Kamervraag 2025Z18918

De inspectierapporten van Jeugdbescherming Noord, Gelderland en West en het functioneren van het Keurmerkinstituut (KMI)

Ingediend 13 oktober 2025
Indiener Faith Bruyning (NSC)
Onderwerpen gezin en kinderen sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z18918.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de recente rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over Jeugdbescherming Gelderland(JBG), Jeugdbescherming West (JBw) en het eerdere rapport over Jeugdbescherming Noord (JBN)?1, 2, 3
  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u het feit dat de IGJ bij alle drie de instellingen tot nagenoeg dezelfde structurele tekortkomingen komt? Kunt u uw antwoord toelichten?
  • Vraag 3
    Welke lessen trekt u uit het gegeven dat het hierbij gaat om verschillende regio’s, maar telkens dezelfde patronen zichtbaar worden (geen vaste jeugdbeschermer bij start, wachttijden, gebrekkige analyse en planvorming, onvoldoende passende hulp)?
  • Vraag 4
    Kunt u uiteenzetten in hoeverre deze tekortkomingen volgens u vooral te maken hebben met capaciteitstekorten of/en in hoeverre deze ook met cultuur, organisatie en bestuurlijke keuzes binnen de gecertificeerde instellingen (GI’s) zelf te maken hebben?
  • Vraag 5
    Deelt u de analyse dat er een bredere systemische/culturele oorzaak speelt die verder reikt dan alleen personele onderbezetting?
  • Vraag 6
    Hoe verklaart u dat Jeugdbescherming Noord onder verscherpt toezicht is gesteld, terwijl Jeugdbescherming Gelderland en Jeugdbescherming West, waar dezelfde tekortkomingen spelen, dat (nog) niet zijn?
  • Vraag 7
    Welke criteria hanteert de IGJ bij het bepalen of verscherpt toezicht nodig is?
  • Vraag 8
    Ziet u verschillen in bestuurscultuur tussen de instellingen en welke rol speelt dit bij het verschil in oordeel?
  • Vraag 9
    Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het Keurmerkinstituut (KMI) het certificaat voor jeugdbescherming en jeugdreclassering opnieuw heeft verleend aan Jeugdbescherming Noord (JBN)?4
  • Vraag 10
    Hoe kan het dat instellingen als JBN, JBG en JBw, ondanks certificering door het KMI, zulke ernstige tekortkomingen kennen? Kunt u verklaren waarom de tekortkomingen bij JBw en JBG wel door de IGJ zijn geconstateerd en niet door het KMI, terwijl het KMI regelmatig audits doet en de IGJ minder vaak toetst?
  • Vraag 11
    Hoe beoordeelt u de effectiviteit en waarde van de certificering door het KMI, gezien deze discrepantie? Deelt u de mening dat als het KMI deze tekortkomingen niet ziet er iets mis kan zijn met het toezicht en de audits? Kunt u zich indenken dat ouders en gemeenten zich ongerust maken als blijkt dat het toezicht dergelijke belangrijke zaken niet signaleert en toch certificeringen afgeeft?
  • Vraag 12
    Kunt u zich voorstellen dat ouders die te maken hebben met JBN zich zorgen maken over de juistheid van de hercertificering als blijkt dat men bij andere GI’s dezelfde misstanden over het hoofd zien? In hoeverre kunnen ouders, gemeenten en andere toezichthouders erop aan dat het bij JBN nu allemaal klopt terwijl de zelfde misstanden elders gemist zijn?
  • Vraag 13
    Kunt u uitleggen hoe het toezicht op het KMI zelf is ingericht en hoe de onafhankelijkheid van dat toezicht wordt geborgd?
  • Vraag 14
    Hoe weegt u het IGJ-rapport van oktober 2023, waarin werd gesteld dat het KMI onvoldoende transparant is in zijn afwegingen en gevoelig lijkt voor politieke en bestuurlijke druk?5
  • Vraag 15
    Bent u het eens met de constatering van de IGJ dat hierdoor de onafhankelijkheid en navolgbaarheid van de certificeringsbesluiten in het geding zijn? Graag een inhoudelijke reactie.
  • Vraag 16
    In hoeverre herkent u signalen dat bestuurlijke druk een rol speelt bij certificeringsbesluiten van het KMI? Kunt u uw antwoord motiveren?
  • Vraag 17
    Kunt u concreet aangeven of en hoe bewindspersonen, ministeries of koepelorganisaties druk hebben uitgeoefend op het KMI in de afgelopen jaren? Zo ja, waar is dat gebeurd? Zo nee, kunt dit duidelijk maken?
  • Vraag 18
    Acht u het wenselijk dat een privaatrechtelijk instituut met een monopoliepositie als het KMI zo’n cruciale rol vervult in de jeugdbeschermingsketen? Deelt u de mening dat het afgeven van dergelijke certificeringen feitelijk een overheidstaak moet zijn die niet aan marktpartijen kan worden overgelaten gezien het feit dat een kinderbeschermingsmaatregel een zeer ernstige ingreep is die allen met toestemming van een rechter mag worden uitgesproken en uitgevoerd?
  • Vraag 19
    Bent u op de hoogte van het feit dat toezichthouders, gemeenten, cliëntenraden en media geen inzicht krijgen, ook niet desgevraagd, in de resultaten van de audits?
  • Vraag 20
    Acht u het wenselijk dat de onderbouwing van deze certificeringsbeslissing geheim wordt gehouden? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 21
    Erkent u dat het ongewenst is dat zowel toezichthouders als de inspecties, gemeenten (als opdrachtgevers), als cliëntenraden en ouders niet kunnen inzien op basis waarvan een certificering is afgegeven? Kunt u dit toelichten?
  • Vraag 22
    Deelt u de mening dat het gebrek aan transparantie bijdraagt aan wantrouwen richting de GI’s als het certificeringssysteem in zijn geheel? Zo, nee waarom niet?
  • Vraag 23
    Kunt u toelichten op welke wijze GI’s momenteel worden beoordeeld op de individuele punten van het normenkader en waarom deze scores niet openbaar beschikbaar zijn?
  • Vraag 24
    Is het volgens u wenselijk dat onbekend blijft welke verbeterpunten het KMI heeft vastgesteld en of deze inmiddels aantoonbaar zijn opgelost?
  • Vraag 25
    Kunt u aangeven om welke inhoudelijke redenen het KMI eind 2024 heeft besloten om het volledige certificaat van JBN in te trekken en te vervangen door een overbruggingscertificaat? Waarom heeft men dat niet gedaan bij JBG en JBw? Of heeft het KMI deze misstanden niet geconstateerd bij de audits? Kunt u verklaren hoe deze ernstige misstanden eventueel gemist zijn door het KMI?
  • Vraag 26
    Wat zijn concreet de redenen dat het KMI nu, minder dan een jaar later, opnieuw een volledig certificaat aan JBN heeft toegekend?
  • Vraag 27
    Kunt u bevestigen dat de schemabeheerder voor het certificeringssysteem Jeugdzorg Nederland is? Zo nee, wie is dan de schemabeheerder?
  • Vraag 28
    Deelt u de zorg dat de schemabeheerder, als vertegenwoordiger van de sector zelf, hiermee in feite de regie heeft over het certificeringssysteem? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 29
    Deelt u de mening dat dit een ongewenste situatie oplevert waarin Jeugdzorg Nederland toezicht uitoefent op zichzelf? Kunt u uw antwoord toelichten?
  • Vraag 30
    Wat vindt u van de afspraak dat auditrapporten en onderliggende bevindingen niet openbaar mogen worden gemaakt, zelfs niet aan toezichthouders, gemeenten of cliëntenraden?
  • Vraag 31
    Deelt u de mening dat het KMI nooit met een dergelijke afspraak had mogen instemmen, juist gezien de publieke verantwoordelijkheid die zij namens de overheid vervult? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 32
    Erkent u dat hiermee feitelijk het certificeringssysteem in handen is gekomen van de sector zelf, en dat daarmee de samenleving en toezichthouders op afstand worden gehouden? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 33
    Bent u bereid om een aanwijzing te geven aan het KMI en de GI’s om per direct en met terugwerkende kracht vanaf de instelling van het certificeringssysteem in 2015 alle auditrapporten openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 34
    Indien nee, welke alternatieve maatregelen gaat u nemen om alsnog te zorgen voor transparantie en publieke verantwoording?
  • Vraag 35
    Hoe beoordeelt u de opstelling van het KMI, dat aangeeft naar mensen die op transparantie vragen wel «meer openheid te willen bieden», maar dit voorlopig niet te doen vanwege «beleidsregels»? Bent u op de hoogte van deze beleidsregels en wat is uw mening over deze beleidsregels?
  • Vraag 36
    Deelt u de mening dat bij een publieke taak die zo ingrijpend is als jeugdbescherming, volledige transparantie de norm moet zijn en geheimhouding onacceptabel is? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 37
    Bent u bereid per direct op te treden tegen de huidige praktijk waarbij auditrapporten geheim blijven, en te zorgen dat betrokken ouders, cliëntenraden, gemeenten en inspecties toegang krijgen tot deze informatie?
  • Vraag 38
    Wat gaat u concreet doen om te voorkomen dat certificering in de jeugdzorg een papieren exercitie blijft, terwijl in de praktijk ouders en kinderen nog steeds ernstige schade ondervinden van het handelen van gecertificeerde instellingen?
  • Vraag 39
    Welke alternatieven ziet u om het certificerings- en toezichtproces onafhankelijker, transparanter en minder manipuleerbaar in te richten?
  • Vraag 40
    Hoe reflecteert u op de bredere bestuurscultuur in de jeugdbescherming, waarin organisaties ondanks herhaalde waarschuwingen structureel tekortschieten maar tegelijkertijd bestuurlijk overeind blijven?
  • Vraag 41
    Welke verantwoordelijkheid neemt u als kabinet voor het feit dat deze structurele tekortkomingen al jarenlang bekend zijn maar zich blijven herhalen?
  • Vraag 42
    Hoe verklaart u dat jeugdigen en gezinnen nog steeds slachtoffer worden van dezelfde systeemfouten, ondanks eerdere toezeggingen van verbeteringen?
  • Vraag 43
    Wat zijn volgens u de belangrijkste drie systeemingrepen die noodzakelijk zijn om daadwerkelijk verbetering te realiseren?
  • Vraag 44
    Kunt u toezeggen dat de Kamer jaarlijks een overzicht ontvangt van gecertificeerde instellingen met daarbij de bevindingen van IGJ en KMI, zodat de Kamer kan toetsen of certificering en inspectie in de pas lopen?
  • Vraag 45
    Bent u bereid in uw antwoord een inhoudelijke reflectie te geven op de vraag of de huidige bestuurscultuur in de jeugdbescherming toereikend is om echte verandering te realiseren, of dat een meer fundamentele herziening nodig is?

Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z18918
Volledige titel: De inspectierapporten van Jeugdbescherming Noord, Gelderland en West en het functioneren van het Keurmerkinstituut (KMI)