Ingediend | 20 augustus 2025 |
---|---|
Beantwoord | 23 september 2025 (na 34 dagen) |
Indiener | Sarah Dobbe (SP) |
Beantwoord door | Nicki Pouw-Verweij (BBB) |
Onderwerpen | ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z15243.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-100.html |
Ik vind het goed om te lezen dat betrokken partijen in de Achterhoek samenwerken om te kijken wat lokaal nodig is om nu en in de toekomst benodigde ondersteuning en zorg te kunnen blijven bieden. De zorgbuurten zoals beschreven, sluiten naar mijn mening aan bij de wens van veel ouderen om geclusterd te wonen in een hofje of appartementencomplex. Veel ouderen willen zelf graag op een plek wonen waar gemeenschappelijk ruimtes zijn, waar zorg 24 uur aanwezig is en waar ze activiteiten kunnen doen met andere ouderen. Het meer geclusterd organiseren van zorg mag niet ten koste gaan van zorg voor mensen in het buitengebied. Ook in het buitengebied moet men kunnen kiezen voor passende ondersteuning en zorg.
Ja, ik ben het ermee eens dat ouderen die afhankelijk zijn van ondersteuning en zorg dit moeten krijgen, ook als zij in het buitengebied wonen. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat er passende ondersteuning en zorg beschikbaar is, thuis en als dat nodig en gewenst is in een verpleeghuis of ziekenhuis. De gemeente is verantwoordelijk voor het organiseren van passende ondersteuning vanuit de Wmo. Voor zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) geldt dat de zorgverzekeraar en Wlz-uitvoerder een zorgplicht hebben.
Ja, ik ben van mening dat geïndiceerde ondersteuning en zorg niet afhankelijk mag zijn van deelname aan trainingen in zelfredzaamheid. Wel is het goed dat dit soort trainingen wordt aangeboden, omdat het ouderen helpt om langer zelfstandig en gezond te blijven.
Ja, ik ben van mening dat verhuizen nooit een voorwaarde mag zijn. Ik vind het belangrijk dat ouderen passende zorg en ondersteuning ontvangen. Deze ondersteuning moet ook beschikbaar zijn voor ouderen die in een buitengebied wonen. De gemeente is verantwoordelijk voor het organiseren van passende ondersteuning vanuit de Wmo. Voor zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) geldt dat de zorgverzekeraar en Wlz-uitvoerder een zorgplicht hebben. Er kunnen redenen zijn waarom verhuizen het meest passend is, bijvoorbeeld wanneer een grote woningaanpassing nodig is of zorg in het verpleeghuis het best aansluit, maar dit moet altijd een vrijwillige keuze zijn.
Ja, ik ben het ermee eens dat hulpmiddelen altijd en binnen handbereik van mensen moeten zijn die ze nodig hebben. Hulpmiddelen worden op grond van de Wmo 2015 voornamelijk verstrekt als maatwerkvoorziening. Daarbij gaat het om hulpmiddelen die individueel in gebruik zijn. In principe zijn deze hulpmiddelen altijd binnen handbereik van de gebruiker, behalve als een scootmobiel in het kader van brandveiligheid in een aparte stallingsruimte moet staan.
Enkele gemeenten stellen scootmobielen ook ter beschikking als onderdeel van het aanbod van algemeen toegankelijk deelvervoer. Er is dan geen Wmo-indicatie nodig of er is alleen sprake van een snelle toets. Als iemand een melding doet voor een Wmo-voorziening moet de gemeente onderzoeken of er een maatwerkvoorziening nodig is of dat iemand voldoende geholpen is met algemene voorzieningen.
Als een geboden oplossing onvoldoende aansluit bij de ondersteuningsvraag, kan dit ten koste gaan van de bewegingsvrijheid en zelfredzaamheid van mensen. Als dit voorkomt, vind ik dat onwenselijk. Of collectief gebruik van hulpmiddelen passend is, hangt sterk af van de situatie. In sommige gevallen kan het doelmatig en praktisch zijn, bijvoorbeeld als iemand een hulpmiddel alleen nodig heeft voor planbaar vervoer. In andere gevallen is juist een individueel, op de persoon toegesneden hulpmiddel noodzakelijk, zeker wanneer iemand sterk afhankelijk is van het hulpmiddel in het dagelijks leven. Die keuzes liggen in een decentraal stelsel bij de gemeente.
Belangrijk is dat maatwerkvoorzieningen nooit worden uitgesloten. Het gaat erom dat mensen altijd kunnen rekenen op een passende en gemakkelijk toegankelijke oplossing die past bij hun ondersteuningsbehoefte als het gaat om zelfredzaamheid. Op grond van de Wmo 2015 kan iedereen te allen tijde een maatwerkvoorziening aanvragen. Het college moet daarbij een zorgvuldig onderzoek doen (artikel 2.3.2 Wmo 2015) en neemt vervolgens een besluit waartegen rechtsbescherming openstaat.
De zorgbuurten, zoals beschreven in het artikel, sluiten naar mijn mening aan bij de wens van veel ouderen om geclusterd te wonen in een hofje of appartementencomplex. Ik zie de ontwikkeling zoals beschreven in het artikel dan ook zeker niet als gericht op het besparen van geld maar juist als gericht op het aansluiten bij behoeften en wensen van ouderen.
Ik heb geen zicht op eventuele bezuinigingen die beoogd zijn met de in het nieuwsbericht beschreven plannen. De plannen komen voort uit lokale samenwerking.
Ik ben het er mee eens dat er op landelijk en lokaal niveau financiële keuzes worden gemaakt. Beschikbaarheid van ondersteuning en zorg heeft niet altijd te maken met beschikbaarheid van financiële middelen maar hangt ook samen met beschikbaarheid van personeel. In het artikel over Achterhoekse ouderenzorg, wordt specifiek gesproken over omgaan met minder beschikbaar personeel.
In het artikel wordt gesuggereerd dat plannen voortkomen uit minder beschikbare handen in de zorg. Het personeelstekort in zorg en welzijn lijkt hiermee een rol te spelen bij deze plannen.
Met het sluiten van het AZWA en het HLO zijn belangrijke stappen gezet om de aanpak zoals beschreven in het regeerprogramma verder uit te werken in concrete afspraken met betrokken partijen. Bijvoorbeeld het fors investeren in scholing en vakmanschap, vergroten van werkplezier door het halveren van de administratietijd en verminderen van werkdruk met de inzet van arbeidsbesparende innovaties en slimme werkwijzen. Daarnaast zijn in het AZWA
afspraken gemaakt over loopbaaninstrumenten. Hiermee worden verschillende doelgroepen zoals studiekiezers, studenten, werkenden en zij-instromers goed geïnformeerd en geënthousiasmeerd voor het werken in zorg en welzijn. De Minister van VWS beziet momenteel op welke wijze met de beschikbare middelen nog uitvoering gegeven kan worden aan de motie Dobbe. Hij zal uw Kamer hier voor de begrotingsbehandeling nader over informeren.