Heeft u kennisgenomen van de oproep van de Kinderombudsman, waarin wordt gepleit voor een integrale aanpak van kinderarmoede in Nederland?1
Vraag 2
Deelt u de analyse dat gezinnen structureel ondersteund moeten worden, niet alleen financieel maar ook via onderwijs, zorg en psychosociale begeleiding? Zo ja, welke concrete maatregelen (wetgevende voorstellen, beleid, begrotingsmiddelen) neemt u om deze structurele ondersteuning te bieden?
Vraag 3
Is het kabinet bereid landelijke richtlijnen of standaarden voor gemeenten vast te stellen, zodat kinderen in elke gemeente gelijke kansen krijgen, en welke middelen (financieel en personeel) worden hiervoor beschikbaar gesteld?
Vraag 4
Hoe wordt daarbij rekening gehouden met de specifieke situatie in kwetsbare wijken, en welke ondersteuning ontvangen gemeenten om dit beleid lokaal te kunnen uitvoeren?
Vraag 5
Op welke wijze worden kinderen zelf betrokken bij beleidsvorming, bijvoorbeeld via kinderraden of andere structurele participatievormen, en is het kabinet bereid dit ook financieel te faciliteren?
Vraag 6
Hoe wordt in beleid en uitvoering rekening gehouden met de overlap tussen armoede en schuldenproblematiek, en welke preventieve en curatieve maatregelen worden hierbij ingezet?
Vraag 7
Zijn er plannen om de vroege signalering van schuldenproblematiek bij gezinnen met kinderen verder op te schalen (bijvoorbeeld via scholen, maatschappelijke dienstverlening en wijkteams)?
Vraag 8
Hoe monitort het kabinet het effect van armoedebeleid op de mentale gezondheid, toekomstverwachting en welzijn van kinderen, en kan het kabinet toezeggen deze gegevens structureel en openbaar beschikbaar te maken, bijvoorbeeld via een jaarlijkse nationale «armoedemonitor kind & gezin»?
Vraag 9
Welke aanvullende maatregelen overweegt het kabinet om te voorkomen dat een nieuwe generatie kinderen opgroeit in armoede?
Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z17692
Volledige titel: De oproep van de Kinderombudsman inzake kinderarmoede