Ingediend | 4 augustus 2025 |
---|---|
Beantwoord | 23 september 2025 (na 50 dagen) |
Indieners | Ingrid Michon (VVD), Wendy van Eijk-Nagel (VVD) |
Beantwoord door | Struycken |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14994.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-115.html |
Ja.
De zorgen van nabestaanden begrijp ik goed. Hun leven is blijvend veranderd door het leed dat hen is aangedaan. Tegelijkertijd is het van belang dat veroordeelden, nadat zij hun straf hebben uitgezeten en/of zijn behandeld, kunnen terugkeren in de samenleving en aan het werk gaan als dit op een veilige manier kan.
Om in een zorginstelling te kunnen werken dient eenieder conform de richtlijnen in ieder geval in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te zijn. Daarbij komt dat screening onderdeel is van een breder integriteitsbeleid.
Zowel in de geestelijke gezondheidszorg als in de forensische zorg wordt het belang van de inzet van ervaringsdeskundigen onderschreven door veldpartijen en de verantwoordelijke ministeries. Ervaringsdeskundigen in de forensische zorg zijn daartoe opgeleide personen met een verleden van delictgedrag samenhangend met een stoornis of een ander relevant herstelverhaal. Ervaringsdeskundigen kunnen een brugfunctie vervullen tussen patiënten of cliënten en professionals en zij kunnen daarin beide perspectieven belichten vanuit hun ervaring en opleiding.
Voor de forensische zorg geldt dat de inzet van ervaringsdeskundigen is opgenomen in het Kwaliteitskader forensische zorg 2022–2028.2
Het is onbekend hoe vaak het in de afgelopen tien jaar is voorgekomen dat een persoon met een veroordeling voor een ernstig geweldsmisdrijf toch een VOG heeft gekregen voor een functie in de zorg.
Vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen kan ik niet ingaan op individuele casussen. In het algemeen kan ik aangeven dat bij iedere VOG-beoordeling een zorgvuldige belangenafweging plaatsvindt. Met de VOG komen meerdere belangrijke maatschappelijke doelen samen:3
Bij elke VOG-aanvraag kijkt de screeningsautoriteit Justis of relevante strafrechtelijke gegevens aanwezig zijn, gelet op de aard van het delict, de functie en locatie. De relatie tussen een justitieel gegeven en de functie die de aanvrager gaat vervullen bepaalt of dat gegeven, gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormt voor een behoorlijke uitoefening van de functie. De VOG blijft een afweging tussen de verschillende maatschappelijke doelen die het instrument nastreeft. Aan ernstige geweldsdelicten kent Justis veel gewicht toe vanuit het belang van de bescherming van de maatschappij tegen de risico’s die uitgaan van een dergelijk delictverleden.
Vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan ik niet ingaan op individuele casussen. De screeningsprofielen die Justis hanteert zijn te vinden op de website van Justis.4 Bij reguliere VOG-aanvragen, niet zijnde de VOG Politiegegevens (VOG P), kan Justis alleen politiegegevens opvragen bij de politie indien justitiële gegevens daartoe aanleiding geven. Bij aanvraag van een VOG P worden standaard politiegegevens opgevraagd die ook een zelfstandige grond vormen om afgifte van een VOG P te weigeren. Een VOG P is verplicht voor functies die zijn aangewezen bij ministeriële regeling, waaronder bepaalde functies bij de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s) en Forensische Psychiatrische Klinieken (FPK’s). Andere zorginstellingen zijn niet aangewezen voor de VOG P. Voor de aangewezen functies verwijs ik naar de Regeling aanwijzing functies VOG Politiegegevens.5 Voor beoordeling van een VOG-aanvraag van personeel werkzaam in een inrichting van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) geldt een afwijkende terugkijktermijn in de justitiële gegevens van dertig jaar.
Zie antwoord vraag 4.
Het klopt dat in een andere zaak geen VOG is afgegeven. De beoordeling van VOG-aanvragen wordt altijd gedaan op basis van de omstandigheden van het geval, zoals de afdoening van de strafzaak, het tijdsverloop en de hoeveelheid antecedenten.
Zie antwoord op vraag 3.
Functies komen in aanmerking voor aanwijzing voor de VOG P wanneer sprake is van een bevoegdheid geweld te gebruiken, er toegang is tot gevoelige informatie bij de uitvoering van wettelijke taken op het terrein van openbare orde en veiligheid of handhaving van de rechtsorde of integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.6 De VOG P is momenteel verplicht voor bepaalde functies bij de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s) en Forensische Psychiatrische Klinieken (FPK’s). Voor de volledige lijst van aangewezen functies verwijs ik naar de Regeling aanwijzing functies VOG Politiegegevens.7
Er is vooralsnog geen voornemen om dit instrument breder toe te passen binnen zorginstellingen waar kwetsbare personen verblijven. Zoals de mijn ambtsvoorganger ook heeft aangegeven in zijn brief van 24 juni 2025 wordt er momenteel, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van het standaard betrekken van politiegegevens en het gebruik daarvan als zelfstandige weigeringsgrond voor functies waarin sprake is van een gezags- of afhankelijkheidsrelatie of functies die worden uitgevoerd op een locatie waar zich kwetsbare personen bevinden.8 De onderzoeksresultaten worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026 opgeleverd. Tevens wordt de evaluatie van de Wet VOG politiegegevens medio 2027 verwacht.9 Naar aanleiding van deze onderzoeken zal ik bezien of het passend is om de VOG P breder toe te passen.
Er is in dit geval geen sprake van continue screening. Momenteel wordt op grond van wet- en regelgeving alleen continu gescreend in de kinderopvang en de taxibranche. In de (forensische) geestelijke gezondheidszorg is een VOG bij indiensttreding voor zorgverleners verplicht gesteld. De reden hiervoor is dat in de ggz wordt gewerkt met kwetsbare personen. Geestelijke gezondheidszorgorganisaties mogen zelf bepalen hoe vaak ze tussentijds gedurende de dienstbetrekking een nieuwe VOG vragen. DJI levert ook psychiatrische forensische zorg aan justitiabelen via Rijksinstellingen en koopt forensische zorg in via particuliere klinieken. DJI hanteert binnen de forensische zorg het beleid om medewerkers van de instellingen periodiek te screenen. Ik zie op dit moment geen aanleiding om continue screening toe te passen in de forensische zorg, of om dit onder de aandacht te brengen bij de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport die verantwoordelijk is voor de geestelijke gezondheidszorg.
Bij de beoordeling van VOG-aanvragen past Justis twee verscherpte toetsingskaders toe: ten eerste voor seksuele misdrijven in combinatie met een gezags- of afhankelijkheidsrelatie of specifieke locatie; ten tweede voor terroristische misdrijven of misdrijven ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf in combinatie met een gezags- of afhankelijkheidsrelatie, gevoelige informatie of specifieke locatie. Als sprake is van een verscherpt toetsingskader in verband met seksuele delicten of terroristische misdrijven kan in deze gevallen enkel een VOG worden afgegeven indien de weigering van de VOG evident disproportioneel is. Justis heeft hierin daardoor slechts zeer beperkte ruimte om op basis van de belangenafweging alsnog over te gaan tot de afgifte van een VOG.
Bij de toepassing van de VOG P worden altijd politiegegevens geraadpleegd en kunnen deze politiegegevens een zelfstandige weigeringsgrond vormen. Zoals ik ook aangaf in mijn antwoord op vraag 8 is de VOG P momenteel verplicht voor bepaalde functies bij de FPC’s en FPK’s. Dit zijn de enige zorginstanties waarvan functies zijn aangewezen voor de VOG P.
Justis kan alleen data genereren van de particuliere FPC’s en FPK’s omdat de rijks-forensische zorginstellingen hun aanvragen via DJI doen en deze aanvragen daardoor niet kunnen worden onderscheiden van andere aanvragen van DJI. In de periode tussen 1 januari 2024 en 31 augustus 2025 zijn er 30 VOG P-aanvragen geweigerd (0,5%), waarvan één onder het verscherpte toetsingskader voor zedendelicten. Het weigeringspercentage over 2024 lag voor de VOG op 0,2% en voor de VOG P op 0,6%.
Zoals eerder vermeld verwacht ik in juli 2027 de evaluatie van de VOG P te kunnen delen met uw Kamer, waarin wordt gekeken naar de effectiviteit van de VOG P.
De terugkijktermijnen zijn niet specifiek voor de zorgsector bepaald, maar afhankelijk van de specifieke functie of de gepleegde strafbare feiten. In de (particuliere) zorgsector geldt de reguliere terugkijktermijn van vier jaar, tenzij sprake is van een functie die aangewezen is voor de VOG P, waarvoor regulier een terugkijktermijn van tien jaar geldt. Voor functies bij DJI is bij hoge uitzondering een termijn van 30 jaar afgesproken. Bij seksuele misdrijven en terroristische delicten wordt de terugkijktermijn niet in duur beperkt.
Een apart verscherpt toetsingskader is er niet (expliciet) voor ernstige geweldsdelicten. Voor alle VOG-aanvragen geldt wel dat in uitzonderlijke gevallen, zeer ernstige feiten die buiten de terugkijktermijn vallen, tot een maximum van twintig jaar, aanleiding kunnen zijn om gebruik te maken van de bijzondere weigeringsgronden. Deze mogelijkheid dient terughoudend te worden ingezet omdat dit de rechtszekerheid, evenredigheid en proportionaliteit van de VOG kan ondergraven.
Op grond van onder meer de Wet forensische zorg (Wfz) en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) zijn zorgaanbieders verplicht om te zorgen voor veilige en verantwoorde zorg. Daar hoort bij dat medewerkers geschikt en bekwaam zijn en worden gescreend op relevante justitiële antecedenten. De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houden toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de forensische zorg. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om verantwoordelijkheid van de zorginstellingen in dit verband te verduidelijken of uit te breiden.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3 maakt Justis een zorgvuldige belangenafweging. Doelstelling van de VOG is de samenleving te beschermen tegen strafbaar handelen in de rol waarvoor de VOG wordt aangevraagd. Waar dit passend wordt geacht met oog op de risico’s geeft Justis een VOG af. Daarmee kan de veroordeelde na gestraft te zijn weer deelnemen aan de maatschappij. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het risico beperkt wordt ingeschat op basis van informatie over behandeling en het tijdsverloop na het eerste delict zonder recidive. Of als er een beperkt verband is tussen het feit en de beoogde functie.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Michon-Derkzen en Van Eijk (beiden VVD), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: «Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»» (ingezonden 4 augustus 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.