Kamervraag 2025Z15167

De gezamenlijke verklaring inzake de humanitaire situatie in Gaza

Ingediend 15 augustus 2025
Beantwoord 24 september 2025 (na 40 dagen)
Indiener Henk Vermeer (BBB)
Beantwoord door Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC)
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z15167.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-131.html
  • Vraag 1
    Kunt u uitleggen waarom het kabinet tegen deze nieuwe registratieplicht is, zeker gezien het feit dat NGO’s soms banden hebben met terreurorganisaties?1

    De betreffende wetgeving baart het kabinet zorgen, in het bijzonder met oog op de mogelijke consequenties die implementatie van de wetgeving kan hebben voor de humanitaire hulpverlening in de Palestijnse Gebieden.
    Redenen tot zorg zijn dat de nieuwe wetgeving Israël de mogelijkheid biedt om hulporganisaties te weigeren op willekeurige gronden die geen verband houden met terrorisme of andere veiligheidsoverwegingen, bijvoorbeeld politieke overwegingen. Dit zou consequenties kunnen hebben voor de bewegingsvrijheid, werkzaamheden en samenwerking van het maatschappelijk middenveld in Israël en de Palestijnse Gebieden.
    Het verzoek van Israël aan de internationale ngo’s om ook persoonsgegevens van stafleden en hun families te delen is volgens de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens hoogstwaarschijnlijk een overtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
    De hulporganisaties die actief zijn in Israël en de Palestijnse gebieden waar Nederland mee samenwerkt zijn transparante, professionele organisaties met heldere interne controlemechanismes.
    Nederland ondertekende op 12 augustus jl. een Foreign Ministers’ statement waarmee het, met 29 gelijkgezinde landen, de ernst van deze kwestie aankaartte bij Israël. Nederland brengt dit thema ook bilateraal op bij de Israëlische autoriteiten, bijvoorbeeld in recent onderhoud tussen Minister-President Schoof en de Israëlische president Herzog. De Nederlandse inspanningen worden nauw afgestemd met hulporganisaties die door deze wetgeving worden geraakt. Voor meer informatie is uw Kamer vandaag (24 september 2025) middels een vertrouwelijke brief geïnformeerd. De deadline voor herregistratie van internationale ngo’s onder deze wet is overigens uitgesteld tot later in het najaar.

  • Vraag 2
    Kunt u uitleggen waarom het controleren van terreurbanden van individuele medewerkers van dit soort NGO’s onlogisch is, gezien het feit dat er in het verleden onder hen wel degelijk medewerkers waren met dit soort banden?2

    Zie het antwoord op vraag 1.

  • Vraag 3
    Kunt u uitleggen waarom Nederland zich bemoeit met de interne aangelegenheden van Israël, met name als het gaat om haar eigen veiligheidsbeleid?

    Zie het antwoord op vraag 1.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven waarom Nederland er niet voor heeft gekozen om namens de EU een verklaring af te geven, omdat er nu een rommelig beeld is ontstaan van landen die deze registratieplicht al dan niet volgen?

    Nederland heeft in Europees verband opgeroepen om eensgezind te reageren op de betreffende Israëlische wetgeving. De Hoge Vertegenwoordiger Kaja Kallas heeft in haar contacten namens de EU de zorgen over de registratie overgebracht aan de Israëlische regering. Naast de inzet in EU-verband, en de inzet in samenspraak met een groep gelijkgezinde landen, heeft het kabinet ervoor gekozen om zich ook bilateraal in te zetten op dit thema. Daaraan lag mede ten grondslag dat Nederlandse hulporganisaties worden geraakt door de betreffende wetgeving. Voor meer informatie is uw Kamer vandaag (24 september) middels een vertrouwelijke brief geïnformeerd. Het is overigens niet aan landen om de registratieplicht wel of niet te volgen: deze wetgeving slaat op internationale ngo’s, niet op statelijke actoren.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven waarom Nederland er niet voor gekozen heeft om met de hele EU gezamenlijk op te trekken, aangezien er dan een meer coherent, evenwichtig en sterk beleid ten aanzien van dit veiligheidsthema kan worden opgesteld?

    Nederland heeft ook in EU-verband zorgen geuit over de wetgeving en opgeroepen hier als EU eensgezind op te reageren. Een nadere toelichting over de Nederlandse inzet op dit onderwerp in de informele Raad Buitenlandse Zaken van 29-30 augustus jl. en de uitkomsten daarvan is uw Kamer reeds toegekomen.3 Het internationale statement over dit thema, ondertekend door Nederland en 28 andere landen, ging mede uit namens de Hoge Vertegenwoordiger Kallas alsook Eurocommissarissen Lahbib (Gelijkheid, Paraatheid en Crisisbeheer) en Šuica (Middellandse Zeegebied).4

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven hoeveel en welke Nederlandse NGO’s hiermee te maken zullen krijgen en in welk opzicht dit hún werkzaamheden daadwerkelijk schaadt en beperkt ten opzichte van de huidige situatie?

    Er zijn verschillende Nederlandse maatschappelijke organisaties actief in de Palestijnse Gebieden die bijdragen aan het bieden van levensreddende humanitaire hulp. Een aantal van hen wordt ook voor deze activiteiten gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zoals via de Dutch Relief Alliance (DRA). Deze organisaties hebben juridische verplichtingen onder de AVG en kunnen dus niet voldoen aan de eisen van de herregistratieplicht. Organisaties waarvan de registratie wordt geweigerd door de Israëlische autoriteiten zullen hun essentiële hulp niet meer kunnen leveren. Voor meer informatie is uw Kamer vandaag (24 september 2025) middels een vertrouwelijke brief geïnformeerd.

  • Vraag 7
    Welke eisen stelt Nederland op het gebied van veiligheidsgaranties en controle op banden met terroristische organisaties bij het verlenen van subsidies of andere samenwerking aan/met NGO’s en haar individuele medewerkers?

    Zowel tijdens de selectie van partnerorganisaties als tijdens de uitvoering van activiteiten vindt zorgvuldig risicomanagement plaats. Het is verplicht om een risicoanalyse en integriteitstoets uit te voeren bij maatschappelijke organisaties waarmee het Ministerie van Buitenlandse Zaken een subsidierelatie aangaat. Bij een zogeheten Organisational Risk and Integrity Assessment (ORIA) wordt bijvoorbeeld grondig gekeken naar hun organisatiecapaciteit wat betreft doelmatigheid, structuur, omvang, management, bestuurlijke betrouwbaarheid, financiën en interne controlemechanismes. Daarnaast wordt gekeken naar hoe de selectie van medewerkers plaatsvindt. Zo doen hulporganisaties met wie wij samenwerken een uitgebreide controle en screening van alle medewerkers (internationaal, nationaal en vrijwilligers) en partners aan de hand van de sanctielijsten van de VN, VS, EU en nationale instanties.

  • Mededeling - 12 september 2025

    De schriftelijke vragen van het lid Dobbe (SP) over dat Israël humanitaire hulp in Gaza verder gaat beperken met een nieuw registratiesysteem (2025Z15153) en de schriftelijke vragen van het lid Vermeer (BBB) over de gezamenlijke verklaring inzake de humanitaire situatie in Gaza (2025Z15167) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De beantwoording zal zo spoedig als mogelijk met uw Kamer worden gedeeld.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z15167
Volledige titel: De gezamenlijke verklaring inzake de humanitaire situatie in Gaza
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20252026-131
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Vermeer over de gezamenlijke verklaring inzake de humanitaire situatie in Gaza