegging en dus kan Israël deze overeenkomst opzeggen. Dat er in de Algemene Vergadering van de VN brede steun bestaat voor het mandaat van UNRWA staat buiten kijf.
Wat voor consequenties verbindt u, mogelijk in gezamenlijkheid met internationale partners, aan deze flagrante ondermijning van het multilaterale systeem?
Zoals gesteld is het te vroeg om te speculeren over mogelijke consequenties. Samen met andere landen dringt het kabinet er bij de Israëlische regering op aan om internationale verplichtingen te respecteren en de impact van de wetgeving zorgvuldig te overwegen voordat ze verdere actie onderneemt en de wetten in werking treden. Dat heeft nu de prioriteit.
Gaat u zo spoedig mogelijk, ruim voordat de aangenomen wet na 90 dagen ingaat, in gesprek met de Israëlische regering, teneinde te voorkomen dat de wet wordt uitgevoerd? Neemt u hierin bovenstaande zorgen mee? Op welke manier? Kunt u hierover rapporteren naar de Kamer?
Zie ook het antwoord op vraag 14. Samen met andere landen en in bilaterale contacten spreekt het kabinet de huidige zorgen uit. Ook heeft Nederland tijdens de spoedsessie van de Algemene Vergadering van de VN op 6 november jl. een verklaring12 uitgesproken. Nederland zal samen met andere landen blijven optrekken, onder andere in EU-verband.
Bent u bekend met het statement van Joyce Msuya, waarnemend hoofd van het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (UNOCHA), die stelt dat de gehele bevolking van Noord-Gaza het risico loopt te sterven? Deelt u deze zorg van UNOCHA?
De humanitaire situatie in de hele Gazastrook is kritiek en met name in Noord-Gaza, waar de bevolking ernstig lijdt onder het oorlogsgeweld en waar al geruime tijd veel te weinig humanitaire hulp geleverd kan worden. In de meest recente versie (medio oktober jl.) van het Integrated Phase Classification (IPC) rapport werd geconcludeerd dat het risico op hongersnood in de hele Gazastrook blijft bestaan.
Hoeveel vrachtwagens met hulpgoederen zijn er sinds 1 oktober 2024 gemiddeld per dag Gaza binnengekomen?
Dit aantal fluctueert per dag, maar de toevoer van humanitaire hulp en commerciële goederen bereikte in september en oktober nieuwe dieptepunten. Volgens de door Israëlische autoriteiten (CoGAT) gedeelde cijfers gingen in de maand oktober gemiddeld per dag circa 60 vrachtwagens (ongeveer 1.200 ton goederen, of circa 0,6 kilogram per persoon) naar de Gazastrook. Ook de distributie van hulp binnen de Gazastrook verloopt uiterst moeizaam, onder meer door het aanhoudende geweld, kapotte infrastructuur, het gebrek aan veiligheid voor hulpverleners, en plunderingen door criminelen maar ook door de wanhopige burgerbevolking.
Hoeveel vrachtwagens kwamen er vóór 7 oktober 2023 gemiddeld per dag Gaza binnen?
Vóór 7 oktober 2023 gingen gemiddeld 500 vrachtwagens per dag de Gazastrook binnen.
Bent u van mening dat Israël zich houdt aan de voorlopige voorzieningen, opgelegd door het Internationaal Gerechtshof op 26 januari 2024, die het land verplichten afdoende humanitaire hulp toe te laten tot Gaza? Zo ja, op grond van welke feiten en omstandigheden vindt u dat?
Het is niet aan Nederland om vast te stellen of Israël de voorlopige voorzieningen naleeft, dat is aan het Internationaal Gerechtshof zelf. Nederland maakt zich echter zorgen over de humanitaire catastrofe in de Gazastrook en het aanhoudende gebrek aan humanitaire toegang. Het staat voor Nederland buiten kijf dat er veel meer moet gebeuren om de burgerbevolking te helpen en te beschermen. Israël heeft als bezettende macht verplichtingen onder het humanitair oorlogsrecht en de verantwoordelijkheid om duidelijk aan te tonen dat het alles in het werk stelt om humanitaire toegang tot en binnen de Gazastrook te faciliteren, ook in lijn met de bepalingen van het Internationaal Gerechtshof.
Bent u van mening dat Israël zich houdt aan VN-Veiligheidsresolutie 2728, die eist dat alle barrières voor humanitaire hulp worden opgeheven? Zo ja, op grond van welke feiten en omstandigheden vindt u dat?
De humanitaire hulpverlening in de Gazastrook wordt nog steeds belemmerd. Op basis van het bezettingsrecht heeft Israël de verantwoordelijkheid en de plicht de toegang voor humanitaire hulp toe te staan en te faciliteren. Het is aan de Veiligheidsraad van de VN om te bepalen of Israël zich houdt aan de VN-Veiligheidsraadresolutie 2728. Nederland is momenteel geen lid van de Veiligheidsraad.
Bent u bekend met het «Generaalsplan»?10
Ja.
Is het naar uw mening juridisch en moreel toegestaan om de Palestijnse burgerbevolking op grote schaal voedsel, medische zorg, en andere basisvoorzieningen zoals water en elektriciteit te ontnemen om de militaire strijd tegen Hamas te winnen? Zo ja, kunt u dat toelichten?
Israël moet zich houden aan het humanitair oorlogsrecht en er dus bij de uitvoering van militaire operaties voor zorgen dat burgers en burgerobjecten worden ontzien. Daarnaast heeft Israël als bezettende macht een aantal plichten om de burgerbevolking te beschermen en te ontzien, zoals de plicht de bevolking van de bezette Palestijnse gebieden te voorzien van noodzakelijke levensmiddelen en andere noodzakelijke voorzieningen en het toestaan en faciliteren van toegang van humanitaire hulp.
Bent u van mening dat het implementeren van het Generaalsplan een schending is van het internationaal humanitair recht? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet beschikt niet over informatie waaruit blijkt dat (onderdelen) van het zogenoemde Generaalsplan op dit moment daadwerkelijk door het Israëlische leger (IDF) wordt uitgevoerd. Wel ziet het kabinet berichten van zeer zorgelijke ontwikkelingen die lijken op onderdelen van dit plan. Het staat voor het kabinet buiten twijfel dat uitvoering van bepaalde onderdelen hiervan mogelijk schendingen van het humanitair oorlogsrecht met zich meebrengt. Daarom bespreekt het kabinet de catastrofale situatie in Gaza via verschillende wegen met de Israëlische autoriteiten en roept het Israël op zich aan het internationaal recht te houden en de burgerbevolking van Gaza te beschermen, onder meer door meer veel meer humanitaire hulp toe te staan en de toegang daarvan te faciliteren.
Is de uitvoering van het Generaalsplan voor u een rode lijn? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 23.
Bent u, in navolging van Minister Klevers’ uitspraken tijdens het dertigledendebat over de export van F-35-onderdelen («Er zijn vermeende mensenrechtenschendingen. Daar moet onderzoek naar gedaan worden» en «Zeker vinden er mensenrechtenschendingen plaats in Gaza»), van mening dat er moet worden onderzocht of Artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord, dat stelt dat de betrekkingen tussen beide partijen zijn onderworpen aan het respect voor mensenrechten, door Israël wordt nageleefd? Zo ja, op grond van welke feiten en omstandigheden vindt u dat?
Nederland ziet het Associatieakkoord en de daarbij horende Associatieraad als een belangrijk instrument om met Israël te spreken over de brede relatie. Het biedt ook de mogelijkheid om serieuze zorgen over schendingen van het internationaal recht onder de aandacht te brengen. Zodra de EU en Israël een akkoord bereiken over de voorgestelde agenda, zal de EU tot een gemeenschappelijke positie moeten komen. Het kabinet zal zich inzetten om de serieuze zorgen op de agenda te krijgen.
Wat zijn naar uw mening de meest effectieve drukmiddelen die Nederland en de Europese Unie ter beschikking hebben om naleving van het internationaal (humanitair) recht door Israël en Hamas te bevorderen?
Nederland en de EU heeft verschillende drukmiddelen om naleving van het internationaal (humanitair) recht door Israël en Hamas te bevorderen, zoals het EU sanctie instrumentarium of handelsmaatregelen. Welke daarvan het meest effectief zijn, is afhankelijk van tijd en plaats.
Bent u bereid al deze drukmiddelen in te zetten? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet maakt continu de afweging welke instrumenten op welk moment het beste kunnen worden ingezet.
Kunt u alle vragen afzonderlijk en vóór de behandeling van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp in de Tweede Kamer beantwoorden?
Ja.
Herinnert u zich de brief inzake het contact tussen u en de Oegandese Minister van Buitenlandse Zaken?1
Ja.
Heeft u tijdens uw gesprek met uw Oegandese collega wel of niet expliciet gesproken over de mogelijkheid om uitgeprocedeerde asielzoekers vanuit Nederland naar Oeganda te sturen?
Gedurende het gesprek is zowel opvang van vluchtelingen uit de regio als opvang van asielzoekers in Oeganda aan de orde gekomen. Ook is al eerder op ambtelijk niveau gesproken over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland naar Oeganda.
Is er een gespreksverslag gemaakt van uw gesprek met de Oegandese Minister? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de betreffende passages met de Kamer delen?
Van het gehele bezoek aan Oeganda is een verslag gemaakt. Het gesprek met de Oegandese Minister van Buitenlandse Zaken is in dit verslag opgenomen. Er is geen separaat verslag gemaakt van dit gesprek.
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en kunt u dat doen voor vrijdag 1 november 17.00 uur?
Het is helaas niet gelukt deze vragen voor 1 november te beantwoorden.
Heeft u kennisgenomen van het recente bezoek van een Australische delegatie aan de Tweede Kamer, waarbij aandacht is gevraagd voor de wrede jacht op kangoeroes en de rol die Nederland hierbij speelt als één van de grootste importeurs van kangoeroevlees en -leer?
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bezoek.
Heeft u kennisgenomen van het bezoek en de brief van Australisch parlementariër Georgie Purcell aan het Nederlands parlement, waarmee zij oproept om actie te ondernemen tegen de jacht op kangoeroes (Kamerstuknummer 2024Z15518/2024D37625)?
Ja, ik heb kennisgenomen van het bezoek en de brief van Australisch parlementariër Georgie Purcell aan het Nederlandse parlement. Conform het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 9 oktober jl. ontvangt u separaat mijn reactie op de brief van Purcell (kenmerk 2024Z14473/2024D37625).
Heeft u de Australische documentaire «Kangaroo – A love-hate story» bekeken, waarin de gruwelijkheden in beeld zijn gebracht die verscholen gaan achter de jacht op kangoeroes, zoals het doodslaan of hulpeloos achterlaten van jonge kangoeroes na het doodschieten van hun moeder en het gewond achterlaten van kangoeroes die niet in het hoofd maar elders in het lichaam geraakt zijn, omdat hun vlees niet geschikt wordt geacht voor humane consumptie?1 Zo ja, wat vindt u hiervan?
Ja. Omdat ik hecht aan dierenwelzijn heb ik zorgen over de schrijnende onderdelen uit de documentaire. Daarbij wil ik opmerken dat door de Australische autoriteiten in 2018 al is aangegeven dat de beelden uit de genoemde film waarschijnlijk afkomstig zijn van de niet-commerciële, recreatieve jacht en niet representatief zijn voor de commerciële jacht.2
Kunt u bevestigen dat de EU wereldwijd de grootste importeur is van kangoeroeproducten, verantwoordelijk voor ongeveer 65% van de handel?
Het is mij niet bekend hoeveel kangoeroeproducten uit Australië er in andere Europese landen wordt geïmporteerd, en of de EU daarmee wereldwijd de grootste importeur van kangoeroeproducten is.
Kunt u bevestigen dat Nederland jaarlijks zo’n honderdduizenden kilo’s aan kangoeroevlees importeert en daarmee binnen de EU de op twee na grootste importeur van kangoeroevlees is?
In 2022 en 2023 is er 246 ton (15 zendingen) respectievelijk 203 ton (15 zendingen) kangoeroevlees geïmporteerd in Nederland, binnengekomen via Nederlandse grenscontroleposten. In 2024 ging het – tot 22 oktober – om 145 ton (9 zendingen).
Heeft u er kennis van genomen dat ruim vijftig Nederlandse bedrijven al zijn gestopt met de verkoop en de promotie van kangoeroeproducten, nadat zij zijn geïnformeerd over de wreedheid van de jacht?
Een aantal Nederlandse bedrijven is inderdaad op vrijwillige basis gestopt met de verkoop van kangoeroeproducten. Hierbij wil ik aangeven dat het aan bedrijven zelf is om – binnen de wettelijke kaders – keuzes te maken met betrekking tot hun bedrijfsvoering. Het staat bedrijven vrij daarbij de keuze te maken om bepaalde producten niet (meer) aan te bieden. Dat dierenwelzijn – in algemene zin – een rol speelt bij de keuze van een aantal bedrijven om bepaalde producten niet aan te bieden steun ik.
Heeft u gezien dat de Tweede Kamer in 2022 de regering heeft verzocht om bij de Europese Commissie de problematiek rond de toegang van omstreden producten als kangoeroevlees en kangoeroeproducten tot de Europese markt aan te kaarten (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1376)?
Ja, ik ben bekend met deze motie van het lid Wassenberg (PvdD). Naar aanleiding van deze motie is er met de Europese Commissie gesproken over kangoeroeproducten die op de EU-markt geplaatst worden vanuit Australië. De Commissie heeft toen aangegeven reeds in gesprek te zijn over de import van kangoeroeproducten uit Australië met organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Van Nederlandse zijde is daarbij gewezen op het belang van hoge dierenwelzijnsnormen. Over deze uitvoering van de motie Wassenberg is de Kamer in juni 2022 geïnformeerd.3 Daarbij is ook aangegeven dat het uiteindelijk aan de Australische overheid is op welke manier kangoeroejacht gereguleerd wordt, net zoals EU lidstaten zelfstandig de jacht op wild reguleren met inachtneming van de staat van instandhouding van de soort en dierenwelzijn.
Heeft u gezien dat de Tweede Kamer in 2023 de regering heeft verzocht om met een plan te komen om producten waarin onder andere kangoeroeleer is verwerkt, uit de Nederlandse winkels te weren (Kamerstuk 36 254, nr. 16)?
Ja.
Bent u ervan op de hoogte dat meer dan 70% van Nederlanders wil dat de jacht op kangoeroes stop en dat ze een importverbod willen op kangoeroeproducten?2
Ik ben bekend met resultaten van een onderzoek van Pureprofile uit 2024, waar ook onderzoek onder Nederlandse respondenten is verricht.5
Heeft u gezien dat er vervolgens door de Europese Commissie is ingezet op dierenwelzijnsstandaarden? Zo ja, heeft u kennisgenomen van de uitspraken van de Australische delegatie in het bezoek aan de Tweede Kamer (21 oktober 2024) – tevens verwoord in een wereldwijde verklaring van meer dan 80 dierenwelzijnsorganisaties3 – dat deze industrie niet gereguleerd kan worden, o.a. omdat Australië groot is en omdat de jacht ’s nachts en zonder toezicht plaatsvindt en dat een importverbod de enige optie is om dit dierenleed te stoppen?
Met betrekking tot de jacht, is het uiteindelijk aan de Australische overheid op welke manier kangoeroejacht gereguleerd wordt, net zoals EU lidstaten zelfstandig de jacht op wild reguleren met inachtneming van de staat van instandhouding van de soort en dierenwelzijn.7
Heeft u de wereldwijde verklaring van meer dan 80 dierenwelzijnsorganisaties (ondersteund door wetenschappers), waaronder de Nederlandse Dierenbescherming, over de kangoeroejacht als een dierenwelzijnscrisis gelezen, waarin ook een oproep wordt gedaan aan overheden?4 5 Wat is uw reactie daarop?
Ik ben bekend met de verklaring. Allereerst, ik vind dierenwelzijn belangrijk. Met betrekking tot de jacht, is het uiteindelijk aan de Australische overheid op welke manier kangoeroejacht gereguleerd wordt, net zoals EU lidstaten zelfstandig de jacht op wild reguleren met inachtneming van de staat van instandhouding van de soort en dierenwelzijn.10 Met betrekking tot de oproep aan nationale overheden het volgende. Nederland is onderdeel van de Europese interne markt. Import van een product verbieden dat uit een land komt van buiten de Europese Unie, in dit geval Australië, kan alleen op Europees niveau geregeld worden.
Bent u bereid om u volgens de wens van de Tweede Kamer op Europees niveau actief in te zetten voor verbod op de import van kangoeroevlees en -producten, naar voorbeeld van o.a. zeehondenproducten? Zo ja, wanneer en op welke manier gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Een dergelijk importverbod kan alleen worden ingesteld als het verbod in overeenstemming met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is. Omdat de Commissie eerder heeft aangegeven geen juridische basis te zien om deze producten op basis van dierenwelzijn te weren, zie ik geen aanleiding om voor een importverbod te pleiten. Het kabinet zal er zorg voor dragen dat de door uw Kamer aangedragen zorgpunten worden overgebracht aan de Europese Commissie.
Bent u bereid om met een plan te komen om kangoeroevlees en -producten van de Nederlandse markt te weren? Zo nee, waarom niet?
Nederland is onderdeel van de Europese interne markt. Een eventueel importverbod van kangoeroeproducten kan alleen op Europees niveau geregeld worden.
Momenteel werkt het kabinet aan de invulling van de motie van voormalig lid Van Esch (PvdD).11 De motie vraagt om met een plan te komen om producten waarin bont, dons van levend geplukte dieren, angorawol of kangoeroeleer is verwerkt uit Nederlandse winkels te weren.
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden, voor de aankomende Raad Buitenlandse Zaken Handel en de Landbouw- en Visserijraad?
Helaas heeft de beantwoording van de vragen vertraging opgelopen vanwege interdepartementale afstemming.
Steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Reinette Klever (PVV) |
|
![]() ![]() |
Bent u bekend met de toenemende druk op het maatschappelijk middenveld (kerken, ngo’s, vakbonden, mensenrechtenverdedigers, etc.) samenhangend met de wereldwijde druk op democratieën, zoals gesignaleerd door onder andere waakhonden als Civicus en Freedom House?1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Deelt u de conclusies van genoemde bronnen dat de maatschappelijke ruimte (civic space) wereldwijd onder zeer grote druk staat? Zo niet, waarom niet?
Ja, die deel ik. Uit monitoring blijkt dat de ruimte voor maatschappelijke organisaties wereldwijd krimpt waardoor zij minder veilig en effectief kunnen opereren.
Onderschrijft u het belang dat maatschappelijke organisaties spelen in onder meer bevordering van leefbaar loon voor fabrieksarbeiders, leefbaar inkomen voor kleinschalige boeren, schoon drinkwater, het tegengaan van kinderarbeid en ontbossing, hulp bij het aanpassen van lokale gemeenschappen aan de gevolgen van klimaatverandering, het opkomen voor vrouwenrechten, en het voorkomen en tegengaan van gewapende conflicten? Zo niet, waarom niet?
Maatschappelijke organisaties spelen door hun brede ervaring en kennis een grote rol in sociaaleconomische ontwikkeling, bijvoorbeeld in het toewerken naar toekomstbestendige, eerlijke en schone waardeketens.
Heeft u kennisgenomen van het belang dat het bedrijfsleven hecht aan ontwikkelingssamenwerking2? Bent u het eens met de stelling van de top van het Nederlandse bedrijfsleven dat de sterke Nederlandse economische positie in tal van ontwikkelingslanden onder druk komt te staan door de grote bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking? Indien niet, waarom niet?
Ja, ik ben bekend met de genoemde artikelen. Het kabinet hecht waarde aan ontwikkelingshulp die ook voordelen biedt aan het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten. Het kabinet zal dergelijke aspecten ook mee laten wegen bij het formuleren van nieuw relevant beleid.
Bent u bekend met het werk van bedrijven, ngo’s, vakbonden en kennisinstellingen op duurzame handelsketens, via onder meer IDH, IMVO-sectorconvenanten en bilaterale samenwerking tussen bedrijven en ngo’s? Bent u het eens dat ngo’s, vakbonden en kennisinstellingen unieke kennis hebben van de lokale context in productielanden waar veel Nederlandse bedrijven actief zijn? Nu de CSRD (rapportagewetgeving) en de CSDDD (ketenzorgplichtwet) een feit zijn en bedrijven deze wetgeving moeten naleven, ziet u de belangrijke rol van maatschappelijke organisaties en vakbonden in het ondersteunen van bedrijven bij hun ketenzorgplicht?
Ja, ik ben bekend met hun werk. Het is als Nederlands bedrijf van belang om goed zicht te hebben op de waardeketen waarin je actief bent, onder andere voor het naleven van de CSRD en CSDDD. Samenwerking met partijen die kennis hebben van de lokale context kan daarbij zeer behulpzaam zijn. Het kabinet bevordert deze samenwerking door financiering van ketenverduurzamingsprogramma’s met productielanden, zoals van IDH en Fair Wear. Daarnaast faciliteert het kabinet de totstandkoming van sectorale samenwerkingsverbanden, zoals in de sectoren textiel, hernieuwbare energie en natuursteen. Hierin werken bedrijven, NGO’s en vakbonden nauw met elkaar samen om risico’s op het terrein van milieu en mens in toeleveringsketens tot en met productielanden te identificeren en aan te pakken.
Ziet u meerwaarde om het werk en contacten in productielanden en internationale toeleveringsketens van bedrijven via maatschappelijke organisaties en vakbonden te behouden? Zo niet, waarom niet?
Bedrijven zoeken vaak actief samenwerking op met maatschappelijke organisaties en vakbonden in productielanden en internationale toeleveringsketens. Het ligt in de lijn der verwachting dat de CSRD en de CSDDD prikkels bieden voor bedrijven om die contacten te behouden of uit te bouwen.
Bent u bekend met de aangenomen motie Dobbe c.s. (Kamerstuk 36 180, nr. 107), die de regering verzoekt om in het maatschappelijk middenveld te investeren? Bent u derhalve bereid om de bestaande steun van de Nederlandse regering voorcivic space en maatschappelijke organisaties die zich in ontwikkelingslanden inzetten voor ontwikkeling te continueren? Zo niet, waarom niet?
Ja, ik ben bekend met de recent aangenomen motie Dobbe c.s. (Kamerstuk 36 180, nr. 107). Deze gaat over het investeren in het maatschappelijk middenveld ten aanzien van de implementatie van de mondiale gezondheidsstrategie. Over het nieuwe beleid heb ik u geïnformeerd in de Kamerbrief Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36 600, nr. 13) op 11 november 2024.
Bent u, gelet op de enorme druk opcivic space volgens o.a. Civicus, de VN, de EU, etc. bereid om het Civic Space Fund (CSF) te handhaven? Zo niet, waarom niet?
Over het nieuwe beleid heb ik u geïnformeerd in de Kamerbrief Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36 600, nr. 13) op 11 november 2024.
Kunt u de antwoorden op deze vragen toesturen binnen drie weken, of ten minste voor de behandeling van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp?
Helaas heeft de beantwoording van deze vragen vertraging opgelopen vanwege de publicatie van de Kamerbrief Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36 600, nr. 13) op 11 november 2024.
Het bericht ‘Nederlands bedrijfsleven omarmt strengere Europese klimaatregels’ |
|
Suzanne Kröger (GL), Daniëlle Hirsch (GL), Joris Thijssen (PvdA) |
|
Sophie Hermans (VVD), Reinette Klever (PVV), Beljaarts |
|
![]() ![]() |
Bent u bekend met het artikel «Nederlands bedrijfsleven omarmt strengere Europese klimaatregels»?1
Ja.
Wat vindt u van de klimaatzorgplicht voor bedrijven zoals die is voorgeschreven in de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)?
Het kabinet ziet de totstandkoming van Europese wetgeving als een belangrijke mijlpaal in het beleid voor IMVO. Europese (klimaat)regels voor grote bedrijven zorgen voor een gelijk speelveld met andere bedrijven in de EU en daarbuiten. De CSDDD zorgt voor harmonisatie van regelgeving op dit gebied, wat in het belang is van het Nederlandse bedrijfsleven. Nederland zet dan ook in op uniforme implementatie en toezicht in de EU-lidstaten.
Bent u het eens met de constatering in het artikel dat deze wetgeving definitief beslist dat grote bedrijven de verantwoordelijkheid hebben om klimaatverandering tegen te gaan?
Zoals opgenomen in het Regeerprogramma vraagt klimaatneutraal zijn in 2050 een gezamenlijke inzet van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en (mede)overheden. In de overwegingen van de CSDDD is opgenomen dat het gedrag van ondernemingen van doorslaggevend belang is bij het realiseren van de klimaatdoelstellingen in internationale overeenkomsten, zoals de Overeenkomst van Parijs en de Europese Klimaatwet. Er worden niet alleen specifieke maatregelen verwacht van de lidstaten die de overeenkomsten hebben ondertekend, ook de rol van de particuliere sector wordt als cruciaal beschouwd om deze doelstellingen te behalen.2
Gegeven dat, met de komst van de klimaatzorgplicht in de CSDDD, nu evident is dat bedrijven de verantwoordelijkheid hebben om klimaatverandering tegen te gaan; vindt u ook dat de toezichthouder over voldoende middelen moet beschikken om erop toe te zien dat bedrijven die verantwoordelijkheid ook nakomen? Hoe gaat u hiervoor zorgen?
Om ervoor te zorgen dat de verplichtingen in de CSDDD, waaronder de verplichting om een klimaattransitieplan op te stellen, worden nageleefd, is het van belang dat het toezicht effectief is. Lidstaten moeten er op grond van de CSDDD voor zorgen dat de toezichthoudende autoriteit voldoende personele en financiële middelen krijgt die nodig zijn voor de doeltreffende uitvoering van haar taken en de uitoefening van haar bevoegdheden. Bij Voorjaarsbesluitvorming 2024 zijn er HGIS-middelen gealloceerd op de BHO-begroting voor implementatie van en toezicht op de IMVO-wetgeving. Zodra het conceptwetsvoorstel voor de implementatie van de CSDDD gereed is, zal de beoogd toezichthouder (Autoriteit Consument en Markt, ACM) worden gevraagd een toets te doen op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het conceptwetsvoorstel. De resultaten van deze toets zullen worden meegenomen in het implementatietraject en bij de inrichting van het toezicht.
Ziet u ook, zoals in het artikel wordt omschreven, dat er ruim draagvlak is voor de klimaatzorgplicht, ook bijvoorbeeld VNO-NCW en beleggingsorganisaties? Hoe gaat u met de implementatie van de wet zorgen dat Nederland de kans die deze richtlijn biedt om voorop te lopen op duurzaamheid zoveel mogelijk benut?
Volgens het artikel blijft VNO-NCW achter de klimaatzorgplicht staan, om te voorkomen dat er een lappendeken aan nationale wetgeving ontstaat. Het kabinet blijft het bedrijfsleven en andere belanghebbenden betrekken tijdens het implementatietraject met het oog op het draagvlak voor de richtlijn.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat, zoals de wetgeving voorschrijft, bedrijven een plan gaan maken om klimaatneutraal te worden én dat plan zo goed mogelijk uitvoeren? En hoe gaat u ervoor zorgen dat zij daarvoor zo nodig hun bedrijfsmodel aanpassen?
Het opstellen van een klimaattransitieplan is de eerste verplichting die voortvloeit uit artikel 22 van de richtlijn. In het klimaattransitieplan moet de onderneming opnemen hoe zij ervoor zorgt dat zij haar bedrijfsmodel en haar bedrijfsstrategie toekomstbestendig maakt voor een duurzame economie en in overeenstemming brengt met de beperking van de opwarming van de aarde volgens internationale klimaatdoelstellingen en met beperking van de blootstelling aan steenkool-, olie- en gasgerelateerde activiteiten. Het kabinet verwacht van de bedrijven die onder de richtlijn gaan vallen dat zij deze verplichting naleven. Toezicht en handhaving zullen hieraan bijdragen.
Het uitvoeren van het klimaattransitieplan is een inspanningsverplichting. Het kabinet is zich ervan bewust dat adequate ondersteuning van het bedrijfsleven van belang is om de verplichtingen die voortvloeien uit deze richtlijn na te leven. Zo zal de Europese Commissie richtsnoeren opleveren voor het opstellen van een klimaattransitieplan. Dat zorgt voor harmonisatie en beperking van de regeldruk. Ook zal het MVO-steunpunt voorlichting geven over de klimaatplanverplichting onder de CSDDD. Los van de aanstaande implementatie van de CSDDD onderzoekt het kabinet hoe bedrijven en organisaties het beste kunnen worden ondersteund bij het ontwikkelen van de klimaatplannen die zij vrijwillig of verplicht opstellen.
Hoe gaat u ervoor zorgen de CSDDD-wetgeving, ook in het kader van gelijk speelveld, ook in andere landen wordt geïmplementeerd en gehandhaafd, en dat er ook in landen buiten de Europese Unie strengere klimaatwetgeving ten aanzien van bedrijven komt?
De lidstaten zijn verplicht EU-regelgeving te implementeren en te handhaven, en het is primair de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie om te zorgen voor correcte en zo uniform mogelijke implementatie. Wanneer lidstaten in gebreke blijven of de deadline voor omzetting niet halen kan de Europese Commissie een inbreukprocedure starten. Bij deze procedure is het gebruikelijk dat lidstaten eerst worden aangeschreven om binnen twee maanden een toelichting te geven, waarna een formele aanschrijving volgt om te voldoen aan de verplichting EU-wetgeving om te zetten. Als laatste stap kan de Commissie via het Europese Hof van Justitie een dwangsom opleggen wanneer lidstaten in gebreke blijven.
Gezien het belang dat Nederland hecht aan zo hoog mogelijke harmonisatie bij implementatie en borging van het gelijke speelveld heeft Nederland in een vroeg stadium procesoverleg geïnitieerd met verschillende EU-lidstaten. Dit heeft als doel te komen tot gezamenlijke interpretaties van de regelgeving en daarmee uniforme implementatie. Nederland heeft bovendien bij de Europese Commissie aangedrongen op het vlot opstarten van de zogeheten transposition workshopswaarbij de Commissie dergelijke gesprekken faciliteert voor alle lidstaten. Naar verwachting gaan deze in december van start.
Ten aanzien van klimaatdiplomatie buiten de EU werkt Nederland samen met de EU en andere gelijkgestemde landen, en in allianties met bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, om andere landen aan te moedigen de mitigatie- en adaptatieambities via Nationally Determined Contributions (NDC’s), en National Adaptation Plans (NAP’s) te verhogen en deze naar nationaal beleid te vertalen, in lijn met de doelen van de Overeenkomst van Parijs. Ook dat draagt bij aan het gelijke speelveld.
Daarnaast zet de EU bij onderhandelingen over handelsakkoorden met derde landen in op het opnemen van afdwingbare duurzaamheidsafspraken, zoals over de Overeenkomst van Parijs. Bovendien voert de EU middels de comités die bij handelsakkoorden opgezet worden gesprekken met handelspartners over handel en duurzame ontwikkeling. Die gesprekken, in samenhang met de NDC’s en NAP’s van de derde landen, kunnen ertoe leiden dat zij ook eigen klimaatwetgeving aannemen en op naleving toezien. Daarbij is het aan derde landen zelf om hun eigen wetgeving op te stellen en te handhaven, zoals ook Nederland en de EU een eigen right to regulate hebben.
Het aanstaande werkbezoek aan Oeganda |
|
Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Reinette Klever (PVV) |
|
![]() |
Klopt het dat u binnenkort een bezoek zal brengen aan Oeganda?
Dit bezoek heeft reeds plaatsgevonden. De data van het bezoek waren 14-16 oktober.
Kunt u delen met welke organisaties en instanties u tijdens uw bezoek zal spreken?
Tijdens het bezoek vonden er bilaterale gesprekken plaats met Minister Odongo van Buitenlandse Zaken en met Minister Mao van Justitie. Tijdens dit bezoek is tevens gesproken met:
Voorts vonden er gesprekken en een diner plaats met vertegenwoordigers van Nederlands bedrijfsleven en met Nederlandse ondernemers in Oeganda.
Bent u op de hoogte dat er op dit moment door Franse oliegigant Total en de Chinese CNOOC wordt gewerkt aan de aanleg van de controversiële Oost-Afrikaanse Oliepijplijn (East African Crude Oil Pipeline of EACOP)? Hoe beoordeelt u dit project, dat leidt tot 34 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar; schade aan natuur; en tienduizenden mensen die van hun land worden verdreven?
Ja, dit is bekend. Het kabinet heeft geen eigen appreciatie van dit project en de gevolgen hiervan. Het kabinet kan zich enkel in algemene zin uitspreken over het belang om dergelijke projecten te ontwikkelen en uit te voeren in lijn met de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het kabinet stimuleert daarnaast partners wereldwijd om sociale- en milieugevolgen van infrastructuurinvesteringen systematisch in kaart te brengen en te adresseren aan de hand van milieu en sociale effectrapportage (m.e.r.). Zie ook de eerdere antwoorden op Kamervragen van de leden Akerboom en Van Raan (beiden PvdD) d.d. 21 april 2023, vergaderjaar 2022–2023, nummer 2350.
Deelt u de zorg dat het project – dat 200 rivieren doorkruist – een negatieve impact zal hebben op watervoorziening, visbronnen en levensonderhoud van miljoenen mensen? Hoe beoordeelt u het risico op toename van armoede en conflict in het gebied als gevolg hiervan, bijvoorbeeld door verergering van bestaande spanningen tussen Oegandese en Congolese vissers?
Zie antwoord vraag 3.
Spreekt u tijdens uw bezoek ook met de mensenrechten- en milieuorganisaties in het land, waarvan meerdere in een strategisch partnerschap met de Nederlandse overheid, die zich verzetten tegen de bouw van de oliepijplijn? Waarom wel/niet? Zo nee, zou u willen overwegen een ontmoeting met deze organisaties aan uw agenda toe te voegen?
Nederland ondersteunt verschillende milieuorganisaties en mensenrechtenverdedigers en is veelvuldig met ze in contact via de ambassade in Kampala en het ministerie in Den Haag. Voor dit bezoek is gekozen voor een focus op voedselzekerheid, het Nederlandse bedrijfsleven, opvang in de regio en de bilaterale relatie. Vanzelfsprekend is de mensenrechtensituatie besproken in het bilaterale gesprek met Minister Mao, de Oegandese Minister van Justitie. In dit gesprek is niet specifiek ingegaan op de oliepijplijn.
Bent u bekend met de recente berichten dat er in augustus 2024 alleen al 72 activisten door Oegandese autoriteiten zijn gearresteerd omdat zij zich uitspraken over de impact van het project op mens en milieu?1 Deelt u de mening dat, hoewel Nederland de nationale rechtsgang van landen moet respecteren, het zich wel moet uitspreken als deze niet plaatsvindt volgens internationale mensenrechtenstandaarden? Bent u van plan dit in Oeganda met de autoriteiten te bespreken?
Ik heb kennis genomen van het betreffende artikel. In het gesprek met Minister Mao heb ik het belang van de rechtstaat voor de ontwikkeling van Oeganda besproken.
Bent u op de hoogte van de recente anti-homowetgeving in Oeganda?
Ja.
Spreekt u tijdens uw bezoek met Oegandese LHBTI-organisaties, Oegandese parlementariërs die zich tegen deze wet hebben verzet, of anderen in Oeganda die zich inzetten voor gelijkheid en waardigheid voor LHBTI-personen? 9.Deelt u de mening dat het Nederland, als een voorvechter van de rechten van minderheden, past om dit op een constructieve manier aan te kaarten tijdens een bezoek aan het land? Bent u van plan dat te doen?
In mijn bilaterale gesprek met Minister Mao van Justitie heb ik gesproken over mensenrechten en de anti-homoseksualiteit wetgeving. De samenwerking met Oeganda is breed en beslaat vele onderwerpen. Tijdens dit bezoek is met name aandacht geweest voor samenwerking op voedselzekerheid, private sector ontwikkeling en opvang in de regio.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden voor uw bezoek?
Zie vraag 6. Ik heb dit tijdens het gesprek met Minister Mao – de Oegandese Minister van Justitie – opgebracht.
De handhaving van de internationale rechtsorde ten aanzien van Israël |
|
Kati Piri (PvdA), Jimme Nordkamp (PvdA), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Gijs Tuinman (BBB), Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
|
![]() ![]() |
Kunt u een lijst opstellen van exportvergunningen uitgegeven in 2024 voor de levering van militaire en dual-use goederen aan Israël en voor iedere vergunning aangeven waar de goederen toe dienen?
Sinds 7 oktober 2023 zijn er twee vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen met eindbestemming Israël toegewezen. Dat ging om onderdelen voor het Iron Dome-luchtafweersysteem en om schokdempers voor containers op marineschepen. Uw Kamer werd hierover op 29 februari 2024 geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 416).
Daarnaast zijn vergunningen afgegeven voor de tijdelijke uitvoer naar, of doorvoer via, Israël voor productie- of onderhoudsdoeleinden. Deze goederen kwamen na een productie- en of onderhoudshandeling in Israël terug naar Nederland of werden na deze handelingen naar een eindgebruiker in een derde land uitgevoerd. In geen van deze gevallen is sprake van eindgebruik door de Israëlische krijgsmacht.
In 2024 zijn er 28 exportvergunningen voor dual-use goederen uitgegeven aan Israël. Hieronder vindt u een overzicht van het opgegeven eindgebruik.
Informatiebeveiliging x2
Observatie in en rondom wildparken x3
Ontwikkeling van civiele (infrarood) camerasystemen x4
Waterzuivering
Drankindustrie x2
Test- en evaluatiedoeleinden
Opsporing en reddingsdoeleinden
Halfgeleiderindustrie x10
Scannen van goederen in containers/vrachtwagens
Inspectie wafermachines
Computersystemen
Telecommunicatie
Kunt u een lijst opstellen van militaire en dual-use goederen die Nederland in 2024 naar Israël heeft geëxporteerd onder exportvergunningen die vóór 2024 zijn afgegeven?
In 2024 zijn op aangiften ten uitvoer die bij de Nederlandse Douane zijn ingediend (peildatum 25 september 2024), de volgende militaire en dual-use goederen aangegeven onder exportvergunningen die vóór 2024 zijn afgegeven. Waar relevant is de goederencategorie voorzien van aanvullende duiding.
Voor de delen voor F-35 gevechtsvliegtuigen geldt dat deze zijn uitgevoerd vóór het arrest van het gerechtshof Den Haag van 12 februari 2024. Het kabinet heeft opvolging gegeven aan het arrest door (middels de aanpassing van de algemene vergunningen NL007 en NL009) de uit- en doorvoer van goederen binnen het kader van het F-35-programma met eindbestemming Israël niet langer toe te staan.
Voor de overige categorieën militaire goederen geldt dat het ging om de (tijdelijke) uitvoer naar, of doorvoer via, Israël voor ontwikkel-, productie- of onderhoudsdoeleinden. Deze goederen worden voor testen in Israël gebruikt, komen na een productie- en of onderhoudshandeling in Israël terug naar Nederland of worden na deze handelingen naar een eindgebruiker in een derde land uitgevoerd. In geen van deze gevallen is sprake van eindgebruik door de Israëlische krijgsmacht.
Bij de categorie «Systemen, apparatuur en onderdelen voor informatiebeveiliging» gaat het om netwerk routers, switches en firewalls en apparatuur en programmatuur die gebruikt wordt in interne data netwerken.
Met betrekking tot de exporten waarvoor geen aangifte ten uitvoer hoeft te worden gedaan (bijvoorbeeld voor intra-EU-verkeer) zijn de gegevens niet meegenomen in de beantwoording aangezien rapportages over deze exporten op een later moment door bedrijven kunnen worden aangeleverd.
Kunt u een lijst opstellen van militaire goederen die Nederland in 2024 uit Israël heeft geïmporteerd en een lijst van nieuwe contracten voor de import van militair materieel die het kabinet in 2024 met Israëlische bedrijven heeft getekend of voornemens is te tekenen?
Voor Defensie staat voorop dat militairen, binnen wat financieel mogelijk is, het beste materieel tot hun beschikking hebben. Dit is belangrijk voor de doorontwikkeling en modernisering van de Nederlandse krijgsmacht. In sommige gevallen wordt het beste materieel dat tijdig beschikbaar is geleverd door Israëlische bedrijven.
Dit jaar zijn de volgende militaire goederen door Israëlische bedrijven geleverd.
Defensie is dit jaar verplichtingen aangegaan, of is dit – voor zover nu bekend – voornemens te doen voor de volgende militaire goederen.
Is uitgesloten dat motoren van de F-35 die in Woensdrecht worden onderhouden in Israëlische gevechtstoestellen terecht kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
De motoronderhoudsfaciliteit onderhoudt F-135-motormodules die worden aangeboden vanuit het internationale F-35-programma. In het F-35-programma geldt dat uitgebouwde onderdelen, ook motormodules, Amerikaans eigendom zijn zodra deze zijn aangeboden in de logistieke keten van het internationale programma. Op het moment dat een motormodule voor reparatie wordt uitgebouwd wordt deze vervangen door een andere motormodule uit de wereldwijde onderhoudspool. Voor motormodules geldt dus, net als voor andere onderdelen, dat zij niet aan een specifiek land toebehoren.
Naar aanleiding van het arrest van 12 februari 2024 van het Gerechtshof Den Haag heeft het kabinet de relevante algemene vergunningen voor de door- en uitvoer van militaire goederen aangepast. Door deze aanpassingen is uit- en doorvoer van F-35-onderdelen naar Israël niet langer toegestaan, dat geldt ook voor motoren.
Bent u bekend met de open brief van Duitse journalisten aan Israël met de oproep journalisten toe te laten in Gaza en met de brief van Europese journalisten, waaronder de Nederlandse Vereniging van Journalisten, die vragen om opschorting van het Europese Unie (EU)-Israël Associatieakkoord vanwege o.a. het (opzettelijk) doden van journalisten en de zware inperkingen op de persvrijheid door Israël?1 2
Ja.
Hoe verhoudt het (opzettelijk) doden van journalisten en het weigeren van toegang tot Gaza aan journalisten zich tot uw inzet op democratische waarden, vrijheden en rechtsstatelijke normen?
Het kabinet onderschrijft het belang van journalisten voor de toegang tot betrouwbare en onafhankelijke informatie, zeker in conflictsituaties waar journalisten de oren en ogen van de lokale en internationale gemeenschap zijn. Journalisten moeten hun werk vrij en veilig kunnen uitvoeren. Deze boodschap draagt het kabinet ook uit, zowel in bilateraal als multilateraal verband. Dit deed de Minister van Buitenlandse Zaken recent nog tijdens zijn reis aan Israël en de Palestijnse gebieden op 2 en 3 september jl. Daarnaast heeft Nederland tijdens de verklaring over journalisten in conflictsituaties in de mensenrechtenraad op 10 september jl. opgeroepen tot bescherming en toegang van journalisten tot de Gazastrook, en de noodzaak van onafhankelijk onderzoek naar de gedode journalisten. Daarnaast heeft Nederland in een verklaring op 17 oktober jl. in de derde commissie van de Verenigde Naties opgeroepen tot toegang en het waarborgen van de veiligheid van journalisten in de Gazastrook. Tevens heeft Nederland het belang onderstreept voor onafhankelijk onderzoek naar vermeende schendingen van de rechten van journalisten.
Heeft u, de Minister van Buitenlandse Zaken, bij uw recente gesprek met de Israëlische Minister van Defensie Gallant, waarin u naar eigen zeggen heeft gesproken «over het beschermen van journalisten», ook geëist dat Israël aan journalisten toegang tot Gaza moet verlenen? Zo nee, waarom niet?
Ik heb het belang benadrukt van toegang van journalisten tot de Gazastrook en opgeroepen dat Israël dit moet verlenen.
Welke consequenties verbindt u aan het kabinetsbeleid als de Israëlische autoriteiten journalisten toegang tot Gaza blijven weigeren?
Toegang voor journalisten tot de Gazastrook is belangrijk voor onafhankelijke verslaglegging van het conflict. Tevens heeft de Minister van Buitenlandse Zaken zorgen overgebracht over de 45 dagen sluiting van het Al Jazeera kantoor in Ramallah door Israël. Zie ook antwoord vraag 6.
Bent u bekend met de berichtgeving dat Israël is gestopt met het verstrekken van visa aan hoofden en medewerkers van internationale ngo’s?3
Ja.
Hoe verhoudt deze visumstop zich tot de voorlopige voorzieningen van het Internationaal Gerechtshof die Israël verplichten om meer humanitaire hulp tot Gaza toe te laten?
Visumverlening voor internationale staf van hulporganisaties staat niet apart genoemd in de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof. Wel moet Israël volgens deze besluiten de toegang tot humanitaire hulp voor de noodlijdende burgerbevolking van de Gazastrook toestaan en faciliteren. Het kabinet maakt zich zorgen over het aanhoudende gebrek aan humanitaire toegang in brede zin en roept Israël op uitvoering te geven aan de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof.
Bent u van mening dat door de visumstop minder humanitaire hulp aan Gaza en de Westelijke Jordaanoever kan worden verleend? Zo nee, waarom niet?
Bent u van mening dat Israël met deze visumstop de voorlopige voorzieningen schendt? Zo nee, waarom niet?
Israël moet humanitaire organisaties voldoende in staat stellen om de noodlijdende bevolking in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever van hulp te voorzien. De berichten over een visumstop zijn daarom zorgwekkend. Zo’n visumstop maakt de reeds complexe humanitaire hulpoperaties in de Palestijnse Gebieden nog lastiger. Nederland roept Israël op om het werk van hulporganisaties te faciliteren, inclusief middels verbetering van visumverlening.
Welke consequenties voor de diplomatieke betrekkingen met Israël verbindt u aan de beperkingen die Israël oplegt aan internationale ngo’s die humanitaire hulp verlenen in de Westelijke Jordaanoever en Gaza?
Zie het antwoord op vraag 10.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en voorafgaand aan het dertigledendebat over de gerechtelijke uitspraak over de uitvoer naar Israël van onderdelen voor F-35 beantwoorden?
In de diplomatieke contacten met Israël laat Nederland geen twijfel bestaan over het feit dat alle partijen – waaronder Israël – te allen tijde gebonden zijn aan het internationaal recht. Nederland blijft expliciet oproepen om de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof na te leven. Onderdeel hiervan is dat humanitaire hulpverleners hun werk moeten kunnen doen.
Chinese dreigementen om ASML van Chinese markt te weren |
|
Joris Thijssen (PvdA), Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Beljaarts , Reinette Klever (PVV) |
|
![]() ![]() |
Heeft u via officiële communicatiekanalen vernomen van de Chinese regering dat zij de Chinese markt dreigen te sluiten voor ASML? Zo ja, wat heeft de Chinese regering precies gecommuniceerd?1
Het kabinet kan niet ingaan op de inhoud van vertrouwelijke diplomatieke gesprekken.
Wat vindt u van deze dreigementen?
Zie antwoord vraag 1.
Wat is de mogelijke impact voor ASML en voor Nederland als dit dreigement werkelijkheid wordt en de Chinese markt wordt gesloten voor ASML?
Het kabinet wenst niet te speculeren over de impact van maatregelen die andere landen al dan niet gaan nemen.
Wat is de mogelijke impact voor China als dit dreigement werkelijkheid wordt? Hoeveel minder geavanceerde producten zoals chips kan China in dat geval nu en in de toekomst produceren en wat betekent dat concreet voor de Chinese samenleving, export en strategische sectoren zoals defensie?
Zie antwoord vraag 3.
Welke additionele exportrestricties wil de Verenigde Staten dat Nederland neemt met betrekking tot de export van ASML-producten en diensten naar China? Hebben de Verenigde Staten en Amerikaanse bedrijven financieel voordeel bij deze mogelijke maatregelen?
Nationale exportcontrolemaatregelen (zoals op 6 september jl. gepubliceerd) zijn nationale besluiten genomen op basis van nationale veiligheidsoverwegingen. De maatregelen beogen risico’s voor de nationale veiligheid adequaat te adresseren met zo min mogelijk marktverstoring of impact op bedrijven en hun waardeketens. Over exportcontrolebeleid onderhoudt Nederland goed contact met Europese en niet-Europese partners, zoals de VS, omwille van onder andere de effectiviteit van het beleid en het waarborgen van een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven. Uiteindelijk neemt Nederland zijn eigen besluiten. Het kabinet kan niet ingaan op de inhoud van vertrouwelijke gesprekken met internationale partners.
Wat vindt u van deze ideeën van de Verenigde Staten? Vindt u dat deze ideeën overgenomen moeten worden omdat de Verenigde Staten op vele manieren een grote bondgenoot is? Welke impact heeft het, bijvoorbeeld op onze relatie met de VS, als Nederland deze restricties niet oplegt?
Zie antwoord vraag 5.
Welke additionele exportrestricties overweegt u zelf om te nemen met betrekking tot ASML? Worden in EU-verband additionele exportrestricties overwogen? Wordt ASML zelf betrokken bij deze overwegingen?
Het Nederlandse exportcontrolebeleid ziet op het adresseren van nationale veiligheidsrisico’s die zouden kunnen ontstaan bij de ongecontroleerde export van bepaalde goederen of technologie. Doelstelling van het beleid is deze risico’s te voorkomen op een manier die proportioneel en chirurgisch is en markten zo min mogelijk verstoort. Technologische ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot aanpassingen van het exportcontrolebeleid. Hierbij wordt getracht deze aanpassingen in multilateraal verband te maken, bijvoorbeeld via de bestaande multilaterale exportcontroleregimes. Vanwege de verwevenheid met nationale veiligheid is exportcontrole in Europees verband een nationale competentie, waarbij lidstaten gehouden zijn aan de Europese verordening «producten voor tweeërlei gebruik» (Verordening (EU) 2021/821). Nederland heeft onlangs voorstellen2 gedaan om de Europese coördinatie van exportcontrolebeleid te versterken, zonder over te willen gaan tot overdracht van nationale bevoegdheden aan de EU. Het kabinet onderhoudt in algemene zin zeer nauw contact met het bedrijfsleven, en dit geldt ook ten aanzien van de totstandkoming van Nederlandse exportcontrolemaatregelen waarbij Nederlandse bedrijven (mogelijk) worden getroffen. Het kabinet zet zich actief in om de Nederlandse sterktes op het gebied van halfgeleiders verder uit te bouwen, zoals onder andere uiteengezet in de Kamerbrief «De Nederlandse inzet voor een sterk halfgeleiderecosysteem in geopolitiek uitdagende tijden».3 Met de Nationale Grondstoffenstrategie zet Nederland er onder andere op in om, in nauwe samenhang met de Europese Critical Raw Materials Act, de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen voor Nederland en Europa te verbeteren.
Wat is het doel van het opleggen van additionele exportrestricties? Gezien de sterke positie die China heeft opgebouwd op een terrein als toegang tot zeldzame aardmetalen, bent u van mening dat het verstandig is op andere terreinen, bijvoorbeeld in de chipsector, daar een sterke positie tegen te hebben en te houden?
Zie antwoord vraag 7.
Deelt u de opvatting dat gegeven de door de WHO uitgeroepen internationale noodsituatie inzake mpox, gegeven de risico’s verbonden aan internationale epidemieën en gelet op de geleerde lessen tijdens de COVID-epidemie, het verstandig is om, zoals de WHO ook oproept, de uitbraak van gevaarlijke virusziekten in de kiem te smoren – in dit geval dus door vaccins te sturen richting Afrika?
Het kabinet deelt de opvatting van de WHO dat het belangrijk is het mpox virus in de kiem te smoren. Dit is van belang voor de gezondheid in de landen waar een uitbraak is maar ook voor de gezondheid hier. Het virus kent immers geen grenzen. Tegelijkertijd is het van belang ook in Nederland zelf de responscapaciteit op orde te hebben.
In mijn brief van 29 augustus 2024 heb ik aangegeven dat ik er daarom voor kies om de huidige voorraad vaccins voor de nationale paraatheid van ons land op het huidige niveau van ongeveer 100.000 te behouden.1 Het is dan ook goed om te constateren dat voor de vaccinatiecampagne waarvoor 4 miljoen vaccins nodig zijn, en waarvoor een half jaar wordt uitgetrokken, reeds voldoende aan vaccins uit bestaande voorraden beschikbaar wordt gesteld door onder andere Duitsland, Spanje, de VS, Japan en een fabrikant.
Ik stel op dit moment geen vaccins beschikbaar voor donatie aan andere landen, omdat de voorraad in Nederland daarmee onder de nationale veiligheidsbuffer zou zakken. We staan daarin niet alleen. Ook Zweden, Tsjechië, Slovenië, en Estland doneren nu niet vanwege te weinig voorraad of om andere redenen en een aantal ander Europese landen heeft nog geen beslissing genomen. Daarnaast heeft een aanzienlijk deel van deze voorraad een houdbaarheid tot en met september 2025. Ik wil mij ervan vergewissen dat wij die vaccins ook daadwerkelijk kunnen vervangen voordat donatie overwogen kan worden.
Het kabinet wil tegelijkertijd bijdragen aan de internationale respons en bestrijden van mpox in de verschillende brandhaarden. Daarbij geldt dat voor een effectieve vaccinatiecampagne, niet alleen vaccins nodig zijn, maar ook testen, naalden, effectieve distributie, registratie, communicatie en getraind medisch personeel.
Daarom draagt Nederland EUR 3 miljoen bij aan het responsplan van de Wereldgezondheidsorganisatie voor effectieve vaccinatiecampagnes, transport van vaccins, testcapaciteit en het opleiden van medisch personeel.
Waarom kiest Nederland er, ondanks de oproep van internationaal specialisten er toch voor om te wachten met actie tot er zich een «importgeval» voordoet om daarna verdere spreiding te voorkomen?
Zie antwoord vraag 1.
Waarom kiest Nederland er niet voor om, net als de VS en de EU, het advies van de WHO op te volgen en zo wellicht juist de import van het virus te voorkomen? Hoe heeft u deze risicoafweging gemaakt? Met welke parameters heeft u rekening gehouden en welke veranderingen moeten er optreden wil het voorlopige besluit heroverwogen worden?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u uiteenzetten hoeveel vaccins er momenteel in Nederland beschikbaar zijn? Hoeveel zijn er nodig voor een veilige voorraad en hoe lang het duurt voor hierover te beschikken?
Zoals ik in mijn brief van 29 augustus jl. heb aangeven, beschikt ons land over 99.700 zogenaamde derde generatie vaccins tegen het pokkenvirus en mpox virus. Deze voorraad is in 2019 door mijn ambtsvoorganger op advies van het RIVM aangekocht om snel ringvaccinaties te kunnen uitvoeren en/of zorgpersoneel te kunnen vaccineren bij een mogelijke (moedwillige) uitbraak van het pokkenvirus en voor uitbraken van het mpox virus in ons land.
De bestaande voorraad van 99.700 vaccins wordt beschouwd als een veilige voorraad voor onze nationale paraatheid.
Is er geen mogelijkheid om een voorraad in Nederland op peil te houden/aan te vullen en gelijktijdig een marge aanwezig van vaccins die naar Afrika gestuurd kunnen worden?
Nee. Het in Europa geregistreerde vaccin is uitverkocht. Omdat ons land in 2019 een van de eerste landen was die dit relatief nieuwe vaccin heeft aangekocht, nadert een flink deel van de huidige voorraad in september 2025 het einde van zijn levensduur en moet vervangen worden. Ik heb besloten nieuwe vaccins te bestellen ter vervanging van het deel van de huidige voorraad waarvan de houdbaarheidsdatum zal verlopen. Naar verwachting zullen deze vaccins in het voorjaar van 2025 aan Nederland geleverd worden.
Wanneer ik een leverdatum heb, kan ik een beslissing tot donatie nemen.
Is er overleg in EU-verband zodat, mocht er zich in een of meerdere lidstaten een uitbraak voordoen, er vaccins beschikbaar zullen worden gesteld door andere lidstaten?
Lidstaten kunnen elkaar onderling bijstaan via bilaterale samenwerking. In 2022 heeft ons land vaccins geleverd aan diverse lidstaten. Daarnaast kunnen lidstaten elkaar bijstaan via het Union Civil Protection Mechanism (UCPM), waarbinnen deelnemende lidstaten een beroep kunnen doen op onderlinge solidariteit en vaccins of andere medische producten kunnen delen. Ook kan via dit mechanisme
een beroep gedaan worden op Europese noodvoorraden onder rescEU. Sinds de uitbraak in 2022 hebben diverse EU-landen een nationale voorraad opgebouwd. Ons land zou bij de uitzonderlijke situatie dat er onvoldoende vaccins voorhanden zijn, derhalve een beroep kunnen doen op andere lidstaten
De mpox situatie wordt op EU-niveau nauwgezet gevolgd door het EU-gezondheidsbeveiligingscomité (HSC) waarin alle lidstaten vertegenwoordigd zijn onder voorzitterschap van de Europese Commissie en waar ook het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en de Health Emergency Preparedness and Response Authority (HERA) aan deelnemen. Op basis van de zich ontwikkelende situatie kunnen er – net als in 2022 – maatregelen genomen worden, zoals (nood-) aankopen door de Europese Commissie.
Kunt u aangeven hoe andere EU-lidstaten zich in deze opstellen?
In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de meest recente tussenstand (d.d. 5 september 2024) van vaccindonaties door EU-lidstaten. Zweden, Tsjechië, Slovenië en Estland hebben aangegeven geen vaccins te doneren omdat zij onvoldoende voorraad hebben. Een deel van de EU landen heeft nog geen beslissing genomen over donatie of dat nog niet openbaar gemaakt.
Landen/
Organisaties
(tussenstand 04/09)
Type vaccin1
Aantal uit
bestaande
voorraad
Aantal uit
nieuwe aankoop
Ontvanger
Europese Commissie
Imvanex2
Africa CDC
Frankrijk
Imvanex
100.000
Africa CDC
Duitsland
Imvanex
100.000
GAVI
Spanje
Imvanex
100.000
Africa CDC
Portugal
Imvanex
P.M.
Kroatië
Imvanex
P.M.
Oostenrijk
Imvanex
P.M.
België
Imvanex
P.M.
Luxemburg
Imvanex
P.M.
Malta
Imvanex
P.M.
Polen
Imvanex
P.M.
Japan
LC164
3.500.000
DRC
Verenigde Staten
Jynneos
60.000
DRC / Nigeria
Fabrikant
ACAM20005
50.000
Het gaat hier om het aantal vaccins conform de markttoelating van de fabrikant. Het Imvanex vaccin kan intramusculair ingezet worden, waarbij twee «flesjes» vaccin vereist zijn voor volledige vaccinatie. Het vaccin zou ook intradermaal ingezet kunnen worden waarbij er met 1 flesje vaccin 5 injecties kunnen worden gezet. Met 2 flesjes vaccins kunnen zo 5 personen volledig worden gevaccineerd.
Derde generatie pokkenvaccin, geschikt voor vaccinatie tegen het pokkenvirus en mpox.
Waarvan 40.000 gedoneerd door de fabrikant.
LC16 is een vaccin bedoeld voor vaccinatie van kinderen.
Tweede generatie pokkenvaccin.
Hoe verhoudt uw reactie op de oproep van de WHO zich tegenover het staande beleid dat de WHO versterkt moet worden en een spilfunctie heeft in het beheersen en terugdringen van pandemieën, zoals verwoord in de Internationale Gezondheidsstrategie van uw beider ministeries?
Het kabinet onderschrijft de centrale rol van de WHO op het terrein van mondiale gezondheid en het belang van een gecoördineerde aanpak bij preventie en beheersing van uitbraken van infectieziektes. Om die reden doneert de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp nu 3 miljoen euro aan de WHO voor de vaccinatiecampagne tegen mpox.
De situatie in Bangladesh |
|
Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
|
![]() |
Bent u bekend met de aankondiging dat er een nieuwe interim-regering zal worden gevormd in Bangladesh, na het aftreden van premier Sheikh Hasina te midden van massale protesten in het land?
Ja. De civiele interim-regering is inmiddels aangetreden op 8 augustus 2024 onder leiding van dr. Mohammad Yunus.
Gezien de handels- en ontwikkelingsrelatie tussen Nederland en Bangladesh, welke stappen onderneemt Nederland nu om te helpen bij een ordentelijke en vreedzame overgang naar een democratische regering in het land? Hoe kan Nederland erop helpen toezien dat mensenrechten en democratische principes worden gerespecteerd?
De bescherming en bevordering van mensenrechten en de democratische rechtsstaat vormen een belangrijk onderdeel van het Nederlandse beleid ten aanzien van Bangladesh. Nederland heeft zowel bilateraal als in EU-verband de interim-regering opgeroepen om mensenrechten en democratische principes te respecteren. Ook voor het aftreden van voormalig premier Sheikh Hasina steunde Nederland verschillende mensenrechtenorganisaties en mensenrechtenverdedigers in Bangladesh. Nederland is voornemens deze steun voort te zetten in deze belangrijke tijd van transitie in Bangladesh. Daarnaast steunt Nederland het werk van het VN mensenrechtenkantoor (Office of the High Commissioner for Human Rights – OHCHR) dat recent benaderd is door de interim-regering van Bangladesh om onderzoek te doen naar mensenrechtenschendingen tijdens de recente protesten.
Onderschrijft u het belang dat de mensenrechtenschendingen van de afgelopen drie weken – die hebben geleid tot de dood van meer dan 300 mensen, duizenden gewonden en willekeurig gearresteerden – moeten worden onderzocht en de daders ter verantwoording geroepen?
Het kabinet onderschrijft het belang van waarheidsvinding, verzoening en accountability, zodat daders ter verantwoording kunnen worden geroepen. De Chief Advisor van de interim-regering heeft aangegeven dat dit een prioriteit is voor de interim-regering. Nederland verwelkomt het verzoek van de interim-regering in Bangladesh aan de VN voor steun aan het onderzoek naar mensenrechtenschendingen ten tijde van de protesten. De VN heeft in reactie op dit verzoek aangegeven een scoping mission van OHCHR naar Bangladesh te zullen sturen.
Ondersteunt Nederland op dit moment organisaties bij het monitoren en documenteren van de mensenrechtenschendingen? Zo nee, bent u bereid dit te doen?
Ja. Nederland ondersteunt verschillende mensenrechtenverdedigers en mensenrechtenorganisaties in Bangladesh die mensenrechtenschendingen monitoren en documenteren.
Gezien de omvang van de kledingindustrie in Bangladesh, deelt dit kabinet de wens dat textielarbeiders niet het gelag moeten betalen voor de politieke gebeurtenissen van de afgelopen weken? Hoe kan dit kabinet zich ervoor inzetten dat belanghebbenden in de kledingindustrie, zoals Europese ondernemers, ervoor zorgen dat de rechten van kledingarbeiders worden beschermd, dat zij betaald krijgen voor de tijd dat hun fabrieken onder dwang sloten, en dat bij heropening buitensporig overwerk en druk op de arbeiders wordt voorkomen?
Het kabinet deelt de zorg over de politieke situatie in Bangladesh en de mogelijke gevolgen daarvan voor de textielarbeiders in Bangladesh. Nederland zal, samen met gelijkgestemde donoren, het belang van verbetering van arbeidsomstandigheden in de textielindustrie onder de aandacht blijven brengen in gesprekken met de autoriteiten in Bangladesh. Nederland werkt samen met de International Labour Organisation, de International Finance Corporation, en gelijkgestemde donoren aan het verbeteren van arbeidsomstandigheden en -rechten van fabrieksarbeiders wereldwijd, waaronder in de textielsector in Bangladesh. Ook werkt Nederland via strategische partners als Fair Wear, IDH, Solidaridad, FNV en CNV aan het bevorderen van internationale standaarden van arbeidsrecht, het versterken van sociaal overleg, sociale zekerheid en milieu, in onder meer de textielsector in Bangladesh. Hiermee investeert Nederland in verantwoorde productie en stabiele handel met landen die die goederen produceren die belangrijk zijn voor de Nederlandse en Europese markt, en worden Nederlandse bedrijven en hun ketenpartners geholpen te voldoen aan Europese IMVO wetgeving. De recente gebeurtenissen in Bangladesh en het mitigeren van de gevolgen ervan staan binnen deze samenwerkingsverbanden hoog op de agenda. Het kabinet zal zich hiervoor in blijven zetten en verwacht dat de Nederlandse textielsector, ook na de recente onrust in het land, haar verantwoordelijkheid blijft nemen voor het mitigeren van risico’s in de productieketen, conform de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
Het nieuwe Oxfam-rapport Water War Crimes van 17 juli |
|
Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Reinette Klever (PVV), Caspar Veldkamp (NSC) |
|
![]() |
Bent u bekend met het rapportWater War Crimes van Oxfam van 17 juli dat concludeert dat Israël watergebrek als oorlogswapen in Gaza gebruikt?1
Ja.
Bent u bekend met de constatering dat de toegang tot veilig en schoon drinkwater in Gaza sinds 7 oktober met 94% is afgenomen, van 82,7 liter naar 4,7 liter per persoon per dag?
Ja.
Bent u bekend met: de WHO-standaard van minstens 100 liter per persoon per dag; de schatting dat in Israël en in de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever het gemiddelde verbruik per persoon per dag ongeveer 247 liter bedraagt; en de humanitaire standaard voor noodsituaties van minstens 15 liter per persoon per dag?
Ja, ik ben bekend met de betreffende standaarden. De humanitaire Sphere-standaard hanteert een minimumhoeveelheid van 7,5 tot 15 liter water per dag.
Bent u het ermee eens dat, vergeleken met deze internationale cijfers, 4,7 liter per persoon per dag volledig onacceptabel is?
Het lijdt geen twijfel dat toegang tot 4,7 liter water per persoon per dag ruim onvoldoende is. Nederland maakt zich ernstig zorgen over het tekort aan water waar mensen in Gaza mee kampen.
Bent u bekend met de vierde voorlopige voorziening getroffen door het Internationaal Gerechtshof op 26 januari 2024, die Israël verplicht onmiddellijke en effectieve maatregelen te nemen om de toegang tot eerste levensbehoeften in Gaza te garanderen?
Ja.
Op basis van het rapport van Oxfam, constateert u dat Israël sinds 26 januari 2024 voldoende toegang tot veilig drinkwater heeft gegarandeerd? Zo nee, bent u van mening dat Israël handelt in strijd met de bindende uitspraak van het Internationaal Gerechtshof?
Nederland roept alle partijen op om de verschillende voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof te respecteren en ook uit te voeren. Een onmiddellijk staakt-het-vuren is cruciaal, en humanitaire hulporganisaties moeten vrije, veilige toegang krijgen om hun onmisbare werk (waaronder activiteiten op gebied van water en sanitaire voorzieningen) uit te kunnen voeren. Nederland blijft in bilateraal contact met Israël wijzen op het belang van onmiddellijke en volledige naleving van de voorlopige uitspraken van het Internationaal Gerechtshof. Het is uiteindelijk aan de rechters om een definitief oordeel te vellen over schendingen van het internationaal recht.
Klopt het dat tijdens de ministeriële bijeenkomst (DMM) van de G20-landen op 22–25 juli jl., u zich heeft ingezet voor wereldwijde toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen?2
Ja.
Bent u op basis van deze uitgesproken Nederlandse inzet als «kampioen op het gebied van watermanagement», die ook in het Hoofdlijnenakkoord is vastgelegd, van plan om Israël aan te spreken op het feit dat zij watertoevoer naar Gaza afsluit, sinds het begin van de oorlog elke 3 dagen WASH (Water, sanitation and hygiene) infrastructuur vernield of vernietigd heeft, en opzettelijk hulp tegenhoudt die watervoorzieningen zou herstellen? Zo ja, hoe? Zo nee, hoe verhoudt dit zich tot u inzet op toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen voor iedereen?
Nederland roept Israël in bilateraal verband op om de door het Internationaal Gerechtshof opgelegde voorlopige maatregelen na te leven. Dat geldt ook voor de verplichting om zorg te dragen voor voldoende en ongehinderde toegang voor humanitaire hulp in heel Gaza, inclusief hulpactiviteiten op gebied van water en sanitaire voorzieningen. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft dit bij zijn recente bezoek aan Israël nog gedaan. Het is evident dat de professionele, gemandateerde hulporganisaties zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging toegang moeten hebben om mensen in nood van water en andere humanitaire hulp te kunnen voorzien, en dat zij in staat moeten worden gesteld om, ongehinderd en in veiligheid, te helpen met het herstel van kritieke (water)infrastructuur. Hier zal Nederland in contact met de Israëlische autoriteiten op blijven wijzen.
Verder draagt Nederland, zowel via projectfinanciering als ongeoormerkte steun, bij aan diverse hulporganisaties waaronder de Dutch Relief Alliance, ICRC, het Nederlandse Rode Kruis en UNICEF, die zich richten op het lenigen van de acute noden of de structurele verbetering van water en sanitaire voorzieningen in Gaza.
Verbindt u consequenties aan Israëlische nalatigheid, wanneer de toegang tot veilig drinkwater niet onmiddellijk verbetert? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet onderkent de urgentie om toegang tot veilig drinkwater in Gaza te verbeteren. Nederland ziet diplomatieke inzet richting Israël, zowel bilateraal als multilateraal, in samenhang met de onder antwoord 8 genoemde financiering en steun aan hulporganisaties, op dit moment als de meest effectieve manier om resultaten te bereiken.
Het bloedbad bij studentenprotesten in Bangladesh |
|
Daniëlle Hirsch (GL) |
|
Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Ondanks bloedbad gaan studenten in Bangladesh door met demonstraties» van het NRC van 21 juli jongstleden?
Ja.
Wat is uw analyse van de repressie in Bangladesh, waar meer dan honderd jonge demonstranten zijn gedood nadat grenstroepen en paramilitaire eenheden op demonstrerende studenten zijn afgestuurd? Hoe beïnvloedt de situatie de stabiliteit in een land met een bevolking van 170 miljoen?
De studentenprotesten, in eerste instantie gericht tegen een quotum voor overheidsbanen voor familie van vrijheidsvechters uit de onafhankelijkheidsoorlog, en de daaropvolgende reactie van de Bangladeshi autoriteiten hebben geleid tot veel onrust en geweld. Het kabinet veroordeelt het geweld dat is gebruikt door de Bangladeshi autoriteiten in hun pogingen om de protesten onder controle te brengen. Dit lijkt te hebben geleid tot verdere escalatie met naar schatting driehonderd doden tot gevolg.
Op 5 augustus werd bekend dat premier Sheikh Hasina is afgetreden en haar kabinet is ontbonden. Het leger heeft een interim-regering aangesteld. Het is op dit moment nog onduidelijk wat dit op langere termijn zal betekenen voor de stabiliteit in Bangladesh. Er is sprake van brede maatschappelijke onvrede onder de bevolking vanwege hoge inflatie en werkloosheid. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Dhaka volgen de ontwikkelingen op de voet.
In de chaos in de eerste dagen na het aftreden van Sheikh Hasina was er sprake van geweld tegen religieuze en andere minderheden. Hierbij krijgt met name geweld tegen de Hindoe minderheid veel aandacht op social media en vooral van Indiase media. Meerdere bronnen stellen dat er sprake is van online desinformatie over het geweld tegen Hindoes. Het is daarom moeilijk vast te stellen wat de schaal van het geweld was en of dit geweld van religieuze aard was tegen religieuze minderheden (Hindoes en Christenen) of vanwege de politieke affiliatie van de getroffenen met de Awami League, de partij van Sheikh Hasina.
Klopt het dat wifi en mobiele data niet meer werken en er sprake is van een communication shut-down?
Het klopt dat er sprake was van regelmatige communication shut-downs vanaf vrijdag 19 juli 2024. Vanaf 5 augustus zijn internet en telefonie verbindingen langzaam weer hersteld.
Is er momenteel nog communicatie met het land?
Ja, er is momenteel communicatie met het land. De communicatie met personen die in Bangladesh verblijven was bijna niet mogelijk tijdens de communication shut-downs.
Wat is de diplomatieke, financiële en economische relatie tussen Nederland en Bangladesh, een van de focuslanden van ons handels- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid?
Nederland behoort tot de eerste groep landen die Bangladesh na de onafhankelijkheidsoorlog erkende (1971) en is één van de oudste ontwikkelingshulppartners van Bangladesh. In het bijzonder op het terrein van water en voedselzekerheid is er sprake van nauwe samenwerking. Daarnaast liggen er handelskansen voor Nederlandse bedrijven op het gebied van watermanagement, landbouw, voedselvoorziening, tuinbouw, scheepvaart, scheepsbouw, energie, circulaire textiel en ICT. Verder is Bangladesh een prioriteitsland binnen het combi-track beleid van de Nederlandse Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
In 2024 draagt Nederland totaal EUR 21,1 miljoen bij in Bangladesh op hoofdzakelijk de thema’s water (EUR 15,3 miljoen) en private sector ontwikkeling (EUR 3 miljoen).
In 2022 importeerde Nederland voor EUR 1,3 miljard uit Bangladesh (hoofdzakelijk ready-made garments) en in exporteerde Nederland voor EUR 335 miljoen naar Bangladesh (hoofdzakelijk restijzer).
Gezien onze relatie, welke stappen onderneemt Nederland nu om te zorgen dat wordt gehandeld in lijn met de rechtsstaat en de democratische vrijheden? Welke stappen kan Nederland verder ondernemen om verdere escalatie te voorkomen?
Nederland en de EU hebben het geweld van de Bangladeshi autoriteiten richting vreedzame demonstranten onmiddellijk sterk veroordeeld en opgeroepen tot bescherming van vreedzame demonstranten. Daarnaast dringt Nederland aan op een vreedzame transitie naar een democratisch gekozen regering, respect voor mensenrechten en (religieuze) minderheden, vrijlating van arbitraire gevangenen en onafhankelijk onderzoek naar het geweld dat leidde tot de dood van vele demonstranten. Deze boodschap is zowel in Dhaka in EU+ verband overgebracht aan de Bangladeshi autoriteiten, als aan de voormalig Bangladeshi Minister van Buitenlandse Zaken Mahmud tijdens zijn bezoek aan het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken op 29 juli jl. voor de depositie van akte van het Apostille Verdrag.
Bent u op de hoogte van verdere diplomatieke stappen door de Europese Unie, naast de recente verklaring van de Woordvoerder van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid?
Nederland werkt in nauwe coördinatie met de EU, de EU delegatie in Dhaka en andere EU lidstaten aan het vormgeven van diplomatieke stappen ten aanzien van de huidige situatie in Bangladesh. Zo heeft de EU Hoge Vertegenwoordiger de voorgenomen onderhandelingen voor een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (partnership and cooperation agreement, PCA) om de politieke relaties tussen de EU en Bangladesh verder te ontwikkelen en verdiepen, tijdelijk stopgezet. Ook heeft de EU het geweld van de Bangladeshi autoriteiten sterk veroordeeld, bijvoorbeeld op 31 juli tijdens het gesprek tussen EDEO Secretaris-Generaal Sannino en de voormalig Bangladeshi Minister van Buitenlandse Zaken Mahmud tijdens diens bezoek aan Brussel, en op 27 jl. bij het gesprek tussen EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell met voormalig Bangladeshi Minister van Buitenlandse Zaken Momen die als vertegenwoordiger voor Bangladesh aanwezig was bij het ASEAN Regional Forum in Laos. Op 5 augustus heeft de EU Hoge Vertegenwoordiger in een verklaring opgeroepen tot een vreedzame en democratische transitie. Het kabinet heeft deze verklaring onderschreven.