| Ingediend | 25 september 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 30 oktober 2025 (na 35 dagen) |
| Indiener | Sarah Dobbe (SP) |
| Beantwoord door | Bruijn |
| Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z17857.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-300.html |
Ik onderschrijf het belang van kraamzorg als een essentieel onderdeel van de integrale geboortezorg en als een belangrijke schakel voor het waarborgen van een gezonde start voor zowel moeder als kind.
Ja, hier ben ik me goed van bewust. De signalen over het oplopende personeelstekort en teruglopende instroom zijn bekend. De sector staat hierin voor een grote opgave met vele aspecten.
Ik ben mij ervan bewust dat alleen waardering voor kraamverzorgenden uitspreken en het gesprek met de sector aangaan niet voldoende is. Om de huidige problemen in de kraamzorg het hoofd te bieden, werken Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Bo Geboortezorg samen met de sector aan de uitvoering van een gezamenlijke toekomstvisie, die verder is uitgewerkt in de versnellingsagenda kraamzorg2. Deze inspanningen ondersteun ik onder meer via kwaliteitsgelden voor de kraamzorg. Daarnaast zijn eind september voor de kraamzorg transformatiemiddelen (€ 9,8 miljoen) beschikbaar gesteld binnen het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Met deze middelen zal door de sector gewerkt worden aan onderdelen van de versnellingsagenda: passende kraamzorg, digitale zorg, regionale samenwerking en behoud en aantrekkelijkheid van het beroep. Ook heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vanuit haar toezicht een onderzoek gedaan naar de inspanningen van zorgverzekeraars op hun zorgplicht voor de kraamzorg3.
Daarnaast ben ik momenteel, zoals toegezegd4, bezig met het verkennen van aanvullende maatregelen die nodig zijn om de toegankelijkheid van kraamzorg te kunnen waarborgen. Zo heeft er al een bijeenkomst plaatsgevonden op uitnodiging van de gemeente Utrecht om de situatie in Utrecht stad te bespreken. Met verschillende lokale en landelijke partijen hebben wij verkend wat er specifiek in Utrecht nodig is om meer inzicht te krijgen in de daadwerkelijke schaarste en welke stappen gezet moeten worden om tot een oplossing te komen.
De kraamzorg zoals die in Nederland georganiseerd is, is uniek. In vergelijking met andere landen is het bijzonder dat wij deze vorm van zorg aan huis kennen, met aandacht voor zowel medische als sociale ondersteuning. Kraamzorg speelt daarmee een belangrijke rol in het ondersteunen van gezinnen en pasgeborenen, het voorkomen van gezondheidsrisico’s en het ontlasten van ziekenhuizen en verloskundigen. Ook heeft de kraamverzorgende een belangrijke signalerende functie voor gezinnen die extra hulp en ondersteuning kunnen gebruiken. Juist vanwege deze unieke waarde vind ik het belangrijk om de toegankelijkheid van kraamzorg te waarborgen en te versterken. Daarom ondersteun ik partijen in het veld bij het zoeken naar oplossingen om de sector toekomstbestendig te maken, zoals aangegeven in mijn antwoord 3.
Ja, dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. Het was een indrukwekkend gesprek, met zeer bevlogen kraamverzorgenden uit diverse regio’s. Tijdens deze bijeenkomst hebben we gesproken over onder andere de uitdagingen, het toekomstperspectief van de sector en mogelijke oplossingen. Ik zie dit gesprek als één van meerdere gesprekken die ik zal voeren om ervaringen en behoeften uit de praktijk op te halen.
Voor de branche is een gesprekspartner beschikbaar binnen het Ministerie van VWS, en is er contact met de beroeps- en brancheorganisaties. Daarnaast ben ik van plan om met meer kraamverzorgenden het gesprek te voeren over het toekomstperspectief van de sector.
Uitstroomonderzoek van RegioPlus laat zien dat arbeidsvoorwaarden niet bij de belangrijkste vijf redenen staan om te vertrekken bij een werkgever uit zorg en welzijn. Zaken als de werk-privé balans, professionele autonomie, zeggenschap en ontwikkelmogelijkheden spelen een grotere rol in de keuze om wel of niet in de zorg te blijven werken. Om personeel te behouden zijn in eerste instantie werkgevers aan zet. Bo geboortezorg heeft aangegeven de uitkomsten van bovenstaand onderzoek niet volledig te herkennen voor de kraamzorg, zo is het salaris van kraamverzorgenden in vergelijking met andere sectoren lager. Daarom zijn in de versnellingsagenda van Bo Geboortezorg en ZN, meerdere onderdelen opgenomen die moeten bijdragen aan het verbeteren van deze arbeidsomstandigheden zoals het toewerken naar passende kraamzorg met daarbij behorende passende bekostiging.
Wat betreft de randvoorwaarden voor een goede cao: de huidige maxtarieven zijn gebaseerd op het kostprijsonderzoek van de NZa. Daarnaast stelt het Ministerie van VWS ieder jaar extra arbeidsvoorwaardenruimte beschikbaar, zodat binnen de zorg marktconforme cao’s kunnen worden afgesloten. Ook voor de kraamzorg.
Tot slot ben ik bereid om hierover in gesprek te gaan met kraamverzorgenden. Zoals aangegeven heeft een eerste gesprek plaatsgevonden.
Het gaat hier om een cao afspraak. In het gesprek met kraamverzorgenden kwamen de wachtdiensten ook ter sprake. Daarover gaven kraamverzorgenden aan dat deze een groot effect hebben op hun werk-privé balans en dat daar een minimale vergoeding tegenover staat. Dit wordt ook gezien door Bo geboortezorg. Daarom is het werken op rooster en de inrichting van de partusassistentie met wachtdiensten onderdeel van de toekomstagenda. Eén van de oplossingen is bijvoorbeeld het inrichten van regionale partuspoules, waardoor niet zoveel kraamverzorgenden op wacht hoeven te staan voor de partusassistentie.
Het is te kort door de bocht om de uitdagingen in de kraamzorg te wijten aan de marktwerking. Er zijn veel verschillende factoren die de ontwikkelingen in de kraamzorg verklaren, waaronder de schaarste aan kraamverzorgenden en nieuwe inzichten in de beweging naar passende kraamzorg waardoor een betere verdeling van beschikbare uren kan plaatsvinden. Ook is marktwerking een te algemeen begrip. In de zorg is immers sprake van gereguleerde marktwerking met diverse vormen van overheidsregulering op verschillende deelmarkten (de zorgverzekeringsmarkt, de zorgverleningsmarkt en de zorginkoopmarkt). Zoals de regulering van de tarieven in de kraamzorg (maxtarieven) en het toezicht van de NZa op de zorgplicht.
Dat neemt niet weg dat veldpartijen in 2023 hebben geconstateerd dat de toegankelijkheid van de kraamzorg te ver onder druk kwam te staan en dat de destijds geboden tarieven niet meer passend waren om de toegankelijkheid en continuïteit te borgen. Daartoe hebben zij gezamenlijk een convenant opgesteld om kraamzorg voor de korte termijn te borgen, waarbij bijvoorbeeld financiële afspraken zijn gemaakt over de contractering. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de eerdergenoemde visie en toekomstagenda, waar nu met de toekenning van de transformatiegelden aan gewerkt kan worden richting een toekomstbestendige sector.
Ik vind dat een goed voorbeeld van de verantwoordelijkheid die veldpartijen in ons stelsel kunnen en moeten nemen om de toegankelijkheid van de zorg te borgen.
De vragen van het lid Dobbe (SP) over de crisis in de kraamzorg en de kabinetsreactie op het manifest «Voor behoud van goede kraamzorg voor Nederland» (2025Z17857) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Er hebben recent twee bijeenkomsten plaatsgevonden die relevant zijn voor de beantwoording van de Kamervragen. Dit integreren in de beantwoording en de afstemming met externe partijen vraagt meer tijd. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.