| Ingediend | 19 september 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 13 oktober 2025 (na 24 dagen) |
| Indieners | Don Ceder (CU), Mirjam Bikker (CU) |
| Beantwoord door | David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) |
| Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z17310.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-232.html |
Ja.
Ja.
Ja.
Het kabinet veroordeelt het geweld in West- en Centraal-Afrika ten zeerste en deelt de zorgen over het grote aantal slachtoffers dat hierbij valt, waaronder christenen.
Het geweld tegen burgers door IS- of Al-Qaeda-gelieerde jihadistische groeperingen, zoals in de Democratische Republiek Congo, Niger, Noord-Nigeria en in andere landen in de regio treft zowel christenen als moslims. In DRC was een christelijke gemeenschap slachtoffer van de genoemde aanval. In Niger werd aanvankelijk door sommige media gemeld dat het zou gaan om een aanval door jihadistische terroristen op christenen. Later bleek dat het ging om een aanval tijdens een islamitisch inwijdingsritueel.
Het genoemde geweld in de Nigeriaanse deelstaat Benue heeft een andere dynamiek en is onderdeel van regelmatig oplaaiende spanningen over landgebruik in Noord- en Centraal-Nigeria tussen boeren, die overwegend christelijk zijn en herders, die overwegend islamitisch zijn. Religie en etniciteit verergeren de bestaande spanningen.
Nederland volgt de situatie ter plaatste nauwlettend en houdt daarbij oog voor de kwetsbare positie van religieuze minderheden zoals christenen in sommige gebieden.
Het kabinet deelt de mening dat de aanvallen van jihadistische terroristen religieus gemotiveerd zijn. Christenen en moslims zijn hiervan het slachtoffer. Bij conflicten tussen boeren en herders in Nigeria werkt religie escalerend, maar gemeenschappen worden doorgaans niet specifiek vanwege hun religie aangevallen.
Het Nederlandse beleid richt zich nadrukkelijk op meer dan alleen het tegengaan van geweld. Vrijheid van religie en levensovertuiging is een van de vijf prioriteiten in het mensenrechtenbeleid. Dit onderwerp wordt stelselmatig aan de orde gesteld in bilaterale contacten en via multilaterale kanalen zoals de EU en de VN. Daarbij pleit Nederland voor de bescherming van religieuze minderheden en ondersteunt het via het Mensenrechtenfonds maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor religieuze vrijheid. Sinds 2015 speelt de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging een belangrijke rol door het thema internationaal te agenderen, contacten te onderhouden met religieuze en maatschappelijke actoren.
In lijn met de beantwoording van vraag 4 erkent het kabinet dat religie een rol speelt in de verschillende conflicten in Nigeria. Daarnaast bespreekt het kabinet in dialoog met de Nigeriaanse overheid de problematiek in al zijn facetten. De bescherming van burgers en het belang van vrijheid van religie en levensovertuiging staan hierin centraal.
Nederland volgt de situatie in de genoemde landen nauwlettend en bekijkt voortdurend hoe onze inzet te verbeteren op conflictpreventie, stabiliteit en vrijheid van religie en levensovertuiging binnen de beschikbare middelen. Het kabinet kiest daarbij voor een context specifieke benadering, omdat de oorzaken en dynamiek van het geweld in landen als Nigeria, Niger en de Democratische Republiek Congo sterk verschillen.
Het kabinet stelt mensenrechten, waaronder vrijheid van religie en levensovertuiging, stelselmatig aan de orde in bilaterale en multilaterale contacten. Daarbij worden regeringen aangesproken op hun internationale verplichtingen, en krijgen lokale organisaties die zich inzetten voor dialoog en bescherming van minderheden steun. In diverse gevallen heeft dit geleid tot concrete resultaten, zoals de vrijlating van religieuze leiders of het terugdraaien van beperkende maatregelen.
De regeringen in de betreffende landen delen vaak de zorgen over geweld in hun samenleving, maar zijn niet altijd in staat of bereid dit effectief tegen te gaan. Waar structurele verbeteringen uitblijven, blijft Nederland dit onderwerp consequent agenderen en zet het, waar passend, aanvullende drukmiddelen in via EU- en VN-kanalen.
Er is geen datum bekend voor de benoeming van de nieuwe EU-Speciaal Gezant voor vrijheid van religie en levensovertuiging. Nederland blijft dit onderwerp consequent aankaarten in EU-verband, onder meer via de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. In juni heeft mijn voorganger dit punt ook nog besproken met mevrouw Kallas, Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken. Het kabinet blijft aandringen op een spoedige invulling van de functie, gezien het belang van een consistente en zichtbare Europese inzet op dit terrein.
De genoemde motie verzocht de regering om bij de aankomende Raad eind juni 2025 te pleiten voor een gezamenlijke en duidelijke veroordeling van het aanhoudende geweld in Nigeria, waaronder dat tegen christenen en om zich in te zetten voor gerichte EU-maatregelen ter ondersteuning van religieuze minderheden.
Deze motie is nog niet afgedaan. In agendering vanuit Nederland voor de Raad wordt altijd strategisch afgewogen of een boodschap goed tot zijn recht komt in dit specifieke forum en of er daadwerkelijk acties uit voort zullen komen. Het kabinet geeft er daarom voorkeur aan dit onderwerp in eerste instantie op te brengen in het Politiek en Veiligheidscomité waar mensenrechten gerelateerde onderwerpen gepaste aandacht krijgen en daarmee meer kans op opvolging. Het kabinet zal uw Kamer hier binnenkort over informeren.
Aan deze motie over de bevordering van veilige en waardige vrijwillige terugkeer van ontheemden naar Nigeria is opvolging gegeven door, waar mogelijk en opportuun, aandacht te vragen voor de situatie in Nigeria in bilateraal, EU- en multilateraal verband. Nederland heeft de bescherming van burgers in verschillende internationale fora opgebracht en zal dit blijven doen. Daarnaast werkt Nederland, via ondersteuning van maatschappelijke en religieuze organisaties, actief aan het tegengaan van discriminatie op grond van religieuze achtergrond en het bevorderen van religieuze tolerantie en vreedzaam samenleven. Tot slot ondersteunt Nederland meerdere humanitaire partnerorganisaties die via meerjarige flexibele financiering ontheemden ondersteunen in opvang en veilige terugkeer.